[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Van der Laan en Paternotte over de diplomatermijn in combinatie met topsport

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2021D48932, datum: 2021-12-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20212022-1027).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2021Z20215:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1027

Vragen van de leden Van der Laan en Paternotte (beiden D66) aan Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de diplomatermijn in combinatie met topsport (ingezonden 12 november 2021).

Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 9 december 2021).

Vraag 1

Hoe wordt beoordeeld of studenten aanspraak kunnen maken op een verlenging van de diplomatermijn?

Antwoord 1

Als een student binnen de diplomatermijn een diploma haalt, hoeft de daarvoor toegekende prestatiebeurs niet te worden terugbetaald. De diplomatermijn duurt tien jaar en begint te lopen vanaf de eerste maand dat de student recht heeft op studiefinanciering. Indien er geen diploma wordt behaald binnen de diplomatermijn, dan dient de studiefinanciering inclusief de prestatiebeurs te worden terugbetaald. Studenten kunnen in aanmerking komen voor een verlenging van de diplomatermijn als zij wel een diploma kunnen halen, maar niet binnen de termijn van tien jaar, en als de studievertraging het directe gevolg is van bijzondere medische of niet-medische omstandigheden. Daarbij geldt ook dat de student «op tijd» begonnen moet zijn aan de studie. Dat wil zeggen dat er bij aanvang van de studie nog voldoende tijd van de diplomatermijn over was om een diploma tijdig te behalen.

Vraag 2

Op welke gronden wordt beoordeeld of een student die ook topsport beoefent de diplomatermijn kan verlengen? Is dit vergelijkbaar met andere niet-medische redenen?

Antwoord 2

Indien er een verzoek wordt ingediend voor de «voorziening verlenging diplomatermijn» uit de Wet studiefinanciering 2000, beoordeelt DUO of er inderdaad sprake is van een bijzondere situatie zoals genoemd in de wet. Ten aanzien van de bijzondere omstandigheid, topsport, wordt in het algemeen aangenomen dat er sprake is van topsport als de sporter Nederland vertegenwoordigt bij een officieel kampioenschap of wedstrijd, bijvoorbeeld de Olympische Spelen. Het betreft hier alleen de sporten die zijn erkend door NOC*NSF.

Vraag 3

Is de verklaring die door de onderwijsinstelling moet worden ingediend wanneer er een bijzondere niet-medische reden is tot verlenging van diplomatermijn, zoals topsport, ook voldoende om verlenging van de diplomatermijn toe te kennen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Ja, DUO betrekt de verklaring van de onderwijsinstelling bij de beoordeling of er sprake is van een bijzondere omstandigheid op basis waarvan de diplomatermijn kan worden verlengd. Ook controleert DUO of de sport erkend is door de NOC*NSF en via steekproeven wordt nagegaan of de student ook daadwerkelijk heeft deelgenomen aan de internationale wedstrijd.

Vraag 4

Waarom wordt er gebruik gemaakt van een generieke diplomatermijn van tien jaar, ondanks het feit dat sommige opleidingen veel langer duren dan anderen, gelet op (bijvoorbeeld) het verschil tussen een 6-jarige master geneeskunde en een 4-jarige master economie?

Antwoord 4

Een generieke vaste diplomatermijn van tien jaar moet redelijkerwijs voor alle studenten toereikend zijn om een diploma te kunnen halen. Daarbij biedt de generieke diplomatermijn studenten flexibiliteit om een verkeerde eerste studiekeuze, studievertraging en studieonderbreking (bv. bestuur, reizen, jaar werken, ondernemen) te ondervangen. Door deze generieke diplomatermijn is een beroep op bijzondere omstandigheden voor verlenging van de diplomatermijn minder vaak nodig. Het voordeel is dat de student en DUO de termijn eenvoudig kunnen bepalen, namelijk tien jaar na de eerste toekenning van studiefinanciering. Dit leidt tot de minste complexiteit in de uitvoering bij DUO en ook voor duidelijkheid bij de student.

Vraag 5

Hoe wordt beoordeeld of een student aan topsport doet? Wat voor definitie wordt gebruikt voor topsport en welke eisen gelden hiervoor?

Antwoord 5

Verschillende hogescholen en universiteiten hebben afspraken gemaakt over de organisatie van het onderwijs voor studenten die actief zijn in de topsport. Deze afspraken zijn opgenomen in het Actieplan FLOT1 (Flexibel Onderwijs en Topsport). Het actieplan geeft richting aan hoger onderwijsinstellingen om topsportende studenten zodanig te begeleiden dat het mogelijk is om voor een topsporter om zich zowel op het gebied van sport als op het gebied van studie optimaal te kunnen ontwikkelen.

Binnen het Actieplan FLOT verstaan we onder topsportende studenten de sporters die vanuit de betreffende sportbond een door NOC*NSF erkende talent2- of topsportstatus3 hebben.

Vraag 6

Heeft de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) deze toetsingscriteria in samenspraak met het NOC*NSF opgesteld?

Antwoord 6

De toetsingscriteria, zoals genoemd in de beantwoording van vraag 5, zijn opgesteld door NOC*NSF. DUO maakt gedeeltelijk gebruik van deze toetsingscriteria om te beoordelen of een student een topsporter is. DUO hanteert daarbij een smallere definitie van topsporters dan NOC*NSF. Om als topsporter in aanmerking te komen voor bijvoorbeeld een verlenging van een diplomatermijn, moet een topsporter op internationaal niveau (Europese kampioenschappen, wereldkampioenschappen of Olympische Spelen) actief zijn (geweest). In overleg met FLOT-partners en NOC*NSF zal ik verkennen of er aanleiding is om de definitie van topsporter die DUO hanteert te verbreden.

Vraag 7 en 8

Welke mogelijkheden hebben sporters die louter deelnemen aan beloftecompetities of (grotere) internationale wedstrijden, zoals een grote wielerronde, maar nog niet gekwalificeerd zijn voor, of deelnemen aan, de Olympische Spelen, Europese kampioenschappen of Wereldkampioenschappen?

Hoe wordt het mogelijk gemaakt dat alle studenten, ongeacht hun financiële middelen, hoger onderwijs en topsport kunnen combineren?

Antwoord 7 en 8

Met het actieplan FLOT4 streven OCW, NOC*NSF en deelnemende hogeronderwijsinstellingen ernaar om de onderwijs- en topsportcarrière van topsporters te verbeteren. In dit actieplan zijn verschillende actiepunten genoteerd die hogeronderwijsinstellingen kunnen ondernemen, waardoor het volgen van een opleiding in het hoger onderwijs en het beoefenen van topsport gecombineerd kan worden. Denk hierbij aan meer studiebegeleiding voor topsporters, meer flexibiliteit bij het volgen van onderwijs en het inzetten van de middelen uit het profileringsfonds5.

Voor wat betreft topsporters die sporten op regionaal en nationaal niveau, maar niet Olympische Spelen, Europese kampioenschappen of Wereldkampioenschappen, geldt dat zij niet in aanmerking komen voor een verlenging van de diplomatermijn.

Vraag 9

Hoe vaak is de diplomatermijn de afgelopen vijf jaar verlengd omdat een student aan topsport deed?

Antwoord 9

De reden van de toekenning voor de verlenging van de diplomatermijn wordt niet in de systemen van DUO geregistreerd. Er zijn daarom geen cijfers beschikbaar over deze specifieke groep.

Vraag 10

Op welke wijze wordt rekening gehouden met de invloed van de coronapandemie bij het verlengen van de diplomatermijn?

Antwoord 10

In principe kunnen studenten alleen in aanmerking komen voor een verlenging van de diplomatermijn als zij wel een diploma kunnen halen, maar niet binnen de termijn van tien jaar, en als de studievertraging het directe gevolg is van bijzondere medische of niet-medische omstandigheden. Er dient dus daadwerkelijk een verband te zijn tussen de bijzondere omstandigheid en het niet kunnen behalen van het diploma binnen de diplomatermijn.

Verder kijkt DUO in individuele situaties naar de persoonlijke omstandigheden van studenten, zoals de gevolgen van de coronapandemie, om te bepalen of de diplomatermijn kan worden verlengd.

Vraag 11

Kunt u deze vragen beantwoorden voor het Wetgevingsoverleg Sport en Bewegen dat gepland staat voor 2 december aanstaande?

Antwoord 11

Vanwege de nodige afstemming met DUO, is het helaas niet mogelijk gebleken om de Kamervragen te beantwoorden voor 2 december.


  1. https://www.nocnsf.nl/media/2105/190722-definitief-actieplan-flot-2019.pdf↩︎

  2. https://nocnsf.nl/athlete-services/teamnl-talentvoorzieningen↩︎

  3. https://nocnsf.nl/athlete-services/teamnl-topsportstatus↩︎

  4. https://www.nocnsf.nl/media/2105/190722-definitief-actieplan-flot-2019.pdf↩︎

  5. Zoals toegezegd tijdens de begrotingsbehandeling OCW van 18 november 2021, zal ik werken aan een nieuwe benaming voor het profileringsfonds, zodat het fonds herkenbaarder wordt voor de studenten.↩︎