Preview document (🔗 origineel)

---

Tweede Kamer der Staten-Generaal	2
Vergaderjaar 2021-2022

35 918 Wijziging van de Wet op de accijns en enkele andere wetten in verband met implementatie van de horizontale accijnsrichtlijn (EU) 2020/262, richtlijn alcoholaccijns (EU) 2020/1151 en richtlijn btw en accijns bij defensie-inspanningen (EU) 2019/2235 (Wet implementatie richtlijnen accijns 2022)

Nr. 8 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID HEINEN C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 7

Ontvangen 29 november 2021

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel M, wordt het voorgestelde artikel 7 als volgt gewijzigd:

1. Na het eerste lid worden vier leden ingevoegd luidende:

1a. In afwijking van het eerste lid bedraagt de accijns voor bier dat is geproduceerd in een accijnsgoederenplaats waar in het voorafgaande kalenderjaar niet meer dan 200.000 hectoliter bier is geproduceerd, per hectoliter bij een temperatuur van 20°C per volumeprocent alcohol € 6,93, met dien verstande dat het minimumbedrag aan accijns in totaal ten minste € 8,83 per hectoliter bedraagt.

1b. Lid 1a vindt slechts toepassing met betrekking tot een accijnsgoederenplaats die:

a. juridisch en economisch onafhankelijk is van een andere accijnsgoederenplaats waar bier wordt geproduceerd;

b. gebruik maakt van installaties die in fysiek opzicht losstaan van die van een andere accijnsgoederenplaats waar bier wordt geproduceerd; en

c. geen bier produceert onder licentie, tenzij het onder licentie geproduceerde bier slechts een klein gedeelte van de totale productie betreft, met dien verstande dat lid 1a geen toepassing vindt met betrekking tot het onder licentie geproduceerde bier.

1c. Voor de toepassing van lid 1a en 1b wordt een samenwerkingsverband van twee of meer accijnsgoederenplaatsen waar gezamenlijk in het voorafgaande kalenderjaar niet meer dan 200.000 hectoliter bier is geproduceerd, aangemerkt als één accijnsgoederenplaats.

1d. Lid 1a, 1b en 1c zijn van overeenkomstige toepassing op bier geproduceerd in een belastingentrepot.

2. Aan het tweede lid wordt toegevoegd «en de toepassing van lid 1a en 1b».

II

In artikel VI, derde lid, wordt «1 januari 2023» vervangen door «1 januari 2024».

Toelichting

Door het terugdraaien van het afschaffen van het verlaagde accijnstarief voor kleine onafhankelijke bierbrouwerijen, blijft de korting van 7,5% op het reguliere bieraccijnstarief behouden. Door de wijziging van de heffingsgrondslag van de bieraccijns van Platogehalte naar alcoholgehalte wordt het aantal tarieven teruggebracht tot één tarief per volumeprocent alcohol (€ 7,49 per hectoliter bij een temperatuur van 20°C). Het verlaagde tarief voor kleine onafhankelijke brouwerijen komt alsdan op € 6,93 per hectoliter bij een temperatuur van 20°C per volumeprocent alcohol. Het minimumbedrag aan accijns bedraagt € 8,83 per hectoliter. Dit komt overeen met het tarief voor de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken. Gedeelten van een hectoliter worden rekenkundig afgerond op twee decimalen. Het alcoholpercentage wordt naar beneden afgerond op één decimaal.

De wijziging van de heffingsgrondslag van de bieraccijns van Platogehalte naar alcoholgehalte zal later inwerkingtreden, de inwerkingtredingsdatum wordt 1 januari 2024.

Het terugdraaien van de afschaffing van het verlaagde accijnstarief voor kleine bierbrouwerijen leidt tot een budgettaire derving vanaf 2023 van structureel € 2 miljoen. Dekking voor deze maatregel kan gevonden worden in de door het kabinet aangekondigde beperking van de reikwijdte van de aandelenoptieregeling en de beperking van vrijstelling van accijns voor diplomaten.

Heinen

Inge van Dijk

Grinwis

Hammelburg

Van der Plas