[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Uitvoering van de Motie van het lid Inge van Dijk c.s. over technologische alternatieven voor snel internet onderzoeken (Kamerstuk 24095-536)

Frequentiebeleid

Brief regering

Nummer: 2021D48637, datum: 2021-12-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-24095-556).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 24095 -556 Frequentiebeleid.

Onderdeel van zaak 2021Z22907:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

24 095 Frequentiebeleid

Nr. 556 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 december 2021

Op 8 juni 2021 heeft uw Kamer de motie van het lid Inge van Dijk c.s. aangenomen.1 Deze motie verzoekt de technische opties en kosten voor snel internet voor de moeilijk gelegen adressen in de buitengebied in kaart te brengen en de Kamer hierover te informeren voor het einde van het jaar.

In de nota naar aanleiding van het verslag over de wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met de implementatie van de Telecomcode2 is aan de Kamer gemeld dat voor de uitvoering van deze motie een extern onderzoeksbureau is ingeschakeld dat de technologische alternatieven onderzoekt, en dat zoals verzocht door de motie uw Kamer hierover voor het einde van het jaar zal worden geïnformeerd. Het bureau dat het onderzoek uitvoert heeft echter laten weten tot en met het einde van het jaar nodig te hebben om tot een gedegen afronding te komen. Ik verwacht uw Kamer in het eerste kwartaal van 2022 te kunnen informeren over de uitkomsten van het lopende onderzoek.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
S.A. Blok


  1. Kamerstuk 24 095, nr. 536↩︎

  2. Kamerstuk 35 865, nr. 6↩︎