[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Kathmann over vergoeding van schade naar aanleiding van een uitspraak van de civiele rechter

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2022D03246, datum: 2022-01-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20212022-1487).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2021Z24042:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1487

Vragen van het lid Kathmann (PvdA) aan de Minister voor Rechtsbescherming over vergoeding van schade naar aanleiding van een uitspraak van de civiele rechter (ingezonden 21 december 2021).

Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming) (ontvangen 28 januari 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1329.

Vraag 1

Is het u bekend dat naast slachtoffers van misdrijven die recht op een schadevergoeding hebben, ook personen die op grond van een uitspraak van een civiele rechter recht op een schadevergoeding hebben of door een uitspraak van een civiele rechter anderszins een vordering hebben op een gedupeerde van de kinderopvangtoeslag die schade of vordering tijdelijk niet kunnen (laten) innen?1

Antwoord 1

Ja, ik ben daarmee bekend.

Vraag 2 en 3

Ziet u in dit verband verschil tussen een particulier die op grond van een onrechtmatige daad schade kan vorderen op een gedupeerde van de kinderopvangtoeslag en een schade die op grond van een misdrijf is ontstaan? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet en welke gevolgen verbindt u hieraan?

Acht u het wenselijk dat in het geval een particulier op grond van een civiel vonnis een financiële vordering op een gedupeerde van de kinderopvangtoeslag heeft – bijvoorbeeld uit onrechtmatige daad – dat een voorschot vanuit de overheid aan die particulier op zijn plaats is, zodat ook die niet wordt benadeeld door de tijdelijke opschorting van de inning van schulden bij die gedupeerden? Zo ja, hoe gaat u hier zorg voor dragen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2 en 3

Naar aanleiding van het in de kinderopvangtoeslagenaffaire afgekondigde moratorium heeft mijn ambtsvoorganger besloten aan een beperkte groep slachtoffers een voorschot uit te keren. Het gaat om de groep slachtoffers die recht hebben op een schadevergoeding die is toegekend door de strafrechter. Deze schadevergoedingsmaatregel zal tijdens het moratorium niet worden geïnd bij de dader als die tevens gedupeerde is van de toeslagenaffaire. Om te voorkomen dat deze groep slachtoffers hiervan nadeel ondervindt, wordt een voorschot uitgekeerd. Na afloop van het moratorium wordt de inning van de schadevergoedingsmaatregel bij de dader tevens gedupeerde van de kinderopvangtoeslagenaffaire hervat. Ik verwijs naar de beantwoording van eerdere Kamervragen die hierover zijn gesteld2.

Hoewel het moratorium ook geldt voor een particulier tevens gedupeerde van de kinderopvangtoeslag die door de civiele rechter is veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding, kan ik voor personen aan wie de civielrechtelijke schadevergoeding is toegekend niet dezelfde stap zetten. Het gaat bij civiele procedures namelijk niet om publiekrechtelijke straffen of maatregelen waardoor er dan ook geen rol voor de overheid is bij de inning. Een burger kan in civiele procedures schadevergoeding eisen op grond van onrechtmatige daad. Als de rechter de schadevergoeding toewijst, vindt de inning van de schadevergoeding plaats door vrijwillige betaling door de gedaagde of door tenuitvoerlegging van dat vonnis met hulp van de gerechtsdeurwaarder. Deze mogelijkheden tot schadeverhaal staan na het moratorium ook weer open voor de particulier die zijn schade uit onrechtmatige daad wil verhalen op een gedupeerde van de kinderopvangtoeslagaffaire.


  1. Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 401.↩︎

  2. Zie ook: Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 579↩︎