Reactie op verzoek commissie over Verkenning procesinnovatie door Technopolis
Bedrijfslevenbeleid
Brief regering
Nummer: 2021D48748, datum: 2021-12-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32637-480).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A. Blok, minister van Economische Zaken en Klimaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 32637 -480 Bedrijfslevenbeleid.
Onderdeel van zaak 2021Z22966:
- Indiener: S.A. Blok, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2021-12-14 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-12-14 16:30: Procedurevergadering (digitaal) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2022-05-25 13:30: Innovatie (Commissiedebat), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2022-06-02 15:10: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
32 637 Bedrijfslevenbeleid
Nr. 480 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 december 2021
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft gevraagd om een reactie van mijn kant op een brief die Koninklijke Metaalunie aan uw Kamer heeft gestuurd. Het betreft een brief naar aanleiding van de door mij aangeboden «Eindrapportage Verkenning procesinnovatie», een verkenning uitgevoerd door Technopolis (Kamerstuk 32 637, nr. 473). Met dit schrijven kom ik tegemoet aan dat verzoek.
Zoals aangegeven duiden de feiten die Technopolis tijdens deze verkenning heeft opgehaald, niet op een groot en acuut probleem met betrekking tot procesinnovatie in de maakindustrie (of het bredere mkb). Het beeld dat de Metaalunie schetst met betrekking tot de bereikbaarheid van het innovatie-instrumentarium voor het mkb, herken ik dan ook niet. Zo worden de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO) en de Mkb-innovatiestimulering regio en topsectoren (MIT-regeling) juist voornamelijk gebruikt door het mkb. In mijn antwoord op vragen van Kamerlid Amhaouch met betrekking tot de nationale regelingen om procesinnovatie te ondersteunen van 10 november jl.1 licht ik dat uitgebreid toe.
Ook de op 15 oktober jl. gepubliceerde rapportage «Verkenning EZK-perspectief benutting fieldlabs»2 (uitgevoerd door Dialogic) laat zien dat mkb’ers die actief op zoek zijn naar een oplossing voor hun probleem de weg vaak wel kunnen vinden naar fieldlabs. Voor mij redenen om – zeker in demissionaire status – geen nieuw procesinnovatie-instrument introduceren.
De Metaalunie pleit in haar brief voor een aparte stimuleringsregeling om productiviteitsstijging als gevolg van productie-innovaties te stimuleren onder mkb-maakbedrijven. Metaalunie heeft aan adviesbureau Berenschot gevraagd een dergelijke regeling nader uit te werken. Op 11 november jl. is in de Werkgroep Innovatie van VNO-NCW, waar ook de Metaalunie aan deelnam, gesproken over de «Eindrapportage Verkenning procesinnovatie». Daar is afgesproken om verder het gesprek aan te gaan met de Metaalunie over mogelijke oplossingen voor mkb-(maak)bedrijven op het gebied van procesinnovatie. De Metaalunie zal hiervoor representatieve voorbeelden van procesinnovatie aanleveren die nu niet door EZK-instrumenten worden ondersteund. Daarbij zouden Metaalunie en EZK dan nagaan of voor die voorbeelden het huidige instrumentarium daadwerkelijk ontoereikend is, of dat er nog mogelijkheden onbenut blijven. Daarnaast zal Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) als uitvoerder van diverse regelingen, voorbeelden aanleveren van procesinnovatie die met de huidige instrumenten worden gestimuleerd. Voor de WBSO zijn al de nodige voorbeelden (publiek) beschikbaar, zie bijvoorbeeld de brochure Procesinnovatie3 die RVO na eerder overleg met de Metaalunie heeft opgesteld.
Doel van het gesprek tussen Metaalunie en EZK, inclusief RVO, is om gezamenlijk een helder beeld te krijgen van procesinnovaties die nu al dan niet worden gestimuleerd. Vervolgens zullen Metaalunie en EZK in gesprek gaan over de uitkomsten. Het is goed aan de hand van voorbeelden de feiten op een rij te krijgen. Dit is een nuttige aanvulling op het Technopolis rapport (Kamerstuk 32 637, nr. 473) dat ik uw Kamer eerder heb gestuurd. Een volgend kabinet kan beide gebruiken om toekomstig beleid voor procesinnovatie nader vorm te geven.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
S.A. Blok