Memorie van toelichting
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)
Memorie van toelichting
Nummer: 2021D44201, datum: 2021-12-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35975-XII-2).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B. Visser, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35975 XII-2 Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) .
Onderdeel van zaak 2021Z20495:
- Indiener: B. Visser, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-12-02 13:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-12-06 12:00: Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-12-15 10:15: Procedurevergadering IenW (hybride) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-12-16 22:15: EINDE VERGADERING: STEMMINGEN (over alle resterende onderwerpen) (Stemmingen), TK
- 2022-01-19 10:15: Procedurevergadering Infrastructuur en Waterstaat (digitaal) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021‒2022 |
35 975XII | Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) |
Nr. 2 |
|
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 en 2
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2021 wijzigingen aan te brengen in:
- de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat;
- de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
B.Visser
B. BEGROTINGSTOELICHTING
1 Leeswijzer
Algemeen
De opzet en structuur van de onderliggende begroting voor Hoofdstuk XII is gebaseerd op de rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën. In de Rijksbegrotingsvoorschriften 2021 zijn onderstaande uniforme ondergrenzen opgenomen, welke worden gehanteerd bij het toelichten van begrotingsmutaties op het niveau van artikelonderdeel.
< 50 | 1 | 2 |
=> 50 en < 200 | 2 | 4 |
=> 200 en < 1000 | 5 | 10 |
=> 1000 | 10 | 20 |
Opbouw
Dit wetsvoorstel kent een opbouw waarbij afhankelijk van de informatievraag- en behoefte verder kan worden ingezoomd. Deze verdiepingsslag is als volgt opgebouwd:
1. In de begroting(wet)staat zijn de wijzigingen op de begrotingsstaat van het jaar 2021 voor de begroting van Infrastructuur en Waterstaat (XII) opgenomen. Deze dient ter autorisatie van de mutaties die op artikelniveau in de verplichtingen-, uitgaven- en ontvangstenramingen worden voorgesteld bij deze Tweede suppletoire begroting.
2. In het overzicht in paragraaf 2.1 zijn de belangrijkste uitgavenmutaties opgenomen, die op hoofdlijnen inzicht verstrekt in de belangrijkste budgettaire voorstellen die leiden tot wijziging van de begroting 2021 (Kamerstukken II 2020-2021, 35 850 XII, nr 1). Hiermee kan snel een indruk worden verkregen van de inhoud van dit wetsvoorstel.
3. In de artikelsgewijze toelichting (paragraaf 3 beleidsartikelen en paragraaf 4 niet-beleidsartikelen) zijn in de tabellen budgettaire gevolgen van beleid de mutaties in de Tweede suppletoire begroting 2021 uitgesplitst in miljoenennota- en najaarsnotamutaties. De miljoenennotamutaties zijn reeds in de aan uw Kamer voorgelegde Ontwerpbegroting 2022 (Kamerstukken II 2021-2022, 35 925 XII, nr 2) toegelicht. De begrotingsmutaties van de najaarsnota worden toegelicht op basis van bovengenoemde staffel.
4. In de paragraaf agentschappen (paragraaf 5) staan de aanpassingen in de exploitatie- en kasstroomoverzichten van de agentschappen waarbij sprake is van cumulatieve mutaties (in totaal) groter dan 5% van de oorspronkelijk vastgestelde begroting of cumulatieve mutaties (in totaal) groter dan € 20 miljoen ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting.
2 Beleid
2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties
De onderstaande tabellen geven de belangrijkste wijzigingen weer in de uitgaven en inkomsten ten opzichte van de Miljoenennota 2022. Een meer gedetailleerd overzicht van de mutaties per artikel is te vinden bij de budgettaire gevolgen van beleid in paragraaf 3 (de beleidsartikelen) en 4 (de niet-beleidsartikelen).
Vastgestelde begroting 2021 (incl. ISB 1-4) | 17.984.749 | |
Stand 1e suppletoire begroting 2021 | 19.769.462 | |
Mutaties Miljoenennota 2022 (incl. ISB 5) | ‒ 6.862.296 | |
waarvan Omvorming Prorail | ‒ 7.130.300 | |
waarvan COVID-testen reizigers (ISB 5) | 249.000 | |
Belangrijkste suppletoire mutaties | ||
1) Beschikbaarheidsvergoeding OV-sector | 16 | ‒ 653.000 |
2) COVID-testen reizigers | 97 | ‒ 60.000 |
3) Middelen klimaat en stikstof | 14 en 18 | ‒ 26.200 |
4) Overige mutaties | diverse | ‒ 5.245 |
Stand 2e suppletoire begroting 2021 | 12.162.721 |
Toelichting
Beschikbaarheidsvergoeding OV-sector
Op basis van de inzichten tot november 2021 bedraagt het overschot op de regeling voor het jaar 2020 € 243 miljoen en voor het jaar 2021 € 140 miljoen. Deze middelen vallen vrij.
Een bedrag van € 270 miljoen van de regeling voor 2021 schuift op kasbasis door naar volgend jaar. Hierover bent u geïnformeerd door middel van de nota van wijziging op de ontwerpbegroting 2022 (Kamerstukken II, 35 925 XII, nr. 14).
Testen reizigers
Het aantal afgenomen testen voor reizigers is lager uitgevallen dan waar in de eerste ramingen van werd uitgegaan. De voorlopige inschatting is dat een bedrag van € 60 miljoen niet besteed zal worden.
Middelen klimaat en stikstof
Diverse klimaat- en stikstofmiddelen komen in 2021 (voornamelijk) als gevolg van COVID-19 niet tot besteding. Het gaat om € 15,6 miljoen voor duurzame mobiliteit en elektrisch vervoer en € 10,6 miljoen voor innovatie duurzame binnenvaart.
2.2 Overzicht Coronamaatregelen
Deze paragraaf geeft een overzicht van de maatregelen die op de begroting van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zijn genomen om de coronacrisis het hoofd te bieden. Een uitgebreid overzicht is te vinden op https://www.rijksfinancien.nl/corona-visual.
13 | Drinkwater Caribisch Nederland | 1.297 | 3.352 | Kamerstuk II, 35 420, nr. 25 | ||
14 | CBR | 27.600 | Kamerstuk II, 29 398, nr. 858 | |||
16+98 | Beschikbaarheidsvergoeding OV-sector | 966.762 | 1.348.238 | 382.000 | 28.000 | Kamerstuk II, 35 748, nr. 1 ; 35 804, nr. 1 ; 23645, nr. 755 ; 35 925, nr. 14 |
17 | Lening Winair | 2.449 | Kamerstuk II, 35 705, nr. 1 | |||
18 | Pilot ferryverbinding Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba | 2.000 | Kamerstuk II, 35 420, nr. 25 | |||
19+22 | Tegemoetkoming vuurwerkbranche | 24.200 | 3.300 | Kamerstuk II, 35 781, nr. 1 ; 35 925, nr. 14 | ||
26+17 | COVID-gerelateerde meerkosten RWS | 54.278 | ||||
97+98 | COVID-testen reizigers | 189.000 | Kamerstuk II, 35 864, nr. 1 | |||
Totaal | 970.059 | 1.649.117 | 385.300 | 28.000 | ||
Dit overzicht is inclusief de specifieke herprioritering op de IenW-begroting (voor drinkwater Caribisch Nederland, de lening Winair en de BV OV-sector). In de coronavisual van rijksfinanciën.nl staan alleen de uitgaven die buiten het uitgavenplafond zijn gedekt. |
Toelichting
Drinkwater Caribisch Nederland
Door het wegblijven van toeristen lopen de eilanden veel inkomsten mis. Om de inwoners te steunen is besloten tot compensatie van vaste lasten van nutsdiensten. Deze zijn op de eilanden relatief hoog. Voor water is het vaste aansluittarief op 0 euro gebracht vanaf 1 mei 2020 tot aan het einde van het jaar 2021. Deze maatregel heeft in 2020 geleid tot een totaaluitgave van € 1,3 miljoen. Voor 2021 worden de uitgaven geraamd op € 3,4 miljoen.
CBR
De COVID-19 problematiek trekt een zware wissel op de exploitatie van het CBR. Naast de gevolgen voor de reserveringstermijnen heeft het tijdelijk stilleggen van de dienstverlening in 2020 en 2021 vanwege COVID-19 grote financiële gevolgen, waardoor de vermogenspositie is verslechterd. Ten behoeve van de aanzuivering van het eigen vermogen van het CBR is daarom het kasbudget in 2021 met € 28,5 miljoen verhoogd. Hiervan valt nu € 0,9 miljoen vrij omdat het oorspronkelijk geraamde bedrag te hoog bleek.
Beschikbaarheidsvergoeding OV-sector
Dit betreft een beschikbaarheidsvergoeding voor het openbaar vervoer. De vergoeding is bestemd voor al het openbaar vervoer onder een concessie (gebiedsconcessie, lijnconcessie en lijnovereenkomst) in Nederland. De verwachte uitgaven in 2021 van € 1,3 miljard betreffen het tweede voorschot over 2020 op basis van de verantwoordingen (€ 0,2 miljard) en het eerste voorschot over 2021 op basis van de huidige aanvragen (€ 1,1 miljard). Ongeveer € 270 miljoen van de regeling voor 2021 schuift op kasbasis door naar volgend jaar. Deze middelen zijn bij nota van wijziging (Kamerstukken II, 2021-2022, 35 925 XII, nr. 14) reeds toegevoegd aan de begroting 2022.
Op basis van de inzichten tot november 2021 bedraagt het overschot op de regeling voor het jaar 2020 € 243 miljoen en voor het jaar 2021 € 140 miljoen. Deze middelen vallen vrij.
Het kabinet heeft verder besloten (Kamerstukken II, 23 645, nr. 755) om de huidige beschikbaarheidsvergoeding OV ongewijzigd te verlengen tot 1 september 2022. Dit is gelijk aan de looptijd van de tijdelijke aangepaste (nood)concessies op grond waarvan de overheid aan OV-bedrijven vanwege COVID-19 een vergoeding kan verschaffen. Het streven voor de periode vanaf 1 september 2022 is om terug te keren naar de gebruikelijke verantwoordelijkheidsverdeling tussen Rijk, concessieverleners en vervoerders ten aanzien van de opbrengsten en kosten. De bijdrage vanuit het Rijk is net als in 2020 en 2021 afhankelijk van de gerealiseerde reizigersopbrengsten. Op basis van de herstelprognoses van het KiM wordt voor de verlenging van de beschikbaarheidsvergoeding tot en met 31 augustus 2022 een bedrag van € 140 miljoen geraamd.
Tot slot zijn er voor € 1,1 miljoen uitvoeringskosten gemaakt voor de BVOV-regeling. Deze middelen worden verantwoord op artikelonderdeel 16.01 en artikel 98.
Lening Winair
De COVID-19-crisis laat diepe sporen achter op de Caribische delen van het Koninkrijk. Het kabinet heeft daarom besloten een hypothecaire lening van USD 3 miljoen (max. € 2,7 miljoen) te verstrekken op het luchthavengebouw van Winair. Deze lening is door zowel het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (€ 1 miljoen) als door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (maximaal € 1,7 miljoen) gefinancierd. De uitgave bedraagt uiteindelijk € 2,4 miljoen vanwege een gunstigere wisselkoers.
Pilot ferryverbinding tussen Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba
De bovenwindse eilanden worden door de crisis zwaar geraakt. De eilanden zijn voor een groot deel afhankelijk van toerisme. Met een goede en betaalbare ferry wordt verwacht dat, na de lockdown, toeristen uit de regio de eilanden vaker zullen aandoen. Ook bewoners kunnen zich dan vaker en goedkoper verplaatsen. Om de ferryverbinding tussen Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten te verbeteren, heeft het kabinet besloten tot een verbeterde en frequente ferry tegen gereduceerd tarief voor een periode van twee jaar. De in 2020 als bijzondere uitkering betaalde € 2 miljoen is voor de gehele pilot periode.
Tegemoetkoming vuurwerkbranche
Dit betreft de tijdelijke subsidieregeling die als doel heeft om de vuurwerkbranche tegemoet te komen in de kosten die zij maakt voor zowel opslag als transport voor het F2-vuurwerk dat voor de jaarwisseling 2020 ‒ 2021 niet verkocht mocht worden om de ziekenhuizen te ontlasten te midden van de coronacrisis. Ongeveer € 3,3 miljoen van de regeling voor 2021 schuift op kasbasis door naar volgend jaar. Deze middelen zijn bij nota van wijziging (Kamerstukken II, 2021-2022, 35 925 XII, nr. 14) reeds toegevoegd aan de begroting 2022.
COVID-gerelateerde meerkosten RWS
Als gevolg van de COVID-pandemie heeft RWS op een aantal projecten meerkosten gemaakt. In deze tweede suppletoire begroting wordt een bedrag van € 23,6 miljoen toegevoegd, dat betrekking heeft op de projecten Nieuwe Sluis Terneuzen (€ 7,4 miljoen), Afsluitdijk (€ 7,2 miljoen), A16 Rotterdam (€ 7,0 miljoen) en Zeetoegang IJmond (€ 2,0 miljoen).
COVID-testen reizigers
Dit betreft middelen voor de vergoeding van testen voor uitgaande reizigers voor de periode 1 juli tot en met 30 september 2021. De uitgaven zijn voor de COVID-testen die vergoed worden in de Open House en de subsidieregeling voor de reisbranche om de afgenomen testen te vergoeden. Daarnaast betreft dit ook middelen voor de uitvoeringskosten. Hiervoor is in de vijfde ISB 2021 een bedrag van € 249 miljoen toegevoegd aan de IenW-begroting. Omdat het aantal afgenomen testen lager is uitgevallen dan de eerste ramingen waren, is de voorlopige inschatting dat een bedrag van € 60 miljoen niet besteed zal worden.
3 Beleidsartikelen
3.1 Artikel 11 Integraal Waterbeleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 43.267 | 40.142 | 6.545 | ‒ 11.468 | 35.219 |
Uitgaven | 61.815 | 58.962 | 7.126 | ‒ 10.167 | 55.921 |
waarvan juridisch verplicht | 72% | 87% | |||
1. Algemeen waterbeleid | 40.382 | 40.045 | 6.421 | ‒ 3.544 | 42.922 |
Opdrachten | 5.787 | 5.318 | 3.063 | ‒ 3.743 | 4.638 |
Klimaat Bestuur | 569 | 807 | 285 | ‒ 20 | 1.072 |
Risico onvoorzien | 2.124 | 1.471 | 1.913 | ‒ 1.489 | 1.895 |
Opdrachten CORA (HGIS) | 609 | 803 | 660 | ‒ 190 | 1.273 |
Overige opdrachten | 2.485 | 2.237 | 205 | ‒ 309 | 2.133 |
Subsidies | 15.133 | 15.197 | 2.764 | ‒ 35 | 17.926 |
Plan Water 4 (HGIS) | 13.602 | 13.602 | 2.764 | 0 | 16.366 |
Blue Deal (HGIS) | 1.400 | 1.400 | 0 | 0 | 1.400 |
Overige subsidies | 131 | 195 | 0 | ‒ 35 | 160 |
Bijdragen aan agentschappen | 14.751 | 15.327 | 340 | 84 | 15.751 |
Bijdrage aan agentschap KNMI | 386 | 1.386 | 9 | 0 | 1.395 |
Bijdrage aan agentschap RWS | 14.365 | 13.941 | 331 | 84 | 14.356 |
Bijdragen medeoverheden | 4.711 | 4.203 | 254 | 50 | 4.507 |
Bijdrage medeoverheden WKB | 4.711 | 4.203 | 254 | 50 | 4.507 |
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s | 0 | 0 | 0 | 100 | 100 |
2. Waterveiligheid | 3.348 | 3.093 | 156 | 0 | 3.249 |
Opdrachten | 3.348 | 3.093 | 156 | 0 | 3.249 |
RWS waterveiligheid | 2.456 | 2.600 | 102 | 0 | 2.702 |
Waarvan overige opdrachten | 892 | 493 | 54 | 0 | 547 |
3. Grote oppervlaktewateren | 1.665 | 1.665 | 42 | 0 | 1.707 |
Opdrachten | 1.665 | 1.565 | 42 | 0 | 1.607 |
Bijdragen medeoverheden | 0 | 100 | 0 | 0 | 100 |
4. Waterkwaliteit | 16.420 | 14.159 | 507 | ‒ 6.623 | 8.043 |
Opdrachten | 14.275 | 11.944 | 457 | ‒ 6.749 | 5.652 |
RWS WKK opdrachten | 2.861 | 3.450 | 272 | ‒ 65 | 3.657 |
Noordzee akkoord | 9.962 | 6.962 | 0 | ‒ 6.462 | 500 |
Overige opdrachten | 1.452 | 1.532 | 185 | ‒ 222 | 1.495 |
Subsidies | 400 | 400 | 0 | 0 | 400 |
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties | 1.745 | 1.815 | 50 | 126 | 1.991 |
Ontvangsten | 0 | 434 | 20 | 0 | 454 |
- (incl. ISB, NvW en amendementen)
Toelichting
Verplichtingen
Het totaal van de mutaties 2e suppletoire begroting bedraagt ‒ € 4,9 miljoen. Hiervan is € 6,6 miljoen verwerkt in de mutaties Miljoenennota en aldaar toegelicht. Een bedrag van ‒ € 11,5 miljoen heeft betrekking op de Najaarsnota en wordt met name veroorzaakt door de hieronder toegelichte kasmutaties.
Uitgaven
Het totaal van de mutaties 2e suppletoire begroting bedraagt ‒ € 3 miljoen. Hiervan is € 7,1 miljoen verwerkt in de mutaties Miljoenennota en aldaar toegelicht. Een bedrag van ‒ € 10,2 miljoen heeft betrekking op de Najaarsnota en wordt hieronder toegelicht.
1 Algemeen waterbeleid
Opdrachten
De verlaging van het opdrachtenbudget van € 3,7 miljoen wordt met name veroorzaakt door een overboeking van € 1,7 miljoen naar het ministerie van BZK ten behoeve van het digitaliseren van de regelgeving onder de Omgevingswet. Departementen dragen naar gebruik bij aan de kosten voor het Serviceteam Rijk. Deze overboeking bevat de kosten voor 2021. Daarnaast vindt er een budgetschuif van € 1,4 miljoen plaats tussen risicoreservering onvoorzien op artikel 11 en het meerjarenprogramma bodem. Op het meerjarenprogramma bodem worden bodemsaneringsprojecten in 2021 gefinancierd die eerder aanvangen dan begroot. Overige kleinere mutaties verklaren het resterende verschil van € 0,6 miljoen.
De uitgaven op dit artikel hebben ook betrekking op uitgaven op het gebied van Fysieke leefomgeving en de Omgevingswet (FLOW) en de Nationale Omgevingsvisie (NOVI).
4 Waterkwaliteit
Opdrachten
De verlaging van het opdrachtenbudget van € 6,8 miljoen is gerelateerd aan een overboeking van € 6,5 miljoen van artikel 11 op de beleidsbegroting naar artikel 15 van het Infrastructuurfonds, ten behoeve van uitvoering van maatregelen inzake medegebruik en doorvaart 's-nachts van windparken op de Noordzee (Noordzeeakkoord). Overige kleinere mutaties verklaren het resterende verschil van € 0,3 miljoen.
3.2 Artikel 13 Bodem en ondergrond
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 132.326 | 67.217 | 3.376 | 10.533 | 81.126 |
Uitgaven | 142.656 | 82.174 | ‒ 624 | ‒ 1.595 | 79.955 |
waarvan juridisch verplicht | 58% | 63% | |||
4. Ruimtegebruik bodem | 140.696 | 80.214 | ‒ 662 | ‒ 1.595 | 77.957 |
Opdrachten | 13.710 | 16.928 | ‒ 1.217 | ‒ 7.686 | 8.025 |
Bodem en STRONG | 11.100 | 13.266 | ‒ 1.351 | ‒ 7.686 | 4.229 |
RWS Leefomgeving | 2.610 | 3.662 | 134 | 0 | 3.796 |
Subsidies | 23.194 | 15.631 | 0 | ‒ 1.760 | 13.871 |
Bedrijvenregeling | 13.656 | 5.000 | 0 | ‒ 1.000 | 4.000 |
Subsidies Carabisch Nederland | 9.538 | 10.631 | 0 | ‒ 760 | 9.871 |
Bijdragen aan agentschappen | 3.736 | 3.738 | 87 | 0 | 3.825 |
Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 3.736 | 3.738 | 87 | 0 | 3.825 |
Bijdragen medeoverheden | 100.056 | 43.917 | 408 | 7.851 | 52.176 |
Meerjarenprogramma Bodem | 100.056 | 43.773 | 408 | 7.851 | 52.032 |
Waarvan overige bijdragen aan medeoverheden | 0 | 144 | 0 | 0 | 144 |
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties | 0 | 0 | 60 | 0 | 60 |
Overige bijdragen aan (inter-)nationale organisaties | 0 | 0 | 60 | 0 | 60 |
5. Eenvoudig beter | 1.960 | 1.960 | 38 | 0 | 1.998 |
Bijdragen aan agentschappen | 1.960 | 1.960 | 38 | 0 | 1.998 |
Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 1.960 | 1.960 | 38 | 0 | 1.998 |
Ontvangsten | 2.000 | 3.500 | 0 | ‒ 3.500 | 0 |
- (incl. ISB, NvW en amendementen)
Toelichting
Verplichtingen
Het totaal van de mutaties 2e suppletoire begroting bedraagt € 13,9 miljoen. Hiervan is € 3,4 miljoen verwerkt in de mutaties Miljoenennota en aldaar toegelicht. Een bedrag van € 10,5 miljoen heeft betrekking op de Najaarsnota en wordt hieronder toegelicht.
De verhoging van het verplichtingenbudget met € 10,5 miljoen wordt in afwijking van de hieronder benoemde kasmutaties voornamelijk veroorzaakt door de volgende twee verplichtingen mutaties. Er vindt een verplichtingen schuif plaats van € 7,5 miljoen in verband met bodemsaneringsprojecten die al eerder worden aangegaan dan geraamd. Verplichtingenbudget uit latere jaren worden hiervoor naar voren gehaald. Het betreft onder andere de volgende bodemsaneringsprojecten: sanering Cindu-terrein Uithoorn in de provincie Noord-Holland en Olasfa en Blekerweg in de provincie Overijssel. Daarnaast vind er een verplichtingenschuif van € 3,6 miljoen plaats voor het aangaan van noodzakelijke meerjarige verplichtingen ten behoeve van het bodemsaneringsproject Stormpolderdijk (EMK-terrein). Overige kleinere mutaties verklaren het resterende verschil.
Uitgaven
Het totaal van de mutaties 2e suppletoire begroting bedraagt ‒ € 2,2 miljoen. Hiervan is ‒ € 0,6 miljoen verwerkt in de mutaties Miljoenennota en aldaar toegelicht. Een bedrag van ‒ € 1,6 miljoen heeft betrekking op de Najaarsnota en wordt hieronder toegelicht.
4. Ruimtegebruik Bodem
Opdrachten
De verlaging van het opdrachtenbudget van circa € 7,7 miljoen is voornamelijk gerelateerd aan de twee volgende mutaties. Door vertraging in de uitvoering van het bodemsaneringsproject Stormpolderdijk is het opdrachtenbudget Bodem en het Meerjarenprogramma Bodem met € 3,5 miljoen aangepast. Tevens wordt het opdrachtenbudget verlaagd met € 3,5 miljoen door een desaldering als gevolg van een aangepaste geactualiseerde planning voor de bodemsanering van het EMK Stormpolderdijk terrein. De gemeente Krimpen ad IJssel draagt € 2 miljoen euro bij aan de bodemsaneringsopgave van het EMK Stormpolderdijk terrein. Daarnaast draagt de provincie Zuid Holland € 1,5 miljoen bij. Overige kleinere mutaties verklaren het resterende verschil van € 0,7 miljoen.
Bijdragen aan (mede)overheden
Het budget bijdragen aan (mede)overheden wordt verhoogd met circa € 7,9 miljoen. Voor € 3,5 miljoen wordt binnen het artikelonderdeel geschoven met middelen. Dit ten behoeve van bodemsaneringsprojecten die eerder worden aangegaan dan geraamd. Het betreft onder andere de volgende bodemsaneringsprojecten: sanering Cindu-terrein Uithoorn in de provincie Noord-Holland, en Olasfa en Blekerweg in de provincie Overijssel. Overige kleinere mutaties verklaren het resterende verschil van € 4,4 miljoen.
Ontvangsten
De verlaging van het ontvangstenbudget van € 3,5 miljoen betreft een desaldering als gevolg van een aangepaste geactualiseerde planning voor de bodemsanering van het EMK Stormpolderdijk terrein. Deze desaldering hangt samen met de verlaging van het opdrachtenbudget onder artikelonderdeel 4 Ruimtegebruik Bodem. Vanwege een vertraging van de bodemsanering zullen de bijdragen niet in 2021 maar in 2022 worden overgeboekt naar IenW.
3.3 Artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 157.393 | 303.871 | ‒ 99 | 110.951 | 414.723 |
Uitgaven | 153.789 | 208.686 | 10.353 | 29.033 | 248.072 |
waarvan juridisch verplicht | 77% | 81% | |||
1 Netwerk | 11.996 | 23.802 | 8.576 | 32.928 | 65.306 |
Opdrachten | 6.406 | 2.723 | 9.684 | ‒ 6.032 | 6.375 |
Wegverkeersbeleid | 5.217 | 1.649 | 6.422 | ‒ 4.480 | 3.591 |
Unit Smart Mobility | 0 | 126 | 2.853 | ‒ 1.421 | 1.558 |
Overige opdrachten | 1.189 | 948 | 409 | ‒ 131 | 1.226 |
Subsidies | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan agentschappen | 5.590 | 5.825 | ‒ 454 | 4.420 | 9.791 |
Bijdrage aan agentschap RWS | 5.160 | 5.386 | ‒ 454 | 4.420 | 9.352 |
Overige bijdragen aan agentschappen | 430 | 439 | 0 | 0 | 439 |
Bijdragen aan medeoverheden | 0 | 10.209 | ‒ 1.224 | 38.860 | 47.845 |
Bijdrage aan Caribisch Nederland | 0 | 2.870 | 0 | 8.166 | 11.036 |
Regionale bijdrage MIRT | 0 | 7.339 | ‒ 1.224 | 30.694 | 36.809 |
Overige bijdragen aan medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties | 0 | 0 | 500 | 0 | 500 |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 0 | 5.045 | 70 | ‒ 4.320 | 795 |
Overige bijdragen | 0 | 5.045 | 70 | ‒ 4.320 | 795 |
2 Veiligheid | 19.051 | 48.845 | ‒ 335 | 2.073 | 50.583 |
Opdrachten | 5.957 | 6.549 | ‒ 556 | ‒ 616 | 5.377 |
Verkeersveiligheid | 5.957 | 6.549 | ‒ 556 | ‒ 616 | 5.377 |
Subsidies | 9.438 | 9.756 | 157 | 632 | 10.545 |
Veilig Verkeer Nederland | 3.862 | 3.862 | 82 | ‒ 21 | 3.923 |
Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) | 4.046 | 4.046 | 85 | 46 | 4.177 |
Overige subsidies | 1.530 | 1.848 | ‒ 10 | 607 | 2.445 |
Bijdragen aan agentschappen | 618 | 972 | 0 | ‒ 93 | 879 |
Bijdrage aan agentschap RWS | 618 | 972 | 0 | ‒ 93 | 879 |
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties | 0 | 30 | 0 | 0 | 30 |
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s | 3.038 | 31.538 | 64 | 2.150 | 33.752 |
Bijdrage aan CBR | 3.038 | 31.538 | ‒ 961 | 1.150 | 31.727 |
Bijdrage aan RDW | 0 | 0 | 1.025 | 1.000 | 2.025 |
3 Slimme en Duurzame Mobiliteit | 122.742 | 136.039 | 2.112 | ‒ 5.968 | 132.183 |
Opdrachten | 70.844 | 32.568 | 1.243 | ‒ 7.368 | 26.443 |
Beter Benutten | 7.719 | 10.008 | 426 | ‒ 278 | 10.156 |
Duurzame Mobiliteit | 6.982 | 6.044 | ‒ 1.700 | ‒ 2.947 | 1.397 |
Verkeersemissies | 601 | 177 | 3.237 | ‒ 1.898 | 1.516 |
Restant Klimaatakkoordmiddelen | 50.481 | 1.842 | ‒ 752 | ‒ 922 | 168 |
Overige opdrachten | 5.061 | 14.497 | 32 | ‒ 1.323 | 13.206 |
Subsidies | 40.381 | 66.952 | 2.059 | ‒ 14.950 | 54.061 |
Duurzame Mobiliteit | 11.250 | 26.636 | 2.035 | ‒ 1.550 | 27.121 |
Elektrisch Vervoer | 27.900 | 38.900 | 0 | ‒ 13.400 | 25.500 |
Overige subsidies | 1.231 | 1.416 | 24 | 0 | 1.440 |
Bijdragen aan agentschappen | 4.511 | 14.566 | 3.650 | ‒ 965 | 17.251 |
Bijdrage aan agentschap RWS | 1.686 | 2.994 | ‒ 466 | 466 | 2.994 |
Bijdrage aan agentschap Nea | 2.489 | 2.489 | 3.141 | ‒ 1.725 | 3.905 |
Bijdrage aan agentschap RVO | 336 | 9.083 | 975 | 294 | 10.352 |
Bijdragen aan medeoverheden | 6.806 | 21.329 | ‒ 4.840 | 16.467 | 32.956 |
Duurzame Mobiliteit | 6.806 | 6.806 | 160 | 0 | 6.966 |
Mobiliteit en Gebieden | 0 | 14.523 | ‒ 5.000 | 16.467 | 25.990 |
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties | 200 | 200 | 0 | 255 | 455 |
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s | 0 | 424 | 0 | 593 | 1.017 |
Ontvangsten | 6.782 | 6.782 | 0 | ‒ 2.042 | 4.740 |
- (incl. ISB, NvW en amendementen)
Verplichtingen | 153.789 | 303.871 | ‒ 99 | 110.951 | 414.723 |
waarvan garantieverplichtingen | 0 | 106.600 | 0 | 0 | 106.600 |
waarvan overige verplichtingen | 153.789 | 197.271 | ‒ 99 | 110.951 | 308.123 |
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt bij 2e suppletoire begroting met in totaal € 110,9 miljoen verhoogd. Hiervan is ‒ € 0,1 miljoen verwerkt in de mutaties Miljoenennota en aldaar toegelicht. De overige mutaties 2e suppletoire begroting (€ 111 miljoen) worden hieronder toegelicht.
De verhoging van het verplichtingenbudget (€ 110,9 miljoen) op dit artikel wordt met name veroorzaakt door overboekingen vanuit het Infrastructuurfonds naar dit artikel om uitkeringen en betalingen mogelijk te maken. Daarnaast zijn er enkele eenzijdige verplichtingenophogingen verwerkt om de opdrachtverlening mogelijk te maken en t.b.v. de publicatie van een subsidieregeling.
Het betreft met name de volgende mutaties:
- Overboeking van gereserveerde middelen (€ 27,3 miljoen) op het Infrastructuurfonds naar HXII ten behoeve van de specifieke uitkering Randweg Eindhoven.
- De overboeking van de gereserveerde middelen op het Infrastructuurfonds naar HXII ten behoeve van de specifieke uitkering KTA A2 Deil-Vught (€ 3,4 miljoen).
- Overboeking van gereserveerde middelen (€ 8,1 miljoen) vanuit het Infrastructuurfonds naar HXII voor de wegenprojecten (beheer en onderhoud) op Bonaire voor de periode 2020-2023. Deze zullen middels een bijzondere uitkering in één keer naar Bonaire overgemaakt worden.
- Overboeking van gereserveerde middelen (€ 5 miljoen) uit het Infrastructuurfonds naar HXII voor specifieke uitkeringen in het programma GoedOpWeg aan de provincie Utrecht.
- Het terugboeken van € 5 miljoen naar artikel 12 op het Infrastructuurfonds als gevolg van vertraging bij de uitzetting van de opdracht Business Mobiliteit en Infrastructuur Test Centrum (RDW).
In het kader van de regeling Veilig, Doelmatig en Duurzaam is het verplichtingenbudget verhoogd (€ 18,1 miljoen). Deze regeling heeft tot doel het stimuleren van maatregelen die veiliger, doelmatiger en duurzamer gebruik van verkeersinfrastructuur bevorderen. Afspraken zijn hierover gemaakt in het kader van de Bestuurlijke Overleggen MIRT. Het betreffen de volgende mutaties:
- De verhoging van het verplichtingenbudget met € 14,7 miljoen voor de meerjarige specifieke uitkering ten behoeve van digitalisering onderwijsaanpak, deelmobiliteit en logistiek. Hiervoor is € 7 miljoen van gereserveerde middelen in 2021 uit Infrastructuurfonds overgeboekt naar HXII, alsmede een verplichtingophoging gedaan in 2021 van € 7,8 miljoen om in 2021 de volledige verplichting aan te kunnen gaan. De betaling vindt plaats in 2021, 2022 en 2023 vanuit de hiervoor gereserveerde middelen op het Infrastructuurfonds.
- Aanvullend is er een verplichtingophoging gedaan van € 3,4 miljoen voor de meerjarige specifieke uitkering ten behoeve van de werkgeversaanpak om de volledige verplichting van € 6,8 miljoen aan te kunnen gaan in 2021. De betaling vindt plaats in 2021 en 2022 vanuit de hiervoor gereserveerde middelen op het artikelonderdeel 14.03.
- Verplichtingenophoging (€ 12,5 miljoen) om de meerjarige opdracht (o.a. onderzoek Emissiereductie bouwlogistiek) aan Connekt vast te leggen. Hiervoor zijn middelen gereserveerd op het Infrastructuurfonds (Kennis- en innovatieprogramma emissiearme bouw en bouwlogistiek).
- Een verplichtingenophoging voor de publicatie in de Staatscourant van de specifieke uitkering aan de ov-autoriteiten aangaande de Zero Emissie bussen (€ 40 miljoen). De kasuitgaven vinden vanaf 2022 plaats vanuit de hiervoor gereserveerde middelen.
Uitgaven
Het uitgavenbudget wordt bij 2e suppletoire begroting met in totaal € 39,4 miljoen verhoogd. Hiervan is € 10,4 miljoen verwerkt in de mutaties Miljoenennota en aldaar toegelicht. De overige mutaties 2e suppletoire begroting (€ 29 miljoen) wordt hieronder toegelicht.
1 Netwerk
Opdrachten
Het kasbudget op dit financiële instrument is in 2021 met € 6 miljoen verlaagd. Dit komt met name door een overboeking van dit artikelonderdeel naar bijdrage aan agentschappen van budget voor Beleidsondersteuning en –advies (BOA) om deze in lijn te brengen met het afgesloten protocol 2021 (€ 4,4 miljoen). Daarnaast zijn er enkele kleinere herschikkingen binnen dit artikel gedaan ten behoeve van o.a. opdrachten DuMo, externe inhuur Smart mobility en dekking van koersverschillen bijzondere uitkeringen.
Bijdrage aan agentschappen
Het kasbudget op dit financiële instrument is in 2021 met € 4,4 miljoen verhoogd. Dit komt met name door een overboeking van het artikelonderdeel opdrachten naar dit instrument van budget voor Beleidsondersteuning en –advies (BOA) om deze in lijn te brengen met het afgesloten protocol 2021 (€ 4,4 miljoen).
Bijdragen aan medeoverheden
Het kasbudget op dit financiële instrument is in 2021 met € 38,9 miljoen verhoogd.
Ten eerste door een bijdrage aan Bonaire (€ 8,1 miljoen). In de tabel budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel is 14.01 (bijdrage medeoverheden) een bedrag van ten hoogste € 8,13 miljoen aan uitkeringsverplichting voor het jaar 2021 opgenomen. Dit bedrag heeft betrekking op een bijzondere uitkering voor wegenprojecten (waaronder beheer en onderhoud) aan het Openbaar Lichaam Bonaire. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde bijzondere uitkering als bedoeld in artikel 92, tweede lid, onder c, van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Deze middelen stonden gereserveerd op het Infrastructuurfonds en zijn overgeboekt naar dit artikel.
Daarnaast is er € 27,3 miljoen overgeboekt van het Infrastructuurfonds naar HXII ten behoeve van de specifieke uitkering Randweg Eindhoven. Ten slotte vindt er een overboeking van het Infrastructuurfonds van € 3,4 miljoen plaats naar HXII ten behoeve van de specifieke uitkering 'Korte termijn aanpak A2 Deil-Vught'.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
Het kasbudget op dit financiële instrument is in 2021 met € 4,3 miljoen verlaagd en wordt met name veroorzaakt door een terugboeking van € 5 miljoen naar het Infrastructuurfonds in het kader van het Mobiliteit en Infrastructuur Test Centrum (RDW). De middelen waren bij Voorjaarsnota van het Infrastructuurfonds overgeboekt naar HXII. Nu er vertraging is opgelopen in het verlenen van de opdracht wordt het budget weer teruggeboekt naar Infrastructuurfonds. Mocht blijken dat de bijdrage aan de RDW gedaan kan worden zullen de middelen weer worden overgeboekt naar HXII.
2 Veiligheid
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
Het kasbudget op dit financiële instrument is in 2021 met € 2,1 miljoen verhoogd. Dit komt met name door een aanvullende bijdrage aan het CBR (€ 2 miljoen) voor o.a. het proefjaar betekenen en het traject rondom verbeteren van de beleidscommunicatie en een aanvullende bijdrage aan de RDW (€ 1 miljoen) voor het implementeren van een Europese richtlijnen. Daar tegenover staat een verlaging van de bijdrage aan het CBR van € 0,9 miljoen. De tekorten als gevolg van de coronacrisis konden sneller worden ingelopen dan verwacht. Omdat hiervoor generale compensatie is gegeven, vallen de middelen nu vrij.
3 Slimme en Duurzame Mobiliteit
Opdrachten
Het kasbudget op dit financiële instrument is in 2021 met € 7,4 miljoen verlaagd. Dit komt door met name door:
- Overboeking van € 3,4 miljoen in 2021 van instrument opdrachten naar het financieel instrument bijdrage aan medeoverheden ten behoeve van specifieke uitkering voor werkgeversaanpak in de regeling Veilig, Doelmatig en Duurzaam. Afspraken zijn hierover gemaakt in het kader van de Bestuurlijke Overleggen MIRT.
- Lagere uitgaven die samenhangen met het Klimaatakkoord (€ 2,2 miljoen). Door externe factoren (wereldwijde chiptekort als gevolg van de coronacrisis) zijn subsidieregelingen Elektrische Personenauto’s Particulieren (SEPP) en subsidieregeling Emissieloze Bedrijfsauto’s (SEBA) vertraagd. Opdrachten die met name hiermee samenhangen zijn daardoor ook vertraagd.
In de tabel Budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel staat op 14.03 (opdrachten) een bedrag van € 44.000 aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2021. Dit bedrag heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie voor de Praktijkleerstoel Gebiedsontwikkeling aan de Technische Universiteit Delft. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening(en) als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.
Subsidies
Het kasbudget op dit financiële instrument is in 2021 met € 15 miljoen verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt door:
- Lagere kasuitgaven voor de subsidie elektrische bestelauto's (€ 11,8 miljoen). De reden hiervoor is het wereldwijde chiptekort (als gevolg van de coronacrisis) dat voor leveringsproblemen van nieuwe voertuigen leidt, waardoor betaling van de subsidie later plaatsvindt (betaling na levering). Ten tweede hebben ondernemers nog een afwachtende houding om te investeren in nieuwe voertuigen als gevolg van de sluimerende coronacrisis waardoor de aanvragen op de regeling beperkt blijven.
- Lagere kasuitgaven voor de subsidie elektrische personenauto's (€ 1,6 miljoen). Vaker dan gedacht vindt de aanschaf van een elektrisch vervoersmiddel plaats door een leaseconstructie. Het huidige kasritme is gebaseerd op koop, waarbij de subsidie in een keer wordt gegeven. Bij lease is er sprake van maandelijke termijnen over een periode van vier jaar. Dit vraagt om een ander kasritme en leidt in 2021 tot een onderbesteding van € 1,6 miljoen.
Bijdragen aan medeoverheden
Het kasbudget op dit financiele instrument is in 2021 met € 16,5 miljoen verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door:
- Overboeking van gereserveerde middelen (€ 5 miljoen) van het Infrastructuurfonds naar HXII voor specifieke uitkeringen in het programma GoedOpWeg aan de provincie Utrecht.
- Overboeking van gereserveerde middelen (€ 7 miljoen) van het Infrastructuurfonds naar HXII ten behoeve van de specifieke uitkering aan diverse medeoverheden voor digitalisering, onderwijsaanpak, deelmobiliteit en logistiek in het kader van Veilig, Doelmatig en Duurzaam. Afspraken zijn hierover gemaakt in het kader van de Bestuurlijke Overleggen MIRT.
- Overboeking van € 3,4 miljoen in 2021 van instrument opdrachten naar het financieel instrument bijdrage aan medeoverheden ten behoeve van specifieke uitkering aan diverse medeoverheden voor werkgeversaanpak in de regeling Veilig, Doelmatig en Duurzaam. Afspraken zijn hierover gemaakt in het kader van de Bestuurlijke Overleggen MIRT.
Ontvangsten
Het kasbudget op dit financiële instrument wordt bij 2e suppletoire begroting met in totaal € 2 miljoen verlaagd. Hiervan is € 0 miljoen verwerkt in de mutaties Miljoenennota en aldaar toegelicht. De overige mutaties 2e suppletoire begroting (-€ 2 miljoen) wordt hieronder toegelicht.
Het kasbudget op dit financiële instrument is in 2021 met € 2 miljoen verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt door de ontvangsten vanuit de Stichting Buisleidingstraat die zijn lager zijn dan geraamd. Om deze lagere ontvangsten op te vangen, wordt de reservering die hiervoor op het Infrastructuurfonds staat aangewend.
3.4 Artikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 1.509.606 | 1.796.919 | 20.335 | ‒ 330.379 | 1.486.875 |
Uitgaven | 1.508.309 | 2.039.369 | 17.305 | ‒ 597.568 | 1.459.106 |
waarvan juridisch verplicht | 13% | 95% | |||
1 Spoor | 28.309 | 38.631 | 17.905 | 55.432 | 111.968 |
Opdrachten | 5.426 | 7.173 | 1.441 | ‒ 2.285 | 6.329 |
Overige Opdrachten | 2.222 | 2.215 | 435 | ‒ 339 | 2.311 |
Stations | 1.426 | 1.810 | ‒ 36 | 139 | 1.913 |
Aanst.NS & Prorail | 228 | 1.413 | 1.042 | ‒ 350 | 2.105 |
ACM | 1.550 | 1.735 | 0 | ‒ 1.735 | 0 |
Subsidies | 19.483 | 23.274 | 4.386 | ‒ 2.789 | 24.871 |
Overige subsidies | 506 | 2.681 | 5 | 72 | 2.758 |
3e spoor Duitsland | 2.938 | 2.668 | 193 | ‒ 2.854 | 7 |
Subsidie Consumentenorganisaties OV | 878 | 909 | 220 | ‒ 76 | 1.053 |
NS IC DordrechtBreda | 0 | 1.460 | 0 | 0 | 1.460 |
Maatregelenpakket Spoorgoederenvervoer | 15.161 | 15.556 | 2.968 | ‒ 43 | 18.481 |
Subsidie modal shift | 0 | 0 | 1.000 | 112 | 1.112 |
Bijdragen agentschappen | 869 | 869 | 30 | 0 | 899 |
Bijdrage aan agentschap RWS | 46 | 46 | 1 | 0 | 47 |
Bijdrage aan agentschap KNMI | 823 | 823 | 0 | 0 | 823 |
overige bijdragen aan agentschappen | 0 | 0 | 29 | 0 | 29 |
Bijdragen aan medeoverheden | 2.429 | 7.213 | 12.048 | 60.535 | 79.796 |
Overige bijdragen aan medeoverheden | 2.429 | 2.899 | ‒ 422 | 56 | 2.533 |
bijdragen medeoverheden OVS | 0 | 4.314 | 12.470 | 60.479 | 77.263 |
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties | 102 | 102 | 0 | ‒ 29 | 73 |
2 Maatregelenpakket OVS | 1.480.000 | 2.000.738 | ‒ 600 | ‒ 653.000 | 1.347.138 |
Subsidies | 1.480.000 | 2.000.738 | ‒ 600 | ‒ 653.000 | 1.347.138 |
Beschikbaarheidsvergoeding OV-sector | 1.480.000 | 2.000.738 | ‒ 600 | ‒ 653.000 | 1.347.138 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
- (incl. ISB, NvW en amendementen)
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt bij de 2e suppletoire begroting met totaal € 310 miljoen verlaagd. Hiervan is € 20,3 miljoen verwerkt in de mutaties Miljoenennota en aldaar toegelicht. De overige mutatities 2e suppletoire begroting (- € 330,4 miljoen) worden hieronder toegelicht:
De grootste mutatie zit op de BVOV (- € 383 miljoen) en de opboeking omtrent de bijdragen medeoverheden zoals toegelicht bij het uitgavenbudget (€ 60,5 miljoen). Daarnaast is er de overheveling van derde spoor Duitsland terug naar het Infrastructuurfonds (- €2,9 miljoen), de VP schuif naar 2022 en 2023 voor derde spoor Duitsland (- € 4,0 miljoen) en kleinere interne herschikkingen.
Uitgaven
Het uitgavenbudget wordt bij 2e suppletoire begroting met in totaal € 580,3 miljoen verlaagd. Hiervan is € 17,3 miljoen verwerkt in de mutaties Miljoenennota en aldaar toegelicht. De overige mutaties 2e suppletoire begroting (- € 597,6 miljoen) wordt hieronder toegelicht
1 Spoor
Opdrachten
De verlaging van het opdrachtenbudget ( ‒ € 2,3 miljoen) wordt voornamelijk veroorzaakt door een overboeking naar de Autoriteit Consument en Markt (ACM). De ACM voert voor IenW opdrachten uit op het gebied van spoor ( ‒ € 1,7 miljoen). Daarnaast vindt er een overboeking plaats naar de ILT (- € 0,3 miljoen) voor de compensatie voor de Kiwa en een som van kleinere interne herschikkingen (-€ 0,3 miljoen).
Subsidies
De verlaging van het subsidiebudget (- € 2,8 miljoen) wordt voornamelijk veroorzaakt door een overboeking naar het Infrastructuurfonds artikel 14, betreffende de middelen die begroot waren voor de subsidieregeling Derde Spoor Duitsland (- € 2,9 miljoen) en een aantal kleinere interne budget herschikkingen(€ 0,1 miljoen).
In de tabel budgettaire gevolgen van beleid is een bedrag van € 49.000 aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2021 opgenomen. Dit bedrag heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie voor het project Reuzenarbeid, een reizende tentoonstelling door Nederland met het beleidsdoel mobiliteit. De tentoonstelling brengt de bouw van het moderne Nederland (1861-1918) in beeld op ongeveer 50 locaties in Nederland. De overkoepelende beleidsdoelen zijn o.a. klimaatadaptie, landbouwhervorming, het tegengaan van afname van biodiversiteit en de energietransitie. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening(en) als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht
Bijdragen aan medeoverheden
De verhoging van de bijdragen aan medeoverheden (€ 60,5 miljoen) wordt voornamelijk veroorzaakt door diverse decentrale uitkeringen aan provincies die in 2021 zijn terug gestort omdat ze niet meer voldoen aan de voorwaarden van de decentrale uitkering (€ 22,8 miljoen). Deze zullen nu in 2021 als specifieke uitkering worden verstrekt.
Daarnaast worden specifieke uitkeringen uitgekeerd aan de provincie Brabant ten behoeve van HOV Eindhoven (€ 13 miljoen), de provincie Limburg ten behoeve van Heerlen-Landgraaf (€ 11,7 miljoen), de gemeente Nijmegen Heyendaal conform de BO MIRT afspraak (€ 6,5 miljoen), de provincie Utrecht ten behoeve van de fietsbrug over A12 (€ 5,3 miljoen) en een aantal kleinere overboekingen (€ 1,2 miljoen).
2 Maatregelenpakket OV-sector
Subsidies
Dit artikelonderdeel BVOV wordt in totaal verlaagd met € 653 miljoen. Dit is als volgt opgebouwd.
Regeling 2020
Voor de regeling is in 2020 in totaal € 1.488 miljoen beschikbaar gekomen. In dat jaar is er een eerste voorschot van 80% verstrekt. Nu wordt op basis van de verantwoordingen het tweede voorschot van 20% uitgekeerd. De definitieve vaststelling gebeurt volgend jaar op basis van SiSa, maar zal naar verwachting niet veel afwijken van de huidige cijfers.
Voor de NS HRN concessie is er sprake van een afrekening. Er moet nog ca. € 190 miljoen worden betaald. Het streven is om dit nog in 2021 te betalen.
Het voorziene overschot op de regeling bedraagt € 243 miljoen en valt vrij.
Regeling 2021
De middelen voor de regeling 2021 bedragen € 1.480 miljoen. Op basis van de huidige aanvragen voor het eerste voorschot van 80% wordt voorzien dat op kasbasis € 1.070 miljoen wordt uitgegeven. Ongeveer € 270 miljoen van de regeling voor 2021 schuift op kasbasis door naar volgend jaar. Hierover bent u geïnformeerd door middel van een nota van wijziging op de ontwerp-begroting 2022 (Kamerstukken II, 35 925, nr. 14).
Op grond van het huidig beschikt bedrag van in totaal € 1.338 miljoen zal het overschot van € 140 miljoen op de regeling 2021 dit jaar vrijvallen.
3.5 Artikel 17 Luchtvaart
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 24.515 | 152.022 | 52.445 | ‒ 2.679 | 201.788 |
Uitgaven | 28.081 | 29.162 | 2.559 | ‒ 3.568 | 28.153 |
waarvan juridisch verplicht | 61% | 81% | |||
1. Luchtvaart | 28.081 | 29.162 | 2.559 | ‒ 3.568 | 28.153 |
Opdrachten | 10.602 | 13.465 | 1.835 | ‒ 4.561 | 10.739 |
Opdrachten GIS | 1.178 | 846 | 22 | ‒ 314 | 554 |
Opdrachten Caribisch Nederland | 457 | 1.190 | 1 | 31 | 1.222 |
Overige opdrachten | 8.967 | 11.429 | 1.812 | ‒ 4.278 | 8.963 |
Subsidies | 6.723 | 5.639 | 25 | ‒ 49 | 5.615 |
Subsidies Klimaatbeleid | 3.300 | 2.300 | 12 | ‒ 12 | 2.300 |
Subsidie tarieven Bonaire | 425 | 425 | 2 | ‒ 1 | 426 |
Subsidie omploegen graan | 1.835 | 1.635 | 5 | ‒ 55 | 1.585 |
Overige Subsidies | 1.163 | 1.279 | 6 | 19 | 1.304 |
Bijdragen aan agentschappen | 6.477 | 5.711 | 684 | 48 | 6.443 |
Waarvan bijdrage aan agentschap KNMI | 14 | 14 | 0 | 0 | 14 |
Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 460 | 385 | 110 | 23 | 518 |
Waarvan bijdrage aan agentschap RWS tbv Caribisch Nederland | 6.003 | 5.263 | 574 | ‒ 31 | 5.806 |
Overige bijdragen aan agentschappen | 0 | 49 | 0 | 56 | 105 |
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties | 1.479 | 1.479 | 0 | ‒ 25 | 1.454 |
Waarvan bijdrage International Civil Aviation Organization | 1.311 | 1.311 | 0 | ‒ 25 | 1.286 |
Waarvan overige bijdragen aan (inter-)nationale organisaties | 168 | 168 | 0 | 0 | 168 |
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s | 100 | 168 | 15 | 1.270 | 1.453 |
Leningen | 2.700 | 2.700 | 0 | ‒ 251 | 2.449 |
Ontvangsten | 1.280 | 1.857 | 442 | ‒ 20 | 2.279 |
- (incl. ISB, NvW en amendementen)
Verplichtingen | 24.515 | 152.022 | 52.445 | ‒ 2.679 | 201.788 |
waarvan garantieverplichtingen | 0 | 127.900 | 49.800 | 0 | 177.700 |
waarvan overige verplichtingen | 24.515 | 24.122 | 2.645 | ‒ 2.679 | 24.088 |
Toelichting
Verplichtingen
Het totaal van de mutaties 2e suppletoire begroting bedraagt € 49,8 miljoen. Hiervan is € 52,5 miljoen verwerkt in de mutaties Miljoenennota en aldaar toegelicht. Een bedrag van ‒ € 2,7 miljoen heeft betrekking op de Najaarsnota en wordt hieronder toegelicht.
De verlaging van het verplichtingenbudget met € 2,7 miljoen is met name het gevolg van verlaging van het opdrachtenbudget: een meevaller op het programma geluidsisolatie Schiphol (€ 0,3 miljoen), een bijdrage aan EZK t.b.v. de Autoriteit Consument en Markt (ACM) (€ 0,4 miljoen), overboekingen naar artikel 19 Uitvoering milieubeleid en internationaal t.b.v. RIVM-opdrachten (€ 0,6 miljoen) en artikel 98 t.b.v. detachering en inhuur (€ 0,3 miljoen), en een verplichtingenschuif naar Bijdragen aan ZBO's/RWT's t.b.v. een bijdrage aan de RDW van circa € 0,9 miljoen. Ten slotte vindt een verplichtingenverlaging plaats voor subsidie duurzame brandstoffen die niet meer in 2021 wordt aangegaan (€ 0,6 miljoen), omdat de subsidie door de Europese Commissie getoetst moet worden op staatssteun.
Uitgaven
1. Luchtvaart
Het totaal van de mutaties 2e suppletoire begroting bedraagt ‒ € 1 miljoen. Hiervan is € 2,6 miljoen verwerkt in de mutaties Miljoenennota en aldaar toegelicht. Een bedrag van ‒ € 3,6 miljoen heeft betrekking op de Najaarsnota en wordt hieronder toegelicht.
Opdrachten
Per saldo valt het opdrachtenbudget lager uit met circa € 4,6 miljoen. Er wordt € 0,4 miljoen overgeboekt naar het ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor de toezicht kosten op de luchtvaartsector door de Autoriteit Consument en Markt. Er zijn ook diverse overboekingen binnen artikel 17 van ongeveer € 0,9 miljoen (grotendeels naar Bijdragen aan ZBO's/RWT's voor realisatie van fase II van de registraties voor de onbemande luchtvaart door RDW). Daarnaast vinden er een aantal overboekingen plaats naar andere artikelen van de IenW-begroting ter waarde van € 1,4 miljoen. De grootste betreft overboekingen naar artikel 19 Uitvoering milieubeleid en internationaal voor werkzaamheden ten behoeve van de programmatische aanpak meten vliegtuiggeluid (PAMV) (€ 0,5 miljoen). Daarnaast vinden enkele overboekingen plaats naar artikel 98 (apparaat) ter waarde van € 0,6 miljoen. Ten slotte zijn er diverse overschotten op het opdrachtenbudget ter waarde van € 1,5 miljoen. Deze zijn voornamelijk het gevolg van het aangaan van verplichtingen in latere jaren (ca. € 1,1 miljoen). Daarnaast zijn er meevallers op het GIS-budget (€ 0,3 miljoen) en minder verwachte betalingen nadeelcompensatie Lelystad (€ 0,1 miljoen).
Bijdragen aan ZBO's/RWT's
Er zijn middelen overgeboekt van Opdrachten naar Bijdragen aan ZBO's/RWT's. Het betreft in totaal € 0,9 miljoen voor realisatie van fase II van de registraties voor de onbemande luchtvaart door RDW. RDW is aangewezen autoriteit op basis van de EU uitvoeringsverordening 2019/947 en levert de diensten voor registratie van exploitanten, de afgifte van vliegbewijzen in de open categorie en is verantwoordelijk voor de (inter)nationale gegevensverstrekking. Daarnaast zijn middelen toegevoegd voor een bijdrage aan LVNL voor het programma open overheid (€ 0,3 miljoen).
Uitgaven
Het totaal van de mutaties 2e suppletoire begroting bedraagt € 0,4 miljoen. Dit is verwerkt in de mutaties Miljoenennota en aldaar toegelicht.
3.6 Artikel 18 Scheepvaart en Havens
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 20.187 | 35.713 | 10.115 | ‒ 1.772 | 44.056 |
Uitgaven | 21.087 | 43.390 | 5.771 | ‒ 11.546 | 37.615 |
waarvan juridisch verplicht | 40% | 100% | |||
1. Scheepvaart en Havens | 21.087 | 43.390 | 5.771 | ‒ 11.546 | 37.615 |
Opdrachten | 6.070 | 18.405 | 1.736 | ‒ 3.564 | 16.577 |
Caribisch Nederland | 100 | 100 | 0 | ‒ 34 | 66 |
Opdrachten Zeehavens | 2.026 | 5.990 | 78 | ‒ 2.983 | 3.085 |
Opdrachten Topsector Logistiek | 425 | 7.537 | 2.082 | 0 | 9.619 |
Overige Opdrachten | 3.519 | 4.778 | ‒ 424 | ‒ 547 | 3.807 |
Subsidies | 12.000 | 21.580 | 4.000 | ‒ 8.017 | 17.563 |
Verduurzaming binnenvaart | 12.000 | 17.500 | 4.000 | ‒ 10.600 | 10.900 |
Stimulering elektrisch varen | 0 | 4.000 | 0 | 0 | 4.000 |
Overige Subsidies | 0 | 80 | 0 | 2.583 | 2.663 |
Bijdragen aan agentschappen | 1.454 | 1.825 | 34 | 0 | 1.859 |
Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 1.454 | 1.358 | 34 | 0 | 1.392 |
Overige bijdragen aan agentschappen | 0 | 467 | 0 | 0 | 467 |
Bijdragen aan medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 34 | 34 |
Waarvan bijdrage Caribisch Nederland | 0 | 0 | 0 | 34 | 34 |
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties | 1.563 | 1.580 | 1 | 1 | 1.582 |
Waarvan bijdrage aan CCR/IMO (HGIS) | 1.064 | 1.081 | 0 | 0 | 1.081 |
Overige bijdragen aan (inter-)nationale organisaties | 499 | 499 | 1 | 1 | 501 |
Ontvangsten | 0 | 967 | 0 | ‒ 292 | 675 |
- (incl. ISB, NvW en amendementen)
Toelichting
Verplichtingen
Het totaal van de mutaties 2e suppletoire begroting bedraagt € 8,3 miljoen. Hiervan is € 10,1 miljoen verwerkt in de mutaties Miljoenennota en aldaar toegelicht. Een bedrag van ‒ € 1,8 miljoen heeft betrekking op de Najaarsnota en wordt hieronder toegelicht.
De verlaging van het verplichtingenbudget met € 1,8 miljoen is het gevolg van een overboeking naar EZK voor bijdragen aan vervoerkamer ACM en MARIN (€ 0,4 miljoen), een overboeking naar ILT voor KIWA-tarieven (€ 0,2 miljoen), een overboeking naar artikel 98 (€ 0,4 miljoen), een verplichtingenschuif van 2021 naar latere jaren (€ 0,5 miljoen) en enkele verplichtingencorrecties (€ 0,3 miljoen).
Uitgaven
1 Scheepvaart en havens
Het totaal van de mutaties 2e suppletoire begroting bedraagt ‒ € 5,8 miljoen. Hiervan is € 5,8 miljoen verwerkt in de mutaties Miljoenennota en aldaar toegelicht. Een bedrag van ‒ € 11,6 miljoen heeft betrekking op de Najaarsnota en wordt hieronder toegelicht.
Opdrachten
De verlaging van het opdrachtenbudget met € 3,6 miljoen is met name het gevolg van overboekingen naar het instrument subsidies voor de tijdelijke subsidieregeling stimulering Modal Shift van weg naar water (€ 1,9 miljoen), een innovatiesubsidie walstroom uit te voeren door het Havenbedrijf Rotterdam (€ 0,5 miljoen) en een subsidie aan de Nederlandse Zeevarenden Centrale voor zeemanshuizen (€ 0,2 miljoen). Daarnaast vinden diverse overboekingen plaats. Er wordt € 0,4 miljoen overgebroekt naar EZK bijdragen aan vervoerkamer ACM en MARIN. Verder vindt er een overboeking plaats naar ILT voor KIWA-tarieven (€ 0,2 miljoen). Ten slotte wordt € 0,4 miljoen overgeboekt naar artikel 98 uit de opdrachtenbudgetten voor zeehavens en zeevaart.
Subsidies
De verlaging van het subsidiebudget met € 8 miljoen is met name het gevolg van lagere realisatie van de tijdelijke subsidieregeling verduurzaming binnenvaartschepen 2021-2025 op het deel SCR katalysatoren (stikstof) at € 10,6 miljoen. Er was minder vraag naar deze subsidie dan voorzien. De opzet van de regeling zal worden bezien. Ten slotte zorgen de overige subsidies (€ 2,6 miljoen) voor een ophoging van het budget.
3.7 Artikel 19 Uitvoering Milieubeleid en Internationaal
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 45.822 | 63.738 | 5.127 | 1.001 | 69.866 |
Uitgaven | 46.748 | 67.405 | 5.974 | 971 | 74.350 |
waarvan juridisch verplicht | 81% | 88% | |||
2 Internationaal beleid coördinatie en samenwerking | 46.748 | 67.405 | 5.974 | 971 | 74.350 |
Opdrachten | 5.870 | 12.315 | ‒ 870 | ‒ 2.101 | 9.344 |
Waarvan uitvoering internationaal HGIS | 1.083 | 2.013 | 600 | ‒ 88 | 2.525 |
Waarvan uitvoering niet-HGIS | 1.818 | 5.160 | 564 | ‒ 1.846 | 3.878 |
Waarvan overige opdrachten | 2.969 | 5.142 | ‒ 2.034 | ‒ 167 | 2.941 |
Subsidies | 251 | 251 | 1.392 | ‒ 1.105 | 538 |
Waarvan Interreg | 245 | 245 | 1.375 | ‒ 1.375 | 245 |
Overige subsidies | 6 | 6 | 17 | 270 | 293 |
Bijdragen aan agentschappen | 36.158 | 50.400 | 5.411 | 1.864 | 57.675 |
Waarvan bijdrage aan RIVM | 28.096 | 37.868 | 3.910 | 1.711 | 43.489 |
Waarvan bijdrage aan RVO | 7.920 | 12.134 | 1.498 | 153 | 13.785 |
Waarvan overige bijdragen aan agentschappen | 142 | 398 | 3 | 0 | 401 |
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties | 2.469 | 2.789 | 941 | 1.113 | 4.843 |
Waarvan bijdragen HGIS | 2.469 | 2.789 | 941 | 383 | 4.113 |
Waarvan overige bijdragen aan (inter-)nationale organisaties | 0 | 0 | 0 | 730 | 730 |
Bekostiging | 2.000 | 1.650 | ‒ 900 | 1.200 | 1.950 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 385 | 385 |
- (incl. ISB, NvW en amendementen)
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt bij 2e suppletoire begroting per saldo met € 6,1 miljoen verhoogd. Hiervan is € 5,1 miljoen verwerkt in de mutaties Miljoenennota en aldaar toegelicht. Een bedrag van € 1 miljoen heeft betrekking op de Najaarsnota.
De verplichtingenmutaties bij Najaarsnota zijn met name gerelateerd aan de hieronder toegelichte kasmutaties.
Uitgaven
Het uitgavenbudget wordt bij 2e suppletoire begroting per saldo met € 6,9 miljoen verhoogd. Hiervan is € 6 miljoen verwerkt in de mutaties Miljoenennota en aldaar toegelicht. Een bedrag van € 0,97 miljoen heeft betrekking op de Najaarsnota en wordt hieronder toegelicht.
2 Internationaal beleid coördinatie en samenwerking
Opdrachten
Per saldo is het opdrachtenbudget met € 2,1 miljoen verlaagd. Dit komt met name door:
- Er is vanuit het opdrachtenbudget € 1,1 miljoen overgeboekt naar het budget voor bijdragen aan (inter-)nationale organisaties zoals verder toegelicht onder Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties.
- Er is vanuit het opdrachtenbudget € 0,5 miljoen overgeboekt naar het budget voor bijdragen aan agentschappen in het kader van aanvullende werkzaamheden ten behoeve van de Centrale Voorziening Geluidgegevens (CVGG). Specifiek betreft het de ontwikkeling van de geluidbelastingkaarten .
- Daarnaast hebben er diverse kleinere mutaties plaatsgevonden waarmee het opdrachtenbudget per saldo met € 0,5 miljoen verlaagd is.
Subsidies
Het subsidiebudget is per saldo met € 1,1 miljoen verlaagd. Dit komt met name door:
- Er is vanuit het subsidiebudget per saldo € 1,3 miljoen overgeboekt naar het financieel instrument bekostiging ten behoeve van de bekosting van Stichting Global Center on Adaptation (GCA) voor het jaar 2022. In 2021 wordt een voorschot verleend van 80% van het totaalbedrag van € 2 miljoen.
Er is vanuit het budget voor bijdragen aan (inter-)nationale organisaties € 0,2 miljoen overgeboekt naar het subsidiebudget.
Dit bedrag heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie aan Circle Economy in 2021 voor het opstellen van indicatoren op het gebied van circulaire economie.
Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening(en) als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.
Bijdragen aan agentschappen
Het budget voor bijdragen aan agentschappen is per saldo met € 1,9 miljoen opgehoogd. Er is € 1,7 miljoen overgeboekt vanuit diverse artikelen naar artikel 19 in het kader van opdrachtverlening aan het RIVM. Daarnaast hebben er verschillende kleinere mutaties plaatsgevonden voor € 0,2 miljoen in het kader van de opdrachtverlening aan RVO. De opdrachten aan het RIVM en RVO worden verantwoord op artikel 19.
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties
De ophoging met € 1,1 miljoen van het budget voor bijdragen aan (inter)nationale organisaties is met name het gevolg van herschikkingen op artikel 19 ten behoeve van voorgenomen incidentele bijdragen aan diverse organisaties.
In de tabel Budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel zijn de volgende subsidie/ bijdragen aan (inter-)natinale organisaties opgenomen:
- Bijdrage Urban Futures Studio/Universiteit Utrecht (€ 0,45 miljoen). Dit bedrag heeft betrekking op de mogelijke verlening van een bijdrage aan de Urban Futures Studio/ Universiteit Utrecht in 2021 voor de uitwerking van demonstratie projecten gericht op duurzame urbanisatie en duurzamer gebruik van natuurlijke hulpbronnen.
- Bijdrage World Economic Forum (€ 0,325 miljoen). Dit bedrag heeft betrekking op de mogelijke verlening van een bijdrage aan het het World Economic Forum ter bevordering van publiek-private coalities ten aanzien van circulaire economie en klimaat voor de zware industrie.
- Bijdrage Inland Transport Commitee (€ 0,1 miljoen). Dit bedrag heeft betrekking op de mogelijke verlening van een bijdrage aan het het Inland Transport Committee (ITC) onder de UNECE om een aantal concrete producten (tools, samenwerkingen, projecten) te ontwikkelen die de transities naar klimaat-adaptieve transportinfrastructuur en slimme en duurzame mobiliteit kunnen ondersteunen.
- Bijdrage Coalition for Disaster Resilient Infrastructure (€ 0,1 miljoen). Dit bedrag heeft betrekking op de mogelijke verlening van een bijdrage aan de Coalition for Disaster Resilient Infrastructure ter ondersteuning van projecten ter versterking van de internationale samenwerking op het gebied van klimaat en -rampbestendige infrastructuur.
- Bijdrage Zero Emission Vehicle Alliance (€ 0,05 miljoen). Dit bedrag heeft betrekking op de mogelijke verlening van een bijdrage aan de Zero Emission Vehicle Alliance ter bevordering van de zero emission transitie in relatie tot de tweedehandsmarkt voor elektrische auto’s en het vergroten van het marktaandeel van zero emissie voertuigen.
- Bijdrage Transport Decarbonisation Alliance (€ 0,03 miljoen). Dit bedrag heeft betrekking op de mogelijke verlening van een bijdrage aan de Transport Decarbonisation Alliance voor het delen van best practices en het faciliteren van een dialoog tussen landen, steden en bedrijven inzake laadinfrastructuur.
Deze begrotingsvermeldingen vormen de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde voorgenomen bijdragen/subsidieverlening(en) als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht
Bekostiging
De ophoging met per saldo € 1,2 miljoen is met name het gevolg van een herschikking op artikel 19 ten behoeve van de bekostiging van stichting GCA.
Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de voorgenomen bekostiging van Stichting GCA als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene wet bestuursrecht.
3.8 Artikel 20 Lucht en Geluid
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 24.491 | 34.954 | 1.497 | 306 | 36.757 |
Uitgaven | 27.254 | 31.580 | 382 | 336 | 32.298 |
waarvan juridisch verplicht | 100% | 100% | |||
1 Gezonde lucht en tegengaan geluidhinder | 27.254 | 31.580 | 382 | 336 | 32.298 |
Opdrachten | 3.175 | 7.401 | 346 | ‒ 2.554 | 5.193 |
Waarvan uitvoering geluid | 3.171 | 4.876 | 407 | ‒ 1.971 | 3.312 |
Waarvan uitvoering lucht | 4 | 1.914 | ‒ 61 | ‒ 472 | 1.381 |
Waarvan overige opdrachten | 0 | 611 | 0 | ‒ 111 | 500 |
Bijdragen aan agentschappen | 1.580 | 2.464 | 37 | 0 | 2.501 |
Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 1.580 | 2.454 | 37 | 0 | 2.491 |
Waarvan bijdrage aan agentschap KNMI | 0 | 10 | 0 | 0 | 10 |
Bijdragen aan medeoverheden | 22.042 | 21.258 | 0 | 2.979 | 24.237 |
Waarvan uitvoering geluidsanering | 22.042 | 16.258 | 0 | 0 | 16.258 |
Waarvan programma NSL en SLA | 0 | 5.000 | 0 | 2.979 | 7.979 |
Bekostiging | 457 | 457 | ‒ 1 | ‒ 89 | 367 |
Ontvangsten | 0 | 1.000 | 0 | 1.000 | 2.000 |
- (incl. ISB, NvW en amendementen)
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt bij 2e suppletoire begroting per saldo met € 1,8 miljoen verhoogd. Hiervan is € 1,5 miljoen verwerkt in de mutaties Miljoenennota en aldaar toegelicht. Een bedrag van € 0,3 miljoen heeft betrekking op de Najaarsnota. De wijzigingen in de 2e suppletoire begroting 2021 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie de leeswijzer).
Uitgaven
Het uitgavenbudget wordt bij 2e suppletoire begroting per saldo met € 0,7 miljoen verhoogd. Hiervan is € 0,4 miljoen verwerkt in de mutaties Miljoenennota en aldaar toegelicht. Een bedrag van € 0,3 miljoen heeft betrekking op de Najaarsnota en wordt hieronder toegelicht.
1 Gezonde lucht en tegengaan geluidhinder
Opdrachten
De verlaging van het opdrachtenbudget van € 2,6 miljoen wordt met name veroorzaakt door een herschikking op artikel 20 voor een bedrag van € 2,9 miljoen ten behoeve van de specifieke uitkering in het kader van het Schone Lucht Akkoord. Daarnaast hebben er diverse kleinere mutaties plaatsgevonden van per saldo € 0,3 miljoen waarmee het opdrachtenbudget is afgenomen.
Bijdragen aan medeoverheden
Het budget voor bijdragen aan medeoverheden is met € 3,0 miljoen toegenomen. De toename voor € 2,9 miljoen is een gevolg van de onder opdrachten genoemde herschikking ten behoeve van de specifieke uitkering in het kader van het Schone Lucht Akkoord.
Ontvangsten
De ontvangsten op artikel 20 zijn met € 1,0 miljoen opgehoogd. Dit betreft ontvangsten van het Bureau Sanering Verkeerslawaai (BSV) in het kader van de afwikkeling van een aantal verleende subsidies inzake de regeling sanering verkeerslawaai. Het BSV voert deze regeling uit namens IenW. Uit de eindafrekening blijken de werkelijke kosten lager te zijn uitgevallen dan de eerder verstrekte voorschotten. Dit leidt tot een terugontvangst voor IenW.
3.9 Artikel 21 Duurzaamheid
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 50.501 | 41.949 | ‒ 3.270 | 501 | 39.180 |
Uitgaven | 50.982 | 61.567 | ‒ 13.579 | 301 | 48.289 |
waarvan juridisch verplicht | 85% | 88% | |||
4 Duurzaamheidsinstrumentarium | 1.251 | 596 | 0 | ‒ 533 | 63 |
Opdrachten | 1.251 | 596 | 0 | ‒ 533 | 63 |
Waarvan uitvoering duurzaamheid | 1.251 | 596 | 0 | ‒ 533 | 63 |
5 Duurzame productketens | 39.300 | 60.539 | ‒ 13.965 | 926 | 47.500 |
Opdrachten | 20.775 | 17.889 | ‒ 6.326 | 1.650 | 13.213 |
Waarvan uitvoering duurzame productieketens | 18.949 | 12.741 | ‒ 6.326 | 1.635 | 8.050 |
Waarvan EPK bijdrage RWS | 738 | 3.767 | 0 | ‒ 65 | 3.702 |
Waarvan overige opdrachten | 1.088 | 1.381 | 0 | 80 | 1.461 |
Subsidies | 9.799 | 31.634 | ‒ 7.965 | ‒ 709 | 22.960 |
Waarvan subsidies duurzame productieketens | 9.799 | 31.634 | ‒ 7.965 | ‒ 709 | 22.960 |
Bijdragen aan agentschappen | 7.497 | 9.187 | 174 | ‒ 15 | 9.346 |
Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 7.497 | 9.187 | 174 | ‒ 15 | 9.346 |
Bijdragen aan medeoverheden | 778 | 1.378 | 51 | 0 | 1.429 |
Waarvan bijdrage aan Caribisch Nederland | 778 | 1.378 | 51 | 0 | 1.429 |
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties | 0 | 0 | 101 | 0 | 101 |
Bijdragen aan ZBO en RWT | 451 | 451 | 0 | 0 | 451 |
6 Natuurlijk kapitaal | 10.431 | 432 | 386 | ‒ 92 | 726 |
Opdrachten | 10.431 | 432 | 386 | ‒ 92 | 726 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 67 | 89 | 156 |
- (incl. ISB, NvW en amendementen)
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt bij 2e suppletoire begroting per saldo met € 2,8 miljoen verlaagd. Hiervan is ‒ € 3,3 miljoen verwerkt in de mutaties Miljoenennota en aldaar toegelicht. Een bedrag van € 0,5 miljoen heeft betrekking op de Najaarsnota. De wijzigingen in de 2e suppletoire begroting 2021 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie de leeswijzer).
Uitgaven
Het uitgavenbudget wordt bij 2e suppletoire begroting per saldo met € 13,3 miljoen verlaagd. Hiervan is ‒ € 13,6 miljoen verwerkt in de mutaties Miljoenennota en aldaar toegelicht. Een bedrag van € 0,3 miljoen heeft betrekking op de Najaarsnota en wordt hieronder toegelicht.
5 Duurzame productieketens
Opdrachten
Het totale opdrachtbudget voor het artikelonderdeel Duurzame productieketens is met € 1,7 miljoen opgehoogd. Dit komt met name door een herschikking ter waarde van € 2,1 miljoen binnen artikel 21 om de uitgaven voor doorbraakprojecten Circulaire Economie, de nationale Circulaire Economie-conferentie, Investeringsplatform Invest NL,Transitie Kunststoffen, Toekomst Agenda Consumptiegoederen, Plastic Pact-pilots en opdrachten gericht op gedragsbeïnvloeding met betrekking tot plastics te kunnen verrichten. Daarnaast hebben er diverse kleinere mutaties plaatsgevonden met een totaal van per saldo € 0,4 miljoen waarmee het opdrachtenbudget is afgenomen.
3.10 Artikel 22 Omgevingsveiligheid en Milieurisico's
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 69.937 | 68.099 | ‒ 4.566 | 883 | 64.416 |
Uitgaven | 63.167 | 61.557 | ‒ 2.632 | ‒ 3.789 | 55.136 |
waarvan juridisch verplicht | 41% | 95% | |||
1 Veiligheid chemische stoffen | 8.250 | 7.836 | ‒ 426 | ‒ 364 | 7.046 |
Opdrachten | 4.389 | 4.020 | 527 | ‒ 292 | 4.255 |
Subsidies | 215 | 215 | ‒ 14 | ‒ 72 | 129 |
Bijdragen aan agentschappen | 2.646 | 2.601 | 61 | 0 | 2.662 |
Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 2.418 | 2.281 | 56 | 0 | 2.337 |
Waarvan overige bijdragen | 228 | 320 | 5 | 0 | 325 |
Bijdragen aan ZBO en RWT | 1.000 | 1.000 | ‒ 1.000 | 0 | 0 |
2 Veiligheid biotechnologie | 2.778 | 2.428 | 0 | 0 | 2.428 |
Opdrachten | 2.778 | 792 | 0 | 0 | 792 |
Bijdragen aan agentschappen | 0 | 1.636 | 0 | 0 | 1.636 |
3 Veiligheid bedrijven en transport | 52.139 | 51.293 | ‒ 2.206 | ‒ 3.425 | 45.662 |
Opdrachten | 17.635 | 12.319 | ‒ 3.484 | ‒ 692 | 8.143 |
Waarvan opdrachten programma omgevingsveiligheid | 12.382 | 8.795 | ‒ 3.772 | ‒ 943 | 4.080 |
Waarvan overige opdrachten | 5.253 | 3.524 | 288 | 251 | 4.063 |
Subsidies | 29.821 | 31.524 | 660 | ‒ 3.600 | 28.584 |
Waarvan subsidie inrichting & transport | 2.297 | 4.250 | 660 | ‒ 300 | 4.610 |
Waarvan subsidie vuurwerk | 26.957 | 26.957 | 0 | ‒ 3.300 | 23.657 |
Waarvan overige subsidies | 567 | 317 | 0 | 0 | 317 |
Bijdragen aan agentschappen | 1.573 | 2.740 | 577 | 744 | 4.061 |
Waarvan bijdrage aan het agentschap RWS | 1.573 | 2.740 | 577 | 744 | 4.061 |
Bijdragen aan medeoverheden | 0 | 700 | 0 | ‒ 165 | 535 |
Inkomensoverdrachten | 3.110 | 4.010 | 41 | 288 | 4.339 |
Waarvan inkomensoverdrachten mesothelioom | 3.110 | 4.010 | 41 | 288 | 4.339 |
Ontvangsten | 250 | 250 | 0 | 0 | 250 |
- (incl. ISB, NvW en amendementen)
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt bij 2e suppletoire begroting per saldo met € 3,7 miljoen verlaagd. Hiervan is ‒ € 4,6 miljoen verwerkt in de mutaties Miljoenennota en aldaar toegelicht. Een bedrag van € 0,9 miljoen heeft betrekking op de Najaarsnota. De wijzigingen in de 2e suppletoire begroting 2021 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie de leeswijzer).
Uitgaven
Het uitgavenbudget wordt bij 2e suppletoire begroting per saldo met € 6,4 miljoen verlaagd. Hiervan is ‒ € 2,6 miljoen verwerkt in de mutaties Miljoenennota en aldaar toegelicht. Een bedrag van ‒ € 3,8 miljoen heeft betrekking op de Najaarsnota en wordt hieronder toegelicht.
3 Veiligheid bedrijven en transport
Subsidies
De per saldo verlaging van het subsidiebudget van € 3,6 miljoen is met name het gevolg van een vertraging die is opgetreden bij de subsidieregelingen voor vuurwerk. Ongeveer € 3,3 miljoen van de regeling voor 2021 schuift op kasbasis door naar volgend jaar. Deze middelen zijn bij nota van wijziging (Kamerstukken II, 2021-2022, 35 925 XII, nr. 14) reeds toegevoegd aan de begroting 2022. Daarnaast betreft het een budgetoverheveling ter waarde van € 0,3 miljoen van Subsidies Inrichtingen en Transport naar een bijdrage aan het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) voor het kunnen aangaan van opdrachten voor de uitvoering van het stoffenbeleid.
3.11 Artikel 23 Meteorologie, Seismologie en Aardobservatie
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 60.011 | 59.921 | 3.290 | 1.284 | 64.495 |
Uitgaven | 59.046 | 58.956 | 3.220 | 1.284 | 63.460 |
waarvan juridisch verplicht | 100% | 100% | |||
1 Meteorologie en seismologie | 42.326 | 42.236 | 2.893 | 1.284 | 46.413 |
Bijdragen aan agentschappen | 38.986 | 38.896 | 956 | 1.284 | 41.136 |
Waarvan bijdrage aan agentschap KNMI | 38.986 | 38.896 | 956 | 1.284 | 41.136 |
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties | 3.340 | 3.340 | 1.937 | 0 | 5.277 |
Waarvan contr. ECMWF (HGIS) | 2.400 | 2.400 | 2.007 | 0 | 4.407 |
Waarvan overige bijdragen aan (inter-)nationale organisaties | 940 | 940 | ‒ 70 | 0 | 870 |
2 Aardobservatie | 16.720 | 16.720 | 327 | 0 | 17.047 |
Bijdragen aan agentschappen | 16.720 | 16.720 | 327 | 0 | 17.047 |
Waarvan bijdrage aan agentschap KNMI | 16.720 | 16.720 | 327 | 0 | 17.047 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
- (incl. ISB, NvW en amendementen)
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt bij 2e suppletoire begroting per saldo met € 4,6 miljoen verhoogd. Hiervan is € 3,3 miljoen verwerkt in de mutaties Miljoenennota en aldaar toegelicht. Een bedrag van € 1,3 miljoen heeft betrekking op de Najaarsnota en wordt hieronder toegelicht.
De verplichtingenmutaties zijn met name gerelateerd aan de hieronder toegelichte kasmutaties.
Uitgaven
Het uitgavenbudget wordt bij 2e suppletoire begroting per saldo met € 4,5 miljoen verhoogd. Hiervan is € 3,2 miljoen verwerkt in de mutaties Miljoenennota en aldaar toegelicht. Een bedrag van € 1,3 miljoen heeft betrekking op de Najaarsnota en wordt hieronder toegelicht.
1 Meteorologie en seismologie
Bijdragen aan agentschappen
Per saldo is het budget voor bijdragen aan agentschappen met € 1,3 miljoen opgehoogd. Dit komt met name door:
- Het budget wordt opgehoogd met € 0,2 miljoen voor het uitvoeren van het impulsprogramma KNMI Global. Het impulsprogramma heeft als doel de om de internationale inzet binnen het KNMI gecontroleerd te laten ontwikkelen.
- Naar verwachting vallen de personeelskosten hoger uit dan begroot door minder opgenomen verlof in verband met COVID-19 in 2021. Het budget voor bijdragen aan agentschappen is met € 0,4 miljoen verhoogd om een extra reservering te treffen ten behoeve van het openstaande verlofsaldo.
- Het budget wordt met € 0,4 miljoen opgehoogd voor investeringen op het gebied van hybride werken.
- Daarnaast hebben er verschillende kleinere mutaties plaatsgevonden waardoor het budget per saldo met € 0,3 miljoen is opgehoogd.
3.12 Artikel 24 Handhaving en Toezicht
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 130.431 | 136.130 | 10.057 | 5.033 | 151.220 |
Uitgaven | 130.431 | 136.130 | 10.057 | 5.033 | 151.220 |
waarvan juridisch verplicht | 96% | 97% | |||
1 Handhaving en toezicht | 130.431 | 136.130 | 10.057 | 5.033 | 151.220 |
bijdrage aan agentschappen | 130.431 | 136.130 | 10.057 | 5.033 | 151.220 |
waarvan bijdrage aan agentschap ILT | 130.431 | 136.130 | 10.057 | 5.033 | 151.220 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
- (incl. ISB, NvW en amendementen)
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingenmutaties zijn een weerspiegeling van de onderstaande toegelichte kasmutaties.
Uitgaven
Het uitgavenbudget wordt bij 2e suppletoire begroting met in totaal € 15,1 miljoen verhoogd. Hiervan is € 10,1 miljoen verwerkt in de mutaties Miljoenennota en aldaar toegelicht. De overige mutaties 2e suppletoire begroting (€ 5 miljoen) worden hieronder toegelicht
1 Handhaving en toezicht
Bijdrage aan agentschappen
De ILT ontvangt vanuit het moederdepartement IenW in 2021 een compensatie voor het in dienst hebben van arbeidsbeperkten (€ 0,7 miljoen). De opbrengsten uit de vergunningverlening en activiteiten vanuit de Nationale Toezichthoudende Autoriteit Luchtvaart zijn achtergebleven ten opzichte van de 1e suppletoire begroting (€ 1,5 miljoen). De aanpassing van het niet meer robuuste en verouderde ICT-systeem van de Board Computer Taxi brengt extra kosten met zich mee (€ 0,6 miljoen). Ook voor deze twee posten wordt gecompenseerd met hogere bijdragen van het moederdepartement IenW. Voor opsporen van illegale handel en lekkages van OAS en F-gassen is in het kader van het programma van Minder broeikasgassen € 0,6 miljoen toegevoegd.
3.13 Artikel 25 Brede Doeluitkering
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 932.531 | 909.219 | 40.976 | 28.023 | 978.218 |
Uitgaven | 932.532 | 946.641 | 20.488 | 0 | 967.129 |
waarvan juridisch verplicht | 97% | 99% | |||
1 Brede doeluitkering | 932.532 | 946.641 | 20.488 | 0 | 967.129 |
brede doeluitkering | 932.532 | 946.641 | 20.488 | 0 | 967.129 |
Bijdrage BDU | 932.532 | 946.641 | 20.488 | 0 | 967.129 |
- (incl. ISB, NvW en amendementen)
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt bij 2e suppletoire begroting met in totaal € 69 miljoen verhoogd. Hiervan is € 41 miljoen verwerkt in de mutaties Miljoenennota en aldaar toegelicht. De overige mutaties 2e suppletoire begroting (€ 28 miljoen) worden hieronder toegelicht.
De verplichtingenruimte 2021 wordt met ruim € 28 miljoen opgehoogd ten behoeve van het gelijkstellen van de Brede Doeluitkering aan het kasbudget voor het volgende jaar (€ 24,5 miljoen), alsmede met € 3,5 miljoen opgehoogd ten behoeve van de bijdrage vanuit IenW aan de planuitwerking Oeververbinding Rotterdam en programma MoVe aan de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag.
Uitgaven
Het uitgavenbudget wordt bij 2e suppletoire begroting met in totaal € 20,5 miljoen verhoogd. Het totaal van € 20,5 miljoen is verwerkt in de mutaties Miljoenennota en aldaar toegelicht.
3.14 Artikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 14.368.592 | 15.280.339 | ‒ 6.966.522 | ‒ 85.988 | 8.227.829 |
Uitgaven | 14.366.592 | 15.278.626 | ‒ 6.965.722 | ‒ 85.988 | 8.226.916 |
1 Bijdrage investeringsfondsen | 13.312.853 | 14.065.433 | ‒ 6.996.743 | ‒ 97.175 | 6.971.515 |
Bijdrage aan het Infrastructuurfonds | 13.312.853 | 14.065.433 | ‒ 6.996.743 | ‒ 97.175 | 6.971.515 |
Bijdrage iF | 13.312.853 | 14.065.433 | ‒ 6.996.743 | ‒ 97.175 | 6.971.515 |
2 Bijdrage Investeringsfondsen | 1.053.739 | 1.213.193 | 31.021 | 11.187 | 1.255.401 |
Bijdrage aan het Deltafonds | 1.053.739 | 1.213.193 | 31.021 | 11.187 | 1.255.401 |
Bijdrage DF | 1.053.739 | 1.213.193 | 31.021 | 11.187 | 1.255.401 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
- (incl. ISB, NvW en amendementen)
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingenmutatie is een weerspiegeling van de onderstaande kasmutaties.
Uitgaven
Het uitgavenbudget wordt bij 2e suppletoire begroting met in totaal € 7,1 miljard verlaagd. Hiervan is ‒ € 7 miljard verwerkt in de mutaties Miljoenennota en aldaar toegelicht. De overige mutaties 2e suppletoire begroting (-€ 0,1 miljard) worden hieronder toegelicht.
Bijdrage aan het Infrastructuurfonds
De bijdrage vanuit de beleidsbegroting Hoofdstuk XII aan het Infrastructuurfonds voor het jaar 2021 wordt met € 97 miljoen verlaagd. Hieronder worden de belangrijkste muaties toegelicht. Voor meer detail wordt verwezen naar het Infrastructuurfonds.
- Een afdracht aan het BTW-compensatiefonds van € 42 miljoen inzake het project A4-A44 Rijnlandroute.
- Een overboeking van € 27 miljoen van de gereserveerde middelen op het IF ten behoeve van de specifieke uitkering Randweg Eindhoven.
- Diverse overboekingen vanaf het IF naar HXII voor het betalen van specifieke uitkeringen aan provinicies, voor onder andere HOV Eindhoven (€ 13 miljoen) en Heerlen - Landgraaf (€ 12 miljoen).
- Een bedrag van € 16 miljoen wordt aan het Infrastructuurfonds toegevoegd in verband met meerkosten die in 2021 zijn gemaakt door RWS als gevolg van de COVID-pandemie.
Bijdrage aan het Deltafonds
De bijdrage vanuit de beleidsbegroting Hoofdstuk XII aan het Deltafonds voor het jaar 2021 wordt met € 11 miljoen verhoogd. Hieronder wordt de belangrijkste muatie toegelicht. Voor meer detail wordt verwezen naar het Deltafonds.
- Een bedrag van € 13 miljoen wordt aan het Deltafonds toegevoegd in verband met extra kosten die in 2021 zijn gemaakt naar aanleiding van het hoogwater in Limburg.
- Een bedrag van € 7 miljoen wordt aan het Deltafonds toegevoegd in verband met meerkosten RWS op het project Afsluitdijk als gevolg van de COVID-pandemie.
4 Niet-beleidsartikelen
4.1 Artikel 97 Algemeen Kerndepartement
Verplichtingen | 41.876 | 58.137 | 252.028 | ‒ 74.034 | 236.131 |
Uitgaven | 56.945 | 73.176 | 252.659 | ‒ 74.363 | 251.472 |
1. Algemeen departement | 56.945 | 73.176 | 8.659 | ‒ 4.302 | 77.533 |
Opdrachten | 32.188 | 48.881 | 6.157 | ‒ 4.594 | 50.444 |
Van A naar Beter | 1.740 | 1.740 | 226 | ‒ 50 | 1.916 |
Ext. Juridische adv. | 1.371 | 1.371 | 14 | 0 | 1.385 |
Onderzoeken PBL | 2.714 | 4.144 | 2.134 | 152 | 6.430 |
Onderzoeken ANVS | 3.745 | 3.587 | 1.393 | ‒ 1.400 | 3.580 |
Departementaal Coordinatiecentrum Crisisbeheersing | 7.270 | 7.270 | 142 | 328 | 7.740 |
Regeringsvliegtuig | 9.393 | 25.616 | 1.703 | ‒ 2.200 | 25.119 |
Overige Opdrachten | 5.955 | 5.153 | 545 | ‒ 1.424 | 4.274 |
Subsidies | 724 | 262 | 0 | ‒ 8 | 254 |
Bijdragen aan agentschappen | 24.033 | 24.033 | 2.502 | 300 | 26.835 |
Waarvan bijdrage aan ILT | 13.116 | 13.116 | 288 | 0 | 13.404 |
Waarvan bijdrage aan KNMI | 218 | 218 | 2.455 | 0 | 2.673 |
Waarvan bijdrage aan RWS | 2.809 | 2.809 | 65 | 0 | 2.874 |
Waarvan bijdrage aan RIVM | 7.890 | 7.890 | ‒ 306 | 300 | 7.884 |
3. Testen reizigers | 0 | 0 | 244.000 | ‒ 70.061 | 173.939 |
Opdrachten | 0 | 0 | 244.000 | ‒ 70.061 | 173.939 |
Opdrachten COVID-19 | 0 | 0 | 244.000 | ‒ 70.061 | 173.939 |
Ontvangsten | 1.101 | 2.301 | 0 | 0 | 2.301 |
- (incl. ISB, NvW en amendementen)
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingenmutatie is grotendeels een weerspiegeling van de onderstaande uitgavenmutaties.
Uitgaven
Het totaal van de mutaties 2e suppletoire begroting bedraagt € 178,3 miljoen. Hiervan is € 252,7 miljoen verwerkt in de mutaties Miljoenennota en aldaar toegelicht. Een bedrag van -/- € 74,4 miljoen heeft betrekking op de Najaarsnota en wordt hieronder per artikelonderdeel toegelicht.
1. Algemeen departement
Opdrachten
Onderzoeken ANVS
De verlaging van het budget voor onderzoeken ANVS is met name het gevolg van onderzoeksprojecten die niet doorgaan of zijn doorgeschoven naar 2022 als gevolg van COVID19 en vertraging in de start en doorlooptijd van de projecten Cybersecurity en Toezicht Pallas.
Regeringsvliegtuig
Doordat er nog geen accountantsverklaringen zijn over 2019 en 2020 voor het regeringsvliegtuig kan de eindafrekening daarvoor nog niet plaatsvinden. Dit budget valt daarom dit jaar vrij en wordt buiten de eindejaarsmarge om meegenomen naar 2022.
Overige opdrachten
De verlaging van het budget voor overige opdrachten is met name het gevolg van onderzoeksprojecten die niet doorgaan of zijn doorgeschoven naar 2022 als gevolg van COVID19.
3. Testen reizigers
Opdrachten
Opdrachten COVID-19
Het aantal afgenomen testen voor reizigers is lager uitgevallen dan de eerste ramingen waren. De voorlopige inschatting is dat een bedrag van € 60,0 miljoen niet besteed zal worden.
Daarnaast is er € 9,5 miljoen overgeboekt naar VWS voor het Digitaal Corona Certificaat en € 0,6 miljoen naar BZ voor de tijdelijke opschaling van de crisis-coördinatie. Deze budgetten zijn benodigd voor een toename van vragen over het Digitaal Corona Certificaat en het project testen voor reizigers.
4.2 Artikel 98 Apparaatsuitgaven Kerndepartement
Verplichtingen | 327.912 | 332.071 | 32.851 | 13.267 | 378.189 |
Uitgaven | 335.315 | 340.751 | 35.697 | 7.181 | 383.629 |
Personele uitgaven | 244.156 | 253.328 | 30.024 | 5.544 | 288.896 |
eigen personeel | 218.170 | 222.097 | 15.486 | 1.180 | 238.763 |
inhuur externen | 19.210 | 24.511 | 14.658 | 5.381 | 44.550 |
overige personele uitgaven | 6.776 | 6.720 | ‒ 120 | ‒ 1.017 | 5.583 |
Materiële uitgaven | 91.159 | 87.423 | 5.673 | 1.637 | 94.733 |
ICT | 24.845 | 22.314 | 7.367 | 4.033 | 33.714 |
bijdrage aan SSO's | 42.952 | 44.915 | ‒ 8.737 | 2.061 | 38.239 |
overige materiële uitgaven | 23.362 | 20.194 | 7.043 | ‒ 4.457 | 22.780 |
Ontvangsten | 8.297 | 9.687 | 0 | 162 | 9.849 |
- (incl. ISB, NvW en amendementen)
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt bij 2e suppletoire begroting per saldo met € 46,1 miljoen verhoogd. Hiervan is € 32,93 miljoen verwerkt in de mutaties Miljoenennota en aldaar toegelicht. Een bedrag van € 13,3 miljoen heeft betrekking op de Najaarsnota en zijn het gevolg van onderstaande uitgavenmutaties. Het verschil met de uitgaven is voornamelijk het gevolg van verplichtingenschuiven van 2022 naar 2021 ten behoeve van het aangaan van detacherings- en inhuurcontracten (€ 5,3 miljoen) en een technische correctie t.b.v. het terugboeken van niet gebruikte ERTMS (kas)gelden naar het Infrastructuurfonds (€ 0,3 miljoen) en enkele herschikkingen (€ 0,5 miljoen) binnen HXII.
Uitgaven
Het uitgavenbudget wordt bij 2e suppletoire begroting met in totaal € 42,9 miljoen verhoogd. Hiervan is € 35,7 miljoen verwerkt in de mutaties Miljoenennota en aldaar toegelicht. De overige mutaties 2e suppletoire begroting (€ 7,2 miljoen) worden hieronder toegelicht
Personele uitgaven
Hogere personele kosten zijn voornamelijk het gevolg van:
- Een overboeking van de reservering Klimaatakkoord van artikel 14 naar het apparaatsbudget van Duurzame Mobiliteit artikel 98. Binnen de middelen voor het Klimaatakkoord was hiervoor conform de bestedingsplannen een reservering voor de uitvoeringskosten getroffen (€ 1 miljoen);
- Overboeking naar Inhuur voor inzet op vacatureruimte (€ 2,1 miljoen);
- Een incidentele meevaller in de bijdrage aan de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) vanwege het niet volledig effectueren van de uitbreiding van de formatie bij NEa ( € 0,9 miljoen);
- Bijdrage EZK aan PBL ter financiering van de uitvoering van de Rekenmeesterfunctie (€ 1,4 miljoen).
De hogere inhuur is met name het gevolg van:
- Inzet ten behoeve van de opvolging van de maatregelen uit de kabinetsreactie op het rapport 'ongekend onrecht' van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) en de gevolgen van het programma Open Overheid (€ 1,2 miljoen);
- Extra inzet voor het programma Luchtruimherziening (€ 0,7 miljoen);
- Inhuur voor dienstverlening t.b.v. de ontwikkeling van de Opvolging Bedrijfsvoeringssysteem SAP (OBS) (€ 1,2 miljoen);
- Overboeking vanuit personeel voor noodzakelijke inhuur op vacatureruimte (€ 2,1 miljoen);
- Terugboeking naar het Infrastructuurfonds van apparaatsuitgaven in het kader van ERTMS en Vrachtwagenheffing. Deze uitgaven zijn lager zijn dan voorzien en worden toegevoegd aan het macrobudget op het IF (€ 1,6 miljoen miljoen);
- Herschikking vanuit ICT voor t.b.v. inzet voor het programma Informatiehuishouding (€ 0,4 miljoen);
- Extra inhuur t.b.v. Smart mobility, duurzame luchtvaart en verwerking WOB verzoeken (€ 0,9 miljoen);
- Diverse hogere inhuur (€ 0,3 miljoen).
Overige personele uitgaven:
- Door de verzekeringsmaatschappijen zijn lagere kosten voor postactieven in rekening gebracht bij IenW dan was voorzien (€ 1,0 miljoen).
Materiële uitgaven
De toename van uitgaven aan ICT betreft voornamelijk:
- Ontvangen bijdragen subsidie Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) 2e tranche 2021, waarvan een deel reeds is herverdeeld binnen de organisatie (€ 2,4 miljoen);
- Herschikking vanuit materieel voornamelijk t.b.v. het Programma Open Overheid (€ 1,9 miljoen);
- Herschikking naar Bijdrage Rijksbrede SSO’s m.b.t. de kosten kantoorautomatisering uitbesteed aan SSC/ICT (€ 1,8 miljoen);
- Kosten ter ondersteuning van de COVID-Directie op ICT-gebied (€ 0,4 miljoen);
- Kosten ontwikkeling Opvolging Bedrijfsvoeringssysteem SAP (OBS) waaronder de bijdrage vanuit RWS (€ 1,5 miljoen);
- Herschikking naar externe inhuur voor t.b.v. inzet voor het programma Informatiehuishouding (€ 0,4 miljoen).
Hogere bijdragen Rijksbrede SSO zijn overwegend het gevolg van:
- Herschikking vanuit ICT m.b.t. de kosten kantoorautomatisering uitbesteed aan SSC/ICT (€ 1,8 miljoen);
- Saldo Bijdrage RWS in facilitaire kosten en lagere kosten a.g.v. COVID 19 (€ 0,3 miljoen).
Lagere Overige materiële uitgaven zijn overwegend het gevolg van:
- Terugboeking naar het Infrastructuurfonds van apparaatsuitgaven in het kader van ERTMS. Deze uitgaven zijn lager zijn dan voorzien en worden toegevoegd aan het macrobudget op het Infrastructuurfonds (€ 0,5 miljoen);
- Herschikking naar ICT voornamelijk in het kader van het Programma Open Overheid o.a. t.b.v. de implementatie van Webarchiveringen (€ 1,9 miljoen);
- Herverdeling in het kader van programma Open Overheid naar Externe inhuur en Personele kosten (€ 1,5 miljoen);
- Overboeking van budget naar de agentschappen RWS, KNMI en ILT voor compensatie van gemaakte kosten in het kader van de Participatiewet (€ 2,8 miljoen);
- Tot slot zijn er bijdragen ontvangen door PBL voor de uitvoering van de Rekenmeesterfunctie en de Lerende evaluatie natuurpact (€ 0,3 miljoen);
- In het kader van de gemaakte CAO-afspraken is een vergoeding ontvangen. Deze is geparkeerd op een corporate budget (€ 1,9 miljoen).
4.3 Artikel 99 Nog onverdeeld
Verplichtingen | 0 | 251.330 | ‒ 251.330 | 0 | 0 |
Uitgaven | 0 | 251.330 | ‒ 251.330 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
- (incl. ISB, NvW en amendementen)
Toelichting
Het totaal van de mutaties 2e suppletoire begroting bedraagt -/- € 251,3 miljoen. Het totaal van € 251,3 miljoen is verwerkt in de mutaties Miljoenennota en aldaar toegelicht.
5 Agentschappen
5.1 Rijkswaterstaat
Baten | ||||
Omzet | 3.132.829 | 283.667 | 41.510 | 3.458.006 |
waarvan omzet moederdepartement | 2.547.067 | 160.971 | 205.824 | 2.913.862 |
waarvan omzet overige departementen | 73.134 | ‒ 4.106 | 11.712 | 80.740 |
waarvan omzet derden | 199.030 | 3.792 | ‒ 2.547 | 200.275 |
waarvan omzet nog uit te voeren werkzaamheden | 313.598 | 123.010 | ‒ 173.479 | 263.129 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 820 | 820 |
Bijzondere baten | 3.000 | 0 | ‒ 1.500 | 1.500 |
Totaal baten | 3.135.829 | 283.667 | 40.830 | 3.460.326 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 1.259.879 | 46.264 | 1.834 | 1.307.977 |
- Personele kosten | 1.002.633 | 41.734 | ‒ 2.557 | 1.041.810 |
waarvan eigen personeel | 919.847 | 35.116 | ‒ 2.379 | 952.584 |
waarvan inhuur externen | 82.786 | 6.618 | ‒ 178 | 89.226 |
waarvan overige personele kosten | 0 | 0 | 0 | 0 |
- Materiële kosten | 257.246 | 4.530 | 4.391 | 266.167 |
waarvan apparaat ICT | 39.261 | ‒ 2.931 | 0 | 36.330 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 67.880 | 1.600 | 281 | 69.761 |
waarvan overige materiële kosten | 150.105 | 5.861 | 4.110 | 160.076 |
Externe Productkosten | 1.846.320 | 238.137 | 16.568 | 2.101.025 |
Rentelasten | 756 | ‒ 46 | 12 | 722 |
Afschrijvingskosten | 19.097 | 183 | ‒ 654 | 18.626 |
- Materieel | 19.097 | ‒ 227 | ‒ 529 | 18.341 |
waarvan apparaat ICT | 5.271 | 3.119 | ‒ 3.154 | 5.236 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 13.826 | ‒ 3.346 | 2.625 | 13.105 |
- Immaterieel | 0 | 410 | ‒ 125 | 285 |
Overige lasten | 3.800 | 0 | 10.743 | 14.543 |
waarvan dotaties voorzieningen | 3.800 | 0 | 10.693 | 14.493 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 50 | 50 |
Totaal lasten | 3.129.852 | 284.538 | 28.503 | 3.442.893 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 5.977 | ‒ 871 | 12.327 | 17.433 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 130 | 0 | 0 | 130 |
Saldo van baten en lasten | 5.847 | ‒ 871 | 12.327 | 17.303 |
Dotatie aan reserve Rijksrederij | 5.847 | ‒ 871 | ‒ 4.976 | 0 |
Te verdelen resultaat | 0 | 0 | 17.303 | 17.303 |
Toelichting
Baten
Omzet moederdepartement
De hogere omzet moederdepartement ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2021 ad. € 179,2 miljoen wordt met name veroorzaakt door een hogere prijsbijstelling dan waar bij de eerste suppletoire begroting 2021 rekening mee was gehouden (€ 26,2 miljoen), Vervolgopdracht Meer Veilig ten behoeve van veiligheidsmaatregelen op A- en N-wegen (€ 25,4 miljoen), aanvullend budget voor extra benodigde middelen voor de reparatie van pomp 5 en 6 en de verlenging van de inzet van tijdelijke pompinstallaties bij gemaal IJmuiden (€ 24,4 miljoen), de verdere versterking van de Cyber Security van RWS (€ 13,6 miljoen), Maritiem Informatievoorziening Servicepunt (MIVSP) budget voor het verzamelen van data over water en wind bij diverse windparken op zee (€ 12,9 miljoen), Brexit maatregelen (€ 10,0 miljoen), herstelwerkzaamheden Stuw Linne (€ 9,0 miljoen), voor Wind op Zee 2021 als gevolg van risico’s voor scheepvaartveiligheid door het plaatsen van windmolenparken op zee (€ 8,1 miljoen), herstel stormschade zuidelijk havenhoofd IJmuiden (€ 7,1 miljoen), instandhouding van het Landelijk Meetnet Water (€ 6,2 miljoen) en vervanging van Openbare Verlichting in Zuid Nederland (€ 5,2 miljoen). Het overige verschil betreft meerdere mutaties kleiner dan € 5 miljoen.
Omzet overige departementen
De hogere omzet overige departementen ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2021 ad. € 11,7 miljoen wordt met name veroorzaakt door de aanvullende vergoedingen van het ministerie van Defensie, het ministerie van Financiën en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit voor het gebruik van de vaartuigen van de Rijksrederij (€ 7,9 miljoen) en door de aanvullende vergoeding van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) voor de capaciteit die RWS levert in het kader van de Omgevingswet en de bijbehorende externe productkosten (€ 4,0 miljoen).
Omzet nog uit te voeren werkzaamheden
RWS is een agentschap met een baten-lasten administratie. Bij de instelling van het agentschap is met het ministerie van Financiën afgesproken dat RWS geen resultaat (verlies of winst) mag behalen op de kosten die worden gemaakt voor activiteiten die door de markt worden verricht. De middelen die aan het einde van een boekjaar over zijn of tekort worden gekomen, worden op de balans van RWS verantwoord onder de benaming Nog Uit Te voeren Werkzaamheden (NUTW). Via deze balanspost kunnen middelen eerder of later worden aangewend dan oorspronkelijk voorzien. Deze werkwijze is analoog aan de werkwijze die wordt gevolgd op het Deltafonds en het Infrastructuurfonds. Daar wordt immers een saldo dat in enig jaar ontstaat meegenomen naar of verrekend met het volgende begrotingsjaar. Tijdens de voorbereiding en uitvoering van werkzaamheden kan immers blijken dat deze op een later of eerder moment gerealiseerd zullen worden dan bij het opstellen van de programmering en begroting was voorzien. De omvang van deze balanspost wordt aan het eind van ieder jaar bepaald door de kosten in dat jaar van de omzet af te trekken. Een deel van de externe productkosten wordt dit jaar gefinancierd vanuit de balanspost Nog Uit Te Voeren Werkzaamheden (NUTW). De balanspost NUTW zal dit jaar naar verwachting afnemen met € 289,2 miljoen van € 519,3 miljoen ultimo 2020 naar € 230,1 miljoen ultimo 2021.
Vrijval voorzieningen
Dit betreft de verwachte vrijval uit de reorganisatievoorziening, onderdeel loonkosten Van-werk-naar-werk kandidaten.
Bijzondere baten
De lagere bijzondere baten ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2021 ad. € 1,5 miljoen worden met name veroorzaakt doordat er dit jaar geen verrekening van de BTW suppletie over 2016 wordt verwacht.
Lasten
Personele kosten
De personele kosten bestaan uit de kosten van het eigen personeel en de kosten van de ingehuurde capaciteit voor de uitvoering van kerntaken.
De lagere kosten eigen personeel ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2021 ad. € 14,7 miljoen worden met name veroorzaakt door het uitblijven van een nieuw CAO akkoord. In 2021 is vooralsnog alleen sprake van een lichte stijging van de ABP pensioenpremie, waardoor de werkelijke loonstijging op dit moment lager ligt dan de door het ministerie van Financiën uitgekeerde loonbijstelling 2021. Indien er dit jaar nog een nieuw CAO akkoord wordt gesloten, zullen de kosten eigen personeel stijgen.
De inhuur op apparaat (kerntaken) is nagenoeg gelijk aan de stand 1e suppletoire begroting.
Overige lasten
De hogere overige lasten ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2021 ad. € 10,7 miljoen worden met name veroorzaakt door de verwachte dotatie aan de Reorganisatievoorziening (€ 2,0 miljoen) en de verhoging van de verwachte dotatie aan de voorziening groot onderhoud vaartuigen (€ 8,7 miljoen).De verwachte dotatie aan de voorziening groot onderhoud vaartuigen stijgt hiermee van € 3,8 miljoen naar € 12,5 miljoen. Deze stijging hangt samen met het vlootvervangingsprogramma en de investeringen die worden gevraagd om de bestaande vloot langer varende te houden. De post bijzondere lasten ad. € 0,05 miljoen bestaat met name uit de verwachte boekwaarde op verschrootte vaste activa.
Dotatie aan reserve Rijksrederij
Het verschil tussen de afschrijvingskosten en rentekosten op basis van historische kostprijs en de afschrijvingskosten en rentekosten op basis van vervangingswaarde wordt dit jaar naar verwachting volledig gedoteerd aan de voorziening groot onderhoud vaartuigen voor de investeringen die worden gevraagd om de bestaande vloot langer varende te houden.
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 551.288 | 187.873 | 0 | 739.161 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 2.822.231 | 160.657 | 213.489 | 3.196.377 | |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | ‒ 3.107.085 | ‒ 284.355 | ‒ 18.464 | ‒ 3.409.904 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | ‒ 284.854 | ‒ 123.698 | 195.025 | ‒ 213.527 |
Totaal investeringen (-/-) | ‒ 38.314 | ‒ 1.916 | 3.100 | ‒ 37.130 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 38.314 | ‒ 1.916 | 3.100 | ‒ 37.130 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Eenmalige storting door moederdepartement (+) | 8.600 | 0 | 0 | 8.600 | |
Aflossingen op leningen (-/-) | ‒ 16.855 | 1.173 | 566 | ‒ 15.116 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 36.400 | 1.820 | ‒ 2.945 | 35.275 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 28.145 | 2.993 | ‒ 2.379 | 28.759 |
5. | Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4) | 256.265 | 65.252 | 195.746 | 517.263 |
Toelichting
Operationele kasstroom
Hieronder vallen de ontvangsten en uitgaven uit de reguliere bedrijfsvoering.
De hogere ontvangsten operationele kasstroom ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2021 ad. € 213,5 miljoen worden met name veroorzaakt door de hogere ontvangsten van het moederdepartement. Voor meer toelichting wordt verwezen naar de post Omzet moederdepartement in het exploitatieoverzicht.
Investeringskasstroom
Hieronder vallen de investeringen in nieuwe en bestaande activa en de boekwaarden, boekwinsten en boekverliezen van de verschrootte en verkochte vaste activa.
De lagere investeringen ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2021 ad. € 3,1 miljoen worden veroorzaakt door vertraagde levering van desktop computers, laptops en I-pads.
Financieringskasstroom
Hieronder vallen alle geldstromen die te relateren zijn aan de financiering van RWS.
Het lagere beroep op de leenfaciliteit ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2021 ad. € 2,9 miljoen is met name het gevolg van de hierboven genoemde lagere investeringen.
5.2 Inspectie Leefomgeving en Transport
Baten | ||||
Omzet moederdepartement | 143.547 | ‒ 8.116 | 16.077 | 151.508 |
Omzet overige departementen | 831 | 0 | 329 | 1.160 |
Omzet derden | 23.869 | 0 | 0 | 23.869 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 13.116 | 13.116 | |
Totaal baten | 168.247 | 5.000 | 16.406 | 189.653 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 168.014 | 5.000 | 16.406 | 189.420 |
Personele kosten | 127.234 | 5.000 | 13.423 | 145.657 |
waarvan eigen personeel | 120.861 | 5.000 | 4.698 | 130.559 |
waarvan inhuur externen | 6.154 | 0 | 8.725 | 14.879 |
waarvan overige personele kosten | 219 | 0 | 0 | 219 |
Materiële kosten | 40.780 | 0 | 2.983 | 43.763 |
waarvan apparaat ICT | 221 | 0 | 0 | 221 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 19.779 | 0 | 597 | 20.376 |
waarvan overige materiële kosten | 20.780 | 0 | 2.386 | 23.166 |
Rentelasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Afschrijvingskosten | 123 | 0 | 0 | 123 |
Materieel | 123 | 0 | 0 | 123 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Immaterieel | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige lasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan dotaties voorzieningen | 110 | 0 | 0 | 110 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 168.247 | 5.000 | 16.406 | 189.653 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Baten
Omzet Moederdepartement
De hogere omzet van het moederdepartement met € 16,5 mln wordt veroorzaakt door:
- Bijdragen voor de versterking van het toezicht op de luchtvaart (NLVP, Drones, Cybersecurity en Slothandhaving) ad € 5,3 mln
- Bijdragen voor intensivering van het toezicht op milieu en leefbaarheid (€ 1,2 mln)
- Bijdragen voor intensiveringen op het gebied van openbaar vervoer en spoor (€ 2,5 mln)
- De compensatie voor loon- en prijsbijstelling (€ 3,2 mln)
- Hogere bijdragen aan KIWA (€ 1,0 mln)
- Compensatie voor de lagere opbrengsten vergunningverlening (€ 1,5 mln)
- Technische mutaties (o.a. overheveling van fte’s) van in totaal € 1,9 mln
Omzet overige departementen
De hogere omzet overige departementen wordt veroorzaakt door extra toezicht bij de Autoriteit Woningcorporaties (€ 0,3 mln).
Lasten
Personele kosten
De personele kosten stijgen met € 4,1 mln door de nieuwe taken en intensiveringen.
Materiële kosten
De materiële kosten stijgen met € 6,3 mln, onder andere door compensatie voor de financiering van Inspectieview (€ 1,2 mln) en compensatie voor Kiwa (€ 1,0 mln). Daarnaast zijn er hogere bijdragen voor de SSO.
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 39.825 | 9.021 | 0 | 48.846 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 163.413 | 5.000 | 16.885 | 185.498 | |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | ‒ 163.413 | ‒ 5.000 | ‒ 16.885 | ‒ 185.298 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 200 | 0 | 0 | 200 |
Totaal investeringen (-/-) | ‒ 200 | 0 | 0 | ‒ 200 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 200 | 0 | 0 | ‒ 200 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Eenmalige storting door moederdepartement (+) | 0 | 699 | 0 | 699 | |
Aflossingen op leningen (-/-) | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 0 | 0 | 0 | 0 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 0 | 699 | 0 | 699 |
5. | Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4) | 39.825 | 9.720 | 0 | 49.545 |
Toelichting
Ten opzichte van de 1e suppletoire begroting zijn er geen majeure wijzigingen in het kasstroomoverzicht.
5.3 Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut
Baten | ||||
Omzet moederdepartement | 53.953 | 5.684 | 3.322 | 62.959 |
Omzet overige departementen | 3.005 | ‒ 54 | 423 | 3374 |
Omzet derden | 30.533 | ‒ 1.522 | ‒ 1.707 | 27.304 |
Rentebaten | 0 | 0 | 2 | 2 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | ‒ | ‒ |
Bijzondere baten | 4.584 | ‒ 4.584 | ‒ | ‒ |
Totaal baten | 92.075 | ‒ 476 | 2040 | 93639 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 72.129 | ‒ 157 | ‒ 140 | 71831 |
Personele kosten | 40.879 | 757 | 658 | 42294 |
waarvan eigen personeel | 37.034 | 1.596 | ‒ 952 | 37.678 |
waarvan inhuur externen | 3.679* | ‒ 839 | 1.749 | 4.589 |
waarvan overige personele kosten | 166 | 0 | ‒ 139 | 27 |
Materiële kosten | 31.250 | ‒ 914 | ‒ 798 | 29.537 |
waarvan apparaat ICT | 5.465 | 833 | 423 | 6.721 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 4.439 | 299 | 699 | 5.437 |
waarvan overige materiële kosten | 21.346 | ‒ 2.046 | ‒ 1.921 | 17.379 |
Rentelasten | 0 | 0 | ‒ | ‒ |
Afschrijvingskosten | 3.202 | ‒ 319 | ‒ 182 | 2.700 |
Materieel | 2.816 | ‒ 184 | ‒ 436 | 2.196 |
waarvan apparaat ICT | 1.051 | ‒ 173 | ‒ 878 | ‒ |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 1.765 | ‒ 11 | 442 | 2.196 |
Immaterieel | 385 | ‒ 135 | 254 | 504 |
Overige lasten | 16.720 | ‒ | 2.914 | 19.634 |
waarvan aardobservatie | 16.720 | ‒ | 2.914 | 19.634 |
waarvan dotaties voorzieningen | 0 | 0 | ‒ | ‒ |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | ‒ | ‒ |
Totaal lasten | 92.051 | ‒ 476 | 2.592 | 94.166 |
Saldo van baten en lasten uit gewone bedrijfsvoering | 24 | ‒ | ‒ 552 | ‒ 527 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 24 | ‒ | ‒ | 25 |
Saldo van baten en lasten | ‒ | ‒ | ‒ 552 | ‒ 552 |
Toelichting
Baten
Omzet Moederdepartement
De stijging wordt met name veroorzaakt door een hogere omzet EUMETSAT (€ 2,9 mln.) omdat de contributies hoger uitvallen, een opbrengsten voor vulkaanmonitoring (€ 0,5 mln.) en hybride werken (€ 0,4 mln.) en loon- en prijsbijstelling (€ 0,5 mln.). Daar staat een verlaging tegenover door vertraging in de uitvoering van de Strategische programma's I-strategie en EWC (€ 1,2 mln.) onder andere omdat het vullen van vacatures van deze specialistische rollen lastiger is dan verwacht in de huidige markt
Omzet overige departementen
De stijging komt met name door de bijdrage vanuit het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor extra projecten met betrekking tot effecten mijnbouw (€ 0,2 mln.) en hogere inzet voor bestaande werkzaamheden voor het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (€ 0,2 mln.).
Omzet derden
Verlaging van de baten komt met name door het achterblijven van het maatwerk. Als gevolg van COVID-19 is het Luchtvaart contract gereduceerd met 5% (baten en lasten), verwachte onderschrijding € 1,0 mln. De overige onderschrijding (€ 0,7 mln.) wordt vooral veroorzaakt doordat er minder nieuwe opdrachten worden verkregen dan eerder begroot.
Lasten
Personele kosten
Lagere personeelskosten door lagere bezetting (€ 0,7 mln.) en lagere reiskosten, opleidingskosten e.d. (€ 0,6 mln.) dan begroot. Dit wordt deels teniet gedaan door een dotatie verlofreservering (€ 0,35 mln.). Externe inhuur ligt € 1,8 mln. hoger dan begroot door achterstand bij werving van vast personeel, zowel voor vernieuwingsprojecten als voor de operationele activiteiten (continuïteit).
Materiële kosten
De kosten apparaat ICT nemen toe door een overschrijding op de IT-kosten SSC-Campus (€ 0,4 mln.). De kosten Bijdrage SSO’s stijgen met € 0,7 mln. Er zijn kosten gerealiseerd voor inhuur bij de Uitvoeringsorganisatie Rijk, deze waren begroot onder inhuur. De verwachte kosten zijn € 0,6 mln. De overige materiele kosten zijn € 2,9 mln. lager door diverse projecten en activiteiten met lagere kosten (onder andere EWC, I-strategie en luchtvaart). Dit wordt deels gecompenseerd door extra kosten voor HGIS 2022 (€ 0,4 mln.) en Hybride werken (€ 0,6 mln.).
Overige lasten
De overige kosten stijgen door een hogere contributie EUMETSAT (€ 2,9 mln.).
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 5.430 | 5.109 | ‒ | 10.539 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 5.702 | 362 | 1.479 | 6.883 | |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | ‒ 4.058 | ‒ 4.881 | ‒ 3.980 | ‒ 12.021 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 1.645 | ‒ 4.519 | ‒ 2.501 | ‒ 5.138 |
Totaal investeringen (-/-) | ‒ 2.500 | ‒ 930 | 0 | ‒ 3430 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 2.500 | ‒ 930 | 0 | ‒ 3430 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Eenmalige storting door moederdepartement (+) | 300 | 0 | 350 | 650 | |
Aflossingen op leningen (-/-) | ‒ 2.528 | 469 | 0 | ‒ 2059 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 2.500 | 930 | 0 | 3430 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 272 | 1.399 | 350 | 2.021 |
5. | Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4) | 4.847 | 1.059 | ‒ 2.151 | 3.993 |
Toelichting
Operationele kasstroom
De ontvangsten operationele kasstroom stijgen met € 1,2 miljoen door achterblijven van de strategische programma's. Daarnaast een stijging van € 0,3 miljoen door vertragingen bij een tweetal andere kleine programma's. De uitgaven operationele kasstroom zijn vooral verhoogd door lagere betaling EUROCONTROL als gevolg van COVID-19. Er werd al rekening gehouden met € 2,3 miljoen, maar de verwachting is nu dat dat nog € 4,8 miljoen hoger zal worden. Daarnaast zijn de uitgaven operationele kasstroom voor aardobservatie € 1,4 miljoen lager. Tenslotte is er een uitgave operationele kasstroom als gevolg van het verwachtte verlies van € 0,6 miljoen.
Financieringskasstroom
Van het moederdepartement wordt een bijdrage ontvangen van € 0,35 miljoen voor de kosten van de ophoging van de reservering verlofdagen als gevolg van COVID-19. Dit wordt als eenmalige storting moederdepartement verantwoord.