Preview document (🔗 origineel)

---

2022D00726 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft enkele vragen en opmerkingen over de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 7 december 2021 inzake Prijsmonitoringsonderzoek en internationale vergelijking energielabels (Kamerstuk 30 196, nr. 777).

De fungerend voorzitter van de commissie,
Martin Bosma

De griffier voor dit verslag,
Roovers

Prijsmonitoringsonderzoek en internationale vergelijking energielabels (Kamerstuk 30 196, nr. 777)

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stukken inzake prijsmonitoringsonderzoek en internationale vergelijking energielabels. Zij hebben hierbij meerdere vragen.

De leden van de VVD-fractie constateren dat huiseigenaren onnodig op hoge kosten worden gejaagd door het nieuwe energielabel. Deze leden lezen dat corporaties over het algemeen goedkoper uit zijn dan gewone huiseigenaren aangezien zij een korting krijgen, waardoor ze slechts 100 euro betalen voor een energielabel. De leden van de VVD-fractie willen weten waarom corporaties deze korting krijgen. Kunnen gewone huiseigenaren die gebundeld een energielabel aanvragen ook deze korting krijgen? Welk signaal vindt de Minister dat er wordt gegeven aan huiseigenaren nu grote corporaties wel een korting krijgen, maar gewone huiseigenaren niet? Deze leden willen weten in hoeverre dit volgens de Minister helpt om draagvlak te creëren bij huiseigenaren om te verduurzamen.

De leden van de VVD-fractie constateren dat uit de internationale vergelijking nog een keer blijkt dat de tijdsduur ook wordt bepaald door het aantal variabelen die moeten worden ingevoerd door de energieadviseur. Deze leden willen weten in hoeverre het aantal variabelen dat moet worden ingevoerd door Nederlandse energieadviseurs hoger is dan hun Europese collega’s. Ook vragen deze leden zich af of de Minister bereid is om in kaart te brengen hoeveel tijd iedere variabele kost en wat de effectiviteit van iedere variabele is en om een voorstel te doen om het aantal variabelen te verlagen, waardoor de tijdsduur omlaag gaat en daarmee de hoge kosten van het energielabel.

De leden van de VVD-fractie lezen dat de onderzoekers concluderen dat de kosten van het energielabel voor appartementen, bijvoorbeeld aangevraagd voor gewone huiseigenaren, in Nederland veel hoger zijn dan in andere Europese landen. Deze leden lezen dat de onderzoekers aanbevelen een onderzoek hiernaar te overwegen. Is de Minister bereid hiernaar onderzoek te doen, waardoor de hoge kosten van het energielabel voor appartementen omlaag kunnen gaan?

De leden van de VVD-fractie lezen dat de onderzoekers in de toekomst mogelijkheden zien voor prijsdalingen. Deze leden willen weten welke mogelijkheden de onderzoekers zien voor prijsstijgingen en hoe de Minister deze prijsstijgingen gaat tegengaan.

De leden van de VVD-fractie lezen dat de onderzoekers vier aanbevelingen doen. Deze leden willen weten hoe en wanneer de Minister deze vier aanbevelingen gaat opvolgen. Deze leden zien graag per aanbeveling een tijdspad tegemoet.

De leden van de VVD-fractie constateren dat de gemiddelde prijs van 198 euro die de Minister altijd heeft gehanteerd nog steeds niet wordt gehaald. Is de Minister het met de leden van de VVD-fractie eens dat het hanteren van een tijdelijke maximumprijs nog steeds nodig is om huiseigenaren niet onnodig op kosten te jagen. Deze leden vragen daarom wat de bezwaren zijn tegen het invoeren van een tijdelijke maximumprijs.

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de brief met betrekking tot Prijsmonitoringsonderzoek en internationale vergelijking energielabels (Kamerstuk 30 196, nr. 777). Zij hebben nog enkele vragen die zij aan de regering willen voorleggen.

De leden van de D66-fractie constateren dat de kosten voor de energieadviseurs onder meer afhangen van de mate waarin gebruik wordt gemaakt van vooringevulde waarden. Deze leden vragen op welke wijze wordt toegezien en ondersteund dat het proces voor de fysieke inspectie zo gestandaardiseerd en spoedig mogelijk verloopt?

De leden van de D66-fractie vragen daarnaast naar de ontwikkelingen rondom het aantal opgeleide inspecteurs, en of er op dit moment voldoende goed toegeruste inspecteurs zijn om aan de vraag naar inspecties te voldoen?

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief over Prijsmonitoringsonderzoek en internationale vergelijking energielabels en de rapportage van het onderzoek «Prijspeiling en internationale vergelijking van het NTA 8800 energielabel». Deze leden hebben nog enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de CDA-fractie danken de Minister voor de inspanningen die worden geleverd om de kosten voor energielabels waar mogelijk verder te verminderen. In de brief worden specifiek een vijftal acties genoemd die worden genomen naar aanleiding van het amendement van de leden Koerhuis en Terpstra (Kamerstuk 35 570 VII, nr. 74). De leden van de CDA-fractie kijken uit naar de uitkomsten van deze acties en zijn benieuwd naar de pilot die in 2022 gaat lopen m.b.t. het toepassen van representativiteit bij het labelen van een grote groep vergelijkbare woningen

De leden van de CDA-fractie delen de kabinetsopvatting dat het een positieve conclusie is dat het nieuwe energielabel niet significant duurder is dan de Energie-Index of de energielabels in andere lidstaten. Tegelijkertijd lezen deze leden in de brief dat energielabels voor individuele appartementen, bijvoorbeeld aangevraagd door particulieren, in Nederland veelal duurder zijn dan in andere EU-lidstaten. De onderzoekers stellen dat een nader onderzoek naar de relatief hoge kosten van het labelen van appartementen in Nederland en de implicaties van energielabels op gebouwniveau valt te overwegen. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister te reageren op de constatering dat energielabels voor individuele appartementen in Nederland veelal duurder zijn dan in andere EU-lidstaten en welke acties er voortvloeien uit deze conclusie.

De leden van de fractie van GroenLinks hebben met interesse kennisgenomen van de brief van de Minister van BZK over het prijsmonitoringsonderzoek en de internationale vergelijking van energielabels. Deze leden hebben hierover nog enkele vragen aan de regering.

De leden van de fractie van GroenLinks lezen dat de onderzoekers concluderen dat bij het nieuwe energielabel ten opzichte van het oude Energie-Index-label geen prijsstijging waarneembaar is. Dat vinden deze leden positief. Uit het onderzoek komt wel naar voren dat er ten opzichte van het Vereenvoudigd energielabel wel een prijsstijging te zien is. Dat klinkt deze leden logisch, immers bij het oude Vereenvoudigde energielabel kwam er geen energieadviseur in de woning kijken. Deelt de Minister de opvatting van de leden van de fractie van GroenLinks dat het verstandig is dat bij het nieuwe energielabel in principe een adviseur het huis zou moeten bezoeken omdat alleen op die manier een zo nauwkeurig mogelijk energielabel kan worden vastgesteld en dat we niet weer terug zouden moeten naar het Vereenvoudigd energielabel dat digitaal op afstand kan worden aangevraagd?

Ten aanzien van de ontwikkeling van het prijspeil stellen Ecorys en EIB dat er een aantal mogelijkheden zijn om tot een prijsdaling te komen. Een van de mogelijkheden is dat wanneer er meer nieuwe energieadviseurs toetreden, dit kan zorgen voor een gemiddeld lager uurtarief. Kan de Minister een actueel overzicht geven van het aantal gecertificeerde energieadviseurs, het aantal nieuwe energielabels dat inmiddels is afgegeven door energieadviseurs en of er ten opzichte van het oude Vereenvoudigde energielabel duidelijke trends waarneembaar zijn in de afgegeven energielabels (zijn er meer hogere of meer lagere energielabels afgegeven dan verwacht etc)?