[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op verzoeken commissie over de recente bedreigingen aan het adres van de heren Royce de Vries en John van den Heuvel

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2022

Brief regering

Nummer: 2022D01063, datum: 2022-01-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35925-VI-127).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35925 VI-127 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2022.

Onderdeel van zaak 2022Z00533:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

35 925 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2022

Nr. 127 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 januari 2022

Op 7 januari 2022 heeft de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid mij verzocht uw Kamer te informeren over de recente bedreigingen aan het adres van de heren Royce de Vries en John van den Heuvel. Uw Kamer heeft mij gevraagd in te gaan op de volgende punten:

• Opheldering omtrent de dreiging aan het adres van de heer De Vries en ook een reactie op zijn vermoedens dat er fouten zouden zijn gemaakt door Justitie;

• Opheldering omtrent de dreigende situatie rondom de heer Van Den Heuvel en de afsluiting van de A2 op 7 januari jl.;

• De rol van de georganiseerde criminaliteit bij deze bedreigingen en hoe het kabinet deze bedreigingen een halt toe denkt te gaan roepen.

In navolging van de brief die mijn ambtsvoorganger uw Kamer vrijdag 7 januari jl.1 reeds stuurde, stuur ik uw Kamer hierbij mijn reactie op dit verzoek.

Vooropgesteld wil ik benadrukken dat iedereen in Nederland de vrijheid zou moeten hebben om te zeggen wat hij wil en veilig zijn werk te kunnen doen. Het kabinet staat daarom voor de vrijheid en veiligheid van journalisten, advocaten en andere beschermers van de rechtsstaat. Bedreigingen aan deze beschermers van de rechtsstaat zijn zeer ingrijpend, zowel voor de betrokkenen als hun naasten.

Over de beveiligingsmaatregelen en concrete dreiging-casuïstiek (en de communicatie daaromtrent met betrokkenen) kan ik geen mededelingen doen, omdat dat inzicht kan verschaffen in de informatiepositie en handelwijze van politie en OM, waardoor afbreuk wordt gedaan aan de effectiviteit van optreden tegen (mogelijke) dreigingen en dus ten koste kan gaan van de veiligheid van personen.

In het algemeen verwijs ik uw Kamer naar het onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV). Zoals aan uw Kamer gemeld is de OVV in augustus 2021 verzocht na te gaan welke lessen getrokken kunnen worden uit de beveiligingssituaties van de broer, de toenmalig advocaat en de vertrouwenspersoon van de kroongetuige in het Marengo-proces.2 De uitkomsten van dat onderzoek wacht ik af.

Ten aanzien van het voorval op de A2 van afgelopen week kan ik mededelen dat op basis van een aantal omstandigheden aanleiding bestond om te constateren dat er sprake was van een (potentieel) dreigende situatie. Op basis daarvan is door politie en veiligheidsdiensten actie ondernomen ter afwending van de (mogelijke) dreiging. Zoals mijn ambtsvoorganger ook aangaf in eerdergenoemde brief van 7 januari jl., wordt daarnaar nog nader onderzoek gedaan. Het snelle en scherpe handelen van politie en veiligheidsdiensten valt te prijzen en waardeer ik zeer. Het Landelijk Parket heeft bekendgemaakt op 8 januari jl. is de aangehouden verdachte in vrijheid gesteld, aangezien er op dat moment onvoldoende gronden waren om de verdachte langer vast te houden.

In algemene zin is de afgelopen periode gebleken dat excessieve vormen van dreiging en geweld tegen de dragers van onze democratische instituties vanuit criminele netwerken geen taboe meer zijn. Het substantieel terugdringen van de georganiseerde criminaliteit is dan ook van essentieel belang en één van mijn speerpunten voor de komende jaren. Op 4 oktober jl. schreef mijn ambtsvoorganger hoe het in 2019 ingezette breed offensief tegen georganiseerde ondermijnende criminaliteit structureel wordt versterkt. Hiervoor is in 2022 524 miljoen euro beschikbaar, waarvan 434 miljoen euro structureel.3 Dit bovenop de 150 miljoen structureel die reeds bij Voorjaarsnota 2020 is vrijgemaakt.4

Met deze gelden zetten we zowel in op het weer beheersbaar maken van de georganiseerde criminaliteit (o.a. aanpak criminele geldstromen, voorkomen van jonge aanwas, aanpak drugssmokkel op logistieke knooppunten en versterking van handhaving, opsporing, vervolging en berechting), als op de bescherming en veiligheid van beroepsgroepen die zich dagelijks inzetten voor onze democratische rechtsstaat, zoals advocaten en journalisten.

Om daarnaast blijvend het hoofd te kunnen bieden aan huidige en toekomstige dreigingen, heeft mijn voorganger op 12 november 20215 uw Kamer laten weten welke aanbevelingen de Commissie Bos over het stelsel bewaken en beveiligen heeft gedaan. Deze worden met voorrang opgepakt.

Dit kabinet hecht aan een harde, realistische en effectieve aanpak van georganiseerde criminaliteit en heeft daarom in het coalitieakkoord extra investeringen aangekondigd om de politie, het OM en de rechtspraak te versterken. Ook zullen bij de verdere aanpak van ondermijning goede voorbeelden uit andere landen, in het bijzonder uit Italië, worden betrokken.

De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius


  1. Kamerstuk 35 925 VI, nr. 126↩︎

  2. Kamerstuk 35 570 VI, nr. 121↩︎

  3. Kamerstuk 29 911, nr. 329↩︎

  4. Kamerstuk 29 911, nr. 281↩︎

  5. Kamerstuk 29 911, nr. 336↩︎