Uitstel beantwoording vragen commissie over de reactie op de motie van de leden Westerveld en Ceder over afspraken met schuldeisers om vordering van financiële compensatie te voorkomen
Jeugdzorg
Brief regering
Nummer: 2021D45363, datum: 2021-11-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31839-811).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 31839 -811 Jeugdzorg.
Onderdeel van zaak 2021Z21275:
- Indiener: S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
- Volgcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2021-11-30 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-12-02 14:00: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2023-09-05 15:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
| Vergaderjaar 2021-2022 |
31 839 Jeugdzorg
Nr. 811 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 november 2021
Op 12 november jl. ontving ik van uw Vaste Kamercommissie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport schriftelijke vragen over mijn brief van 15 oktober 2021 inzake de uitvoering van de motie van de leden Westerveld en Ceder over het maken van afspraken met schuldeisers om vordering van financiële tegemoetkomingen te voorkomen (Kamerstuk 31 839, nr. 790).1 De vragen gingen gepaard van het verzoek om de antwoorden op deze vragen voorafgaand aan het Wetgevingsoverleg, onderdeel Jeugd, op 29 november 2021 aan de Kamer te sturen.
Aan dit laatste verzoek kan ik niet voldoen. Het maken van zorgvuldige en met meerdere departementen afgestemde antwoorden op deze vragen vergt helaas meer tijd. Ik zal uw Kamer de antwoorden uiterlijk 13 december 2021 toesturen.
De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker
Kamerstuk 31 839, nr. 810↩︎