Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de stand van zaken over de uitvoering van de inburgering (Kamerstuk 32824-351)
Integratiebeleid
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2022D03937, datum: 2022-02-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 5
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2022D03937).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.P.H.J. Peters, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: L.B. Blom, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2021Z23938:
- Indiener: A.D. Wiersma, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2022-01-18 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-01-18 16:30: Procedures en brieven commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (digitaal) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2022-02-02 14:00: Stand van zaken over de uitvoering van de inburgering (32824-351) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2022-04-05 16:30: Procedures en brieven commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2022-04-20 14:00: Inburgering en integratie (Commissiedebat), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2022-04-21 13:10: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2022D03937 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
In de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid bestond bij enkele fracties de behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de op 17 december 2021 ontvangen brief inzake de Stand van zaken over de uitvoering van de inburgering (Kamerstuk 32 824, nr. 351).
De fungerend voorzitter van de commissie,
Peters
De adjunct-griffier van de commissie,
Blom
Inhoudsopgave | blz. | |
I | Vragen en opmerkingen vanuit de fracties | 2 |
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie | 2 | |
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie | 3 | |
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie | 5 | |
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie | 5 | |
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie | 5 | |
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie | 6 | |
Vragen en opmerkingen van het lid van de BIJ1-fractie | 8 | |
II | Antwoord/Reactie van de Minister | 9 |
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de Kamerbrief over de stand van zaken over de uitvoering van de inburgering van 17 december jl. (32 824, nr. 351).
Vorig jaar bereikten de leden van de VVD-fractie grote zorgen over de uitvoering van het ontzorgen. Gemeenten zouden hier misschien niet klaar voor zijn en dit lastig vinden, wat ook toenmalig Staatssecretaris Wiersma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) onderkende. Dit terwijl juist uit de pilots bleek dat het ontzorgen positieve effecten heeft en dat statushouders ook meer zelfredzaam worden. De Staatssecretaris zegde bij het wetgevingsoverleg Integratie en maatschappelijke samenhang (beleidsartikel 13 van de begroting SZW 2022) van 22 november jl. toe om hierover vinger aan de pols te houden bij de gemeenten, aangezien gemeenten soms knelpunten ervaren1. Hoe staat het hier sinds de uitvoering van de nieuwe Wet inburgering 2021 mee en zijn alle knelpunten inmiddels opgelost?
Daarnaast ontvingen de leden van de VVD-fractie vorig jaar signalen over mogelijke problemen met de automatisering van de nieuwe Wet inburgering 2021 in de systemen van Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). In hoeverre heeft de overgang naar de nieuwe Wet inburgering op 1 januari 2022 voor problemen gezorgd bij de IT-systemen van DUO of is de overgang vlekkeloos verlopen zonder getroffen maatregelen vanuit deze uitvoeringsorganisatie?
Welke signalen heeft het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) de eerste maand na de invoering van de nieuwe Wet inburgering ontvangen van gemeenten? Kan de Minister deze uitsplitsen per onderwerp en gemeente?
De leden van de VVD-fractie constateren dat uit de uitvoeringsbrief van 17 december jl. (32 824, nr. 351) blijkt dat 33.000 inburgeraars van het cohort 2013 tot en met 2019 nog bezig zijn met het inburgeringstraject. Inclusief de cohorten 2017 tot en met 2019 zijn dit in totaal ca. 72.000 inburgeringsplichtigen. Kan de Minister dit aantal uitsplitsen per nationaliteit, leeftijd en geslacht? Daarnaast blijkt dat Blik op Werk bij acht taalscholen het keurmerk heeft ingetrokken en bij zes taalscholen het keurmerk heeft geschorst. Ziet de Minister een verband tussen de aangeboden prijzen van de taalscholen en de uiteindelijke mistanden die deze taalscholen hebben gepleegd (prijs-kwaliteit)? Welke termijn acht de Minister nodig te hebben Blik op Werk bestuurlijke bevoegdheden te geven? Is de Minister het met de VVD-fractie eens dat 12 of zelfs 18 maanden te lang en onwenselijk is en dat urgentie hierbij geboden is?
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het feit dat inburgeringsplichtigen die onder de Wet inburgering 2013 hadden moeten vallen, ten onrechte een kennisgeving hebben ontvangen dat zij inburgeringsplichtig zijn onder de Wet inburgering 2021. Welke consequenties heeft dit voor deze groep inburgeringsplichtigen en in het bijzonder voor hun inburgeringstraject? In hoeverre zorgt dit voor vertraging in het inburgeringstraject en op welke wijze is de Minister voornemens deze mogelijk vertragingen te voorkomen? Is de Minister het met deze leden eens dat het ondanks deze gang van zaken van groot belang is dat de genoemde groep inburgeraars zo snel mogelijk hun traject kunnen starten of hervatten zodat zij zo snel mogelijk kunnen meedraaien in onze samenleving? Zo ja, is de Minister bereid om de nodige stappen hiervoor te zetten? Zo nee, waarom niet?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de brief over de stand van zaken van de inburgering. Zij hebben hierover enkele vragen.
Gevolgen corona
De leden van de D66-fractie lezen dat vanwege corona termijnverlenging van de inburgeringsplicht van één maand wordt verleend. Deze leden vragen zich af of de geboden verlenging wel afdoende is en waarop de extra is maand gebaseerd. Deze leden constateren dat het waarschijnlijk lastig is om tussentijds de vertraging als gevolg van corona en de aangepaste lessen te monitoren. Deze leden vragen daarom of het kabinet bereid is achteraf te evalueren of de geboden compensatie realistisch was in het licht van de opgelopen vertragingen. Deze leden vragen tevens of coulance zal worden betracht bij vertragingen die evident worden veroorzaakt door corona. Hoewel deze leden de gedachte begrijpen achter de noodzaak eerst fysiek onderwijs te volgen vóór begonnen kan worden aan afstandsonderwijs, vragen deze leden zich af of de vereiste 12 uur fysiek onderwijs betekent dat inburgeraars niet (hebben) kunnen beginnen aan afstandslessen als fysiek onderwijs niet of nauwelijks mogelijk is (geweest) door toedoen van geldende coronamaatregelen. En of deze maatregelen dan weer leiden tot nieuwe vertragingen. Gezien de eerdere berichtgeving over de vertragingen in de afname van de inburgeringsexamens vragen de leden van de D66-fractie tevens of het, gezien de voortdurende uitdagingen rond de coronamaatregelen, nu wel lukt om mensen tijdig examen te laten doen of dat er nog steeds sprake is van achterstanden. De leden van de D66-fractie vragen of en hoe Blik op Weg de kwaliteit van de inburgeringslessen controleert wanneer er sprake is van afstandslessen.
Hardheidsclausule
De leden van de D66-fractie vragen daarnaast wanneer de wet waarin de bepaling die zag op de introductie van de hardheidsclausule in de Wet inburgering 2021 naar de Tweede Kamer wordt verzonden. Deze leden vragen of deze wet nog steeds in Q1 van het jaar 2022 kan worden verwacht, en indien dit niet het geval is, waarom niet.
ELIP groep/ondertussengroep
De leden van de D66-fractie constateren dat in juni 2021 slechts 94 gemeenten gebruik maakten van de mogelijkheid Einde Lening Inburgeringsplicht (ELIP)-inburgeraars een brief te sturen (via DUO) om gebruik te maken van gemeentelijk begeleidingsaanbod. Zijn er mogelijkheden om gemeenten hiertoe meer te stimuleren, zeker omdat het zo belangrijk wordt gevonden deze groep vroeg in beeld te hebben en te begeleiden? Deze leden lezen bovendien dat aan gemeenten de eerste tranche van het budget voor gemeenten om die groep te helpen in december is uitgekeerd. Om hoeveel gemeenten gaat het nu? En hoeveel ELIP-inburgeraars zijn er in totaal in beeld? De leden van de D66-fractie hebben ook in de Nota naar aanleiding van het verslag bij de Verzamelwet SZW 20222 gelezen dat specifieke data over financiële problematiek bij inburgeringsplichtigen niet beschikbaar is. Deze leden vragen of het niet mogelijk is om bij gemeenten, die nu proberen om de ELIP-groep te bereiken die naar verwachting het grootste risico heeft om geconfronteerd te worden met financiële problematiek, deze informatie uit te vragen. Tevens constateren deze leden dat de ELIP-groep nog altijd kan blijven groeien en dat er dus blijvend aandacht voor moet zijn vanuit de gemeenten. Deze leden vragen daarom of is overwogen of DUO de gegevens van deze groep direct met gemeenten kan delen zodat gemeenten gemakkelijker en meer direct contact kunnen zoeken met deze mensen. Deze leden vrezen dat de indirecte brieven via DUO (te) weinig effect hebben bij deze groep en vragen of gegevensdeling tussen de Belastingdienst en gemeenten zoals bij het toeslagenschandaal mogelijk als voorbeeld kan dienen om bijvoorbeeld een wettelijke grondslag te creëren waardoor DUO deze gegevens met gemeenten kan uitwisselen.
De leden van de D66-fractie vragen hoe tabel 3 moet worden geïnterpreteerd. Deze leden vragen wat het betekent dat er voor het jaar 2021 instroom is in de ELIP-groep. Betekent dit dat iemand in 2021 inburgeringsplichtig is geworden en meteen in één jaar 9.500 euro heeft uitgegeven? De leden van de D66-fractie vragen hoeveel van de 5.449 mensen die voor ELIP-begeleiding in aanmerking komen in de groep vallen die enkel nog een laatste examen hoeven te doen.
Schoolgaande jongeren
De leden van de D66-fractie vragen hoe snel het kabinet zekerheid kan bieden aan inburgeringsplichtigen die hun niet-vrijstellende opleiding eerst afmaken (en hun opleidingen) over de verlenging van hun inburgering. Kan dit in ieder geval voor de zomer/het nieuwe schooljaar geregeld worden?
De leerbaarheidstoets
De leden van de D66-fractie vragen in welke mate rekening wordt gehouden met het feit dat de leerbaarheidstoets een momentopname is. Het lijkt deze leden onwenselijk om aan de hand van één willekeurig toetsmoment te beslissen in welke leerroute een inburgeraar moet starten. Deze leden vragen daarom welke manieren er bestaan om nog gedurende het inburgeringsproces van route te wijzigen of de uitkomsten van de leerbaarheidstoets te herzien.
De onderwijsroute
De leden van de D66-fractie hebben begrepen dat de bij de inburgering betrokken mbo-opleidingen behoefte hebben aan een andere manier van financiering (via het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) in plaats van het Ministerie van SZW). Kan het kabinet toelichten hoe deze gesprekken lopen en welke argumenten zij heeft om het mbo (niet) tegemoet te komen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief over de stand van zaken van de inburgering. Zij hebben hierover enkele vragen.
De leden van de CDA-fractie constateren dat jongeren die een entree-opleiding of een Internationale Schakelklas (ISK)-opleiding volgen, die bij diplomering niet tot vrijstelling van inburgering leidt, kort na hun 18e verjaardag een brief van DUO krijgen en een oproep van de gemeente. De leden van de CDA-fractie vragen of het klopt dat de betreffende school hierover niet wordt geïnformeerd vanwege de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG)-regelgeving. Zo ja, kan de Minister aangeven welke mogelijkheden er zijn om de school waar de jongere is ingeschreven toch voortijdig te informeren over de inburgeringsplicht? Hoe is geborgd dat de adviezen vanuit de opleiding voldoende kunnen worden meegenomen bij de keuze die gemeente en jongere samen moeten maken over het eerst afmaken van de opleiding of het stoppen van de opleiding om te starten met inburgering, zo vragen deze leden.
De mbo-opleidingen Deltion en Landstede hebben een klacht ingediend tegen 15 gemeenten rondom Zwolle over een «onnavolgbaar» kostenplaatje voor de onderwijsroute B en Z. Zijn deze klachten bij de Minister bekend en zijn er meer gemeenten die volgens de mbo-opleidingen geen reële en proportionele trajectprijzen vaststellen? Wat vindt de Minister van deze klachten en welke maatregelen gaat de Minister nemen om te voorkomen dat gemeenten alleen nog met commerciële taalbureaus in zee gaan?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de voorliggende documenten en hebben geen verdere vragen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie
De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de brief over de stand van zaken over de uitvoering van de inburgering.
De leden van PvdA-fractie ontvangen vele signalen vanuit taaldocenten, als zelfstandige zonder personeel (zzp’er) of in loondienst, dat zij nog steeds slecht worden betaald. Ook begrijpen deze leden dat taaldocenten geen vergoeding ontvangen voor voorbereidings- of reiskosten. Deze leden vragen de Minister hoe het staat met de uitvoering van de aangenomen motie Gijs van Dijk over verbetering van de arbeidsvoorwaarden voor NT2-docenten3. Is er inmiddels een gesprek geweest met de beroepsvereniging van docenten Nederlands als Tweede Taal (BVNT2) en Blik op Werk over het verbeteren van de goed werkgeverschap en goede arbeidsvoorwaarden voor taaldocenten? Is Blik op Werk bereid om goed werkgeverschap en goede arbeidsvoorwaarden onderdeel te maken van de nieuwe handleiding voor de jaarlijkse audit? En heeft de Minister dit onderwerp ook met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) besproken om zodoende zorg te dragen dat goede arbeidsvoorwaarden onderdeel worden van het aanbestedingsproces? Verder horen deze leden graag welke verdere acties de Minister heeft ondernomen om de slechte arbeidsvoorwaarden van taaldocenten te verbeteren.
De leden van de PvdA-fractie begrijpen uit de brief dat er een wetsvoorstel wijziging Wet inburgering 2021 komt om de begeleiding voor de ELIP-groep te verbeteren. Wanneer komt dit wetsvoorstel naar de Kamer en wat kunnen gemeenten nu al doen om deze mensen goede ondersteuning te bieden?
Als laatste begrijpen de leden van de PvdA-fractie dat mensen die via het kinderpardon in Nederland mogen blijven en net zoals andere inburgeringsgerechtigden een inburgeringstraject volgen, deze bij het succesvol beëindigen volledig moeten terugbetalen. Klopt het dat mensen die via het kinderpardon in Nederland zijn binnengekomen, en mogen blijven, de DUO-lening niet wordt kwijtgescholden als zij slagen voor de inburgering, maar de volledige lening moeten terugbetalen? Is de Minister het eens dat dit onrechtvaardig is? En zo ja, is de Minister bereid om er voor deze groep voor te zorgen dat zij ook bij een geslaagde inburgering de DUO-lening wordt kwijtgescholden?
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief inzake de stand van zaken over de uitvoering van de inburgering. Hoewel de nieuwe inburgeringswet inmiddels in werking is getreden, hebben deze leden nog enkele vragen over de brief.
De leden van de GroenLinks-fractie willen allereerst dit moment gebruiken om enkele vragen te stellen over de uitvoering van de nieuwe Wet inburgering die per 1 januari 2022 in werking is getreden. Wat zijn de eerste signalen van de uitvoerende partijen? Welke zaken gaan er goed er waar lopen uitvoerende partijen tegenaan in de opstartfase?
Hoe staat het op dit moment met het aanbod van de onderwijsroute? Is deze naar aanleiding van het toegekende budget dekkend? Kan de Minister aangeven hoe het staat met de gesprekken over de structurele bekostiging van de onderwijsroute met de MBO Raad? Hoe staat het met de ontwikkeling van de marktmonitor om daar zichtbaar op te kunnen blijven sturen?4
Wat zijn de budgettaire gevolgen voor het inburgeringstelsel van de onvoorziene toename in asielzoekers in 2021?5 Is de Minister hierover al in gesprek met de VNG? Wat betekent dat concreet voor de gemeenten? Wat is aanvullend nodig om deze groep nieuwkomers een goed en compleet inburgeringstelsel aan te bieden?
De leden van de GroenLinks-fractie hebben ook enkele vragen over de wijkmonitor van Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS), waaruit blijkt dat inwoners met een Syrische vluchtelingenachtergrond relatief vaak in armoede leven.6 Deze leden zien de nieuwe inburgeringswet als een stap in de goede richting voor deze problematiek. Kan het kabinet garanderen dat vanaf de invoering van de nieuwe wet, ontzorging ook echt aan de orde is? In het wetgevingsoverleg Integratie en maatschappelijke samenhang (beleidsartikel 13 van de begroting SZW 2022) van 22 november 2021 gaf het kabinet aan dat zij in gesprek is met de VNG over de knelpunten die gemeenten ervaren bij het ontzorgen van nieuwkomers.7 Kan de Minister aangeven wat de stand van zaken is wat betreft die knelpunten? Hoe kan de Minister de gemeenten aanvullend ondersteunen bij de begeleiding van nieuwkomers naar financiële zelfredzaamheid? De onderzoekers van het rapport concluderen dat het opvallend is dat er bijna geen Syriërs in de schuldhulpverlening zitten.8 Kan de Minister aangeven hoe zij deze doelgroep beter kan bereiken en hoe ze gemeenten daarin wil ondersteunen?
Voorts hebben de leden van de GroenLinks-fractie enkele vragen over de stand-van-zaken brief. De leden van de GroenLinks-fractie lezen in de brief van de Minister dat de examenlocaties met een bijgestelde capaciteit openblijven, in verband met de anderhalve meter-maatregelen. Heeft de Minister zicht op hoe snel inburgeraars die een examenonderdeel willen afleggen terecht kunnen bij een examenlocatie? Zijn er op dit moment wachtlijsten van meer dan een maand? En heeft de Minister zicht op wat het gemiddelde is geweest per examenonderdeel het afgelopen jaar?
De leden van de GroenLinks-fractie zijn tevreden met de afname van de ELIP-groep. Kan de Minister nader uiteenzetten welke resultaten voor de ELIP-groep zijn bereikt door de inzet van extra middelen en de ondersteuning van gemeenten? Hoeveel mensen die tot deze groep behoren zijn alsnog op tijd ingeburgerd of ontheven van de inburgeringsplicht en hoeveel hebben toch te maken gekregen met sancties? Deze leden lezen dat de Minister de ontwikkeling van deze groep nauwgezet zal monitoren. Kan de Minister nader uiteenzetten wat zij verstaat onder nauwgezet monitoren? Op welk moment in de monitoring worden aanvullende stappen gezet voor deze groep? Welke voorwaarden moeten daarvoor aanwezig zijn? Voorts lezen deze leden dat voor deze groep extra ondersteuning noodzakelijk kan zijn. Is dat aanvullend op de verwachte wetswijziging voor de ELIP-groep?
De leerbaarheidstoets speelt een cruciale rol bij het voorspellen van het haalbare taalniveau voor de inburgeraar. Kan de Minister een update geven van de invoering en afname van de leerbaarheidstoets en toelichten hoe deze tot stand is gekomen en hoe validiteit en betrouwbaarheid ervan is getest? Wat is de stand van zaken van het monitor- en evaluatieplan, hoe ziet dit plan eruit en wanneer kan dit worden ingevoerd?
Voorts hebben de leden van de GroenLinks-fractie enkele vragen over de coronamaatregelen bij het inburgeringsonderwijs. Op dit moment zijn op het mbo, de hogescholen en de universiteiten de mondkapjes verplicht en wordt studenten en medewerkers geadviseerd tweemaal per week een zelftest te doen. Deze zelftesten kunnen zij gratis online bestellen9. Voor de inburgering bij private scholen geldt alleen de anderhalve meter afstand.
De doelgroep van inburgering is extra kwetsbaar, vaak minder of niet gevaccineerd. Ook constateren deze leden dat de tests vrij prijzig kunnen zijn voor deze cursisten met vaak een laag inkomen. Is de Minister het met de leden van de GroenLinks-fractie eens dat het feit dat er twee verschillende Ministeries (OCW en SZW) bij het inburgeringsonderwijs betrokken zijn geen rol zou mogen spelen in het bepalen van de maatregelen en het beschikbaar stellen van voorzieningen? Kan de Minister ook gratis zelftests beschikbaar stellen voor het private inburgeringsonderwijs? Is het wellicht mogelijk om de scholen de tests te laten bestellen voor inburgeraars?
Vragen en opmerkingen van het lid van de BIJ1-fractie
Corona
Het lid van de BIJ1-fractie vraagt hoe het kabinet een termijnverlenging van slechts één maand heeft gemoveerd en onderbouwd. Immers is het fysiek bij kunnen wonen van inburgeringslessen niet het enige onderdeel dat van groot belang is bij het slagen voor een inburgeringsexamen. Ook het kunnen ontmoeten van anderen en oefenen met spreken zijn bijvoorbeeld belangrijke componenten die iemand het zelfvertrouwen kunnen geven dat het examen gehaald kan worden. Het gebrek aan al deze mogelijkheden tijdens een periode van lockdown is niet één op één uit te meten. Bovendien heeft de lockdown ook z’n emotionele weerslag gehad op inburgeraars. Dit lid vraagt of een termijnverlenging van één maand wel genoeg is, en of het kabinet dergelijke conclusies kan trekken uit de meest recente cijfers. Wat is de invloed van afstandsonderwijs op het slagingspercentage of de slagingskans van inburgeraars?
Leningen
Het lid van de BIJ1-fractie vraagt hoe een «verwijtbaar termijnoverschrijding» wordt gedefinieerd, en of deze definitie is veranderd en/of opgerekt tijdens de pandemie. De uitzonderlijke en moeilijke omstandigheden waar iedereen zich de afgelopen twee jaar in bevindt kunnen immers grote gevolgen hebben voor het vermogen om binnen de arbitraire termijnen te voldoen aan de inburgeringsplicht.
Het lid van de fractie van BIJ1 blijft van mening dat het absoluut onacceptabel is dat inburgeraars geacht worden geld te lenen van de overheid om een examen te kunnen halen om te bewijzen dat zij hier mogen zijn. Het biedt, zoals Samir Achbab en Tamar de Waal ook al hebben betoogd, nog altijd «een onrealistisch cynisch neoliberaal welkom, waarin inburgeraars op een «vrije consumentenmarkt» hun eigen cursussen moesten inkopen en een lening moesten afsluiten bij DUO.»10
Met een dergelijke lening worden inburgeraars, bij de start van hun leven in Nederland, al op een financiële achterstand gezet. Bovendien zouden inburgering en integratie wederkerig moeten zijn. Het idee dat «nieuwkomers» zich dienen aan te passen aan «ons» is wat dit lid betreft een verouderd denkbeeld. Nederland is constant in verandering, en dat vereist van iedere Nederlandse burger adaptiviteit, integratie en acceptatie van eenieder die diens weg hier naartoe vindt.
Einde Lening Inburgeringsplichtig (ELIP)
Het lid van de BIJ1-fractie vraagt wanneer het duidelijk zal worden wat de gevolgen van de coronacrisis zijn voor de ELIP-groep, en of er al onderzoeken naar deze resultaten lopen. Zo niet, dan vraagt dit lid wanneer deze onderzoeken van start gaan, en is dit lid van mening dat dit op de kortst mogelijke termijn dient te gebeuren. Op welke manieren wordt er momenteel extra ondersteuning geboden aan inburgeraars die een tijdlang geen inburgeringsonderwijs hebben kunnen volgen of aangewezen waren op afstandsonderwijs? Hebben de inburgeraars hier genoeg aan om aan hun inburgeringsplicht, onder alle uitzonderlijke en uitdagende omstandigheden, te voldoen? Hoe beïnvloedt het eventuele gebrek aan (adequate) ondersteuning de hoogte en/of mogelijkheid van het verlengen van de lening?
Tenslotte
Het lid van de BIJ1-fractie herhaalt ook hier nogmaals de woorden van Samir Achbab en Tamar de Waal, want de ruimte voor maatwerk in de nieuwe inburgeringswet staat onder grote druk door bijvoorbeeld de verhoging van het taalniveau van A2 naar B1. Dit lid is zich ervan bewust dat de vorige Kamer met meerderheid voor de nieuwe wet heeft gestemd, maar hoopt ook dat er in de toekomst mogelijkheden zullen zijn – zij het bij tussentijdse evaluaties van de wet, zij het door de actualiteit – om hier alsnog over in debat te gaan.
II Antwoord/Reactie van de Minister
Kamerstuk 35 925 XV, nr. 79.↩︎
Kamerstuk 35 897, nr. 11.↩︎
Kamerstuk 35 925 XV, nr. 18.↩︎
Kamerstuk 35 925 XV, nr. 79.↩︎
CBS, 31 januari 2022, «Asielinstroom 2021 vooral tweede helft van het jaar toegenomen» (https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2022/05/asielinstroom-2021-vooral-tweede-helft-van-het-jaar-toegenomen).↩︎
Het Parool, 1 februari 2022, «Syrische statushouders zijn de «nieuwe onderklasse» in Nederlandse steden» (https://www.parool.nl/nederland/syrische-statushouders-zijn-de-nieuwe-onderklasse-in-nederlandse-steden~b070707f/).↩︎
Kamerstuk 35 925 XV, nr. 79.↩︎
Het Parool, 1 februari 2022, «Syrische statushouders zijn de «nieuwe onderklasse» in Nederlandse steden» (https://www.parool.nl/nederland/syrische-statushouders-zijn-de-nieuwe-onderklasse-in-nederlandse-steden~b070707f/).↩︎
Rijksoverheid.nl, 3 december 2021, «Zelftesten corona in het middelbaar beroepsonderwijs» (https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/coronavirus-covid-19/documenten/publicaties/2021/04/16/vragen-en-antwoorden-corona-zelftesten-middelbaar-beroepsonderwijs).↩︎
NRC, 28 december 2021, «Nieuwe inburgeringswet breekt niet met falend beleid» (https://www.nrc.nl/nieuws/2021/12/28/nieuwe-inburgeringswet-breekt-niet-met-falend-beleid-a4072910?t=1643796624).↩︎