Stand van zaken productie duurzame brandstoffen luchtvaart
Luchtvaartbeleid
Brief regering
Nummer: 2021D50487, datum: 2021-12-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31936-901).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B. Visser, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 31936 -901 Luchtvaartbeleid.
Onderdeel van zaak 2021Z23795:
- Indiener: B. Visser, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2022-01-18 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-01-19 10:15: Procedurevergadering Infrastructuur en Waterstaat (digitaal) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2022-06-16 14:30: Verduurzaming luchtvaart (Commissiedebat), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2022-06-23 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
31 936 Luchtvaartbeleid
30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid
Nr. 901 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 december 2021
Tijdens de begrotingsbehandeling van IenW is gesproken over de motie met Kamerstuk 31 936, nr. 498 van de leden Amhaouch en Paternotte. Daarbij heb ik uw Kamer een brief toegezegd met een stand van zaken rondom de productie van duurzame brandstoffen voor de luchtvaart in Nederland.
Productie en levering duurzame brandstoffen
Het Ministerie van IenW werkt gezamenlijk met verschillende partners en de partijen van de Duurzame Luchtvaarttafel aan de opgave rondom de ontwikkeling van duurzame brandstoffen. Via het Actieprogramma Duurzame Brandstoffen (Kamerstukken 31 936 en 30 196, nr. 849) bent u reeds geïnformeerd over de start van de hieronder beschreven duurzame kerosine projecten.
Productiecapaciteit biokerosine
In Nederland wordt door een aantal partijen fors geïnvesteerd in de productiecapaciteit van biokerosine. Hierdoor kan Nederland in Europa de leidende positie innemen in de ontwikkeling en productie van duurzame luchtvaartbrandstoffen.
Het Finse bedrijf Neste breidt de bestaande productiefaciliteit in Rotterdam uit voor de productie van biokerosine per 2023. Dit stelt Neste in staat om 500.000 ton biokerosine, gemaakt uit afval- en reststoffen, per jaar te produceren. Tevens heeft Neste Rotterdam aangewezen als locatie voor de bouw van een tweede raffinaderij voor de productie van duurzame brandstoffen. De investeringsbeslissing door Neste wordt uiterlijk 2022 genomen.
In september van dit jaar heeft Shell een definitief investeringsbesluit aangekondigd voor de bouw van een productiefaciliteit met een capaciteit van 820.000 ton per jaar, waarvan meer dan de helft ingezet zal worden voor biokerosine. Deze fabriek zal zich tevens in Rotterdam vestigen. Afval- en restgrondstoffen zullen gebruikt worden voor de productie van de biokerosine. Shell verwacht vanaf 2024 van start te gaan met de productie.
Zoals aangekondigd in het voorjaar van 2019 bouwt SkyNRG met haar partners KLM en SHV Energy en een aantal andere partners, waaronder de Royal Schiphol Group en Shell, een biokerosinefabriek in Delfzijl: de DSL-01. Voor de ontwikkeling wordt ingezet op duurzame grondstoffen uit de reststromen van oliën en vetten en gebruik van groene waterstof. Er is hard gewerkt om een fabriek te ontwerpen met een erg hoog duurzaamheidsprofiel, zowel om zoveel mogelijk CO2 te besparen als richting nul directe stikstof- en zwavelzuur emissies (NOx en SOx) te kunnen gaan. SkyNRG streeft ernaar om per 2025/2026, 100 duizend ton biokerosine per jaar te produceren. Deze startdatum wijkt af van eerdere verwachtingen. Zowel de COVID-maatregelen als de ontwikkelingen rondom het stikstofdossier met een besluit tot herontwerp van de fabriek, hebben in het proces gezorgd voor vertraging. Het DSL-01 project heeft de FEED fase – (ontwerpfase Front end engineering and design) – intussen afgerond en de vergunningen staan klaar om te worden ingediend.
Voor alle projecten geldt dat de huidige stikstof problematiek een aandachtspunt is. Rondom de bouw van de fabrieken bestaat hierdoor enige onvoorspelbaarheid. Het valt niet uit te sluiten dat er in het proces obstakels zullen ontstaan die invloed gaan hebben op de planning.
Synthetische kerosine
Zoals aangekondigd in het Actieprogramma Duurzame brandstoffen (Kamerstukken 31 936 en 30 196, nr. 849) zijn er in Nederland twee concrete initiatieven van private partijen die tot doel hebben synthetische kerosine produceren met behulp van groene waterstof. Beide projecten richten zich op de inzet van hernieuwbare brandstoffen van een niet-biologische oorsprong (ook wel RFNBO’s genoemd). Zo vinden de nodige voorbereidingen plaats voor een eerste pilot productiefaciliteit door Synkero voor 50.000 ton synthetische kerosine. Deze commerciële installatie zal gerealiseerd worden in het Amsterdamse havengebied. Daarnaast wordt er gewerkt aan het initiatief om de pilot Zenid voor synthetische kerosine productie via direct air capture te realiseren op Rotterdam The Hague Airport. Royal Schiphol Group, SkyNRG en Climeworks werken samen om de beoogde productiecapaciteit van 1.000 liter synthetische kerosine per dag te faciliteren (komt overeen met minder dan 5.000 ton per jaar). Beide pilots bevinden zich op dit moment nog in een vroeg stadium van ontwikkeling. Het ontwerpproces is in volle gang, waarna duidelijkheid rondom de definitieve uitwerking en startdatum van productie zal ontstaan. Synkero en Zenid maken beide onderdeel uit van de groeifondsaanvraag «Luchtvaart in Transitie» 2021/2022, ingediend namens de Nederlandse luchtvaartsector.
Afname van duurzame brandstoffen
14 juli jl. heeft de Europese Commissie het «Fit for 55» pakket gepubliceerd. Onderdeel van dit pakket is de Europese bijmengverplichting. In het voorstel wordt ingezet op 2% bijmengen in 2025, 5% in 2030, oplopend naar 63% in 2050. Het voorstel omvat een subverplichting voor synthetische kerosine oplopend van 0,7% in 2030 naar 28% in 2050. Gebaseerd op de Luchtvaartnota en het akkoord Duurzame Luchtvaart is de Nederlandse ambitie een bijmengverplichting van 14% in 2030. Vervolgens is de ambitie om in 2050 de gehele fossiele behoefte te vervangen door duurzame brandstof/alternatieven.
Ten aanzien van het vervoer en de levering van duurzame brandstoffen aan Schiphol is het relevant op te merken dat er geen sprake is van technische belemmeringen. Technisch gezien is het al mogelijk om duurzame brandstoffen in te boeken in de pijpleiding van Amsterdam naar Schiphol, om daar te laten afnemen door vliegtuigmaatschappijen. Wanneer er meer duurzame brandstoffen beschikbaar komen door productie in Nederland en andere landen, zal de levering van die brandstoffen aan Schiphol plaatsvinden. De Europese bijmengverplichting zal ervoor zorgen dat de brandstofleveranciers tot die levering worden verplicht. De bijmengverplichting zorgt voor garanties ten aanzien van de afname van duurzame brandstoffen. Dit geeft marktpartijen investeringszekerheid, die nodig is om bovenstaande en eventuele additionele investeringen in productiecapaciteit van duurzame brandstoffen te faciliteren. Dit stimuleert overigens niet alleen investeringen in productiecapaciteit in Nederland, maar ook in de rest van Europa waardoor er meerdere leveringsopties voor Schiphol ontstaan.
De hierboven beschreven stand van zaken rondom de productie van duurzame brandstoffen in Nederland geeft invulling aan de motie 31 936-498 van de leden Amhaouch en Paternotte. Daarbij blijf ik vanzelfsprekend uw Kamer informeren over de voortgang van deze projecten alsmede andere projecten en ontwikkelingen gericht op duurzame brandstoffen.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
B. Visser