Antwoord op vragen van de leden Michon-Derkzen en Erkens over het artikel 'Waar blijft de toegezegde ruimhartige compensatie?'
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2022D01684, datum: 2022-01-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20212022-1380).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid (VVD)
- Mede namens: M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
Onderdeel van zaak 2021Z22889:
- Gericht aan: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Gericht aan: S.A. Blok, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Indiener: I.J.M. Michon-Derkzen, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: S.P.A. Erkens, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1380
Vragen van het lid Michon-Derkzen en Erkens (beiden VVD) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Economische Zaken en Klimaat over het artikel «Waar blijft de toegezegde ruimhartige compensatie?» (ingezonden 8 december 2021).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 20 januari 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1218.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Waar blijft de toegezegde ruimhartige compensatie?»? Hoe apprecieert u dit artikel?1
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met dit artikel. Ik onderschrijf hierbij graag opnieuw het belang zoals onderkend door mijn voorganger om tot een ruimhartige en snelle schadeafhandeling te komen voor gedupeerden van de ramp. Op 17 december jl. heeft mijn voorganger mede namens de toenmalige ministers van IenW, LNV en EZK uw Kamer dan ook nader geïnformeerd over een aantal aspecten van de afhandeling van de waterschade.2 Daarin is onder andere aangegeven dat het kabinet begin 2022 een eenmalige omzetdervingsregeling zal publiceren voor getroffen ondernemers in Limburg en eenmalig zal komen met een tegemoetkoming voor agrariërs met teeltplanschade in de uiterwaarden van de bedijkte Maas. Tevens wordt er in nauwe afstemming met RVO hard gewerkt om uitbetaling van de tegemoetkoming van de schade binnen het kader van de Wet tegemoetkoming schade bij rampen (Wts) zo spoedig mogelijk te laten verlopen. Op deze manieren wordt werk gemaakt van een ruimhartige en snelle schadeafhandeling voor gedupeerden.
Vraag 2
Hoe staat het met de uitbetaling van de schadevergoedingen door de overheid?
Antwoord 2
De Regeling tegemoetkoming waterschade in Limburg en het onbedijkte gebied langs de Maas in de Noord-Brabant in juli 2021 is op 10 september 2021 in werking getreden. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) draagt zorg voor de uitvoering van de Regeling.
Op peildatum 11 januari 2022 zijn er bij RVO 2.775 meldingen gedaan en zijn er 2.496 schade expertises gepland (of deels) uitgevoerd voor de inventarisatie van schade bij gedupeerden. Op genoemde peildatum is € 7.262.857,– aan 296 gedupeerden uitbetaald. Naar verwachting loopt dit bedrag de komende tijd verder op.
Vraag 3
Welke mogelijkheden ziet u om de uitbetaling te versnellen? Deelt u de mening dat een snelle uitbetaling van de schadevergoedingen cruciaal is voor een goed herstel van gedupeerde ondernemers in de regio?
Antwoord 3
Een snelle uitbetaling van de tegemoetkomingen van de onverzekerbare materiële schade is de inzet en daar wordt door de taxateurs en RVO hard aan gewerkt. Zoals aangegeven in de beantwoording van mijn voorganger op vragen van de leden Amahouch, Boswijk en Van Dijk3 wordt daarbij alles in het werk gezet om de doorlooptijden zo kort mogelijk te houden.
Vraag 4
Tijdens uw bezoek aan de regio heeft u toegezegd dat alle gedupeerden ruimhartig gecompenseerd zullen worden, hoe definieert u die ruimhartigheid? Hoe geeft u daar invulling aan?
Antwoord 4
Het kabinet staat de door de overstromingen getroffen inwoners en organisaties in Limburg bij door de Wet tegemoetkoming schade bij rampen (Wts) en een aantal gerichte regelingen in te zetten.
De ministeriële regeling in het kader van de Wts is heel snel van kracht gegaan en een tegemoetkoming in de geleden schade – op het vlak van onverzekerbare materiële schade – kon tot en met 16 december 2021 aangevraagd worden.
Naast het van toepassing verklaren van de Wts zijn er generieke regelingen met betrekking tot omzetderving van kracht, te weten de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) en de Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW). Ook zullen ondernemers met aanmerkelijke materiële schade door de ramp en met ten minste 50% omzetderving in het derde en vierde kwartaal van 2021 een tegemoetkoming krijgen voor het vierde kwartaal. De tegemoetkoming bedraagt 10% van de omzetderving. Deze tegemoetkoming is eenmalig, naast de openstelling van de NOW voor november en december en de TVL regeling voor het vierde kwartaal van 2021.
Het toenmalige kabinet heeft daarnaast besloten om, gezien de zeer uitzonderlijke omstandigheden, eenmalig te komen met een tegemoetkoming voor agrariërs met teeltplanschade in de uiterwaarden van de bedijkte Maas (van Boxmeer tot Geertruidenberg). Deze regeling wordt als aangegeven in de Kamerbrief van 17 december jl.4 momenteel voorbereid. Eind januari 2022 kunnen bedrijven zich gaan melden voor deze tegemoetkoming. Meer informatie komt binnenkort beschikbaar op de website van RVO.
Een aantal gemeenten – zoals Valkenburg aan de Geul – is zwaar getroffen door de wateroverlast. Gezien de relatief beperkte jaarlijkse baten en lasten van de gemeenten en de omvang van de (bestemmings-)reserves kan redelijkerwijs van deze gemeenten niet verwacht worden dat ze de schade binnen hun lopende begrotingen op kunnen vangen. Daarom worden deze gemeenten middels een specifieke uitkering gecompenseerd.
Kortom, naast het van toepassing verklaren van de Wts en financiële compensatie van een aantal gemeenten met een specifieke uitkering heeft het toenmalige kabinet, gelet op de zeer uitzonderlijke omstandigheden, besloten eenmalig te komen met een tegemoetkoming voor agrariërs met teeltplanschade in de uiterwaarden van de bedijkte Maas en een aparte, eenmalige omzetdervingsregeling voor Limburg.
Vraag 5
Hoe apprecieert u de zorgen van ondernemers in Limburg over het uitblijven van de uitbetaling van de schadevergoeding en de gevolgen hiervan ook rondom voortdurende omzetderving?
Antwoord 5
Ik begrijp deze zorgen heel goed. De bestaande zorgen zijn al groot vanwege de impact van de COVID-19 pandemie. Voor deze ondernemers is de extreme wateroverlast (tijdens de belangrijke zomerperiode) en impact daarvan daar nog eens bovenop gekomen. Ik onderschrijf de lastige situatie waar ondernemers in Limburg zich in bevinden, en dat is dan ook juist de reden dat RVO hard werkt om de tegemoetkomingen voor onverzekerbare materiële schade zo spoedig mogelijk uit te keren. Bovendien heeft het kabinet gesprekken gevoerd met de provincie Limburg over de situatie van de ondernemers. Het toenmalige kabinet heeft, zoals ook in het antwoord op vraag 4 is aangegeven, besloten 10% omzetderving te compenseren in het vierde kwartaal van 2021 voor ondernemers die in aanmerking komen voor de nieuwe regeling die begin 2022 zal worden gepubliceerd.
Vraag 6
Wat is nu het gebied in Brabant dat voor vergoeding van de schade in aanmerking komt? Klopt het dat het op dit moment in bepaalde delen van Brabant (stroomafwaarts na Sambeek) voor agrarisch ondernemers niet meer mogelijk is om schade te melden?
Antwoord 6
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik u naar de bijlage als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Regeling met de contouren van het schadegebied. De Brabantse oever van de Maas stroomafwaarts tot aan Boxmeer wordt gerekend tot het schadegebied door overstroming. Tot Boxmeer is de Maas onbedijkt (evenals de rechteroever tot Mook). Vanaf Boxmeer ligt van oudsher al een primaire kering. Vanuit RVO en de taxateurs vindt maatwerk plaats om na te gaan en te bepalen of specifieke gevallen op de grenzen van deze contouren wel of niet in aanmerking komen.
Het was voor iedereen mogelijk schade te melden tot en met 16 december 2021. Het was daarbij niet nodig om al een compleet beeld te hebben van de schade. Na de genoemde datum kan de melding namelijk nog worden aangevuld.
Als aangegeven in het antwoord op vraag 4 komt er een aparte regeling voor teeltplanschade in de uiterwaarden van de bedijkte Maas van Boxmeer tot aan Geertruidenberg, wat stroomafwaarts is vanaf Sambeek. Deze regeling wordt voorbereid en op korte termijn zullen hiervoor aanvragen gedaan kunnen worden bij RVO.
Vraag 7
Klopt het dat u in gesprek zou gaan met de regio en ondernemersvertegenwoordigers over omzetderving? Hoe staat het daarmee en wat doet u daarop?
Antwoord 7
Het klopt dat het toenmalige kabinet met de regio en ondernemersvertegenwoordigers vanuit de provincie Limburg in gesprek is gegaan over omzetderving als gevolg van de waterramp halverwege juli. De afgelopen maanden hebben er veelvuldig gesprekken plaatsgevonden om de scope van de omzetderving te bepalen en om beelden te wisselen over de ontstane situatie. Inmiddels wordt er een regeling voor een tegemoetkoming in omzetderving voor het vierde kwartaal uitgewerkt. Die regeling zal begin 2022 in werking treden en door RVO worden uitgevoerd. Met de komst van de omzetdervingsregeling voor getroffen ondernemers wordt ook invulling gegeven aan de motie van de leden Graus en Van Kent over een ruimhartige omzetdervingsregeling voor Limburgse ondernemers die getroffen zijn door de watersnoodramp.5
Chapeau Magazine, 6 december 2021,«Waar blijft de toegezegde ruimhartige compensatie?», https://www.chapeaumagazine.com/business/giels-business/waar-blijft-de-toegezegde-ruimhartige-compensatie/?fbclid=IwAR04WOmfXBB_gJA-e5pRr4Uhp1j5O-QYHZvRvNfgfe131eSWM-GnHGXWhSg↩︎
Kamerstuk 32 698, nr.63 (Kamerbrief).↩︎
Aanhangsel Handelingen 2020–2021, nr. 264↩︎
Kamerstuk 32 698, nr. 63↩︎
Kamerstuk 35 420, nr. 429↩︎