[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Schriftelijke antwoorden op vragen gesteld tijdens het commissiedebat Energieraad van 25 november 2021

Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Brief regering

Nummer: 2021D46550, datum: 2021-11-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-33-896).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 33-896 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie.

Onderdeel van zaak 2021Z21820:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Nr. 896 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 november 2021

Hierbij stuur ik uw Kamer mijn reactie op de vragen gesteld tijdens het Commissiedebat Energieraad van 25 november 2021 die tijdens dit debat niet konden worden beantwoord wegens tijdsgebrek. Tevens stuur ik u hierbij reactie op de vraag van het lid Van Raan om de inzet op het gebied van biomassa in het BNC-fiche over de hernieuwbare energierichtlijn (RED) nogmaals na te gaan.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
D. Yeşilgöz-Zegerius

Vragen en opmerkingen van de fractie van de VVD

Vraag

Hoe zet het kabinet zich in voor internationale samenwerking bij waterstofproductie op de Noordzee in combinatie met wind op zee?

Antwoord

Het kabinet erkent het belang van internationale samenwerking op dit gebied en werkt al met veel Noordzeelanden samen aan onderzoeken naar offshore energieproductie. Tijdens het plenaire debat over het Fit-for-55-pakket heb ik toegezegd dit nader uit te werken in de Kamerbrief over waterstof die ik voor het eind van het jaar aan de Kamer zal sturen (Handelingen II 2021/22, nr. 14, item 8).

Vraag

Wat is er nog te melden over de leveringszekerheid van aardgas?

Antwoord

De VVD-fractie heeft meerdere keren aandacht gevraagd voor de voorzieningszekerheid en de leveringszekerheid van aardgas. Het kabinet heeft hierover een uitgebreide Kamerbrief op 1 november jl. gestuurd (Kamerstuk 29 023, nr. 276). Ook heeft het kabinet toegezegd om een Kamerbrief te sturen over de lange termijn, tot 2050, voor leveringszekerheid en voorzieningszekerheid zoals genoemd in de Kamerbrief van 1 november jl. Het kabinet blijft uiteraard de ontwikkelingen op de gasmarkt goed volgen en in gesprek met alle betrokken marktpartijen en andere betrokkenen. Als de situatie op de markt de komende tijd ingrijpend wijzigt, zal ik uw Kamer hierover informeren.

Vragen en opmerkingen van de fractie van D66

Vraag

Kunnen we met het Fit-for-55-pakket doorpakken en versnellen? Kan de Staatssecretaris Europese regelgeving en financiering versnellen zodat we snel door kunnen met verduurzaming?

Antwoord

Snelle verduurzaming is belangrijk. Het kabinet zet zich om die reden ook in voor snelle afronding van de onderhandeling over het Fit-for-55-pakket. Daarvoor verwijs ik u ook naar de voortgangsbrief over dit pakket die recent naar uw Kamer is gestuurd.

Hoe snel de onderhandelingen kunnen plaatsvinden, is ook afhankelijk van de 27 lidstaten en het Europees parlement. Ik zal u ook in toekomstige voortgangsbrieven over het Fit-for-55-pakket over de voortgang van het pakket informeren. Daarnaast zal ik in de aanstaande Milieuraad oproepen tot een vlotte en ambitieuze behandeling van de voorstellen. Voor de financiering van klimaatmaatregelen is reeds een substantieel pakket beschikbaar uit het MFK en EU Herstelfonds (ten minste 30% voor klimaat).

Vragen en opmerkingen van de fractie van het CDA

Vraag

Is het niet gek dat het Verenigd Koninkrijk niet aangesloten is bij de Noordzee-energiesamenwerking?

Antwoord

Het kabinet acht het van belang dat er met het Verenigd Koninkrijk wordt samengewerkt op het gebied van wind op zee. Als gevolg van Brexit moet deze samenwerking echter wel passen in het kader van de handels- en samenwerkingsovereenkomst die door de EU met het Verenigd Koninkrijk is afgesloten. Daarin staat dat er met het Verenigd Koninkrijk gesproken zal worden over verdere energiesamenwerking die voortbouwt op de samenwerking in het Noordzee-energiesamenwerkingsverband (North Sea Energy Cooperation, NSEC). Gesprekken over de vorm die deze samenwerking moet krijgen vinden op dit moment plaats tussen de Europese Commissie en het VK.

Vraag

Zou de Europese Commissie geen coördinerende rol moeten spelen bij energie-eilandprojecten (hubs) zoals tussen Denemarken en België?

Antwoord

Ondanks het stijgende belang van grensoverschrijdende en regionale samenwerking om de ambitieuze doelen voor wind op zee te realiseren, ziet het kabinet dat de snelste voortgang wordt geboekt met bilaterale samenwerking. Nederland heeft voor statistische overdracht ook een bilaterale overeenkomst met Denemarken. Daarbij is het bij dergelijke samenwerking, zoals tussen Denemarken en België, belangrijk om zowel de Europese Commissie als de andere Noordzee-lidstaten goed te informeren. Zo spreekt het kabinet in regionaal verband (bijvoorbeeld bij de Noordzee-energiesamenwerking, NSEC) met de Noordzee-lidstaten en de Europese Commissie ook regulier over dergelijke ontwikkelingen.

Vragen en opmerkingen van de fractie van de Partij voor de Dieren

Vraag

Hoe wordt brede welvaart opgenomen in de cumulatieve CO2-doelen van de EU?

Antwoord

De effecten voor de brede welvaart in de Europese Unie zijn door de Europese Commissie meegenomen in het totale Fit-for-55-pakket in de zogenaamde impact analyses van de diverse voorstellen. Deze effecten zijn dus meegenomen bij de vaststelling van de overkoepelende 55% broeikasgasemissiereductiedoelstelling en meegewogen in de formulering van de 14 voorstellen van het pakket. Het kabinet heeft de gevolgen voor de brede welvaart ook meegenomen in de corresponderende BNC-fiches die 17 september jl. aan de Kamer zijn gestuurd (Kamerstuk 22 112, nrs. 3185 en 3201).

Vragen en opmerkingen van de fractie van Volt

Vraag

Is de Staatssecretaris bereid zich uit te spreken tegen fossiele uitbreiding in de TEN-E Verordening?

Antwoord

Momenteel vinden de trilogen over deze verordening plaats. Hierin onderhandelt het voorzitterschap van de Europese Unie (momenteel Slovenië) met het Europees parlement en de Europese Commissie. Het kabinet is er, samen met tien andere lidstaten en de Commissie, voorstander van om aardgasinfrastructuur niet langer onder de TEN-E te subsidiëren. Dit was ook de inzet van het kabinet tijdens de Energieraad van 11 juni jl. waar een gezamenlijk standpunt van de lidstaten, een zogeheten Algemene Oriëntatie, is overeengekomen (Kamerstuk 21 501-33, nr. 870). Het kabinet wil graag aan dit gezamenlijk standpunt van de lidstaten vasthouden. Echter kan er in de onderhandelingen met het Europees parlement een compromis gesloten worden.

Vraag

Nederland werkt samen met Denemarken in het project North Sea Wind Power Hub. Een Nederlandse rol in dit project is cruciaal.

Antwoord

Nederland onderzoekt met Denemarken, onder de vlag van het project North Sea Wind Power Hub, of een verbinding tussen Nederland en Denemarken toegevoegde waarde heeft voor Nederland. De aanlandlocaties in het noorden van Nederland zijn beperkt en er is daar krapte op het elektriciteitsnetwerk. Een energieverbinding met Denemarken kan daarom voordelig zijn, wanneer deze geen barrière vormen voor Nederlandse windprojecten. Op verzoek van Nederland wordt deze verbinding dan ook breder geanalyseerd waarbij ook de opties voor netwerken met andere landen of de koppeling met waterstofproductie onderzocht worden.

Vraag

(Denemarken zal onder een diversenpunt op de Energieraad spreken over wind op zee en biodiversiteit.) Project Noordzee windenergie: Europese samenwerking in dit project is cruciaal. Is Nederland bereid een actieve rol in de volgende Raad te nemen en wat zal de inzet van Nederland zijn?

Antwoord

Het kabinet is bekend met het Deense paper en herkent de problematiek. Ook in Nederland lopen we tegen ecologische grenzen aan bij de verdere uitrol van windenergie op zee. Tegelijkertijd heeft het kabinet zich ook gecommitteerd aan de bescherming van natuur en biodiversiteit. Voor het kabinet is het van belang dat de natuur, de voedseltransitie en de energietransitie op de Noordzee in balans zijn. Het kabinet wil inzetten op grensoverschrijdend onderzoek naar ecologische effecten van windenergie op zee. Tijdens de aankomende Energieraad zal het kabinet de Deense oproep tot een dialoog steunen. Hierbij moet goed gekeken worden naar het voldoen aan de voorwaarden voor ecologie en biodiversiteit.

Reactie op verzoek Van Raan om te dubbelchecken of de werkelijke uitstoot van biomassa is opgenomen in het BNC-fiche over de RED n.a.v. motie Teunissen/Van Raan van 8 juli jl.

Het BNC-fiche over de Hernieuwbare Energierichtlijn (RED) van 17 september jl. bevat een eerste – en daarmee algemene – appreciatie van het Commissievoorstel voor de herziening van deze richtlijn (Kamerstuk 22 112, nr. 3185). Zoals staat opgenomen in dit BNC-fiche zet het kabinet zich in Brussel in voor een hernieuwbare energierichtlijn met ambitieuze duurzaamheidscriteria voor biomassa. Hierbij is niet expliciet verwezen naar de motie van de leden Teunissen en Van Raan (Kamerstuk 32 813, nr. 785), maar de Nederlandse inzet zoals omschreven in het BNC-fiche is, in mijn ogen, wel in lijn met deze breed gedragen motie. Ik bevestig dan ook via deze weg dat ik mij in de Europese vervolgonderhandelingen over de RED – die net van start zijn gegaan – ervoor zal inzetten om waar mogelijk ambitie toe te voegen aan het Commissievoorstel. Ik zal dit herhalen in de periodieke Kamerbrief over de voortgang rondom het gehele Fit-for-55-pakket, waarin het kabinet uw kamer ook informeert over eventuele wijzigingen in de Nederlandse inzet. Daarmee is dit onderdeel van de Nederlandse inzet. Aanpassing van het BNC-fiche is daarvoor niet noodzakelijk.

In dat kader ga ik bekijken – mede in overleg met andere EU-lidstaten – of er draagvlak is om de CO2-uitstoot die vrijkomt bij de verbranding van houtige biomassa mee te tellen bij het bepalen of wordt voldaan aan de emissiereductie-eis uit de RED. Echter, het huidige krachtenveld rondom de RED laat zien dat veel lidstaten juist pleiten voor afzwakking waar het gaat om criteria voor de duurzaamheid van biomassa. Daarom ben ik niet optimistisch over het resultaat. Wel zal ik mij voor dit thema blijven inzetten en de Kamer hierover informeren in de periodieke Kamerbrief over de voortgang rondom het gehele Fit-for-55-pakket.