[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2022 (Incidentele suppletoire begroting inzake verwerving kunstwerk)

Memorie van toelichting

Nummer: 2021D48529, datum: 2021-12-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35984-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35984 -2 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2022 (Incidentele suppletoire begroting inzake verwerving kunstwerk).

Onderdeel van zaak 2021Z22846:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

35 984 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2022 (Incidentele suppletoire begroting inzake verwerving kunstwerk)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A Artikelgewijze toelichting bij het wetsvoorstel

Wetsartikelen 1 tot en met 3

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2022 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

De behandeling van de OCW-begroting in de Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft plaatsgevonden en is bij stemming op 7 december 2021 aangenomen. Vanwege de snelle opeenvolging van begrotingswetsvoorstellen, om het budgetrecht van de Staten Generaal te waarborgen, bevat de kolom «Vastgestelde begroting» zowel de vastgestelde stand bij ontwerpbegroting als de aangenomen amendementen en de ingediende Nota's van Wijziging op de OCW-begroting 2022.

Aangezien het besluit in deze Incidentele Suppletoire Begroting, namelijk het verwerven van een kunststuk, niet kan wachten tot de reguliere Eerste Suppletoire Begroting worden de middelen die benodigd zijn nu toegevoegd aan de OCW-begroting. De middelen worden nu overgeboekt om tot een snelle afhandeling van de verwerving richting de eigenaar/verkoper over te gaan. De aankoop zal daadwerkelijk plaatsvinden nadat de Staten-Generaal deze begrotingswet heeft geautoriseerd. Voor de indiening van deze Incidentele Suppletoire Begroting is uw Kamer vooraf geïnformeerd per brief van 8 december 2021 over «Voorstel tot aankoop schilderij Rembrandt door Nederlandse Staat».

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

Wetsartikel 2

De vaststelling van de begrotingsstaat geschiedt in duizenden euro's.

Wetsartikel 3

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van deze wet.

Mede namens de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven

B Begrotingstoelichting

1. Inhoudelijke toelichting

Dit onderdeel van de memorie van toelichting bestaat uit een inhoudelijk deel en een artikelsgewijs deel. Per beleidsartikel wordt een overzicht van de wijzigingen gegeven, inclusief toelichting. Daarbij worden mutaties groter of gelijk aan onderstaande staffel toegelicht:

< 50 1 2
=> 50 en < 200 2 4
=> 200 < 1000 5 10
=> 1000 10 20

Het budget van Artikel 14 (Cultuur) wordt voor het jaar 2022 verhoogd met € 175,0 miljoen. Doel van de verhoging is het mede mogelijk maken dat het schilderij De Vaandeldrager, geschilderd door Rembrandt van Rijn, in het Nederlandse publieke domein komt. Daartoe reserveert deze begrotingswet middelen waarmee de Minister van OCW namens de Staat der Nederlanden het schilderij kan verwerven en in eigendom nemen. Van de € 175,0 miljoen komt € 19,0 miljoen van het Museaal Aankoopfonds, € 15,0 miljoen wordt door de Vereniging Rembrandt bekostigd en € 10,0 miljoen door het Rijksmuseum. Voor in totaal € 44,0 miljoen zal er een desaldering plaatsvinden op zowel de uitgaven als de ontvangsten. De overige € 131,0 miljoen wordt generaal op de OCW-begroting bijgeboekt.

2. Budgettaire consequenties beleidsartikelen

Beleidsartikel 14. Cultuur

Verplichtingen 418.566 175.000 593.566 0 0 0 0
Totale uitgaven 1.085.237 175.000 1.260.237 0 0 0 0
waarvan juridisch verplicht (%) 97,0% 82,7%
Bekostiging 965.924 0 965.924 0 0 0 0
Culturele basisinfrastructuur vierjaarlijkse instellingen 234.040 0 234.040
Culturele basisinfrastructuur vierjaarlijkse fondsen 255.726 0 255.726
Museale instellingen met een wettelijke taak 238.614 0 238.614
Stelseltaken openbare bibliotheekvoorzieningen 24.092 0 24.092
Digitale openbare bibliotheek 16.868 0 16.868
Bibliotheekvoorziening leesgehandicapten 12.537 0 12.537
Monumentenzorg 148.583 0 148.583
Archieven incl. Regionale Historische Centra 29.650 0 29.650
Flankerend beleid huisvesting 5.813 0 5.813
Cultuureducatie met Kwaliteit 1 0 1
Subsidies (regelingen) 52.502 0 52.502 0 0 0 0
Verbreden inzet cultuur 9.331 0 9.331
Internationaal cultuurbeleid (incl. HGIS) 8.356 0 8.356
Programma leesbevordering 3.967 0 3.967
Creatieve Industrie 1.728 0 1.728
Specifiek cultuurbeleid 26.708 0 26.708
Subsidies Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 2.412 0 2.412
Opdrachten 19.416 175.000 194.416 0 0 0 0
Beleidsonderzoek, evaluaties en kennisbasis 2.068 0 2.068
Monumentenzorg 0 0 0
Archeologie 0 0 0
Erfgoed en fysieke leefomgeving 0 0 0
Opdrachten Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 10.024 0 10.024
Overige opdrachten 7.324 175.000 182.324
Bijdragen aan agentschappen 44.438 0 44.438 0 0 0 0
Nationaal Archief 44.438 0 44.438
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties 2.957 0 2.957 0 0 0 0
Ontvangsten 3.043 44.000 47.043 0 0 0 0

Toelichting

Het artikelonderdeel Opdrachten op Artikel 14 wordt voor het jaar 2022 verhoogd met € 175,0 miljoen, waarvan € 44,0 miljoen een desaldering betreft. De ontvangsten op Artikel 14 worden ook verhoogd met € 44,0 miljoen. Dit betreft dezelfde desaldering.