[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda van de informele bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 3 en 4 februari 2022 (o.a. Kamerstuk 32317-736)

JBZ-Raad

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2022D03405, datum: 2022-01-31, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2022D03405).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2022Z01114:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2022D03405 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd over de volgende stukken:

• De geannoteerde agenda van de informele bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 3 en 4 februari 2022 (Kamerstuk 32 317, nr. 736);

• Het verslag van de JBZ-Raad van 9-10 december 2021 (Kamerstuk 32 317, nr. 734);

• De antwoorden op vragen commissie over o.a. de geannoteerde agenda JBZ-Raad 9-10 december 2021 (Kamerstuk 32 317, nr. 723)

• De beantwoording resterende vragen commissie over de geannoteerde agenda JBZ-Raad 9-10 december 2021 (Kamerstuk 32 317, nr. 735)

De voorzitter van de commissie,
Van Meenen

De adjunct-griffier van de commissie,
Burger

Inhoudsopgave blz.
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties 2
1. Vragen en opmerkingen vanuit de VVD-fractie 2
2. Vragen en opmerkingen vanuit de D66-fractie 0
3. Vragen en opmerkingen vanuit de SP-fractie 0
4. Vragen en opmerkingen vanuit de Volt-fractie 0
II. Reactie van de bewindspersonen

I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

1. Vragen en opmerkingen vanuit de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Informele JBZ-Raad van 3 en 4 februari. Zij hebben hierover nog enkele vragen.

Geannoteerde agenda van de informele bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 3 en 4 februari 2022

Werklunch: bestrijding van terrorisme en radicalisering

De leden van de VVD-fractie lezen dat het kabinet de EU-aanpak voor het bestrijden van geldstromen en vermogensopbouw ten behoeve van de financiering van terrorisme wil versterken. Kan de Minister hier nader op in gaan? Kan de Minister de laatste stand van zaken hieromtrent schetsen? Hoe verhoudt deze EU-aanpak zich tot de verordening inzake het tegengaan van de verspreiding van terroristische online-inhoud (TCO-verordening), die op 7 juni 2022 in werking zal treden?

Bestrijding van haatzaaien

De leden van de VVD-fractie delen de noodzaak die de Minister schetst om te komen tot een concrete aanpak van haatmisdrijven en haatzaaien. Wanneer kan de Kamer het toegezegde BNC-fiche hierbij verwachten? Kan de Minister tevens bevestigen dat binnen de aanpak van haatmisdrijven de aanpak van antisemitische incidenten bijzondere aandacht verdient, gelet op de forse toename van antisemitisch verbaal en fysiek geweld?

2. Vragen en opmerkingen vanuit de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de informele JBZ-Raad van 3 en 4 februari te Brussel. Zij hebben hierover nog enkele vragen.

Geannoteerde agenda van de informele bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 3 en 4 februari 2022

Veiligheid Europese grenzen

De leden van de D66-fractie onderschrijven het belang van grensoverschrijdende operationele samenwerking op het gebied van rechtshandhaving. Naar aanleiding van de jaarwisseling 2021–2022 maken zij zich in het bijzonder zorgen om de Europese handel in zwaar illegaal vuurwerk. In de kabinetsreactie op de evaluatie van afgelopen jaarwisseling wordt vastgesteld dat ondanks een enorme stijging van in beslag genomen zwaar illegaal vuurwerk, er toch nog veel van werd afgestoken (Kamerstuk 28 684, nr. 690). De enkele amputaties die veroorzaakt werden kwamen allemaal door dit type vuurwerk, en in het totaalbeeld veroorzaakte het een kwart van al het letsel. Ook hulpverleners werden hierdoor in gevaar gebracht. Zij hebben hier ook de rest van het jaar te vaak mee te maken. Naast het zware illegale vuurwerk werd afgelopen jaarwisseling ook veel consumentenvuurwerk uit België afgestoken, waar de verkoop wel door ging.

Kan de Minister toelichten welke lessen er uit de jaarwisseling 2021–2022 worden getrokken, zowel op het gebied van internationale handel in zwaar illegaal vuurwerk, als op het gebied van consumentenvuurwerk dat over de grens wel maar in Nederland niet is toegestaan? Ziet zij noodzaak om Europese regelgeving omtrent vuurwerk meer met elkaar in lijn te brengen? Welke verbeteringen zijn er mogelijk in de samenwerking op het gebied van handhaving? Is de Minister bereid dit onderwerp het komende jaar te agenderen binnen de JBZ-Raden?

De leden van de D66-fractie hebben hun overige vragen ten aanzien van dit punt verwerkt in hun inbreng bij het schriftelijk overleg ten aanzien van de informele JBZ-Raad EU-voorzitterschap van 3 en 4 februari 2022 (vreemdelingen- en asielonderwerpen).

Werklunch: mechanismen om het publiek te informeren in geval van kinderontvoeringen

De leden van de D66-fractie onderschrijven het belang van een gezamenlijke aanpak van interlandelijke kinderontvoering. Zij moedigen de Minister aan om een actieve rol te spelen in de verkenning naar mogelijkheden voor meer coördinatie en samenwerking. Zij vragen de Minister in welke mate er ook in Europees verband samengewerkt wordt bij kinderontvoering naar landen buiten de Europese Unie (EU).

Erkenning van ouderschap binnen de EU

De leden van de D66-fractie onderschrijven de lijn van het kabinet. Zij vinden het van groot belang dat ook kinderen van regenbooggezinnen veilig met hun ouders binnen Europa kunnen reizen. Erkenning van het ouderschap is daarvoor een belangrijke voorwaarde. Deze leden hopen dan ook dat de Minister zich als een sterke voorstander van de Europese verordening zal uitspreken. Zij vragen de Minister op welke wijze zij in gesprek zal gaan met EU-lidstaten die erkenning van kinderen uit regenbooggezinnen momenteel nog niet mogelijk hebben gemaakt.

Deze leden vragen ook of er ook bij adoptie door regenbooggezinnen sprake kan zijn van niet-erkenning van het juridisch ouderschap in sommige EU-lidstaten. Ook vragen zij of in de Europese verordening al rekening wordt gehouden met de mogelijkheid van juridisch meerouderschap.

3. Vragen en opmerkingen vanuit de SP-fractie

De leden van de SP-fractie willen in de eerste plaats de nieuwe bewindspersonen veel succes wensen met hun eerste JBZ-Raad. Zij wensen hun een vruchtbare kennismaking en samenwerking in de EU toe.

Europol

De leden van de SP-fractie hebben zich bij de inbreng van de JBZ-raad van januari 2021 al kritisch uitgelaten over het voornemen om Europol meer informatie te laten verwerken. Inmiddels hebben deze leden begrepen dat de Europese datatoezichthouder, de European Data Protection Supervisor (EDPS), zich kritisch heeft uitgelaten over de hoeveelheden data die Europol heeft opgeslagen en verwerkt. Wat is de reactie van de Minister op die waarschuwing van de EDPS? Koppelt de Minister hier nog gevolgen aan voor het regeringsstandpunt met betrekking tot het voorstel tot wijziging van de Europolverordening en de wijziging van het Schengeninformatiesysteem om Europol toegang te bieden?

E-evidence

De leden van de SP-fractie zijn erg benieuwd naar het standpunt van het nieuwe kabinet ten aanzien van de Verordening elektronisch bewijsmateriaal. Kan de Minister dit toelichten? Wat zijn de verwachtingen van de Minister over de Franse ambities ten aanzien van deze verordening? Als laatste zijn deze leden benieuwd in hoeverre de Minister denkt dat de verordening gunstig uit zal vallen ten aanzien van de punten van zorg die de Kamer in het verleden heeft geuit met betrekking tot het notificatiemechanisme en de rechtsbescherming van Europese inwoners. Graag ontvangen voornoemde leden een uitgebreide reactie op dit gevoelige punt.

Haatzaaien

De leden van de SP-fractie hebben zich in het verleden kritisch uitgelaten om het delict haatzaaien toe te voegen aan de lijst met Eurocrimes toe te voegen. Hoe kijkt deze Minister naar dat voornemen? Meent deze Minister ook – in het verlengde van het voornemen van de Europese Commissie – dat alles met een digitale dimensie dan Europees geregeld dient te worden? Waarom zouden lidstaten niet zelf in staat zijn om haatzaaien aan te pakken? Graag ontvangen voornoemde leden een reactie.

Europees Aanhoudingsbevel

De leden van de SP-fractie vragen ook deze keer weer aandacht voor de praktijk rondom het Europees Aanhoudingsbevel. Het wederzijds vertrouwen binnen de Europese Unie is de laatste jaren onder druk komen te staan. Bij overleveringen van verdachten aan andere lidstaten ontstaan er vraagtekens over de onafhankelijkheid van het proces. Kan deze nieuwe Minister aangeven hoe zij hiernaar kijkt? Welke mogelijkheden zijn er nu om overleveringen op te schorten? Waarom vraagt de Minister niet tenminste om garanties voor een eerlijk proces in individuele zaken? Kan de Minister aangeven hoe het staat met de uitvoering van motie-Van Nispen (Kamerstuk 32 317, nr. 696)?

4. Vragen en opmerkingen vanuit de Volt-fractie

De leden van de Volt-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de informele JBZ-Raad 3-4 februari. Wel hebben zij nog de volgende vragen.

Geannoteerde agenda van de informele bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 3 en 4 februari 2022

Cybercrime simulatie

De leden van de Volt-fractie lezen dat de Ministers schrijven dat inzet is gepleegd op vier sporen, te weten preventie, ondersteuning van slachtoffers, wetenschappelijk onderzoek en opsporing, vervolging en verstoring. Daarnaast lezen deze leden dat zij noemen dat cybercrime vaak grensoverschrijdend is en daarom een gezamenlijke EU-aanpak wenselijk is.

Hoe zal het nieuwe kabinet zich in Europees verband in gaan zetten voor meer internationale samenwerking op het gebied van cybercrime? Kan de Minister toelichten per spoor wat de Nederlandse inzet zal zijn en hoe die inzet zich vertaalt in de Nederlandse cybersecurity strategie? Op die manier kunnen duidelijke doelen worden gesteld voor de (eventuele) deelname aan de simulatie. Voornoemde leden zouden ook graag een schriftelijke terugkoppeling ontvangen over de ervaring van de deelname aan de simulatie op de volgende punten:

– Op welke wijze hoopt de Minister dat het rollenspel bijdraagt aan het signaleren van de risico's inzake cybersecurity?

– Hoe is de Minister voornemens om de geleerde lessen uit de simulatie om te zetten in beleid?

– Welke «instrumenten» staan centraal in de simulatie en zijn deze ook toepasbaar op het Nederlandse cybersecuritybeleid?

– Hoe zou de EU-aanpak van cybersecurity en cybercrime er volgens de Minister uit moeten zien? Hoe verschilt deze van de al bestaande aanpak die gefaciliteerd wordt door ENISA, The European Cybersecurity Competence Centre en Europol?

– Wordt aan de hand van deze simulatie ook besproken hoe de rollen van ENISA, The European Cybersecurity Competence Centre en Europol mogelijk verbreed kunnen worden in de aanpak van cybersecurity? Wat is de positie van Nederland op dit punt?

– In het rollenspel zullen zowel het positie van het bedrijf als opsporing gerepresenteerd zijn. Uit welke instanties bestaat deze opsporing? Hoe staat Nederland tegenover de zogenaamde hack-backs waarbij bedrijven zelf hackers mogen aanpakken?

Toekomst van civiele bescherming in Europa met het oog op klimaatverandering

De leden van de Volt-fractie lezen dat het kabinet het belang van een goede balans tussen solidariteit richting lidstaten bij noodsituaties en de eigen verantwoordelijkheid voor preventie, paraatheid en respons onderstreept. Hoe ziet dit er voor Nederland concreet uit? Op welke terreinen is nog winst te behalen en wat zal Nederland daar in Europees verband voor inbrengen?

Kan de Minister aangeven hoe Nederland aangesloten is bij het Uniemechanisme?

Kan de Minister aangeven of zij bepaalde hervormingen van het Uniemechanisme noodzakelijk acht in het licht van de gebeurtenissen in Limburg van juli 2021? Zo ja, welke hervormingen?

Wat is de Nederlandse inzet voor de discussie omtrent onderzoek, operationele planning en capaciteit en de betrokkenheid van burgers en het maatschappelijk middenveld?

Kan de Minister uiteenzetten of het huidige mechanisme voor civiele bescherming toereikend is met het oog op klimaatverandering en de gebeurtenissen van juli 2021?

Werklunch: bestrijding van terrorisme en radicalisering

De leden van de Volt-fractie lezen dat het Franse voorzitterschap drie prioriteiten heeft gesteld op het gebied van terrorisme. Wat zijn de Nederlandse prioriteiten wat betreft de brede aanpak van terrorisme en extremistisch geweld en het verder verbeteren van de informatie-uitwisselingen? Wanneer Nederland spreekt over gelijkgestemde landen, welke landen bedoelt Nederland dan? Waarom wordt specifiek met die landen samengewerkt?

Op welke manier wil het kabinet het maatschappelijk middenveld actief in gaan zetten om de potentiële dreiging vanuit accelerationistische netwerken in beeld te krijgen? Aan wat voor partijen uit het maatschappelijk middenveld wordt dan gedacht?

Hoe wordt op Europees niveau en in de Nederlandse inzet meer aandacht geschonken aan opkomend (rechts-)extremisme in het mogelijke dreigingsbeeld van terrorisme/extremisme? Wat heeft voor Nederland op Europees niveau hierbij prioriteit?

Kan de Minister al een eerste appreciatie geven van de te verwachten Europese voorstellen voor toegang tot veiligheids-gerelateerde informatie en de herziening van de PNR-richtlijn en de impact hiervan op terrorismebestrijding?

Waarom wacht de Minister de herziening van de PNR-richtlijn niet af, alvorens de nationale richtlijn te verlengen? Klopt het dat daarin de focus verschuift van terrorismebestrijding naar illegale migratie?

Kan de Minister uiteenzetten welke rol preventie speelt in een Europese strategie over terrorisme en radicalisering? Hoe speelt hierbij een integrale aanpak ter voorkoming van radicalisering een rol, waarbij ook aandacht wordt geschonken aan discriminatie en marginalisering van bepaalde groepen in de samenleving? Welke Europese wet- en regelgeving pakt deze problemen aan en hoe verhouden deze zich tot de omschreven aanpak van terrorisme en radicalisering?

Kan de Minister uiteenzetten hoe het in Nederland gesteld is met de implementatie van de interoperabiliteitsverordening? Hoe werkt Nederland samen met het Europees Centrum voor terrorismebestrijding binnen Europol en Eurojust?

Bestrijding van haatzaaien

De leden van de Volt-fractie onderschrijven het belang van het toevoegen van haatzaaiende uitlatingen en haatmisdrijven aan de lijst van eurocrimes. Het bestrijden van haatzaaiing en de daaraan verbonden vormen van racisme en discriminatie vallen of staan bij de juiste terminologie. Er moet een balans worden gevonden tussen verschillende fundamentele rechten.

Opvallend is dat Nederland tijdens de JBZ-Raad van 10 december jl. heeft opgeroepen om, gezien de bekende problemen, binnen de EU tot een gezamenlijke definitie te komen op seksuele gerichtheid en LHBTI+ met oog voor de verschillen in de Europese samenlevingen. Voornoemde leden zou de Minister graag verzoeken om nader toe te lichten wat hiermee wordt bedoeld. Welke definitie hanteert Nederland? Op welke definitie zal Nederland inzetten en waarom? Waarop is dat gebaseerd? De leden van de Volt-fractie zien de verschillen in de Europese samenlevingen, maar zij vragen sterk welke ruimte het kabinet hier ziet.

Daarnaast vragen deze leden wat de Minister bedoelt met een «concrete aanpak van haatmisdrijven en haatzaaien»? Ziet de Minister concrete maatregelen voor zich? Zo ja, welke? Zal de Minister deze voorstellen inbrengen in de discussie over de aanpak?

Werklunch: mechanismen om het publiek te informeren in geval van kinderontvoeringen

De leden van de Volt-fractie vragen of, wanneer een kindvermissingsbericht in de vorm van een rechtshulpverzoek wordt doorgegeven door de politie (of een andere bevoegde instantie), hier dan adequaat naar gehandeld wordt door het ontvangende land. Welke ruimte voor verbetering ziet de Minister op dit terrein en wat is daarvoor nodig?

Het kabinet geeft aan voorstander te zijn van het optimaliseren van de samenwerking tussen de autoriteiten middels de geëigende kanalen, en ziet graag dat lidstaten elkaar snel kunnen vinden. Om welke kanalen gaat het hier dan specifiek?

Kan de Minister aangeven waar zij eventueel op zal inzetten bij die verkenning? Wat zullen de uitgangspunten zijn?

Erkenning van ouderschap binnen de EU

De leden van de Volt-fractie vragen welke inspanningen de Minister gaat leveren ten aanzien van het verkrijgen van de vereiste unanimiteit, gelet op de verwachte uitdagingen met betrekking tot regenboogouderschap. Hoe verhoudt dit voorstel zich tot het bereiken van een gedeelde definitie van seksuele gerichtheid en LHBTI+?

Verslag van de JBZ-Raad van 9-10 december 2021

NextGeneration EU – voorkomen van infiltratie door georganiseerde criminaliteit

De leden van de Volt-fractie lezen in de Gezamenlijke Verklaring Ministeriële Bijeenkomst Ondermijning dat de landen schrijven dat de acties om ondermijning tegen te gaan rekening zullen houden met grondrechtelijke vereisten. Op welke manier zijn de landen voornemens te waarborgen dat dit daadwerkelijk gebeurt? Welke mechanismen gaan zij daarvoor inbouwen?

In de bijlage bij dit document geven de landen aan dat op meerdere momenten bijeengekomen zal worden om besluiten te nemen over gemeenschappelijke activiteiten. Op welk moment worden de Kamers daarover geïnformeerd? Hoe worden zij vooraf geïnformeerd over de te nemen besluiten en agenda, en hoe worden zij achteraf geïnformeerd over de besluitvorming? Hoe worden de Kamers betrokken bij de gedachtewisseling op strategisch niveau?

De bijlage geeft ook aan dat een contactgroep, bestaande uit beleidsdeskundigen zal helpen bij de voorbereiding van de bovengenoemde overleggen. Op basis waarvan worden de beleidsdeskundigen geselecteerd? Welke criteria gelden er? Hoe wordt de Kamer hierbij betrokken?

Welke lidstaten reageerden met interesse over de intensivering van de samenwerking tussen België, Frankrijk, Spanje en Nederland? Betekent dit dat zij zich zullen aansluiten? Bestaat de wens vanuit Nederland om de samenwerking uit te breiden?

Verordening e-evidence

De leden van de Volt-fractie constateren dat de e-evidence verordening kan bijdragen aan effectief strafrechtelijk onderzoek waar een grensoverschrijdende dimensie aan zit. Daarom is het van belang dat hierover overeenstemming wordt bereikt. Tegelijkertijd moet de rechtsbescherming van burgers gewaarborgd worden. Fundamentele rechten, zoals het recht op privéleven en het recht op bescherming van persoonsgegevens moeten gerespecteerd worden. Welke inspanningen levert Nederland in Raadsverband om ervoor te zorgen dat de onderhandelingen verder komen? Meer concreet: over welke standpunten binnen het mandaat van de Raad is Nederland in gesprek om de onderhandelingen verder te brengen en welk standpunt neemt Nederland in?

Het Europees Parlement zit ten aanzien van een betekenisvol notificatiemechanisme dicht op het standpunt dat Nederland innam binnen de Raad. Omdat de trilogen op het dossier nog steeds gaande zijn stellen voornoemde leden de volgende vraag: Welke inspanningen levert de Minister binnen de Raad – al dan niet informeel – om de initiële standpunten met betrekking tot het beschermen van fundamentele rechten van burgers en verdachten (teneinde de rechtsbescherming van burgers te vergroten) en het notificatiemechanisme alsnog in de uiteindelijke tekst van de e-evidence verordening te krijgen?

EU toetreding tot het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)

De leden van de Volt-fractie vragen welke positie Nederland op dit moment inneemt ten aanzien van de onderhandelingen binnen de EU over de interne regels die nodig zijn voor het toetredingsakkoord. Is Nederland daarin proactief betrokken?

Geleerde lessen Covid-19 noodwetgeving

De leden van de Volt-fractie lezen dat de Minister schrijft dat de Baltische staten al voor de Covid-19-pandemie een groot aantal digitale hulpmiddelen in het justitieel domein kenden. Om welke hulpmiddelen gaat het concreet? Zijn er hulpmiddelen die Nederland (bij wijze van spreken) morgen van deze landen kan overnemen? Worden daar plannen voor voorbereid? Is Nederland in gesprek met deze landen om best practices uit te wisselen?

Toekomstige justitie-onderwerpen

Ten aanzien van het Franse voorzitterschap heeft Frankrijk aangegeven een grotere rol voor justitie te zien bij de herziening van de Milieustrafrechtrichtlijn, zo constateren de leden van de Volt-fractie. Wat is het Nederlandse standpunt hieromtrent?

Europol

Tot slot hebben de aan het woord zijnde leden nog enkele vragen over Europol. Europol is al enige tijd met de Europese Toezichthouder Gegevensbescherming (EDPS) in gesprek over de manier waarop Europol omgaat met «bulk data». Als deel van het probleem wordt genoemd dat de aan Europol toegezonden databestanden de afgelopen jaren dermate groot en complex zijn geworden, dat de benodigde capaciteit om ze te verwerken ontbreekt. Welke oplossingsrichtingen ziet de Minister voor zich met betrekking tot de onrechtmatige verwerkingen door Europol? Welke oplossing heeft de voorkeur van de Minister? Waar gaat Nederland op inzetten?