Preview document (🔗 origineel)

---

Tweede Kamer der Staten-Generaal	2
Vergaderjaar 2021-2022

35 334 Problematiek rondom stikstof en PFAS

Nr. 169 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 november 2021

Tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 18 november 2021 heeft het lid Omtzigt aan het kabinet gevraagd om een toelichting op plannen aangaande het stikstofbeleid, zoals deze momenteel in de kabinetsformatie zouden worden besproken. Het lid Omtzigt vroeg aandacht voor het grote belang van agrarische bedrijven en mensen die de natuur willen beschermen om inzicht te krijgen in deze plannen.

Voor informatie aangaande de kabinetsformatie verwijs ik u naar de informateurs, die in opdracht van uw Kamer zijn aangesteld. Het kabinet biedt op verzoek van de informateurs ondersteuning door het verstrekken van informatie. Openbaarmaking van de opgevraagde informatie zal plaatsvinden na afloop van de formatie.

Op dit moment wijs ik u echter graag op de brief over de voortgang van de stikstofproblematiek die ik vorige week naar uw Kamer hebt gestuurd (voorlopig kenmerk 2021Z20307). Conform de toezegging daarover tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen (Handelingen II 2021/22 nr. 3, Items 2 en 5) ga ik in die brief zowel in op de reeds genomen stappen in het stikstofreductiebeleid, als op de voorbereidingen voor een vervolgaanpak die voor een volgend kabinet zijn getroffen. Ik heb uw Kamer ook de analyses toegezonden die kennisinstellingen hebben gemaakt ten behoeve van de vervolgaanpak in het stikstofdossier.

Met deze analyses is het belang van een aantal aspecten van een vervolgaanpak stikstof nader geduid. Het gaat onder andere om het ruimtelijk en gebiedsgericht richten van instrumenten, maar ook om het verkrijgen van meer inzicht in de herkomst van stikstofbelasting vanuit diverse sectoren op de natuur. De rapporten geven indicatief ook een beeld van de effecten van diverse maatregelenpakketten en een beeld van de sociaaleconomische consequenties en het toekomstperspectief voor in het bijzonder de landbouwsector. Het is aan de informateurs en de onderhandelende partijen om deze informatie te betrekken bij de totstandkoming van een regeerakkoord en de formatie van een nieuw kabinet.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten