Eindtekst
Wijziging van de Kernenergiewet (verruiming inspraak)
Eindtekst
Nummer: 2021D47684, datum: 2021-12-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2021Z12505:
- Indiener: S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-07-06 16:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-07-07 10:15: Procedurevergadering commissie Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-09-09 12:00: Wijziging van de Kernenergiewet (verruiming inspraak) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-10-13 10:15: Procedurevergadering IenW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-10-13 13:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-12-02 10:15: Wijziging van de Kernenergiewet (verruiming inspraak) (35881) (Hamerstukken), TK
Preview document (🔗 origineel)
De Tweede Kamer der Staten- Generaal zendt bijgaand door haar aangenomen wetsvoorstel aan de Eerste Kamer. De Voorzitter, 2 december 2021 |
|
Wijziging van de Kernenergiewet (verruiming inspraak) | |
VOORSTEL VAN WET | |
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te
weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is om voor een
wijziging van een vergunning op grond van artikel 15, onder b of c, van
de Kernenergiewet betreffende een wijziging van de duur van nucleaire
activiteiten, de inspraak te verruimen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Artikel 17 van de Kernenergiewet wordt als volgt gewijzigd:
1. In de slotzin van het tweede lid wordt “van de Dienstenwetparagraaf” vervangen door “van de Dienstenwet, paragraaf”.
2. Het vierde lid komt te luiden:
4. In afwijking van het eerste lid zijn de in dat lid genoemde onderdelen van de Algemene wet bestuursrecht, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en van de Wet milieubeheer niet van toepassing op de voorbereiding van beschikkingen op de aanvraag om een wijziging van een vergunning krachtens artikel 15, onder b of c:
a. die niet leidt tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens de geldende vergunning is toegestaan;
b. waarvoor geen verplichting bestaat tot het maken van een milieueffectrapport als bedoeld in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer;
c. die niet leidt tot een wijziging van de ontwerpbedrijfsduur van de inrichting; en
d. die niet leidt tot een andere inrichting dan waarvoor eerder een vergunning is verleend.
ARTIKEL II
Indien artikel 2.13, onderdeel C, van de Invoeringswet Omgevingswet eerder in werking is getreden of treedt dan artikel I van deze wet, komt artikel I, onderdeel 2, van deze wet, te luiden:
2. Het vierde lid komt te luiden:
4. In afwijking van het eerste lid zijn de in dat lid genoemde onderdelen van de Algemene wet bestuursrecht, van de Omgevingswet en van de Wet milieubeheer niet van toepassing op de voorbereiding van beschikkingen op de aanvraag om een wijziging van een vergunning krachtens artikel 15, onder b of c:
a. die niet leidt tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens de geldende vergunning is toegestaan;
b. waarvoor geen verplichting bestaat tot het maken van een milieueffectrapport als bedoeld in afdeling 16.4 van de Omgevingswet;
c. die niet leidt tot een wijziging van de ontwerpbedrijfsduur van de inrichting; en
d. die niet leidt tot een andere inrichting dan waarvoor eerder een vergunning is verleend.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,