De export van vervuilende brandstoffen naar Afrika
Schriftelijke vragen
Nummer: 2021D51562, datum: 2021-12-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2021Z24258).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H. Bontenbal, Tweede Kamerlid (CDA)
- Mede ondertekenaar: J.L. Geurts, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2021Z24258:
- Gericht aan: S.P.R.A. van Weyenberg, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Indiener: H. Bontenbal, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: J.L. Geurts, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2021Z24258
Vragen van de leden Bontenbal en Geurts (beiden CDA) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de export van vervuilende brandstoffen naar Afrika (ingezonden 27 december 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Toezichthouder poldert over export vieze brandstof, geduld is op bij Greenpeace»?1
Vraag 2
Klopt het dat de inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) in gesprek is met een aantal Nederlandse raffinaderijen en inzet op het vrijwillig verlagen van het zwavelgehalte in brandstoffen bestemd voor de export naar West-Afrika? Zo ja, waarom is een beperkt aantal partijen geselecteerd en waarom alleen West-Afrika?
Vraag 3
Wat is het doel van deze gesprekken? Deelt u de mening dat het doel moet zijn om daadwerkelijk de emissies van voertuigen in West-Afrika te reduceren en een transitie op gang te brengen naar het gebruik van schonere brandstoffen?
Vraag 4
Kunt u onderbouwen dat de gekozen aanpak daadwerkelijk leidt tot emissiereductie in West-Afrika? Klopt het dat de landen in West-Afrika deze brandstoffen kopen omdat deze veel goedkoper zijn dan laagzwavelige brandstoffen? Deelt u de zorg dat wanneer raffinaderijen in Nederland abrupt gedwongen worden de export van de meer vervuilende brandstoffen te staken, dit zal betekenen dat deze landen dezelfde brandstoffen zullen betrekken uit andere landen (China, etc.)?
Vraag 5
Bent u bereid nader extern onderzoek te laten doen naar de meest effectieve aanpak om de toepassing van laagzwavelige brandstoffen in arme landen te stimuleren en hierover met de Kamer in gesprek te gaan?
Vraag 6
Wat zouden voor Nederland de gevolgen zijn voor het energieverbruik en uitstoot van broeikasgassen als Nederlandse raffinaderijen op korte termijn gedwongen worden de brandstoffen te ontzwavelen?
Vraag 7
Zijn de gesprekken en eventueel daaruit volgende afspraken die het ILT heeft en maakt met deze raffinaderijen in lijn met de Mededingingswet of wetgeving in andere landen? Met andere woorden: mogen deze bedrijven onder leiding en druk van het ILT wel onderlinge afspraken maken?
Vraag 8
Klopt het dat ILT voornemens is een beleidsregel te publiceren om verdere ontzwaveling juridisch af te dwingen? Welke juridische grondslag bestaat daarvoor?
Vraag 9
Is een internationale aanpak, binnen Europa en samen met landen in Afrika, niet veel effectiever dan een solitaire aanpak door het ILT? Met welke landen spreekt u hierover? Bent u bereid dit gesprek, als dat niet gevoerd wordt, alsnog te gaan voeren?
RTL Nieuws, 16 december 2021, «Toezichthouder poldert over export vieze brandstof, geduld is op bij Greenpeace». (https://www.rtlnieuws.nl/economie/artikel/5274450/vervuilende-brandstoffen-ongehinderd-geexporteerd-afrika)↩︎