Zevende Voortgangsrapportage Natuur
Natuurbeleid
Brief regering
Nummer: 2021D46468, datum: 2021-11-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-33576-253).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 33576 -253 Natuurbeleid.
Onderdeel van zaak 2021Z21797:
- Indiener: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2021-12-01 14:05: Aansluitend aan de Stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-12-15 11:15: Procedurevergadering LNV (per videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2022-02-10 16:00: Natuur (Commissiedebat), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2022-02-17 17:14: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
33 576 Natuurbeleid
Nr. 253 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 november 2021
Hierbij bied ik uw Kamer, in afstemming met de provincies, de zevende Voortgangsrapportage Natuur aan1. Deze voortgangsrapportage informeert uw Kamer over de stand van zaken bij de uitvoering van de afspraken zoals overeengekomen in het Natuurpact en overige onderdelen van het natuurbeleid. De rapportage heeft als peildatum 1 januari 2021.
In deze brief ga ik nader in op achtereenvolgens de belangrijkste uitkomsten uit de voortgangsrapportage, op de Taskforce versnelling inrichting restopgave 80.000 hectare extra natuur en op de stand van zaken met betrekking tot de moties en toezeggingen die gerelateerd zijn aan de Voortgangsrapportage Natuur.
Belangrijkste uitkomsten zevende Voortgangsrapportage Natuur
In het rapportagejaar 2020 hebben provincies, het Rijk en andere maatschappelijke partners substantiële stappen gezet bij het realiseren van meer en betere natuur in Nederland. Desalniettemin blijft het uitvoeringstempo van de inrichting van extra natuur een punt van zorg en aandacht. Datzelfde geldt voor de verbetering van de kwaliteit van de natuur en het biodiversiteitsherstel.
Van de in het Natuurpact overeengekomen uitbreidingstaakstelling van het Natuurnetwerk Nederland van minimaal 80.000 hectare was op 1 januari 2021 44.321 hectare gerealiseerd, waarmee de restanttaakstelling voor de jaren 2021 tot en met 2027 dus 35.679 hectare bedraagt. In het jaar 2020 is 2.850 extra natuur binnen het Natuurnetwerk Nederland ingericht. De totale omvang van de natuur in het Natuurnetwerk Nederland bedroeg op 1 januari 2021 698.253 hectare. Hoewel de natuur binnen het Natuurnetwerk Nederland dus gestaag uitbreidt, is het jaarlijkse tempo van de groei te laag om de afgesproken doelstelling voor 2027 te halen.
Niet alleen de omvang van het areaal natuur is van belang, ook de kwaliteit van de natuur en de daarvoor noodzakelijke milieucondities en ruimtelijke condities zijn een belangrijk aandachtspunt. In hoofdstuk 3 is, op basis van de door uw Kamer gewenste indicatoren, in beeld gebracht wat de stand van zaken is wat betreft de kwaliteit van de natuur. Helaas is de kwaliteit op veel plekken nog onvoldoende. Ontoereikende condities, door verdroging, verzuring, vermesting en versnippering zijn hiervoor een belangrijke verklaring.
Mede om dat tij te keren heeft het kabinet in 2020 besloten tot een langetermijnaanpak stikstof. Onderdeel hiervan is het Programma Natuur, een pakket van ongeveer € 3 miljard in de periode tot en met 2030, aanvullend op de afspraken uit het Natuurpact, bedoeld voor extra natuurherstel en -ontwikkeling, met name in en rondom stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden. De eerste fase van het programma Natuur is inmiddels van start gegaan.
Taskforce versnelling inrichting restopgave 80.000 hectare extra natuur
Zoals in de voortgangsrapportage en hierboven vermeld, is het tempo van de jaarlijkse uitbreiding van het Natuurnetwerk Nederland te laag om het overeengekomen doel van minimaal 80.000 hectare in 2027 te halen. Om in de resterende zeven jaar de nog ontbrekende 35.679 hectare nieuwe natuur te realiseren, is een substantiële versnelling van de uitvoering noodzakelijk.
Provincies en Rijk zijn, samen met terreinbeherende organisaties, gesprekken gestart om beter zicht te krijgen op de voortgang van de verwerving en inrichting van nieuwe natuur, de belemmeringen die daarbij worden gesignaleerd en de mogelijkheden voor versnelling van de uitvoering. Daarbij is ook geconstateerd dat de situatie, en daarmee ook de urgentie voor versnelling, per provincie verschillend is. Bijlage 1 van de voortgangsrapportage geeft inzicht in de resterende inrichtingsambitie per provincie. Maatwerk per provincie is dus vereist.
Provincies constateren dat een gezamenlijke inzet, waarbij zij ook kunnen leren van elkaars ervaringen, nuttig en noodzakelijk is. De provincies hebben daarom, in overleg met mijn ministerie, besloten een taskforce in te stellen die zich richt op de noodzakelijke versnelling van de restantopgave nieuwe natuur binnen het Natuurnetwerk Nederland. Het doel van deze taskforce is beter zicht te krijgen op de inrichtingscijfers, belemmeringen en mogelijke versnellingsacties in kaart te brengen en te adviseren over wat de komende jaren nodig en mogelijk is om het afgesproken einddoel in 2027 te realiseren.
De taskforce zal onder andere kijken naar de in deze Voortgangsrapportage Natuur gesignaleerde belemmeringen en problemen die het realisatietempo verlagen, zoals de stijgende grondprijzen vanwege een toename in de opgave voor het landelijk gebied, een te lage grondmobiliteit en geringe bereidwilligheid van grondeigenaren om grond te verkopen of om de functie te veranderen naar natuur. Zie ook de passages hierover in de voortgangsrapportage (p. 16 en 17).
De provincies maken op basis van de adviezen vervolgens afspraken over strategieën om de noodzakelijke versnelling in hun provincie te realiseren. In het bestuurlijk overleg natuur van 24 november 2021 heb ik met provincies afgesproken dat zij hiervoor vóór de zomer van 2022 voorstellen zullen doen. Bij het aanbieden van de volgende Voortgangsrapportage Natuur, in het najaar van 2022, zal ik uw Kamer informeren over de voortgang van de versnelling, inclusief een gezamenlijk en globaal beeld van de situatie per provincie, onder andere wat betreft de «onderhanden hectares».
Stand van zaken moties en toezeggingen
Hieronder ga ik in op een aantal aangenomen moties van en toezeggingen aan uw Kamer, die verband houden met de Voortgangsrapportage Natuur.
Toezegging natuur buiten het Natuurnetwerk Nederland
De ambitie om de natuur buiten het Natuurnetwerk Nederland (NNN) kwantitatief (in hectares) in beeld te brengen, zoals toegezegd aan uw Kamer (Kamerstuk 33 576, nr. 63), wordt in deze voortgangsrapportage ingelost. Ik verwijs u hiervoor naar hoofdstuk 2.3 van deze rapportage.
Motie-Futselaar (SP)/De Groot (D66) actieplan opgave Natuurnetwerk Nederland
De motie van het lid Futselaar (SP) en De Groot (D66) (Kamerstuk 33 576, nr. 145) verzoekt de regering in overleg te treden met de provincies om te komen tot een actieplan om de opgave voor het NNN in 2027 wel te halen en hiervan per provincie de resterende opgaven en de voorgenomen maatregelen te beschrijven. Met de Taskforce versnelling inrichting restopgave 80.000 hectare extra natuur, waarover ik hierboven heb geïnformeerd en waarvan we bij de aanbieding van de volgende voortgangsrapportage de (eerste) resultaten kunnen melden, geef ik uitvoering aan deze motie.
Verzoek van de Tweede Kamer om «jaarlijks een beknopte voortgangsrapportage natuur te ontvangen» (Uw brief van 19 feb 2020;)
In deze brief verzoekt uw vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) om een beknopte voortgangsrapportage met daarin de volgende vier onderdelen onderscheiden:
1) Omvang Natuurnetwerk Nederland (NNN);
2) Omvang Agrarisch Natuur-en Landschapsbeheer (ANLb);
3) Conditie soorten;
4) Conditie natuurgebieden.
Op 31 augustus 2020 heb ik gereageerd op dit verzoek (Kamerstuk 33 576, nr. 197). Ik heb uw Kamer toen laten weten dat ik de vier onderdelen zo veel mogelijk wil meenemen in de bestaande Voortgangsrapportage Natuur. Vervolgens heb ik uw Kamer, bij de aanbieding van de zesde Voortgangsrapportage Natuur, laten weten dat ik informatie hierover in ieder geval in de managementsamenvatting zal laten terugkomen. Dit is in deze zevende Voortgangsrapportage ook het geval. Hieronder laat ik per onderdeel weten of en zo ja, op welke wijze het onderdeel is verwerkt in de Voortgangsrapportage Natuur.
Ad 1) Omvang Natuurnetwerk Nederland
Deze informatie werd al grotendeels weergegeven in de voortgangsrapportage. Ik verwijs uw Kamer hiervoor in de zevende Voortgangsrapportage Natuur naar paragraaf 2.1 en bijlage 1 (stand van zaken per provincie). Ook bieden de provincies een gezamenlijk en globaal beeld van de «onderhanden hectares». Provincies zijn op dit moment bezig om te bezien op welke wijze deze gegevens in de achtste Voortgangsrapportage Natuur ook per provincie weergegeven kunnen worden.
Ad 2) Omvang Agrarisch Natuur-en Landschapsbeheer
Deze informatie was reeds opgenomen in de voortgangsrapportage. Ik verwijs uw Kamer hiervoor in de zevende Voortgangsrapportage Natuur naar paragraaf 2.4.
Ad 3) Condities soorten
Deze informatie is in de zevende Voortgangsrapportage Natuur opgenomen in hoofdstuk 3, meer in het bijzonder de eerste vier indicatoren in dit hoofdstuk.
Ad 4) Conditie natuurgebieden
Deze informatie is, als «conditie ecosystemen», in de zevende Voortgangsrapportage Natuur opgenomen in hoofdstuk 3, meer in het bijzonder de eerste indicatoren 5, 6 en 7 in dit hoofdstuk. De achtste indicator, de trend van alle ecosystemen, kon nog niet worden gepresenteerd in deze voortgangsrapportage. We zullen in overleg met het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) bezien op welke wijze deze informatie wel in toekomstige voortgangsrapportages kan worden opgenomen.
Toezegging om de wens van de Kamer om geüniformeerde voortgangsinformatie over het natuurbeleid op provinciaal niveau met provincies te bespreken (Uw brief van 30 sept 2020;)
Uw Kamer heeft mij verzocht om in de bestaande informatievoorziening over het natuurbeleid jaarlijks ook uniforme voortgangsrapportages over het natuurbeleid van de verschillende provincies aan de Kamer te sturen. Deze wens heb ik met provincies besproken. Allereerst dient de Voortgangsrapportage Natuur, die ik samen met de gezamenlijke provincies opstel, er juist mede voor om de uniformiteit van de voortgangsinformatie te versterken. Ik ben van mening dat de uniformiteit in de Voortgangsrapportage Natuur de afgelopen jaren aanzienlijk is versterkt. Op een enkel onderdeel (zoals de «onderhanden» hectares, zie hierboven bij ad 1) wordt nog gewerkt aan verbetering.
Het maken van de Voortgangsrapportage Natuur is een gezamenlijk proces, waarbij op basis van uniforme uitvraag informatie bij provincies wordt ingewonnen en verwerkt in een gezamenlijke rapportage.
Toezegging om exacte overlap tussen Natuurnetwerk Nederland en Natura 2000-gronden te presenteren (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1261 ).
In het schriftelijk overleg ter voorbereiding op de vergadering van de Landbouw- en Visserijraad van 16 en 17 november 2020 heb ik u toegezegd uw Kamer in de zevende informatie te informeren over de exacte overlap tussen Natura 2000 en het Natuurnetwerk Nederland. Deze informatie is in de Voortgangsrapportage Natuur kwantitatief opgenomen in hoofdstuk 2.1. en 2.3. Zie ook figuur 1 en figuur 2.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎