Geannoteerde agenda voor de bijeenkomst van de NAVO-ministers van Defensie op 16 en 17 februari 2022 te Brussel
NAVO
Brief regering
Nummer: 2022D03650, datum: 2022-02-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-28676-387).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K.H. Ollongren, minister van Defensie
Onderdeel van kamerstukdossier 28676 -387 NAVO.
Onderdeel van zaak 2022Z01642:
- Indiener: K.H. Ollongren, minister van Defensie
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
- 2022-02-08 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-02-10 10:30: Procedurevergadering (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
- 2022-02-10 17:00: Commissiedebat NAVO Defensie Ministeriële van 16 en 17 februari 2022 (Commissiedebat), vaste commissie voor Defensie
- 2023-09-07 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
28 676 NAVO
Nr. 387 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 februari 2022
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, de geannoteerde agenda aan voor de bijeenkomst van de NAVO-Ministers van Defensie op 16 en 17 februari 2022 te Brussel.
Tijdens de bijeenkomst spreken de Ministers in de eerste werksessie over de conceptuele aspecten van afschrikking en verdediging van het NAVO-verdragsgebied, de spanningen in het grensgebied tussen Rusland en Oekraïne en de gevolgen hiervan voor de Europese en Trans-Atlantische veiligheid. In een tweede werksessie staan ook lastenverdeling en financiering van de NAVO2030 voorstellen ten aanzien van Deterrence and Defence op de agenda. Tijdens deze werksessie kunnen Ministers ook van gedachten wisselen over het volgende Strategisch Concept. De SG NAVO heeft daarnaast ook een werksessie belegd met NAVO-partners Georgië en Oekraïne over de Zwarte Zee regio en een werksessie over EU-NAVO samenwerking met de EU Hoge Vertegenwoordiger en de Finse en Zweedse Ministers van Defensie. De Ministers spreken in de Nuclear Planning Group over het nucleaire beleid van de NAVO.
In deze brief geef ik tevens uitvoering aan de toezegging van de Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking tijdens het vragenuur van 25 januari 2022 om de Kamer te informeren over de inzet van de recent in NAVO-verband toegezegde F-35 jachtvliegtuigen (Handelingen II 2021/22, nr. 41, Vragenuur).
Afschrikking en verdediging
De eerste sessie is gewijd aan afschrikking en verdediging en staat in het teken van de veiligheidssituatie aan de oostflank van de NAVO en de bredere implicaties hiervan voor de Europese- en Trans-Atlantische veiligheid. De Ministers bespreken de uitkomsten van de NAVO-Rusland Raad (NRR) van 12 januari 2022 en het vervolgtraject van de dialoog met Rusland. Het kabinet hecht eraan te onderstrepen dat de kern van de Nederlandse inzet is en blijft om de situatie in en rond Oekraïne via dialoog en diplomatie te de-escaleren. Dat is in het belang van alle betrokken partijen.
Nederland steunt een veiligheidsdialoog met Rusland om afspraken over wapenbeheersing, militaire transparantie en vertrouwenwekkende maatregelen mogelijk te maken. Voor Nederland staan daarbij de afspraken uit de Slotakte van Helsinki voorop. Daarin hebben de deelnemende landen, waaronder ook Rusland, afgesproken dat het aan soevereine staten zelf is of zij een bondgenootschap aangaan en hoe zij dat doen. Het kabinet steunt een heldere boodschap aan Rusland dat agressief optreden tot scherpe verzwaring van Amerikaanse en Europese sancties zal leiden, zoals ook recent door de Amerikaanse president Biden en de EU Hoge Vertegenwoordiger Borrell is aangegeven. Het kabinet zal bij verdere Russische agressie tegen Oekraïne (economische) sancties van de EU steunen.
Naast het aangaan van een veiligheidsdialoog, heeft Nederland bij de bijeenkomst van de NAVO-Ministers van Buitenlandse Zaken op 7 januari 2022 aangegeven belang te hechten aan een gebalanceerd pakket aan preventieve militaire en niet-militaire maatregelen om het tweesporenbeleid van druk en dialoog richting Rusland verder vorm te geven. Deze maatregelen zijn gericht op de-escalatie van de spanningen aan de grens tussen Rusland en Oekraïne en versterking van de afschrikking en verdediging van de NAVO. Tegelijkertijd dienen de maatregelen er óók aan bij te dragen dat Rusland afziet van verdere schending van de soevereiniteit van Oekraïne. Het betreft maatregelen binnen het gehele inzetgebied van SACEUR. In het licht van de verslechterende veiligheidssituatie rond Oekraïne werkt de NAVO op dit moment verschillende handelingsopties uit om de afschrikking en verdediging nog verder te versterken voor het geval de situatie daar aanleiding toe geeft.
Over de Nederlandse bijdrage aan de versterking van de afschrikking en verdediging van de NAVO bent u recent per brief geïnformeerd (Kamerstuk 28 676, nr. 386). In deze brief is aangegeven dat Nederland twee F-35 jachtvliegtuigen inclusief ondersteunend personeel levert voor Air Policing taken voor de periode april-mei 2022. De vliegtuigen zijn vanuit Bulgarije direct inzetbaar voor het onderscheppen van onbekende vliegtuigen boven het NAVO-verdragsgebied. Om operationele redenen kan ik hierover niet uitvoerig in detail treden. Wel is het voorstelbaar dat de F-35»s bij de uitvoering van hun taken ook worden ingezet in het internationale luchtruim boven de Zwarte Zee.
Op de agenda staat verder de uitvoering van eerdere afspraken over het versterken van afschrikking en verdediging door de NAVO, in voorbereiding op de komende NAVO-top op 29 en 30 juni 2022 in Madrid. Bondgenoten stemmen naar verwachting in met een politiek-militair advies over een nieuw model voor het NAVO-Force Model. Dit model zorgt ervoor dat de NAVO, ook in de verslechterende veiligheidsomgeving, in staat is om adequaat te kunnen reageren op dreigingen. Het model beoogt de responsiviteit van het bondgenootschap te vergroten, ofwel het vermogen om op de juiste plaats en op tijd te kunnen reageren met de benodigde capaciteiten, om de gewenste effecten te kunnen bereiken. Daarnaast heeft de SG NAVO het voortgangsrapport over implementatie van de versterkte afschrikking en verdediging van de NAVO geagendeerd. Dit rapport omvat onder meer de voortgang bij de implementatie van het NATO Readiness Initiative (NRI), de aanpassing van de NAVO-commandostructuur en de verbeterde inrichting (enablement) van SACEUR’s gebiedsverantwoordelijkheid (area of responsibility).
Daarnaast komt (civiele) weerbaarheid aan de orde. Om de weerbaarheid van de NAVO en de individuele bondgenoten te versterken, besloten staatshoofden en regeringsleiders tijdens de NAVO-top in Brussel op 14 juni 2021 tot een beter geïntegreerde en gecoördineerde benadering op dit thema. Ministers bespreken hoe het momentum kan worden behouden bij de uitvoer van de vastgestelde weerbaarheidsagenda en over de invulling van het nieuw op te richten weerbaarheidscomité binnen NAVO.
Tot slot nemen bondgenoten naar verwachting het Comprehensive Cyber Defence Policy Action Plan aan. Dit actieplan implementeert het herziene NAVO cyberbeleid. Het cyberbeleid is vastgesteld tijdens de bijeenkomst van de NAVO-Ministers van Defensie van 1 juni 2021. Conform de motie van het lid Brekelmans c.s. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2433), heeft Nederland gepleit om snel tot een gemeenschappelijke NAVO reactie te komen in geval van een cyberaanval. Het tegengaan en reageren op ongewenste cyberactiviteiten is een kerndoelstelling van het actieplan.
Lastenverdeling en gezamenlijke financiering
Op de NAVO-Top van 11 juli 2018 in Brussel hebben bondgenoten afgesproken jaarlijks inzichtelijk te maken hoe ze in de jaren tot aan 2024 de defensie-uitgaven in de richting van de NAVO-norm van 2% van het bruto binnenlands product (bbp) bewegen. Tijdens de komende ministeriële bijeenkomst presenteert de SG NAVO een rapport over lastenverdeling met daarin de nationale plannen van bondgenoten verwerkt. Hierover zal het kabinet uw Kamer informeren in het verslag.
Op de NAVO-Top van 2021 kwamen staatshoofden en regeringsleiders overeen de gemeenschappelijke financiering van de NAVO te verhogen. Dit is nodig om het hoofd te blijven bieden aan de verslechterde veiligheidssituatie. Met meer gezamenlijke financiering is de NAVO beter in staat te voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit de NAVO2030-agenda. Daarbij blijft het onverminderd van belang dat individuele bondgenoten voldoen aan hun verplichtingen ten aanzien van de NAVO, zoals op het gebied van defensie-uitgaven en capaciteiten. Tijdens de ministeriële bijeenkomst spreken de bondgenoten over de voorziene ophoging van de gemeenschappelijke budgetten en bereiden ze een voorstel voor aan de staatshoofden en regeringsleiders voor de Top op 29 en 30 juni 2022 in Madrid. De eventuele ophoging van de gemeenschappelijke bijdrage aan de NAVO wordt gefinancierd uit de begrotingen van de beleidsverantwoordelijke departementen.
Strategisch concept
Bondgenoten wisselen ook van gedachten over de herziening van het Strategisch Concept. Het hernieuwde Strategisch Concept dient tijdens de NAVO-top in Madrid in juni 2022 te worden bekrachtigd. Na de huidige consultatiefase, zullen bondgenoten vanaf dit voorjaar starten met onderhandelingen. Voor Nederland is hierbij van belang dat de NAVO vasthoudt aan de drie kerntaken (gemeenschappelijke verdediging, crisisbeheersing en gezamenlijke veiligheid). Daarnaast moet er meer aandacht zijn voor de nieuwe en de hernieuwde uitdagingen waarvoor de NAVO staat zoals het agressieve handelen van Rusland, de toenemende assertiviteit van China en de impact van het gebruik van nieuwe technologieën. Ook klimaatverandering brengt nieuwe dreigingen met zich mee. Tenslotte is het behoud van voldoende aandacht voor wapenbeheersing, ontwapening en non-proliferatie voor Nederland onverminderd van belang.
Zwarte Zee regio
De SG NAVO heeft de Ministers van Defensie van Georgië en Oekraïne uitgenodigd voor een sessie met bondgenoten over de Zwarte Zee. De sessie biedt gelegenheid om van gedachten te wisselen over de verslechterde veiligheidssituatie in de regio. De aandacht zal hierbij vooral uitgaan naar de Russische troepenopbouw in het grensgebied met Oekraïne en de doorlopende assertieve en agressieve opstelling van Rusland jegens zijn buurlanden. Nederland zal in deze sessie steun uitspreken voor de territoriale soevereiniteit van Georgië en Oekraïne. Daarnaast komt ook praktische (militaire) samenwerking tussen NAVO en beide partnerlanden aan de orde.
Het kabinet staat achter de toezegging die in 2008 in Boekarest is gedaan, namelijk dat Georgië en Oekraïne kunnen toetreden tot de NAVO mits beide landen hier klaar voor zijn. Op dit moment voldoet echter geen van beide landen aan de voorwaarden. Hoewel beide landen hervormingen hebben doorgevoerd, zijn meer inspanningen nodig op onder meer het gebied van het functioneren van de rechtsstaat en het tegengaan van corruptie. Het kabinet vindt dat de huidige status van Enhanced Opportunity Partners (EOP) voldoende mogelijkheden biedt om de samenwerking van de NAVO met Georgië en Oekraïne de komende tijd nader vorm te geven.
EU-NAVO samenwerking
Tijdens de laatste werksessie spreken de Ministers met de EU Hoge Vertegenwoordiger Borrell en de Ministers van Defensie van Finland en Zweden. Naast de veiligheidszorgen over de spanning tussen Rusland en Oekraïne, spreken Ministers over EU-NAVO samenwerking. Zowel de beoogde gezamenlijke verklaring van de NAVO en de EU als het Strategisch Kompas van de EU bieden aanknopingspunten om de samenwerking tussen de EU en de NAVO verder vorm te geven. Het kabinet wil deze samenwerking verder bevorderen.
Nederland staat daarbij een en/en benadering voor, waarbij een sterkere EU ook bijdraagt aan de kracht van de NAVO. Het is in het belang van de Europese en Trans-Atlantische veiligheid dat beide organisaties goed met elkaar coördineren en samenwerken.
De Minister van Defensie,
K.H. Ollongren