Motie van de leden Simons en Den Haan over gelden voor de jeugdzorg zodanig oormerken dat de specialistische zorg niet in gevaar komt
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2022
Motie
Nummer: 2021D46759, datum: 2021-11-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35925-XVI-132).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.H. Simons, Tweede Kamerlid (Ooit BIJ1 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: N.L. den Haan, Tweede Kamerlid (Ooit Fractie Den Haan kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35925 XVI-132 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2022.
Onderdeel van zaak 2021Z21941:
- Indiener: S.H. Simons, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: N.L. den Haan, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2021-11-29 10:00: Onderdeel Jeugd en aanverwante zaken van de begrotingen VWS en J&V voor het jaar 2022 (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2021-12-07 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (đ origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
35 925 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2022
Nr. 132 MOTIE VAN DE LEDEN SIMONS EN DEN HAAN
Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 29Â november 2021
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er geen garantie is dat gelden bestemd voor de zorg voor jeugd naar de specialistische jeugdzorg gaan;
overwegende dat grote organisaties in zwaar weer verkeren en overige jeugdzorgorganisaties het omvallen van de grote systeemorganisaties niet kunnen opvangen;
overwegende dat hierdoor een domino-effect dreigt, waarbij baanverlies voor de hand ligt op een al dramatisch zorgwekkende arbeidsmarkt;
constaterende dat gemeenten aangeven dat de gelden voor jeugdzorg ook elders kunnen worden ingezet;
constaterende dat de onderhandelingen tussen de werkgevers en vakbonden zijn stukgelopen omdat werkgevers niet zeker zijn van extra inkomsten en derhalve niet in staat zijn de lonen te verhogen;
verzoekt de regering:
â gelden voor de jeugdzorg zodanig te oormerken dat de specialistische zorg niet in gevaar komt;
â landelijk een gezonde bedrijfsvoering te faciliteren en financieren;
â zorg te dragen dat werkgevers en vakbonden zo spoedig mogelijk tot een cao kunnen komen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Simons
Den Haan