Antwoord op vragen van het lid Thijssen over de nationale CO2-heffing in relatie tot de SDE++
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2021D43974, datum: 2021-11-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20212022-726).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D. Yesilgöz-Zegerius, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat (VVD)
Onderdeel van zaak 2021Z18243:
- Gericht aan: D. Yesilgöz-Zegerius, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
- Indiener: J. Thijssen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
726
Vragen van het lid Thijssen (PvdA) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over de nationale CO2-heffing in relatie tot de SDE++ (ingezonden 19 oktober 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 17 november 2021).
Vraag 1
Bent u ook van mening dat indien er subsidie wordt gegeven aan partijen als Shell of ExxonMobil voor Carbon Capture and Storage (CCS), het van groot belang is dat oversubsidiëring wordt voorkomen, ook voor het maatschappelijk draagvlak?
Antwoord 1
Bij elke vorm van subsidiëring is het voorkomen van oversubsidiëring aan de subsidiebegunstigden een belangrijk uitgangspunt. Dat geldt dus ook voor subsidies inzake CCS.
Vraag 2 en 3
Klopt het dat, indachtig het recente Trinomics rapport (Kamerstuk 32 813, nr. 757), de kans groot is dat het tarief van de nationale CO2-heffing (op een gegeven moment) hoger zal moeten zijn dan het European CO2-emissiehandeltarief (EU-ETS) als we het nationale reductiedoel voor de industrie willen halen? Zo nee, waarom niet?
Deelt u de mening dat door het instabiele karakter van ETS, er in ieder geval een reële kans is dat het tarief van de nationale CO2-heffing op momenten hoger zal zijn dan het ETS-tarief?
Antwoord 2 en 3
Het tarief van de CO2-heffing in 2030 is vastgesteld op € 125 per ton CO2. Dit is naar verwachting voldoende om het heffingsdoel van 14,3 Mton reductie t.o.v. het basispad te borgen. De meeste recente raming van de EU-ETS-prijs in 2030 van de Europese Commissie ligt met € 50–85 per ton CO2 lager dan de € 125 van de nationale CO2-heffing. Op basis van de huidige verwachtingen is het daarom inderdaad waarschijnlijk dat het tarief van de CO2-heffing in 2030 hoger zal zijn dan de EU-ETS-prijs, en bestaat er een reële kans dat het tarief ook op momenten in de jaren voorafgaand aan 2030 hoger zal liggen. Omdat de EU-ETS-prijs wordt bepaald op de markt kan niet met zekerheid worden gezegd wanneer dit het geval zal zijn. De huidige EU-ETS-prijs (ca. € 57) wordt in 2024 door het tarief van de heffing overtroffen.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het uitsluiten van de nationale CO2-heffing in de berekening van de subsidiehoogte van SDE++, mogelijk kan leiden tot oversubsidiëring van CCS? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Nee, deze mening deel ik niet. De CO2-heffing dient namelijk niet om de onrendabele top van projecten te verkleinen. Om deze reden wordt in de SDE++ dan ook niet gecorrigeerd voor de CO2-heffing. Tevens verwijs ik u naar het antwoord op vraag 6.
Vraag 5
Ziet u ook een risico dat de investeringsbeslissing van industriële partijen die een keuze moeten maken tussen CCS of duurzame technieken om CO2 te reduceren, wordt verstoord doordat deze partijen rekenen op een veel te riante subsidie voor CCS? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Nee, ik zie dit risico niet omdat het niet corrigeren voor de CO2-heffing in de SDE++ uniform geldt voor alle technieken waar CO2-heffingsplichtige bedrijven SDE++-subsidie op kunnen aanvragen, niet uitsluitend voor CCS. Ook ben ik niet van mening dat de subsidie van CCS te riant is, deze is gebaseerd op de onrendabele top-berekeningen van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) waarbij met marktconforme parameters gerekend is. Daarbij wordt, bij bedrijven die onder het ETS-vallen, jaarlijks gecorrigeerd voor de daadwerkelijke ETS-prijs waardoor de daadwerkelijke subsidie bij een stijgende ETS-prijs veelal lager uitvalt dan oorspronkelijk beschikt. Ten slotte geldt een overstimuleringstoets waarbij achteraf wordt gekeken naar de daadwerkelijke kosten en opbrengsten van een project om overstimulering te voorkomen. Als er overstimulering is, zal worden gekort op de subsidie.
Vraag 6
Kunt u de voor- en nadelen op een rij zetten van het meenemen van de nationale CO2-heffing in de SDE++ zoals de ETS-prijs al wordt meegenomen? Bent u het eens dat het betrekken van de nationale CO2-heffing «no regret» is?
Antwoord 6
Nee, ik ben niet van mening dat het betrekken van de CO2-heffing in de SDE++ «no regret» is. Het in de SDE++ corrigeren voor de CO2-heffingsprijs zou ingaan tegen de wortel-stokgedachte van het Klimaatakkoord, waarbij enerzijds geborgd wordt dat de industrie de reductieopgave realiseert (de stok) en anderzijds Nederland aantrekkelijk wordt gehouden voor investeringen door verduurzamende industrie (de wortel). De CO2-heffing zoals opgenomen in het Klimaatakkoord is bedoeld als stok achter de deur: een hoge boete over het teveel aan uitstoot als bedrijven niet investeren in CO2-reductie. De CO2-heffing is ook alleen van toepassing op CO2-uitstoot boven een vooraf vastgestelde benchmark voor een bepaalde sector. Het bedrijf hoeft alleen heffing te betalen als het boven die benchmark uitkomt. Daartegenover staat de wortel: een pakket aan maatregelen zoals de verbrede SDE++ om bedrijven in staat te stellen te investeren in CO2-reductie in Nederland. Investeringen in technologieën die veelal nog niet breed toegepast worden en nu nog niet rendabel zijn. Deze instrumentenmix in onderlinge samenhang zorgt dat beide doelen van het hoofdstuk industrie uit het Klimaatakkoord worden gerealiseerd.