Nederlandse inzending toetsingscyclus voor de rechtsstaat 2022
Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Brief regering
Nummer: 2022D03207, datum: 2022-01-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-02-2448).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 02-2448 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken .
Onderdeel van zaak 2022Z01453:
- Indiener: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- 2022-02-03 12:49: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-02-17 11:30: Procedurevergadering (hybride) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2448 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 januari 2022
Mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, de Minister voor Rechtsbescherming, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, deel ik hierbij graag met uw Kamer de Nederlandse inzending op de op 1 december 2021 door de Europese Commissie gedeelde vragenlijst in het kader van de toetsingscyclus voor de rechtsstaat 20221.
In het jaarlijkse rechtsstaatrapport doet de Commissie verslag van de rechtsstatelijke situatie in de EU als geheel en in de lidstaten afzonderlijk. Het rapport vormt de basis van het rechtsstaatmechanisme, een instrument geïntroduceerd in 2020 waarmee de rechtsstaat in de Unie preventief en structureel gemonitord kan worden om in een vroeg stadium eventuele problemen in de Unie te kunnen identificeren, te bespreken en gezamenlijk tot oplossingen te komen. De Commissie legt de lidstaten aan de hand van vier pijlers langs de rechtsstatelijke meetlat: het rechtsbestel, het anti-corruptiekader, mediapluriformiteit en overige institutionele zaken met betrekking tot checks and balances. Dit jaar zijn hiertoe 53 indicatoren opgesteld. In vergelijking met vorig jaar is de reikwijdte van een aantal indicatoren uitgebreid en zijn de volgende indicatoren toegevoegd: 19, 20, 31, 47 en 52. Welke dit zijn, ziet u terug in de bijlage. In de beantwoording is rekening gehouden met wat Nederland vorig jaar reeds indiende. Het virtuele landenbezoek van de Commissie aan Nederland staat gepland op 21 en 22 maart a.s., waarbij de Commissie op ambtelijk niveau zal spreken met de meest betrokken vakdepartementen en met relevante (beroeps)organisaties die actief zijn op het terrein van de rechtsstaat.
De Commissie is van plan om op basis van onder meer de verkregen input het rapport in de maand juli te publiceren. In lijn met de Nederlandse inzet heeft de Commissie aangekondigd vanaf dit jaar concrete aanbevelingen aan de landenhoofdstukken toe te voegen. De horizontale ontwikkelingen op het gebied van de rechtsstaat in de EU worden vervolgens besproken tijdens de jaarlijkse rechtsstatelijkheidsdialoog in de Raad Algemene Zaken, aangevuld met een separate bespreking van vijf van de landenhoofdstukken per voorzitterschap. Het Nederlandse landenhoofdstuk uit de voorgaande rechtsstaatrapporten zal in maart worden besproken.
Daarnaast is de verwachting dat, in lijn met de Nederlandse inzet, ook dit jaar thematische onderwerpen uit het rapport bij de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken aan de orde komen.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎