Amendement van de leden Westerveld en Van Nispen over middelen voor verlaging van de eigen bijdrage voor sporthulpmiddelen
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2022
Amendement
Nummer: 2021D47278, datum: 2021-12-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35925-XVI-136).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.M. Westerveld, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: M. van Nispen, Tweede Kamerlid (SP)
Onderdeel van kamerstukdossier 35925 XVI-136 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2022.
Onderdeel van zaak 2021Z22191:
- Indiener: E.M. Westerveld, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: M. van Nispen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
35 925 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2022
Nr. 136 AMENDEMENT VAN DE LEDEN WESTERVELD EN VAN NISPEN
Ontvangen 1 december 2021
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
De departementale begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 6 Sport en bewegen worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 120 (x € 1.000).
II
In artikel 6 Sport en bewegen worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 120 (x € 1.000).
Toelichting
Sporters die een hulpmiddel als een speciale rolstoel of prothese nodig hebben, kunnen terecht bij het hulpmiddelenloket van Uniek Sporten. Daar wordt eerst gekeken of de sporter via de Wmo of de Zvw recht heeft op een vergoeding voor een hulpmiddel. Helaas blijven er gevallen van sporters waarbij zowel de gemeente als de verzekeraar het hulpmiddel niet vergoedt. Jaarlijks zijn er zo’n 150 sporters waarvan de gemeente en de verzekeraar geen sporthulpmiddel vergoedt.
Voor deze gevallen is er bij Uniek Sporten een vanuit de overheid gefinancierd fonds. Het probleem met dit fonds is dat sporters een eigen bijdrage moeten betalen van 15% met een maximum van 2.000 euro. Gemiddeld betalen sporters zo’n 900 euro aan eigen bijdrage.
Ten eerste achten indieners het onwenselijk dat sporters met een beperking zo veel meer geld moeten betalen voor hun sportspullen dan mensen zonder beperking. In de basis is een eigen bijdrage tot 2.000 euro om die reden onrechtvaardig. Ten tweede zou iedereen moeten kunnen sporten en daarvoor niet afhankelijk moeten zijn van een crowdfundingsactie.
Met dit amendement wordt geld vrijgemaakt om de eigen bijdrage te verlagen. Er geldt nog steeds een eigen bijdrage van 15%, maar dan met een maximum van nog maar 100 euro. Hiermee kunnen de 150 mensen die nu tussen wal en schip vallen geholpen worden en wordt het sporthulpmiddel betaalbaar.
Momenteel betalen de 150 sporters gemiddeld 900 euro aan eigen bijdrage en daarmee betalen zij in totaal 135.000 euro. Door de eigen bijdrage maximaal op 100 euro te zetten betalen de sporters nog maar maximaal 15.000 euro zelf. De kosten die samenhangen met het amendement komen daarmee op 120.000 euro.
In principe is die 120.000 euro alleen voor 2022 beschikbaar. Het is namelijk primair een verantwoordelijkheid van verzekeraars en gemeenten om sporthulpmiddelen te financieren. Maar zoals blijkt uit de opvolging van de motie Westerveld c.s. (30 234, nr. 271) blijkt dat het nog steeds niet altijd duidelijk is wie waarvoor verantwoordelijk is. Door voor 2022 de eigen bijdrage voor sporters te verlagen, wordt voorkomen dat de sporters de dupe zijn van deze onduidelijkheid. Tegelijkertijd heeft de verantwoordelijke bewindspersoon nog een jaar de tijd om de regelgeving te verduidelijken, zodat sporters vanaf 2023 altijd terecht kunnen bij hun gemeente of zorgverzekering.
Dekking voor dit amendement wordt gevonden in middelen voor het Sportakkoord. Van de 77.500.000 euro die beschikbaar is voor het Sportakkoord wordt 120.000 euro geoormerkt voor sporthulpmiddelen.
Westerveld
Van Nispen