Uitstel beantwoording vragen van de leden Van der Plas en Bisschop over de procedure bij een geconstateerde overtreding door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) met betrekking tot dierenwelzijn
Mededeling (uitstel antwoord)
Nummer: 2022D01456, datum: 2022-01-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20212022-1366).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H. Staghouwer, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Onderdeel van zaak 2022Z00007:
- Gericht aan: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Indiener: C.A.M. van der Plas, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: R. Bisschop, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1366
Vragen van de leden Van der Plas (BBB) en Bisschop (SGP) aan de Minister van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit over de procedure bij een geconstateerde overtreding door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) m.b.t. dierenwelzijn (ingezonden 3 januari 2022).
Mededeling van Minister Staghouwer (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 18 januari 2022).
Vraag 1
Herinnert u zich de aangenomen motie met betrekking tot dierenwelzijn (Kamerstuk 28 286, nr. 1225)?
Vraag 2
Kunt u toelichten hoe u deze motie heeft uitgevoerd?
Vraag 3
Kunt u aangeven of de werkinstructie voor de inspecteurs van de NVWA inmiddels is gewijzigd zodat bij de constatering van een strafbaar feit direct overgegaan wordt tot het schriftelijk melden van deze constatering aan de betreffende ondernemer? Zo nee, waarom niet en kunt u aangeven wanneer de werkinstructie wel wordt aangepast?
Vraag 4
Kunt u aangeven hoe u de zinsnede «zo spoedig mogelijk overgaat tot het aankondigen van een bestuurlijke boete» uit het dictum van deze motie heeft uitgevoerd? Welke termijn heeft u gekoppeld aan het begrip «zo spoedig mogelijk»? Indien dit nog niet is gebeurd, kunt u aangeven waarom dit nog niet is gebeurd en wanneer de werkinstructie op dit punt wordt aangepast?
Vraag 5
Kunt u toelichten aan de hand van de gekozen termijn onder vraag 4 hoe deze termijn zich verhoudt tot de termijn die in de oorspronkelijke motie was opgenomen (binnen vier maanden)? Kunt u toelichten waarom deze termijn maanden moet duren? Wat zijn de gevolgen van deze lange termijn voor de ondernemer om in verweer te kunnen gaan?
Vraag 6
Kunt u een overzicht geven van het aantal geconstateerde strafbare feiten of overtredingen die geconstateerd zijn maar nog niet hebben geleid tot de aankondiging van de bestuurlijke boete? Kunt u daarbij aangeven wanneer deze geconstateerde strafbare feiten of overtredingen hebben plaatsgevonden? Kunt u daarbij een overzicht per maand over alle maanden in 2021 en, indien aan de orde, over 2020 verstrekken?
Vraag 7
Bent u het eens met de stelling dat de elke geconstateerde overtreding direct gemeld zou moeten worden zodat de ondernemer/chauffeur bewijsmateriaal kan veilig stellen indien hij in verweer zou willen gaan? Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Bent u het eens met de stelling dat het aankondigen van een bestuurlijke boete (boeterapport) zo snel mogelijk aan de ondernemer moet worden toegekomen zodat hij de situatie terug kan halen en er een lerend effect van uit kan gaan? Zo nee, waarom niet?
Vraag 9
Klopt het dat het nog steeds voorkomt dat ondernemers de aankondiging van een bestuurlijke boete (boeterapport) pas na acht of negen maanden ontvangt? Wat vindt u hiervan? Kunt u aangeven wanneer de inhaalslag gemaakt is?
Vraag 10
Klopt het dat de boetes na een geconstateerde overtreding oplopen met 1.500 euro per overtreding?
Vraag 11
Klopt het dat het oplopen van de boetes per geconstateerde overtreding zowel voor grote als kleine bedrijven geldt?
Vraag 12
Vindt u deze boete en de stapeling van boetes proportioneel? Zo ja, kunt u dat toelichten?
Vraag 13
Vindt u dat bij het bepalen van de boete en de stapeling de menselijke maat wordt gehanteerd? Zo ja, kunt u dit toelichten en ingaan op de geringe marges van een transportondernemer in relatie tot het boetebedrag en het feit dat een ondernemer vijf jaar vrij moet zijn van enige overtreding wil hij bij de stapeling van boetes weer bij nul beginnen?
Vraag 14
Klopt het dat de NVWA het boetebeleid voor transporteurs aangescherpt heeft met de aankondiging dat een ondernemer bij drie of meer boetes in twee jaar tijd zijn transportvergunning kan verliezen? Waarom heeft u gekozen voor deze aanscherping?
Vraag 15
Bent u op de hoogte van de geluiden van mensen op de werkvloer die aangeven dat bij het keuren van dieren willekeur plaatsvindt en daardoor ook bij het opleggen van boetes? Wat vindt u hiervan?
Vraag 16
Deelt u de mening dat voor ondernemers, chauffeurs en inspecteurs de onzekerheid toeneemt en dat dit voor de ondernemer tot onduidelijke situaties leidt waarbij het ene dier bij de ene inspecteur zonder problemen vervoerd kan worden en een ander dier met dezelfde bemerking bij een andere inspecteur tot een boete kan leiden?
Vraag 17
Klopt het dat bij het constateren van de overtreding een ander strafbaar feit gemeld kan worden dan opgenomen in het voornemen tot een boete (boeterapport)? Zo ja, kunt u toelichten waarom dit kan en hoe de rechtszekerheid voor de ondernemer geborgd is?
Vraag 18
Bent u bekend met het protocol als uitwerking van de Europese richtsnoeren? Kunt u bevestigen dat dit protocol voldoende ruimte biedt om dierenartsen en ondernemers met «het oog van de kenner» en kennis van zaken dieren te laten beoordelen? Zo nee, bent u bereid deze ruimte te bieden zodat bij een keuring zo goed mogelijk gehandeld kan worden?
Vraag 19
Wilt u deze vragen een voor een beantwoorden en voor het debat over de NVWA?
Mededeling
Op 3 januari 2022 hebben de leden Van der Plas (BBB) en Bisschop (SGP) schriftelijke vragen gesteld over de procedure bij een geconstateerde overtreding door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) met betrekking tot dierenwelzijn (kenmerk 2022Z00007).
Omdat het verzamelen van de gevraagde informatie enige tijd vergt, kunnen de vragen niet binnen de gebruikelijke termijn van drie weken worden beantwoord. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.