[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de verlenging Nederlandse bijdrage aan de vooruitgeschoven NAVO-aanwezigheid in Litouwen (Kamerstuk 29521-435)

Nederlandse deelname aan vredesmissies

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2021D44510, datum: 2021-11-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2021D44510).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2021Z19625:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2021D44510 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de aan de Minister van Defensie over de Verlenging Nederlandse bijdrage aan de vooruitgeschoven NAVO-aanwezigheid in Litouwen.

De fungerend voorzitter van de commissie,
Aukje De Vries

Adjunct-griffier van de commissie,
Mittendorff

I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

De leden van de VVD-fractie hebben geen vragen over de verlenging van de Nederlandse bijdrage aan de NAVO-aanwezigheid in Litouwen.

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief over de verlenging van de Nederlandse deelname aan enhanced Forward Presence in Litouwen. Deze leden hebben nog enkele vragen.

De leden van de D66-fractie zijn content met de multinationale defensiesamenwerking op Europees niveau in de vorm van de enhanced Forward Presence. Zij vragen hoe de huidige samenwerking tussen de verschillende landen verloopt. Voorts vragen deze leden welke leerprocessen wat betreft deze samenwerking kunnen worden gebruikt voor andere missies. Zouden de samenwerkingsvormen die momenteel vallen onder enhanced Forward Presence, zoals het Framework Nations Concept, ook gebruikt kunnen worden in Europees verband? Zo ja, kan de Minister toezeggen dat hij zich zal inzetten om deze samenwerkingsvormen in Europees verband te promoten? Zo vragen de leden van de D66-fractie.

De leden van de D66-fractie zijn benieuwd naar de visie van het kabinet aangaande het zogenaamde Framework Nations Concept. Zij vragen hoe de Minister oordeelt de Minister over dit concept. Voorts vragen deze leden hoe Duitsland haar rol als Framework Nation tijdens de enhanced Forward Presence-missie vervult. Verder stellen deze leden de volgende vragen. Welke lessen kunnen hieruit getrokken worden? Zou Nederland ook de rol als Framework Nation op zich kunnen nemen bij een NAVO-missie? Zo ja, wat voor missie zou dit behelzen? Hoe beoordeelt de Minister verder de mogelijkheid voor Nederland om de rol van Framework Nation op zich te nemen in de toekomst?

De leden van de D66-fractie achten de continue bijdrage aan enhanced Forward Presence als cruciaal voor zowel de veiligheid van de NAVO als de EU. Zij vragen hoe de Minister oordeelt over de huidige veiligheidsdreiging vanuit Rusland en op welke manier de Minister denkt dat de Nederlandse troepen, in het kader van de flexibele aanvullende inzet, kunnen bijdragen aan het bestrijden van de hybride aanvallen vanuit Rusland.

De leden van de D66-fractie delen de mening dat de geopolitieke situatie in de Baltische staten potentieel fragiel is en de zogenaamde Suwalski corridor een belangrijk pijnpunt is in een eventuele Russische escalatie. Zij vragen hoe de Minister deze situatie beoordeeld. Voorts stellen deze leden de volgende vragen. Wat is de Nederlandse definitie van een escalatie binnen de enhanced Forward Presence- missie? Waar is deze definitie op gebaseerd? Zijn er verder gesprekken in NAVO als EU verband om deze risico’s te mitigeren? Zo nee, kan de Minister toezeggen dat hij deze onderwerpen zal aankaarten? Wat is de rol van de Nederlandse troepen in een eventuele Russische escalatie? Welke bevoegdheden heeft Nederlandse Chemische Biologische Radiologische Nucleaire (CBRN) in een dergelijke escalatie? Zijn er verder scenario’s uitgedacht om onze Nederlandse troepen bij een dergelijke escalatie zo goed mogelijk te ondersteunen?

De leden van de D66-fractie zijn content met de flexibele aanvullende inzet en het idee van experimentele capaciteit. Deze leden vragen welke onderdelen van de Nederlandse krijgsmacht het meest zullen profiteren van een dergelijke inzet en welke praktische lessen er hierbij kunnen worden geleerd. Voorts vragen de leden van de D66-fractie op welke manieren deze aanvullende eenheden samenwerken met andere landen en welke lessen er uit deze samenwerking kunnen worden getrokken.

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief over de verlenging van de Nederlandse bijdrage aan de vooruitgeschoven NAVO-aanwezigheid in Litouwen. Deze leden hebben nog enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de CDA-fractie steunen de Nederlandse inspanningen binnen de NAVO-missie enhanced Forward Presence in Litouwen en delen de opvatting dat een meerjarige verlenging van belang is om langdurige betrokkenheid uit te stralen, de (operationele) continuïteit van de inzet te behouden en om hierover duidelijkheid te scheppen naar de bondgenoten.

De leden van de CDA-fractie maken zich zorgen over het in de brief geschetste dreigingsbeeld. Deze leden vragen in welke mate Rusland de NAVO nog op de hoogte stelt van Russische oefeningen aan de grens van het NAVO-verdragsgebied. Tevens vragen deze leden of de NAVO goed zicht heeft op de Russische militaire activiteiten in Belarus, Oblast Kaliningrad en op de Oostzee.

De leden van de CDA-fractie delen de zorgen van de Litouwse Minister van Buitenlandse Zaken Gabrielius Landsbergis dat de nieuwe EU sancties tegen Belarus mogelijk kunnen leiden tot Poolse toestanden aan de Litouwse grens. Deze leden vragen of hier ook in NAVO verband over wordt gesproken. Voorts vragen deze leden of er een rol is voor de enhanced Forward Presence indien er een grote migrantenstroom richting Litouwen gaat plaatsvinden vragen deze leden.

De leden van de CDA-fractie zijn blij dat, vanwege de goede trainingsmogelijkheden in Litouwen, de operationele gereedheid van naar Litouwen uitgezonden eenheden de komende jaren wordt verhoogd. Door de coronabeperkingen is er het afgelopen jaar wel geoefend, maar met name in Nederland en in kleinere verbanden. Dit heeft geleid tot een algehele afname van de geoefendheid. Met de recente heropleving van het coronavirus vragen de leden van de CDA-fractie op welke wijze de geoefendheid van de troepen die niet deelnemen aan enhanced Forward Presence weer op peil wordt gebracht.

De leden van de SP-fractie betreuren de beslissing om het debat over verlenging en verhoging van het Nederlandse enhanced Forward Presence-contingent in Litouwen schriftelijk te houden. Bovendien zijn de leden van de SP-fractie het oneens met het feit dat de demissionaire regering deze beslissing neemt. In het licht van de geopolitieke actualiteit achten deze leden een fysiek Kamerdebat van het grootste belang.

De leden van de SP-fractie menen dat de spanningen aan de grens van Litouwen en Rusland en eveneens van Polen en Wit-Rusland van twee kanten komen. De opsomming van de oefeningen in Rusland moet in de ogen van deze leden in het licht van deze analyse worden gezien. Deze leden achten het nodig de contacten met Rusland te heropenen en maximaal in te zetten op diplomatieke inspanningen. Dat neemt niet weg dat er spanningen zijn, maar in het licht van 30 jaar Europese geschiedenis is het volgens deze leden beter in te zetten op ontwapening in plaats van nieuwe troepenconcentraties vanwege de escalerende werking.

De leden van de SP-fractie vragen waarom voor een verlenging met drie jaar is gekozen en voor één jaar. In het al gememoreerde kader van de demissionaire status van het kabinet geldt dat volgens deze leden ook voor de verhoging van het mandaat en vergroting van de missie.

Zij vragen of er behalve de verlenging van de termijn met drie jaar ook een beleidsplan is om in die drie jaar een diplomatieke oplossing te vinden zodat de troepen uit Litouwen kunnen terugtrekken. Zo nee, waarom wordt daarop niet geanticipeerd? Zij vragen of de Minister een diplomatiek initiatief kan presenteren dat een einde maakt aan wat hoe dan ook een gevaarlijke situatie is. Als er geen diplomatieke planning voor ontspanning is, dan vragen de leden van de SP-fractie of de Minister dan de opvatting deelt dat hier sprake is van ad hoc politiek zonder horizon. Voorts stellen deze leden de volgende vragen. Voorziet de regering een (semi-) permanent verblijf in Litouwen, Nederland is er al sinds 2017? Deelt de regering het inzicht dat dit een soort herhaling van de geschiedenis is. Daarbij verwijzen de leden van de SP-fractie naar het militaire verblijf van Nederlandse troepen in West-Duitsland, vanaf de jaren 60. Dat was een vorm van «voorwaartse verdediging» en die duurde uiteindelijk zo’n 30 jaar. Deze leden vragen of de Minister van mening is dat het hier om voorwaartse verdediging gaat. Voorts vragen zij aan te geven wat het verschil is met de situatie van het gedeelde Duitsland in de Koude Oorlog.

Met betrekking tot de verhoging van het mandaat en de uitbreiding van het aantal troepen en hun specialisaties vragen de leden van de SP-fractie of er ook wordt ingezet op offensieve cyber-oorlogvoering. Indien dat het geval is, dan vragen deze leden of de Minister bereid is, desnoods vertrouwelijk, nadere inlichtingen te verschaffen aan de Kamer. Voorts vragen deze leden of de Minister de opvatting deelt dat dat een hogere stap op de escalatieladder zou zijn.

De leden van de GroenLinks-fractie danken de regering voor het toezenden van het voornemen om de Nederlandse bijdrage aan enhanced Forward Presence in Litouwen te verlengen en uit te breiden. Deze leden stellen hierover graag enkele vragen.

De leden van de GroenLinks-fractie merken op dat een groot deel van de (publiek zichtbare) agressie van Rusland zit in het zonder toestemming binnendringen van het luchtruim met militaire vliegtuigen. Deze leden vragen in hoeverre de enhanced Forward Presence in Litouwen nu een luchtmacht-component heeft en wat de omvang daarvan is. Deze leden vragen of het, in het licht van de stikstofproblematiek en geluidshinder met het uitvoeren van oefeningen met F-16»s en F-35»s in Nederland, niet mogelijk en wenselijk is om meer te oefenen in de lucht binnen de kaders van enhanced Forward Presence, aangezien de Baltische staten juist grote waarde hechten aan oefeningen aldaar vanwege de afschrikkende werking.

De leden van de GroenLinks-fractie vragen in welke mate enhanced Forward Presence in Litouwen een rol heeft in de grensbewaking ten opzichte van migranten. Werkt de NAVO-missie mee aan het opbouwen of versterken van grenscontrole-mechanismen, zo vragen deze leden.

De leden van de GroenLinks-fractie vragen of de Minister een garantie kan geven dat Nederlandse militairen niet zullen meewerken aan een vorm van grensmanagement in Litouwen die in strijd is met het EVRM. Indien de Minister deze garantie niet kan geven, vragen zij waarom niet en wat er voor nodig is om deze garantie alsnog te geven.

Tot slot vragen de leden van de GroenLinks-fractie naar het perspectief voor 2025 en verder. Deze leden vragen welke diplomatieke (of anderszins) stappen recent zijn gezet om tot een de-escalatie met Rusland te komen. Deze leden vragen of de Minister nieuwe kansen ziet om te de-escaleren, of dat hij ook voor na 2025 een NAVO-presentie in de Baltische staten voor zich ziet.

Het lid van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van het besluit de deelname aan enchanced Forward Presence te verlengen met drie jaar en de inzet van militairen te verhogen. Dit lid staat er positief tegenover dat deze missie verlengd wordt, zodat we onze verplichtingen met betrekking tot ons NAVO-lidmaatschap nakomen en onze militairen daar de gelegenheid hebben om in NAVO -verband samen te werken.

Het lid van de BBB-fractie vraagt of de veranderende veiligheidssituatie van de ontwikkelingen bij de grenssituatie met Wit-Rusland mogelijk ook invloed heeft op het karakter van de Litouwen missie. Indien dat het geval is, vraagt dit lid op welke manier de Minister daar nu rekening mee heeft gehouden. Zo nee; waarom niet, zo vraagt dit lid.

Volgens het lid van de BBB-fractie is gebleken dat er wellicht te vroeg is overgegaan tot de verkoop van Leopard tanks in het verleden, getuige het feit dat Nederland deze nu terug moet huren van Duitsland. Dit lid verneemt van defensiepersoneel dat Nederland hierdoor minder op waarde wordt geschat als strategisch partner. Het lid van de BBB-fractie vraagt of de Minister kan uitleggen op welke wijzen er nadelige impact is op deze missie door het verkopen van 119 Leopardtanks in 2012. Voorts vraagt dit lid op welke wijze de Minister de inzichten die uit deze situatie voortvloeien gaat integreren in toekomstig beleid, om dergelijke missers in de toekomst te voorkomen.