Ontwerpbesluit houdende wijziging van het Tijdelijk besluit DCC in verband met uitbreiding van het aantal gemeentelijke gezondheidsdiensten die een vaccinatiecertificaat kunnen afgeven aan personen die in een derde land zijn gevaccineerd
Infectieziektenbestrijding
Brief regering
Nummer: 2021D49254, datum: 2021-12-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-25295-1634).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Beslisnota
- Besluit tot wijziging van het Tijdelijk besluit DCC in verband met uitbreiding van het aantal gemeentelijke gezondheidsdiensten die een vaccinatiecertificaat kunnen afgeven aan personen die in een derde land zijn gevaccineerd
Onderdeel van kamerstukdossier 25295 -1634 Infectieziektenbestrijding.
Onderdeel van zaak 2021Z23185:
- Indiener: H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2021-12-14 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-12-16 14:00: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2022-01-19 14:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 1634 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 december 2021
Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit, houdende wijziging van het Tijdelijk besluit DCC in verband met uitbreiding van het aantal gemeentelijke gezondheidsdiensten die een vaccinatiecertificaat kunnen afgeven aan personen die in een derde land zijn gevaccineerd1. Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de ontwerp-nota van toelichting2.
De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (artikel 6ba, derde lid van de Wet publieke gezondheid) en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.
Op grond van de aangehaalde bepalingen geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan één week nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge