Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de reactie op de motie van de leden Grinwis en Inge van Dijk over proportionele en bij het doel van de noodverlenging passende verlengingsprijzen en de motie van het lid Grinwis c.s. over een proportionele vergoeding voor de noodverlenging van de radiovergunningen (Kamerstuk 24095-555)
Frequentiebeleid
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2022D02939, datum: 2022-01-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2022D02939).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F. Azarkan, Tweede Kamerlid (Ooit DENK kamerlid)
- Mede ondertekenaar: D.D. van Dijke, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2021Z23922:
- Indiener: S.A. Blok, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2022-01-19 14:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-01-20 14:00: Procedurevergadering EZK (digitaal) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2022-01-27 12:00: Reactie op de motie van de leden Grinwis en Inge van Dijk over proportionele en bij het doel van de noodverlenging passende verlengingsprijzen (Kamerstuk 24095-552) en de motie van het lid Grinwis c.s. over een proportionele vergoeding voor de noodverlenging van de radiovergunningen (Kamerstuk 24095-537) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
Preview document (🔗 origineel)
2022D02939 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat voorgelegd over de Reactie op de motie van de leden Grinwis en Inge van Dijk over proportionele en bij het doel van de noodverlenging passende verlengingsprijzen (Kamerstuk 24 095, nr. 552) en de motie van het lid Grinwis c.s. over een proportionele vergoeding voor de noodverlenging van de radiovergunningen (Kamerstuk 24 095, nr. 537) (Kamerstuk 24 095, nr. 555).
De fungerend voorzitter van de commissie,
Azarkan
De adjunct-griffier van de commissie,
Van Dijke
Inhoudsopgave | blz. | |
I | Vragen en opmerkingen vanuit de fracties | 2 |
II | Antwoord/Reactie van de Minister | 4 |
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het onderhavige stuk en hebben hierover nog een vraag.
Deze leden hebben tijdens het tweeminutendebat Commerciële radio: rapport SEO en toelichting op 8 december 2021 door middel van een toezegging aandacht gevraagd voor de mogelijke effecten van de prijsverhogingen op de radiosector. Daarop gaf de Minister aan een om vinger aan de pols te houden. Op welke wijze is de Minister voornemens om de effecten van de prijsverhogingen op de radiosector te monitoren, mede in het licht van de mogelijk voortdurende effecten van de coronacrisis op de radiosector?
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie vragen de Minister of zij kan toelichten waarom zij, na het niet uitvoeren van de unaniem aangenomen motie-Grinwis c.s. over een proportionele vergoeding voor de noodverlenging van de radiovergunningen (Kamerstuk 24 095, nr. 537), eveneens weigert om de breed aangenomen motie- van de leden Grinwis en Inge van Dijk over proportionele en bij het doel van de noodverlenging passende verlengingsprijzen (Kamerstuk 24 095, nr. 552) uit te voeren. Welke stappen is de Minister voornemens te zetten om ook op dit punt «nieuw elan» te bevorderen?
De leden van de PVV-fractie vragen waarom de voorganger van de Minister, gegeven de gerechtvaardigde belangen van de sector in relatie tot de gevolgen van de noodverlenging en de bereidheid om aan een redelijke vergoeding te voldoen, niet tenminste de moeite genomen om daarover met de sector in gesprek te gaan.
De leden van de PVV-fractie vragen de Minister of zij zich inmiddels persoonlijk heeft verdiept in de gevolgen van de door haar voorganger vastgestelde vergoedingen voor de noodverlenging, de verveelvoudiging van de kosten die dat veroorzaakt en de gevolgen daarvan voor de Nederlandse commerciële radiostations die hierdoor getroffen worden. Zo nee, waarom niet en is zij voornemens dat alsnog te doen? Is zij tevens bereid om daarover alsnog met de commerciële radiostations in gesprek te treden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn?
De leden van de PVV-fractie vragen de Minister of zij het standpunt deelt dat het beter is te overleggen dan in te zetten op juridische procedures, zoals haar voorganger leek te beogen. Welke veranderingen in attitude van haar ministerie staan haar hierbij voor ogen?
De leden van de PVV-fractie vragen of de Minister gedetailleerd kan toelichten hoe zij voornemens is om de slechte relatie tussen het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en de sector te verbeteren.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het onderhavige stuk. Zij betreuren het dat de regering beide aangenomen moties van de Kamer niet heeft willen uitvoeren en hebben daarover de volgende vragen en opmerkingen.
De leden van de CDA-fractie constateren dat de relatie tussen het Ministerie van EZK en de (commerciële) radiosector al geruime tijd niet goed is en er sprake lijkt van een verziekte sfeer. Deelt de Minister deze observatie? Zo ja, is zij bereid deze kabinetsperiode extra te gaan investeren in de relatie met de sector, door, als eerste stap, op korte termijn met de sector om de tafel te gaan over het niet uitvoeren van de motie van de leden Grinwis en Inge van Dijk (Kamerstuk 24 095, nr. 552) en de motie-Grinwis c.s. (Kamerstuk 24 095, nr. 537)? Zo nee, waarop baseert de Minister dat er wel sprake zou zijn van een goede relatie? Hoe is aangaande het radiobeleid op het Ministerie van EZK de «frisse blik van buiten» geborgd, waarmee ook nieuwe, alternatieve inzichten en adviezen de ambtelijke en politieke top bereiken?
De leden van de CDA-fractie willen tot slot van de Minister weten hoe het proces tot aan de daadwerkelijke noodverlenging er vanaf nu uitziet. Kan zij dit schetsen aan de hand van een tijdspad?
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat dit schriftelijk overleg zich toespitst op de reactie van de Minister op de motie van de leden Grinwis en Inge van Dijk (Kamerstuk 24 095, nr. 552). De reactie luidt dat de motie om diverse redenen niet uitgevoerd gaat worden. Deze leden constateren dat de manier waarop de noodverlenging en de vergoeding tot stand zijn gekomen weinig goeds gedaan heeft voor de relatie tussen de radiosector en het ministerie. In dit schriftelijk overleg willen deze leden ten eerste enkele vragen stellen over de motie en staan ze stil bij de relatie tussen de sector en het ministerie. Deze leden vinden dat belangrijk vanwege de uitdagingen die in het vooruitzicht liggen, bijvoorbeeld investeringen in digitalisering en de ontwikkeling naar DAB+.
De leden van de ChristenUnie-fractie wijzen op de uitspraak van de indiener van de motie, het lid Grinwis, tijdens het tweeminutendebat over de noodverlenging: praten is beter dan procederen. Deze leden willen dat in dit schriftelijk overleg graag herhalen: praten vooraf is beter dan procederen achteraf. De Minister zei in het tweeminutendebat echter dat, als hij gaat praten, de sector komt aanzetten met advocaten en per definitie ontevreden zal zijn. De leden van de fChristenUnie-fractie begrijpen dat zowel voor de sector als voor het ministerie de tijd begint te dringen om voor 1 september 2022 de frequenties te verdelen. Deze leden hebben echter al in juni in een aangenomen motie gevraagd om in goede samenspraak met de Vereniging landelijke Commerciële Radio (VCR) en de Vereniging Niet Landelijke Commerciële radioOmroepen (Nlcr) te komen tot een vergoeding. De sector geeft aan dat er nooit sprake is geweest van goede samenspraak, terwijl de sector echt welwillend is. Hoewel deze leden het betwijfelen, is het wellicht niet meer mogelijk om op tijd een onafhankelijke juridische analyse van de mogelijkheden die de Telecommunicatiewet en de staatssteunregels bieden voor proportionele verlengingsprijzen uit te laten voeren. Daarom vragen deze leden aan de Minister of zij bereid is om in ieder geval nog in gesprek te gaan met de sector over de verlengingsprijzen en te luisteren naar wat zij te zeggen hebben, in plaats van er bij voorbaat vanuit te gaan dat het gesprek enkel leidt tot verder wrijven in een vlek. Zij vragen of de Minister ook niet bereid is om de motie deels uit te voeren.
De leden van de ChristenUnie-fractie herinneren de Minister tenslotte graag aan de motie van het lid Bruins c.s. (Kamerstuk 24 095, nr. 523), waarin de Kamer uitspreekt van mening te zijn dat verder overleg tussen de commerciële radiosector en het Ministerie van EZK nodig is om tot een goede weging van de rapporten van de commissies-Don en onderzoeksbureau KWINK te komen en op basis daarvan tot een gedragen besluit te komen over de veiling of verlenging van de FM-frequenties na 2025. Deze leden vragen de Minister hoe zij van plan is deze motie nader uit te voeren. Zij vragen in het licht van die veiling of verlenging na 2025 hoe de Minister gaat voorkomen dat er weer op het laatste moment pas tot een besluit gekomen wordt. Voorts vragen de leden hoe de Minister de relatie met de sector op de lange, maar ook op de korte termijngaat verbeteren.