Antwoord op vragen van het lid Kathmann over de verwarring die ontstaan is over welke dienst er bij de politie verantwoordelijk is voor de aanpak van ondermijning
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2021D44733, datum: 2021-11-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20212022-822).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van zaak 2021Z18415:
- Gericht aan: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Indiener: B.C. Kathmann, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
822
Vragen van het lid Kathmann (PvdA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de verwarring die ontstaan is over welke dienst er bij de politie verantwoordelijk is voor de aanpak van ondermijning (ingezonden 25 oktober 2021).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 19 november 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 672.
Vraag 1
Kent u het bericht «Politiebond is woedend»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het voor iedereen bij de politie en het Openbaar Ministerie (OM) haarfijn duidelijk moet zijn wat het werkterrein, de taken, de competenties en bevoegdheden van respectievelijk het Multidisciplinair Interventie Team (MIT), de Taskforce Aanpak Criminele Machtsstructuren (ACM) en het Strategisch Kenniscentrum voor Georganiseerde en Ondermijnende Criminaliteit in oprichting zijn of gaan worden? Zo ja, waarom is dat dan klaarblijkelijk niet het geval? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Het multidisciplinair interventieteam (MIT) en strategisch kenniscentrum georganiseerde, ondermijnende criminaliteit (SKC) maken onderdeel uit van het breed offensief tegen georganiseerde, ondermijnende criminaliteit en zijn op dit moment nog in oprichting. Vanzelfsprekend dienen de (uiteindelijke) werkzaamheden voor alle partijen duidelijk te zijn. De taskforce aanpak criminele machtsstructuren betreft geen nieuw organisatieonderdeel maar is een samenwerking vanuit de diensten van de Landelijke Eenheid (LE) en staat onder het bevoegd gezag van het Landelijk Parket (LP). In juli heeft de LE in samenspraak met het LP besloten tot een gerichte aanpak met een her prioritering en -verdeling van haar capaciteit naar aanleiding van de urgentie die ontstond na de moord op Peter R. de Vries. Dit past binnen de huidige taakstelling van de LE.
Vraag 3
Kunt u in duidelijke bewoordingen in een schema aangeven wat het werkterrein, de taken, de competenties en bevoegdheden van de genoemde organisaties zijn?
Antwoord 3
Strategisch kenniscentrum (SKC) Entiteit: Over de organisatorische positionering van het SKC wordt nog een besluit genomen. |
Beleidsmatige strategische kennisontwikkeling, kennisverspreiding en advisering. | Integrale en strategisch beelden opstellen over de aard, omvang, trends, ontwikkelingen en dreigingen met betrekking tot georganiseerde ondermijnende criminaliteit. | Geen wettelijke bevoegdheden. De strategische beelden zijn bedoeld om bestuur, gezag en partners te faciliteren bij het maken van strategische en tactische keuzes, de prioritering op langere termijn en het formuleren van doelstellingen. | Geen formele (organisatie) competenties. Gezien de fase van ontwikkeling worden deze later vastgesteld. |
Multidisciplinair interventieteam (MIT) Entiteit: Samenwerkingsverband o.g.v. gegevensdeling en operaties (korte termijn) Eigen bevoegdheden op het gebied van informatieverwerving en verwerking (lange termijn) |
Operationeel | Blootleggen en duurzaam verstoren van criminele structuren, bedrijfsprocessen en verdienmodellen die verweven zijn met of misbruik maken van legale structuren en de legale economie | Wettelijke bevoegdheden van deelnemende organisaties (politiewet, algemene douanewet, algemene wet rijksbelasting etc.) Voor wat betreft gegevensdeling toegepast op basis van een convenant voor de gegevensdeling. Een instellingsbesluit voor het beheer en de aansturing van de geoormerkte capaciteit t.b.v. de samenwerking |
Maken van integrale data-analyses voor systeem – of operationele interventies gericht op verstoren van criminele bedrijfsproces. Uitgevoerd/gepleegd door de deelnemende organisaties en/of partners |
Taskforce aanpak criminele machtsstructuren Entiteit: Samenwerking in de vorm van een overkoepelend strafrechtelijk onderzoek vanuit de diensten van de Landelijke Eenheid van de politie onder het bevoegd gezag van het Landelijk Parket (LP) van het Openbaar Ministerie |
Operationeel | Artikel 3 politiewet; Opsporen van strafbare feiten Meer specifiek m.b.t. de taskforce: de aanpak van zware, georganiseerde criminaliteit. Daarnaast hebben de diensten van de Landelijke Eenheid een breder scala aan taken op het gebied van regio-overschrijdend en specialistisch politiewerk |
Bijzondere opsporingsbevoegdheden Wetboek van strafvordering |
Opsporen, aanhouden van verdachten van strafbare feiten. |
Vraag 4
Deelt u de mening dat iedere competentiestrijd, tussen verschillende onderdelen waar de politie in vertegenwoordigd is, uit den boze zou moeten zijn omdat dat de effectiviteit van de opsporing niet ten goede kan komen? Deelt u dan ook de mening dat bij de politieleiding allen neuzen dezelfde kant op moeten staan? Zo ja, hoe gaat u hiervoor zorgen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Ja deze mening deel ik. Voor een effectieve aanpak van de georganiseerde, ondermijnende criminaliteit is een integrale, multidisciplinaire aanpak op alle niveaus noodzakelijk. Om versnippering van beschikbare capaciteit en informatie tegen te gaan is een overheidsbrede bundeling van de informatie, capaciteit, bevoegdheden en coördinatie van alle relevante diensten/organisaties noodzakelijk. De samenwerking tussen de deelnemende organisaties in het MIT en SKC geeft hieraan invulling op (inter)nationaal niveau. Onderlinge concurrentie en geruzie over wie welke taak heeft zijn hiervoor niet bevorderlijk. Zoals uw Kamer tijdens het rondetafelgesprek van 16 september jl. heeft kunnen vernemen steunt de politie het gedachtegoed achter, de samenwerking in en de uitgangspunten van het MIT.
Vraag 5
Wie is voor buitenlandse diensten op dit moment het aanspreekpunt bij de politie in Nederland?
Antwoord 5
Verschillende overheidsorganisaties zijn betrokken bij de aanpak van de internationale georganiseerde, ondermijnende criminaliteit. Deze organisaties hebben zowel opsporing als toezicht- en handhaving tot taak. Voor de politiële rechtshulp verloopt het contact met buitenlandse politiediensten via het Landelijk informatie en rechtshulp centrum (LIRC) bij de LE. De justitiële rechtshulp verloopt via het internationaal rechtshulpcentrum bij het OM. De belastingdienst en de douane hebben voor de internationale samenwerking met buitenlandse diensten een eigen internationale afdeling.
Vraag 6
Is het waar dat zowel het MIT als het nieuwe kenniscentrum inzage in de hoeveelheid data uit criminele chatdiensten zoals Encrochat en Sky willen? Zo ja, waarom zijn meerdere diensten hiermee bezig en is dit efficiënt omgaan met de beschikbare capaciteit bij de politie? Zo nee, wat is dan niet waar?
Antwoord 6
Momenteel wordt juridisch onderzocht of de data verkregen uit de genoemde opsporingsonderzoeken door de deelnemende organisaties in het MIT kan worden gebruikt voor gezamenlijke analysedoeleinden, en onder welke voorwaarden en waarborgen binnen de bestaande kaders. Deze analyses zijn voornamelijk gericht op het verkrijgen van een diepgaand inzicht in criminele fenomenen en dus niet direct op het starten van nieuwe opsporingsonderzoeken. Wanneer de data breder beschikbaar kan worden gesteld, kan optimaal gebruik worden gemaakt van de inzichten verkregen uit deze data. Ook kan de schaarse analysecapaciteit hierdoor worden ontlast.
Vraag 7
Deelt u de mening van de voorzitter van de Nederlandse politiebond dat er sprake is van «het falende leiderschap en de verfoeilijke cultuur waar we keihard vanaf moeten»? Zo ja, wat gaat u doen om hierin verandering te brengen? Zo nee, waarom deelt u die mening niet?
Antwoord 7
De politie werkt daar waar nodig aan de ontwikkeling tot meer openheid, wederzijds vertrouwen en duidelijk leiderschap. Dat steun ik en ik spreek daar regelmatig met de Korpsleiding over.
Vraag 8
Begrijpt u de uitspraak van de voorzitter van de Nederlandse politiebond dat duizenden professionals bij de politie zich «de vouwen uit hun broek» werken in de bestrijding van ondermijning terwijl leidinggevenden zich eerder laten leiden door hun «ego, hun eigen team, dienst, eenheid of zelfs korps»? Zo ja, waarom begrijpt u die uitspraak? Zo nee, waarom begrijpt u die niet?
Antwoord 8
Alle professionals werken met toewijding aan de aanpak van ondermijning. Het is van groot belang dat professionals op de werkvloer actieve steun ervaren van hun leidinggevenden tijdens de uitoefening van hun wettelijke taak. Zeker daar waar het gaat om de aanpak van ernstige vormen van criminaliteit, zoals de aanpak van de georganiseerde misdaad.
Vraag 9
Waarom heeft het hoofd van de Landelijke Recherche het over «dedicated officieren van justitie» die vrijgemaakt zijn om de onderzoeken aan te sturen terwijl het Landelijk Parket zegt liever niet te spreken van termen als een taskforce of dedicated officieren? Hoe kan daar verwarring over bestaan? Bestaan die taskforce en de dedicated officieren?
Antwoord 9
De taskforce aanpak criminele machtsstructuren betreft geen nieuw organisatieonderdeel maar is een samenwerking vanuit de diensten van de Landelijke Eenheid (LE) en staat onder het bevoegd gezag van het Landelijk Parket (LP). In juli heeft de LE in samenspraak met het LP besloten tot een gerichte aanpak met een her prioritering en -verdeling van haar capaciteit naar aanleiding van de urgentie die ontstond na de moord op Peter R. de Vries.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van het lid Helder (PVV), ingezonden 22 oktober 2021 (vraagnummer 2021Z18369).
AD/Haagsche Courant, 22 oktober 2021↩︎