Preview document (🔗 origineel)

---

Tweede Kamer der Staten-Generaal	2
Vergaderjaar 2021-2022

30 234 Toekomstig sportbeleid

Nr. 289 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 november 2021

In het commissiedebat op 29 juni 2021 (Kamerstuk 30 234, nr. 275) heeft mijn voorganger toegezegd u per brief te informeren over het proces van de verdiepingsslag ten behoeve van het toekomstig sportbeleid en een mogelijke Sportwet. Tevens is de motie Van der Laan c.s. (Kamerstuk 30 234, nr. 268) aangenomen waarin gevraagd is in de verdiepingsslag de reikwijdte en effecten van een mogelijke Sportwet te onderzoeken. In deze brief licht ik het proces en de inhoud van de verdiepingsslag nader toe.

Relevante ontwikkelingen in de sport

De wereld van sport is volop in ontwikkeling. De betekenis van sport in de samenleving en de verwachtingen van Nederlanders van sport zijn sterk veranderd en zullen verder veranderen. Recente ontwikkelingen als corona en de zorgwekkende situatie onder de jeugd als het gaat om overgewicht en beweegarmoede hebben de noodzaak om meer mensen aan het sporten en bewegen te krijgen versterkt.

De sportwereld is van oorsprong van onderaf georganiseerd. Overheden hebben daarin vooral faciliterend en stimulerend opgetreden. De ontwikkelingen in de sport maken dat in uw Kamer de vraag speelt hoe overheden en sport zich tot elkaar verhouden. Mede in navolging van het advies «de opstelling op het speelveld» van de NLsportraad, bestaat de wens om de rollen op het gebied van kwaliteit, veiligheid en toegankelijkheid te herijken, om daarmee het sportstelsel te versterken en te verbeteren.

Ik heb inmiddels een proces opgestart waarin ik op uw verzoek zal onderzoeken of en in hoeverre wetgeving een bijdrage zou kunnen leveren aan de opgaven waar we binnen de sport voor staan. En tevens naar de manier waarop sport en overheden zich hierin tot elkaar moeten verhouden om optimaal te kunnen samenwerken. Daarbij wordt het advies van de Nlsportraad als basis benut.

Maatschappelijke doelstellingen

In overleg met een aantal belangrijke partners in het sportveld NOC*NSF¹, VSG/VNG², NL Actief³) is besproken welke probleemstelling en vragen in de verdiepingsslag aan de orde moeten komen. Hierbij is naar voren gekomen dat de meerwaarde van een wettelijk kader vooral bezien moet worden in het licht van de (maatschappelijke) doelstellingen. Welke doelstellingen worden met sport en bewegen nagestreefd? Welke kansen en knelpunten zijn er? En wat is nodig om deze knelpunten op te lossen om zo de doelstellingen te behalen? Wat zijn hierin de taken en verantwoordelijkheden? En welke behoren bij de overheid en welke bij de sport zelf? Pas na het beantwoorden van deze vragen kan onderzocht worden of wetgeving een rol kan spelen in de oplossingen.

Zoals mijn voorganger in de brief d.d. 11 juni 2021⁴ heeft aangegeven is het van belang eerst de doelstelling(en) helder te hebben. Voordat overgegaan wordt tot wetgeving moet helder zijn wat we willen bereiken, of overheidsinterventie gerechtvaardigd is en zo ja, welke instrumenten we daarvoor willen gebruiken. Door de verdiepingsslag aan te vliegen vanuit een verkenning naar knelpunten, doelstellingen en oplossingsrichtingen wordt ook aangesloten bij het IAK (Integraal Afwegingskader voor Beleid en Wetgeving⁵), waarmee de kwaliteit van nieuw beleid en wetgeving wordt geborgd. Het advies van de NLsportraad biedt hiervoor goede aanknopingspunten.

Werkwijze

Dit alles heeft geleid tot de volgende werkwijze. De verdiepingsslag bestaat uit een voorbereidingsfase, een serie thematische bijeenkomsten en een analysefase. We hanteren hierbij de in de motie opgenomen thema’s kwaliteit, veiligheid en toegankelijkheid. Belangrijke onderwerpen als diversiteit en inclusiviteit krijgen binnen de thema’s een belangrijke plek. Tijdens de bijeenkomsten worden per thema de knelpunten en doelstellingen nader gedefinieerd. Vervolgens worden oplossingsrichtingen geïnventariseerd. In de huidige voorbereidingsfase wordt samen met NOC*NSF, Platform Ondernemende Sportaanbieders, Kenniscentrum Sport en Bewegen, het Mulier Instituut en de NLsportraad geïnventariseerd of de drie thema’s volstaan of aangevuld moeten worden. We trekken hierin samen op met het onlangs opgerichte Expertiseteam Toekomstig Sportbeleid van de VNG en provincies. De thematische bijeenkomsten zullen, na een Kick-Off, plaatsvinden in de periode februari 2022 – maart 2022. We brengen naast inhoudelijke experts op het domein van sport en bewegen ook andere relevante partijen samen, bijvoorbeeld uit de domeinen zorg, welzijn en onderwijs, werkgevers en vakbonden.

We betrekken – onder andere in samenwerking met het Kenniscentrum Sport en Bewegen- nadrukkelijk ook de «eindgebruiker» ofwel de doelgroepen die profijt zouden moeten hebben van de verbeteringen in het sportstelsel. Dat betekent dat hun leefwereld en vragen leidend zijn in de verdiepingsslag om te voorkomen dat we enkel redeneren vanuit het bestaande aanbod. Ook het perspectief van de professionals en vrijwilligers die het sport- en beweegaanbod dagelijks vorm geven wordt expliciet meegenomen.

Vervolg

De uiteindelijke analyse van kansen en knelpunten wordt door juridische experts getoetst op de meerwaarde die wet- en regelgeving kan bieden boven andere mogelijke instrumenten. Deze vindt plaats in de periode mei-juni 2022. Het resultaat is een overzicht van doelstellingen, knelpunten, oplossingen en daarbij behorende scenario’s. De uitkomsten bespreek ik graag met uw Kamer. Ik stuur u als bijlage een schematische weergave van de verdiepingsslag⁶.

Ik hoop u met deze brief voldoende geïnformeerd te hebben over de wijze waarop ik vorm geef aan de verdiepingsslag.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis

---

1. Nederlands Olympisch Comité – Nederlandse Sport Federatie↩︎

2. Vereniging Sport en Gemeenten / Vereniging Nederlandse Gemeenten↩︎

3. Branchevereniging van erkende en ondernemende sport- en beweegbedrijven↩︎

4. Kamerstuk 30 234, nr. 264↩︎

5. Volgens het IAK moeten zeven vragen beantwoord te worden: Wat is de aanleiding?, Wie zijn er betrokken?, Wat is het probleem?, Wat is het doel?, Wat rechtvaardigt overheidsinterventie?, Wat is het beste instrument?, Wat zijn de gevolgen?↩︎

6. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎