Antwoord op vragen van het lid Ellian over het gebruik maken van particuliere genealogische DNA-databanken voor het oplossen van cold case zaken
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2021D49375, datum: 2021-12-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20212022-1069).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van zaak 2021Z18961:
- Gericht aan: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Indiener: U. Ellian, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1069
Vragen van het lid Ellian (VVD) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het gebruik maken van particuliere genealogische DNA-databanken voor het oplossen van cold case zaken (ingezonden 29 oktober 2021).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 13 december 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 787.
Vraag 1 en 2
Wat is de voortgang van de verkenning naar het gebruik van particuliere genealogische databanken bij het oplossen van cold cases?1
Wanneer is de verkenning naar het gebruik van particuliere genealogische databanken afgerond en worden de resultaten met de Kamer gedeeld?
Antwoord 1 en 2
De verkenning voor het gebruik door de politie van de genealogische DNA-databanken voor de identificatie van onbekende doden zal naar verwachting aan het begin van volgend jaar worden afgerond. De resultaten zullen in de eerste maanden van 2022 worden gedeeld met uw Kamer.
Vraag 3
Wanneer hebben opsporingsinstanties u, voor het eerst laten weten dat zij graag de mogelijkheden willen verkennen voor het gebruik van particuliere genealogische DNA-databanken voor het oplossen van cold cases?
Antwoord 3
In 2019 hebben de politie en het NFI het departement gevraagd om gezamenlijk een verkenning te doen naar de (juridische en technische) mogelijkheden om een pilot uit te voeren om onbekende doden waarbij er geen sprake is van een misdrijf te identificeren via een particuliere genealogische DNA-databank. Daarbij was de veronderstelling dat een dergelijke pilot ook een bijdrage zou kunnen leveren aan de discussie over het gebruik van genealogische DNA-databanken in strafzaken.
Vraag 4
Wanneer is het technisch gezien mogelijk een pilot te starten met het gebruik van particuliere genealogische DNA-databanken bij onbekende doden?
Antwoord 4
Er zijn geen technische beletselen een pilot uit te voeren.
Vraag 5
Bent u bereid op korte termijn een pilot te starten waarbij bij tenminste één cold case wordt uitgebreid met het gebruik van particuliere genealogische databanken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
De verkenning moet uitwijzen of een pilot kan worden gestart waarbij particuliere genealogische DNA-databanken worden ingezet bij het identificeren van onbekende doden. Het gebruik van genealogische DNA-databanken heeft juridische en ethische implicaties en dat vereist een zorgvuldig en weloverwogen proces. De eerste stap is, zoals in het antwoord op vraag 2 is geformuleerd, een verkenning (zowel juridisch, ethisch als technisch) naar het gebruik van deze databanken voor het identificeren van onbekende doden. Op basis van de resultaten hiervan wordt een eventueel vervolgtraject bepaald.
Vraag 6
Waarom heeft in Zweden wel al een succesvolle pilot plaatsgevonden en in Nederland nog niet?
Antwoord 6
Alvorens Zweden van start ging met de pilots genealogische DNA-databanken in strafzaken en onbekende doden heeft de Zweedse politie juridische onderzoeken en effectbeoordelingen met betrekking tot gegevensbescherming uitgevoerd. Ook hebben zij de ethische raad die aan de politie is verbonden geraadpleegd. Na het uitvoeren van de pilot is de Zweedse Autoriteit Persoonsgegevens geraadpleegd. Uit dat advies is geconcludeerd dat het gebruik van genealogische DNA-databank in strafzaken en bij identificatie van onbekend doden niet nader kan worden geïmplementeerd, omdat het in strijd is met de huidige nationale wetgeving. Volgens de Zweedse autoriteit is een wetswijziging daarom noodzakelijk.
In Nederland loopt, zoals in de antwoorden opvraag 2 en 5 geformuleerd, nu een verkenning. De resultaten van de verkenning worden afgewacht voordat conclusies worden getrokken met betrekking tot de juridische haalbaarheid en proportionaliteit van een pilot in Nederland met genealogische DNA-databanken voor de identificatie van onbekende doden.
Vraag 7
In hoeverre zijn er juridische belemmeringen die het tot stand komen van een pilot op korte termijn verhinderen?
Antwoord 7
Zie het antwoord op vraag 5.
Vraag 8
Kunt u bij het antwoord op vraag 6 toelichten in hoeverre soortgelijke belemmeringen in Zweden niet bestaan ofwel zijn weggenomen door een duidelijk kader voor de pilot?
Antwoord 8
Zie het antwoord op vraag 6.
Vraag 9
Kunt u deze vragen binnen drie weken beantwoorden?
Antwoord 9
Vanwege de afstemming tussen diverse partijen is de beantwoording helaas niet binnen de gestelde termijn gematerialiseerd.
Kamerstukken 29 628, nr. 939, p. 3–4↩︎