[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

35910, bijgewerkt t/m nr. 8 (NvW d.d. 3 februari 2022)

Regels voor het in rekening brengen van een vrachtwagenheffing voor het rijden met een vrachtwagen op aangewezen wegvakken (Wet vrachtwagenheffing)

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2022D04253, datum: 2022-02-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2021Z15584:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 8 (NvW d.d. 3 februari 2022)



	35 910	Regels voor het in rekening brengen van een vrachtwagenheffing
voor het rijden met een vrachtwagen op aangewezen wegvakken (Wet
vrachtwagenheffing)







Nr. 2	VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is dat om, mede
gelet op Richtlijn 1999/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van
17 juni 1999 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van
bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtwagens (PbEG 1999,
L 187) een vrachtwagenheffing in te voeren met het oog op een gelijk
speelveld voor buitenlandse en Nederlandse houders van vrachtwagens, in
verband daarmee de belasting zware motorrijtuigen af te schaffen, de
motorrijtuigenbelasting voor vrachtwagens te verlagen en gelden te
bestemmen voor innovatie en verduurzaming van de vervoerssector;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 (begripsbepalingen)

Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt
verstaan onder:

boordapparatuur: boordapparatuur als bedoeld in artikel 1 van de Wet
implementatie EETS-richtlijn;

dienstaanbieder: hoofddienstaanbieder of EETS-aanbieder;

dienstverleningsovereenkomst: overeenkomst als bedoeld in artikel 8,
eerste lid;

EETS-aanbieder: EETS-aanbieder als bedoeld in artikel 1 van de Wet
implementatie EETS-richtlijn;

euro-emissieklasse: emissieklasse EURO 0, EURO I, EURO, II, EURO III,
EURO IV of EURO V als bedoeld in bijlage 0 bij Richtlijn 1999/62/EG van
het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 1999 betreffende het in
rekening brengen van het gebruik van bepaalde
infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen (PbEG 1999, L
187), of emissieklasse EURO VI als bedoeld in bijlage I bij Verordening
(EG) nr. 595/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009
betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen en motoren met
betrekking tot emissies van zware bedrijfsvoertuigen (Euro VI) en de
toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie, tot wijziging van
Verordening (EG) nr. 715/2007 en Richtlijn 2007/46/EG en tot intrekking
van de Richtlijnen 80/1269/EEG, 2005/55/EG en 2005/78/EG (PbEU 2009, L
188);

fysieke leefomgeving: fysieke leefomgeving als bedoeld in artikel 1.2,
tweede lid, van de Omgevingswet;

hoofddienstaanbieder: toldienstaanbieder als bedoeld in artikel 1 van de
Wet implementatie EETS-richtlijn;

houder: houder als bedoeld in artikel 1 van de Wet implementatie
EETS-richtlijn:

a. op wiens naam een vrachtwagen is gesteld in het kentekenregister;

b. die een vrachtwagen waarvoor geen kenteken is opgegeven, feitelijk
ter beschikking heeft;

c. op wiens naam een vrachtwagen is gesteld in een buitenlands register
betreffende aldaar geregistreerde motorrijtuigen, de registratie
betreffende motorrijtuigen gebezigd ten behoeve van de strijdkrachten,
bijgehouden door Onze Minister van Defensie, alsmede enig andere
registratie betreffende motorrijtuigen, waarvan hij gerechtigd is deze
in Nederland te voeren;

kentekenregister: register als bedoeld in artikel 42 van de
Wegenverkeerswet 1994;

Onze Minister: Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

toegestane maximum massa: het gewicht van een vrachtwagen vermeerderd
met het voor de vrachtwagen toegestane maximum gewicht aan lading;

toezichthouder: degene die is aangewezen op grond van artikel 14, eerste
lid;

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/204: Uitvoeringsverordening (EU)
2020/204 van de Commissie van 28 november 2019 inzake gedetailleerde
verplichtingen van aanbieders van de Europese elektronische
tolheffingsdienst, de minimuminhoud van de gebiedsverklaring van de
Europese elektronische tolheffingsdienst, elektronische interfaces en
eisen voor interoperabiliteitsonderdelen, en tot intrekking van
Beschikking 2009/750/EG (PbEU 2020, L 43);

Verordening (EU) 2018/858: Verordening (EU) 2018/858 van het Europees
Parlement en de Raad van 30 mei 2019 betreffende de goedkeuring van en
het markttoezicht op motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en
systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke
voertuigen zijn bestemd, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr.
715/2007 en (EG) nr. 595/2009 en tot intrekking van Richtlijn 2007/46/EG
(PbEU 2018, L 151);

vrachtwagen: motorrijtuig als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c,
van de Wegenverkeerswet 1994 of een samenstel van voertuigen bedoeld of
gebruikt voor het vervoer over de weg van goederen, waarvan de
toegestane maximum massa meer dan 3.500 kilogram is;

vrachtwagenheffing: heffing als bedoeld in artikel 2, eerste lid;

weg: weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de
Wegenverkeerswet 1994;

wegbeheerder: 

a. Onze Minister voor wegen onder beheer van het Rijk;

b. gedeputeerde staten voor wegen onder beheer van een provincie;

c. het algemeen bestuur voor wegen onder het beheer van het waterschap
of, krachtens besluit van het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur;

d. het college van burgemeester en wethouders of, krachtens besluit van
hen, een door hen ingestelde bestuurscommissie voor andere wegen;

wegvak: specifiek aangeduide weg of deel van die weg.

HOOFDSTUK 2. VRACHTWAGENHEFFING

Artikel 2 (betalingsplichtige en belastbaar feit)

1. Onder de naam vrachtwagenheffing is een houder aan Onze Minister een
tarief per kilometer verschuldigd voor de afstand die met een
vrachtwagen wordt gereden over een wegvak als bedoeld in de bijlage.

2. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over het
begin en einde van het wegvak of deel daarvan.

3. Onze Minister is tolheffer als bedoeld in de Wet implementatie
EETS-richtlijn.

4. Onze Minister is namens de Staat tolheffer als bedoeld in de
artikelen 8, 9, 10, 11, 12, 23, 37 en 38 van de Wet implementatie
EETS-richtlijn.

5. De datum met ingang waarvan de vrachtwagenheffing wordt geheven,
wordt vastgesteld bij ministeriële regeling.

Artikel 3 (vrijstelling of ontheffing)

1. De houder is vrijgesteld van de vrachtwagenheffing voor vrachtwagens
die:

a. blijkens: 

1º. een door Onze Minister van Defensie aangehouden registratie worden
gebruikt door het Ministerie van Defensie;

2º. een door Onze Minister van Defensie bekend gestelde registratie
worden gebruikt door een bevriende krijgsmacht;

b. die zich met een handelaarskenteken op de weg bevinden;

c. een motorrijtuig met beperkte snelheid zijn als bedoeld in artikel
37, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wegenverkeerswet 1994;

d. worden gebruikt als vuilniswagen, straatveger of rioolzuiger waarvoor
de aanvullende cijfers 18 of 19, als bedoeld in Bijlage 1, aanhangsel 2,
van Verordening (EU) 2018/858 in de code carrosserie zijn opgenomen.

2. De houder kan Onze Minister verzoeken om ontheffing te verlenen van
de vrachtwagenheffing voor vrachtwagens: 

a. die worden gebruikt door politie of brandweer;

b. die ten minste 40 jaar geleden voor het eerst in gebruik zijn genomen
voor zover die niet bedrijfsmatig worden gebruikt.

3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen voorwaarden en beperkingen
worden gesteld aan de vrijstelling of ontheffing.

4. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld voor de bij
het verzoek, bedoeld in het tweede lid, over te leggen gegevens.

HOOFDSTUK 3. TARIEVEN 

Artikel 4 (registratie km’s met boordapparatuur)

1. De registratie van het aantal gereden kilometers op een wegvak als
bedoeld in de bijlage vindt plaats met behulp van boordapparatuur.

2. Tenzij de houder een vrijstelling of ontheffing als bedoeld in
artikel 3, eerste of tweede lid, heeft, draagt de houder er zorg voor
dat de vrachtwagen tijdens het rijden over elke weg is uitgerust met
boordapparatuur die:

a. naar behoren werkt; 

b. is ingeschakeld; en 

c. hoort bij de vrachtwagen waarvoor een geldende
dienstverleningsovereenkomst is afgesloten. 

3. De verplichtingen van een houder, bedoeld in het tweede lid, gelden
niet gedurende een bij ministeriële regeling te stellen termijn vanaf
het moment dat de houder aan de dienstaanbieder heeft gemeld dat:

a. de boordapparatuur niet naar behoren werkt; of

b. de boordapparatuur is ontvreemd.

4. Als de dienstaanbieder waarmee de houder een
dienstverleningsovereenkomst heeft, zijn diensten niet meer kan leveren
gelden de verplichtingen van de houder, bedoeld in het tweede lid, niet
gedurende een bij ministeriële regeling te stellen termijn waarbinnen
de houder in de gelegenheid wordt gesteld een
dienstverleningsovereenkomst te sluiten met een andere dienstaanbieder. 

Artikel 5 (tarieven)

1. Het tarief voor de vrachtwagenheffing bedraagt per gereden kilometer
in euro op een wegvak als aangewezen in de bijlage:

Toegestane maximum massa [kg]	euro-emissieklasse

	EURO 0	EURO I	EURO II	EURO III	EURO IV	EURO V	EURO VI en schoner 

meer dan 3.500 tot 12.000	0,156	0,144	0,129	0,117	0,105	0,086	0,078

12.000 tot en met 32.000	0,252	0,232	0,209	0,189	0,169	0,139	0,126

meer dan 32.000 	0,260	0,239	0,216	0,195	0,174	0,143	0,130



2. De bedragen, bedoeld in het eerste lid, worden bij ministeriële
regeling vanaf het jaar volgend op het kalenderjaar van inwerkingtreding
van dit artikel, ieder jaar op 1 januari gewijzigd. Deze bedragen worden
berekend door de te vervangen tarieven te vermenigvuldigen met de
tabelcorrectiefactor, bedoeld in artikel 10.2 van de Wet
inkomstenbelasting 2001, en vervolgens af te ronden. Als in het
voorafgaande jaar een dergelijke afronding is toegepast, wordt bij
wijziging uitgegaan van het niet-afgeronde tarief.

3. Bij de inwerkingtreding van dit artikel worden de bedragen, bedoeld
in het eerste lid, bij ministeriële regeling gewijzigd. Het tweede lid
is van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat de
tabelcorrectiefactoren die van toepassing zijn op 1 januari 2019 en de
daarop volgende jaren tot en met het jaar waarin dit artikel in werking
treedt, achtereenvolgend worden toegepast. 

Artikel 6 (bedrag van de vrachtwagenheffing)

Het door de houder te betalen bedrag van de vrachtwagenheffing per
wegvak wordt berekend als volgt:

VWH = Tk x A 

waarin:

VWH = het bedrag van de vrachtwagenheffing per wegvak;

Tk = het tarief per gereden kilometer in euro, bedoeld in artikel 5;

A = het aantal geregistreerde kilometers, bedoeld in artikel 4, eerste
lid.

HOOFDSTUK 4. BETALING EN INVORDERING

Artikel 7 (betaling zonder beschikking)

Het bedrag van de vrachtwagenheffing wordt betaald zonder dat dit bij
beschikking wordt vastgesteld.

Artikel 8 (dienstverleningsovereenkomst tussen dienstaanbieder en
houder)

1. Voor elke vrachtwagen die op de weg is, is de houder van die
vrachtwagen verplicht om een geldende dienstverleningsovereenkomst te
hebben gesloten met een dienstaanbieder, tenzij de houder een
vrijstelling of ontheffing heeft als bedoeld in artikel 3, eerste of
tweede lid.

2. De houder ontvangt een factuur van de dienstaanbieder voor het
berekende bedrag van de vrachtwagenheffing, bedoeld in artikel 6, over
een tussen hen overeen te komen termijn en betaalt het bedrag aan de
dienstaanbieder. Onverminderd artikel 20, eerste lid, van de Wet
implementatie EETS-richtlijn geldt de betaling van het bedrag van de
vrachtwagenheffing door de houder aan de hoofddienstaanbieder als
voldoening van de betalingsverplichting van de houder aan Onze Minister.


3. Voor het sluiten van de dienstverleningsovereenkomst worden de bij
algemene maatregel van bestuur te bepalen voertuigdocumenten die nodig
zijn om het kenteken van de vrachtwagen, de toegestane maximum massa en
de euro-emissieklasse vast te stellen, door de houder aan de
dienstaanbieder overgelegd om te bepalen welk tarief, bedoeld in artikel
5, eerste lid, van toepassing is. Als de houder geen voertuigdocumenten
kan overleggen, wordt het voertuig geacht een toegestane maximum massa
van meer dan 32.000 kg te hebben en wordt het hoogste tarief voor de
euro-emissieklasse van het voertuig, bedoeld in artikel 5, eerste lid,
gehanteerd. Correctie van de gegevens heeft geen terugwerkende kracht. 

4. Om de inning van de vrachtwagenheffing te verzekeren, kan de
dienstaanbieder in de dienstverleningsovereenkomst de houder van de
vrachtwagen de verplichting opleggen zekerheid te stellen voor de
betaling.

5. In de dienstverleningsovereenkomst wordt met het oog op de
vrachtwagenheffing in ieder geval het volgende geregeld:

a. het door de dienstaanbieder verstrekken van boordapparatuur aan de
houder en het onderhouden van de functionaliteit daarvan;

b. het door de dienstaanbieder verzenden van een factuur aan de houder
met daarin in ieder geval gespecificeerd het totaalbedrag van de
vrachtwagenheffing en het aantal per dag geregistreerde kilometers;

c. het in ieder geval door middel van girale betaling door de houder
kunnen betalen van het bedrag van de vrachtwagenheffing aan de
dienstaanbieder;

d. het beheren door de dienstaanbieder van de klantenrelatie met de
houder met inbegrip van een procedure voor klachtenafhandeling;

e. het uitvoeren en naleven van het beveiligings- en privacybeleid voor
het heffingssysteem voor de vrachtwagens; 

f. het verstrekken van een kwitantie door de dienstaanbieder aan de
houder nadat het bedrag van de vrachtwagenheffing door de
dienstaanbieder is ontvangen; en

g. een beschrijving van de verplichtingen van de houder, bedoeld in
artikel 4, tweede en derde lid, in verband met het functioneren van de
boordapparatuur.

6. Artikel 2, zesde lid, van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/204 is van
overeenkomstige toepassing bij het factureren, bedoeld in het vijfde
lid, onder b, van de houder door de hoofddienstaanbieder.

Artikel 9 (relatie Onze Minister en dienstaanbieder)

1. Als een dienstverleningsovereenkomst is gesloten, opgeschort, of
beëindigd, en als de houder een melding heeft gedaan als bedoeld in
artikel 4, derde lid, geeft de dienstaanbieder dat onmiddellijk door aan
Onze Minister. Artikel 2, vierde lid, van Uitvoeringsverordening (EU)
2020/204 is van overeenkomstige toepassing op de gegevensverstrekking
door de hoofddienstaanbieder aan de tolheffer.

2. De dienstaanbieder geeft voor vrachtwagens met een geldende
dienstverleningsovereenkomst, dagelijks via elektronische weg aan Onze
Minister door hoeveel gereden kilometers op de dag hieraan voorafgaand
per vrachtwagen geregistreerd zijn op wegvakken als bedoeld in de
bijlage en het voor die vrachtwagen verschuldigde bedrag voor die dag.

3. De dienstaanbieder betaalt het door de houder verschuldigde bedrag
van de vrachtwagenheffing aan Onze Minister binnen vier weken nadat de
gegevens, bedoeld in het tweede lid, aan Onze Minister zijn doorgegeven.

4. Onze Minister is bevoegd om de gegevens, bedoeld in artikel 14,
tweede lid, die met behulp van een technisch hulpmiddel zijn vastgelegd,
te verwerken ten behoeve van de verificatie, bedoeld in artikel 32,
eerste lid, onder b, Wet implementatie EETS-richtlijn en de controle,
bedoeld in artikel 12, eerste lid, Wet implementatie EETS-richtlijn. 

5. Verwerking voor het doel, bedoeld in het vierde lid, kan plaatsvinden
door de vastgelegde gegevens door middel van een technisch systeem
geautomatiseerd te vergelijken met andere gegevens die voor dit doel
zijn verkregen. 

Artikel 10 (invordering via privaatrecht)

Op de betalingsverplichting, bedoeld in de artikelen 8, tweede lid, en
9, derde lid, zijn de artikelen 4:88, derde lid, 4:94 en 4:94a en de
afdelingen 4.4.2, 4.4.3 en 4.4.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet
van toepassing. 

HOOFDSTUK 5. HOOFDDIENSTAANBIEDER

Artikel 11 (verplichtingen hoofddienstaanbieder) 

1. De hoofddienstaanbieder, bedoeld in artikel 1 van de Wet
implementatie EETS-richtlijn, is verplicht met elke houder die daarom
verzoekt, een dienstverleningsovereenkomst te sluiten.

2. De artikelen 12, 32 en 33 van de Wet implementatie EETS-richtlijn
zijn van overeenkomstige toepassing op de hoofddienstaanbieder.

HOOFDSTUK 6. TERUGSLUIS

Artikel 12 (meerjarenprogramma)

1. Onze Minister stelt na overleg met de vervoerssector telkens voor een
termijn van ten hoogste vijf jaar een meerjarenprogramma voor innovatie
en verduurzaming van de vervoerssector vast. 

2. De uitvoering van het meerjarenprogramma wordt gefinancierd uit de
netto-opbrengsten van de vrachtwagenheffing.

3. In het programma wordt zo gedetailleerd als redelijkerwijs mogelijk
is, de verdeling van de middelen ter bevordering van innovatie en
verduurzaming van de vervoerssector aangegeven over afzonderlijke
projecten, projectpakketten of beleidsterreinen. 

4. Het meerjarenprogramma maakt zichtbaar in welke mate de maatregelen
efficiënt en effectief bijdragen aan innovatie en verduurzaming van de
vervoerssector.

5. Voor afloop van het meerjarenprogramma wordt de werking van het
programma geëvalueerd met het oog op de doeltreffendheid en
doelmatigheid.

6. Het meerjarenprogramma wordt via elektronische weg bekendgemaakt. Van
de bekendmaking wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

7. Onze Minister kan in afwijking van het eerste lid na overleg met de
vervoerssector afzien van het vaststellen van een volgend
meerjarenprogramma als de evaluatie, bedoeld in het vijfde lid, daartoe
aanleiding geeft. 

HOOFDSTUK 7. HANDHAVING

Artikel 13 (overtreding)

1. Als overtreding wordt aangemerkt het niet naleven van de artikelen 4,
tweede lid, onder a, b of c, of 8, eerste lid.

2. Een overtreding als bedoeld in het eerste lid valt onder het begrip
niet-betalen van wegentol, bedoeld in artikel 1 van de Wet implementatie
EETS-richtlijn.

Artikel 14 (toezicht)

1. Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze wet
bepaalde zijn belast de daartoe bij besluit van Onze Minister aangewezen
ambtenaren.

2. De toezichthouder is bevoegd op of aan de weg met behulp van een
technisch hulpmiddel de gegevens van een motorrijtuig, vast te leggen en
te verwerken. De volgende gegevens worden vastgelegd: het kenteken, de
locatie, de datum en het tijdstip van vastlegging, de beeldopname van
het motorrijtuig en de benodigde informatie uit de boordapparatuur. De
toezichthouder verwerkt deze gegevens ten behoeve van het toezicht op de
naleving en de handhaving van het bepaalde bij of krachtens deze wet.

3. De aanwezigheid van een technisch hulpmiddel wordt op duidelijke
wijze kenbaar gemaakt.

4. Ten behoeve van het op automatische wijze vaststellen van
overtredingen, is de toezichthouder bevoegd:

a. de door Onze Minister verzamelde gegevens te verwerken, waaronder:

1˚. de gegevens, bedoeld in artikel 32, eerste lid, onder b, Wet
implementatie EETS-richtlijn;

2˚. de gegevens over de dienstverleningsovereenkomst en de melding,
bedoeld in artikel 9, eerste lid;

3˚. de gevallen, bedoeld in artikel 4, vierde lid; 

4˚. de informatie over ontheffingen en vrijstellingen als bedoeld in
artikel 3;

b. de vastgelegde gegevens te verwerken.

5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld
over de inzet en het kenbaar maken van het gebruik van een technisch
hulpmiddel en het aanwijzen van de benodigde informatie uit de
boordapparatuur, bedoeld in het tweede lid, en de wijze waarop de
vastgelegde gegevens worden verwerkt.

6. Van een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt mededeling gedaan
door plaatsing in de Staatscourant.

Artikel 15 (bestuurlijke boete voor een overtreding)

1. Onze Minister kan aan de houder een bestuurlijke boete opleggen voor
een overtreding als bedoeld in artikel 13. Daartoe kan Onze Minister de
vastgelegde gegevens, bedoeld in artikel 14, tweede lid, verwerken. 

2. Het eerste lid is in ieder geval niet van toepassing in een geval als
bedoeld in artikel 28 van de Wet implementatie EETS-richtlijn.

3. Voor één feit dat valt onder meerdere omschrijvingen van
overtredingen als bedoeld in artikel 13, eerste lid, kan slechts één
bestuurlijke boete worden opgelegd. In dat geval is de ten hoogste op te
leggen boete de hoogste boete van de afzonderlijke overtredingen.

Artikel 16 (hoogte bestuurlijke boete)

1. De op grond van artikel 15, eerste lid, op te leggen boete bedraagt
ten hoogste het bedrag dat is vastgesteld voor de tweede categorie,
bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht.

2. De betaling van de bestuurlijke boete geschiedt binnen twee weken
nadat de beschikking tot oplegging van de bestuurlijke boete
onherroepelijk is geworden.

3. Als de bestuurlijke boete niet tijdig is betaald, wordt de
bestuurlijke boete van rechtswege met vijftig procent verhoogd en zendt
Onze Minister de houder een eerste aanmaning. De betaling van het
verhoogde bedrag geschiedt binnen vier weken na verzending van de eerste
aanmaning.

4. Als de verhoogde bestuurlijke boete, bedoeld in het derde lid, niet
binnen de in dat lid gestelde termijn betaald is, wordt de verhoogde
bestuurlijke boete van rechtswege verder verhoogd met honderd procent
van het bedrag van de verhoogde bestuurlijke boete en zendt Onze
Minister de houder een tweede aanmaning. De betaling van de verder
verhoogde bestuurlijke boete geschiedt binnen vier weken na verzending
van de tweede aanmaning.

5. Als de verder verhoogde bestuurlijke boete, bedoeld in het vierde
lid, niet binnen de in dat lid gestelde termijn betaald is, is Onze
Minister bevoegd tot de uitvaardiging van een dwangbevel.

6. Artikel 4:113 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van
toepassing op de eerste en tweede aanmaning.

7. Artikel 5:10, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht is niet
van toepassing na de eerste aanmaning.

8. Artikel 5:53 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing
op het opleggen van de bestuurlijk boete.

Artikel 17 (stilhouden en voorlopige maatregelen)

1. Op de eerste vordering van een aangewezen ambtenaar als bedoeld in
artikel 14, eerste lid, is de bestuurder van een vrachtwagen verplicht
die te doen stilhouden. 

2. Als een vrachtwagen is stilgehouden met toepassing van het eerste
lid, kan de bekendmaking van een bestuurlijke boete als bedoeld in
artikel 15 ook plaatsvinden door uitreiking van de beschikking door de
aangewezen ambtenaar, bedoeld in artikel 14, eerste lid, aan de
bestuurder als de kentekengegevens van de houder niet zijn te
verifiëren. In dat geval geldt dat:

a. in afwijking van artikel 16, tweede lid, de beschikking onmiddellijk
betaald moet worden;

b. de verhoging van de boete, bedoeld in artikel 16, derde lid, pas
plaatsvindt nadat de bestuurlijke boete binnen twee weken na het
onherroepelijk worden daarvan nog niet is betaald.

3. De aangewezen ambtenaren, bedoeld in artikel 14, eerste lid, zijn
bevoegd om in het geval, bedoeld in het tweede lid, of in het geval dat
de houder geregistreerd staat voor het niet voldoen van een hem eerder
opgelegde, onherroepelijke bestuurlijke boete voor een overtreding als
bedoeld in artikel 13, eerste lid, bij wijze van voorlopige maatregel de
vrachtwagen naar een door hen aangewezen plaats te doen overbrengen en
in bewaring te stellen, dan wel aan de vrachtwagen een mechanisch
hulpmiddel te doen aanbrengen, waardoor wordt verhinderd dat de
vrachtwagen wordt weggereden. Zij kunnen vorderen dat, voordat de
vrachtwagen aan de bestuurder wordt teruggegeven, naast de kosten van
overbrenging en bewaring, eveneens het bedrag van de opgelegde
bestuurlijke boete zal worden voldaan.

4. Als twaalf weken na de aanvang van de voorlopige maatregel, bedoeld
in het derde lid, de rechthebbende zijn vrachtwagen niet heeft
afgehaald, wordt hij geacht zijn recht op de zaak te hebben opgegeven en
is Onze Minister bevoegd de vrachtwagen om niet aan een derde in
eigendom te doen overdragen, te verkopen of te doen vernietigen.

5. Bij de beschikking, bedoeld in het tweede lid, wordt gewezen op de
bevoegdheden, bedoeld in het derde en vierde lid.

6. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels
worden gesteld over de overbrenging, bewaring, eigendomsoverdracht om
niet, verkoop, vernietiging, de berekening van de kosten van
overbrenging en bewaring, alsmede over hetgeen verder voor de uitvoering
van dit artikel noodzakelijk is.

Artikel 18 (kwijtschelden bestuurlijke boete)

Onze Minister scheldt de bestuurlijke boete in ieder geval kwijt als
degene aan wie de boete is opgelegd bezwaar tegen de bestuurlijke boete
maakt en:

a. aannemelijk maakt dat tegen zijn wil door een ander van de
vrachtwagen gebruik is gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs
niet heeft kunnen voorkomen; of

b. een vrijwaringsbewijs als bedoeld in artikel 1 van het
Kentekenreglement of een verklaring als bedoeld in de artikelen 31 tot
en met 33 van het Kentekenreglement overlegt waaruit blijkt dat hij ten
tijde van de opgelegde heffing geen houder meer was van de betrokken
vrachtwagen.

HOOFDSTUK 8. BEZWAAR EN BEROEP

Artikel 19 (schorsende werking bezwaar en beroep tegen boete ex art. 15)

Als bezwaar wordt gemaakt of beroep wordt ingesteld tegen de beschikking
tot het opleggen van de bestuurlijke boete, bedoeld in artikel 15,
eerste lid, en die beschikking is niet bekendgemaakt met toepassing van
artikel 17, tweede lid, wordt de werking van die beschikking geschorst
totdat die onherroepelijk is.

Artikel 20 (opkomen tegen beschikking die direct is ingevorderd)

Het bezwaar en beroep tegen de beschikking tot het opleggen van een
bestuurlijke boete die is bekendgemaakt met toepassing van artikel 17,
tweede lid, richt zich ook tegen de voorlopige maatregel, bedoeld in
artikel 17, derde lid. 

HOOFDSTUK 9. GEGEVENSBESCHERMING

Artikel 21 (bescherming persoonsgegevens, gebruikt door Onze Minister)

1. Onze Minister is verwerkingsverantwoordelijke voor de verwerking van
de bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen persoonsgegevens en
de vastgelegde gegevens, bedoeld in artikel 14, tweede lid, die verwerkt
worden voor:

a. de heffing en invordering van de vrachtwagenheffing; 

b. de handhaving van het bepaalde bij of krachtens deze wet.

2. Onze Minister bewaart de persoonsgegevens: 

a. bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder a: 

1º. totdat de termijn, bedoeld in artikel 3:307, eerste lid, van het
Burgerlijk Wetboek is verstreken;

2º. niet langer dan zeven werkdagen, voor zover uit de vergelijking van
de vastgelegde gegevens met de informatie, bedoeld in het vijfde lid,
blijkt dat de heffing op de juiste wijze is berekend door de
dienstaanbieder;

b. bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder b: 

1º. gedurende de termijn, bedoeld in artikel 5:45 van de Algemene wet
bestuursrecht, waarbinnen een bestuurlijke boete kan worden opgelegd; 

2º. totdat, voor zover van toepassing, een onherroepelijke bestuurlijke
boete is betaald; of 

3º. totdat de termijn van artikel 4:104 van de Algemene wet
bestuursrecht is verstreken. 

3. Als de bestuurlijke boete op grond van artikel 18 wordt
kwijtgescholden, worden de persoonsgegevens in afwijking van het tweede
lid, onder b, onmiddellijk verwijderd.

4. De persoonsgegevens, bedoeld in het eerste lid, worden door Onze
Minister beschikbaar gesteld voor opname in het register, bedoeld in
artikel 24, eerste lid.

5. De informatie, bedoeld in artikel 32, eerste lid, onder b, van de Wet
implementatie EETS-richtlijn die door de dienstaanbieder wordt
verstrekt, wordt door Onze Minister niet langer dan zeven werkdagen
bewaard.

6. Dit artikel laat overige wettelijk voorgeschreven bewaartermijnen
onverlet.

Artikel 22 (bescherming persoonsgegevens, gebruikt door de
toezichthouder)

1. De toezichthouder is verwerkingsverantwoordelijke voor de verwerking
van de bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen persoonsgegevens
en de vastgelegde gegevens, bedoeld in artikel 14, tweede lid, die
verwerkt worden voor:

a. het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze
wet voor zover het de verwerking door of ten behoeve van de
toezichthouder betreft;

b. het uitreiken van een bestuurlijke boete in een geval als bedoeld in
artikel 17, tweede lid;

c. het informeren van houders van wie geen dienstverleningsovereenkomst
is geregistreerd.

2. De toezichthouder bewaart de persoonsgegevens:

a. bedoeld in het eerste lid, onder a, totdat, voor zover van
toepassing, een onherroepelijke bestuurlijke boete is betaald of voor
zover het de vastgelegde gegevens in artikel 14, tweede lid, betreft,
niet langer dan zeven werkdagen;

b. bedoeld in het eerste lid, onder b, gedurende een termijn, bedoeld in
artikel 5:45 van de Algemene wet bestuursrecht, waarbinnen een
bestuurlijke boete kan worden opgelegd;

c. bedoeld in het eerste lid, onder c, gedurende een termijn van
maximaal vier weken voor het informeren van de houder van wie geen
dienstverleningsovereenkomst is geregistreerd.

3. De persoonsgegevens, bedoeld in het eerste lid, worden door de
toezichthouder beschikbaar gesteld voor opname in het register, bedoeld
in artikel 24, eerste lid.

4. Dit artikel laat overige wettelijk voorgeschreven bewaartermijnen
onverlet.

Artikel 23 (bescherming persoonsgegevens, gebruikt door de
dienstaanbieder)

1. Een dienstaanbieder is de verwerkingsverantwoordelijke voor de
verwerking van persoonsgegevens voor:

a. het doorgeven van de gegevens, bedoeld in artikel 9, eerste lid; 

b. de verlening van diensten als bedoeld in artikel 8, vijfde lid;

c. de verificatie van de informatie, bedoeld in artikel 21, vijfde lid.

2. De dienstaanbieder bewaart de persoonsgegevens niet langer dan nodig
is voor het verrichten van de diensten, bedoeld in het eerste lid, onder
a, b en c.

3. Het is de dienstaanbieder verboden de door hem verwerkte
persoonsgegevens voor de vrachtwagenheffing te verstrekken aan een
derde, tenzij de houder daarvoor toestemming heeft gegeven.

4. Dit artikel laat overige wettelijk voorgeschreven bewaartermijnen
onverlet.

Artikel 24 (register)

1. Er is een register voor de vrachtwagenheffing waarin de gegevens
worden verwerkt die nodig zijn voor een goede uitvoering van de
vrachtwagenheffing. 

2. Onze Minister wijst bij besluit de beheerder van het register aan. De
beheerder is verwerkingsverantwoordelijke voor het register.

3. De persoonsgegevens uit het register worden uitsluitend gebruikt
voor:

a. de goede uitvoering van het bepaalde bij of krachtens deze wet;

b. het beschikbaar stellen van gegevens uit het register
vrachtwagenheffing aan Onze Minister en de toezichthouder die nodig zijn
voor een goede uitoefening van hun taak in het kader van het bepaalde
bij of krachtens deze wet.

4. De beheerder bewaart de persoonsgegevens:

a. gedurende ten hoogste de termijnen, bedoeld in artikel 21, tweede
lid; 

b. gedurende ten hoogste de termijnen, bedoeld in artikel 22, tweede
lid;

c. als de respectievelijke bewaartermijnen, bedoeld in onderdeel a of b,
van elkaar verschillen en op dezelfde gegevens van toepassing zijn,
gedurende de langste termijn. 

5. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de
inrichting en het beheer van het register en de wijze van verstrekking
van de in het register te verwerken gegevens.

HOOFDSTUK 10. WIJZIGING ANDERE WETTEN

Artikel 25 (wijziging Algemene wet bestuursrecht)

In artikel 1 van bijlage 2 bij de Algemene wet bestuursrecht wordt in de
alfabetische volgorde ingevoegd:

Wet vrachtwagenheffing: de artikelen 8, tweede lid, 9, tweede lid, en
12, eerste lid.

Artikel 26 (wijziging Invorderingswet 1990)

Artikel 9, achtste lid, van de Invorderingswet 1990 komt te luiden:

8. In afwijking van het tweede lid is terstond invorderbaar een
naheffingsaanslag ter zake van de belasting van personenauto’s en
motorrijwielen, die is opgelegd aan een 

ander dan een vergunninghouder als bedoeld in artikel 8 van de Wet op de
belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992.

Artikel 27 (wijziging Wegenverkeerswet 1994)

In artikel 42, vierde lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994 vervalt
“, de Wet belasting zware motorrijtuigen” en wordt na “ViA15”
ingevoegd “, de Wet vrachtwagenheffing”.

Artikel 28 (wijziging Wegenwet)

1. In artikel 14, vijfde lid, van de Wegenwet wordt na “ViA15”
ingevoegd “, en de heffing van de tarieven voor de vrachtwagenheffing,
bedoeld in de Wet vrachtwagenheffing”.

2. In artikel 16 van de Wegenwet wordt na “tol wordt geheven”
ingevoegd “met uitzondering van de gemeentelijke wegen, genoemd in de
bijlage bij de Wet vrachtwagenheffing”.

Artikel 29 (wijziging Wet belasting zware motorrijtuigen)

1. De Wet belasting zware motorrijtuigen wordt ingetrokken.

2. De heffing van het gemeenschappelijk gebruiksrecht, bedoeld in
artikel 3 van het op 9 februari 1994 te Brussel tot stand gekomen
verdrag inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde
wegen door zware vrachtwagens (Trb. 1994, 69) wordt overeenkomstig
artikel 17 van dat verdrag beëindigd.

Artikel 30 (wijziging Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994)

Artikel 25a van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 komt te
luiden:

Artikel 25a

1. Voor een vrachtauto bedraagt de belasting over een tijdvak van drie
maanden:

Bij een toegestane maximum massa in kilogrammen van 	Zonder
koppelinrichting	Met koppelinrichting

	Zonder luchtvering	Met luchtvering	Zonder luchtvering	Met luchtvering

	Met aantal assen	Met aantal assen	Met aantal assen	Met aantal assen

	2	3	4 of meer	2	3	4 of meer	2	3 of meer	2	3 of meer

Minder dan 12.000	nihil	nihil	nihil	nihil	nihil	nihil	nihil	nihil	nihil
nihil

12.000 tot 13.000	€ 7,75









	13.000 tot 14.000	€ 21,50	€ 6,00

€ 7,75







14.000 tot 15.000	€ 30,25	€ 6,00

€ 21,50	€ 6,00





	15.000 tot 16.000	€ 68,50	€ 13,50	€ 6,00	€ 30,25	€ 7,75	€
6,00





16.000 tot 17.000	€ 68,50	€ 13,50	€ 6,00	€ 30,25	€ 7,75	€
6,00	€ 6,00



	17.000 tot 18.000	€ 68,50	€ 27,75	€ 11,75	€ 30,25	€ 13,50	€
8,75	€ 6,00



	18.000 tot 19.000	€ 68,50	€ 27,75	€ 11,75	€ 30,25	€ 13,50	€
8,75	€ 8,00	€ 6,00	€ 6,00

	19.000 tot 20.000	€ 68,50	€ 36,00	€ 15,25	€ 30,25	€ 27,75	€
18,00	€ 8,00	€ 6,00	€ 6,00

	20.000 tot 21.000	€ 68,50	€ 36,00	€ 15,25	€ 30,25	€ 27,75	€
18,00	€ 18,75	€ 12,00	€ 8,00	€ 6,00

21.000 tot 22.000	€ 68,50	€ 55,50	€ 23,50	€ 36,00	€ 36,00	€
23,25	€ 18,75	€ 12,00	€ 8,00	€ 6,00

22.000 tot 23.000	€ 68,50	€ 55,50	€ 23,50	€ 36,00	€ 36,00	€
23,25	€ 24,25	€ 15,50	€ 18,75	€ 13,25

23.000 tot 25.000	€ 86,25	€ 86,25	€ 36,50	€ 55,50	€ 55,50	€
36,00	€ 43,75	€ 28,00	€ 24,25	€ 17,25

25.000 tot 27.000	€ 86,25	€ 86,25	€ 57,00	€ 55,50	€ 55,50	€
36,50	€ 76,75	€ 49,25	€ 43,75	€ 31,00

27.000 tot 29.000	€ 90,50	€ 90,50	€ 90,50	€ 57,00	€ 57,00	€
57,00	€ 76,75	€ 49,25	€ 43,75	€ 31,00

29.000 tot 31.000	€ 134,25	€ 134,25	€ 134,25	€ 90,50	€ 90,50
€ 90,50	€ 83,75	€ 53,75	€ 51,00	€ 36,00

31.000 tot 33.000	€ 134,25	€ 134,25	€ 134,25	€ 90,50	€ 90,50
€ 90,50	€ 116,25	€ 74,75	€ 83,75	€ 59,00

33.000 tot 36.000	€ 134,25	€ 134,25	€ 134,25	€ 90,50	€ 90,50
€ 90,50	€ 176,50	€ 113,50	€ 116,25	€ 81,75

36.000 tot 37.000	€ 134,25	€ 134,25	€ 134,25	€ 90,50	€ 90,50
€ 90,50	€ 176,50	€ 113,50	€ 116,25	€ 81,75

38.000 tot 40.000	€ 134,25	€ 134,25	€ 134,25	€ 90,50	€ 90,50
€ 90,50	€ 176,50	€ 157,00	€ 128,75	€ 113,50

40.000 of meer	€ 134,25	€ 134,25	€ 134,25	€ 90,50	€ 90,50	€
90,50	€ 232,25	€ 232,25	€ 157,00	€ 157,00



waarbij voor de luchtvering geldt dat deze zich bevindt op de
aangedreven assen en onder luchtvering mede wordt verstaan daaraan als
gelijkwaardig erkende vering als bedoeld in bijlage I bij de richtlijn.

2. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ter
uitvoering van dit artikel.

Artikel 31 (wijziging Wet overgang belastingheffing in euro’s)

Artikel 16 van de Wet overgang belastingheffing in euro’s vervalt.

Artikel 32 (wijziging Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging
geldelijke sancties en beslissingen tot confiscatie)

In artikel 10, eerste lid, van de Wet wederzijdse erkenning en
tenuitvoerlegging geldelijke sancties en beslissingen tot confiscatie
wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g door een
puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

h. door de bevoegde autoriteiten bij beschikking opgelegde bestuurlijke
boete als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Wet
vrachtwagenheffing of als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de Wet
tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15.

HOOFDSTUK 11. SLOTBEPALINGEN

Artikel 33 (spoedregeling)

1. Onze Minister kan met het oog op de verkeersveiligheid, de
bereikbaarheid of de toestand van de fysieke leefomgeving in
spoedeisende gevallen die zijn ontstaan als gevolg van de
vrachtwagenheffing, bij ministeriële regeling wegvakken aanwijzen
waarvoor het tarief, bedoeld in artikel 5, eerste lid, komt te gelden of
wegvakken die zijn opgenomen in de bijlage aanwijzen waarvoor in
afwijking van artikel 5, eerste lid, een tarief van € 0,00 komt te
gelden. Deze bevoegdheid kan worden toegepast binnen 18 maanden na:

a. de inwerkingtreding van deze wet;

b. een wijziging van de bijlage; of 

c. een wijziging van het tarief, bedoeld in artikel 5, eerste lid, met
uitzondering van wijzigingen als gevolg van artikel 5, tweede lid.

2. De ministeriële regeling wordt niet eerder vastgesteld dan na
overleg met de wegbeheerder.

3. Na plaatsing in de Staatscourant van een krachtens het eerste lid
vastgestelde ministeriële regeling wordt een voorstel van wet tot
regeling van het betrokken onderwerp zo spoedig mogelijk bij de Tweede
Kamer der Staten-Generaal ingediend. Als een voorstel wordt ingetrokken
of als een van de beide Kamers der Staten-Generaal besluit het voorstel
niet aan te nemen, wordt de ministeriële regeling onmiddellijk
ingetrokken. Wordt het voorstel tot wet verheven, dan wordt de
ministeriële regeling ingetrokken op het tijdstip van inwerkingtreding
van die wet.

Artikel 34 (evaluatie)

Onze Minister zendt telkens na vier jaar aan de Staten-Generaal een
verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de
praktijk.

Artikel 35 (overgangsrecht)

De bepalingen gesteld bij of krachtens de Wet belasting zware
motorrijtuigen, artikel 9, achtste lid, onderdeel b, van de
Invorderingswet 1990 en artikel 42, vierde lid, onder b, van de
Wegenverkeerswet 1994 zoals zij luidden voor de inwerkingtreding van de
artikelen 26, 27 en 29 blijven van toepassing voor zover een belastbaar
feit als bedoeld in artikel 2 van de Wet belasting zware motorrijtuigen
heeft plaatsgevonden op een tijdstip voordat artikel 29 in werking is
getreden.

Artikel 36 (inwerkingtreding)

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk
besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of
onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel 37 (citeertitel)

Deze wet wordt aangehaald als: Wet vrachtwagenheffing.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,



BIJLAGE. Wegvakken waar de vrachtwagenheffing wordt geheven, behorende
bij artikel 2, eerste lid, van de Wet vrachtwagenheffing.

 

Categorie	Aanduiding	Omschrijving (geldt voor beide rijrichtingen,
tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven)

Rijksweg	A1	knooppunt Watergraafsmeer – knooppunt Diemen – knooppunt
Muiderberg – knooppunt Eemnes – knooppunt Hoevelaken – Barneveld
– knooppunt Beekbergen – knooppunt Azelo

	A1/A35	het wegvak tussen knooppunt Azelo en knooppunt Buren is
aangegeven als A35

	A1	knooppunt Buren – Duitse grens 

	A2	knooppunt Amstel – knooppunt Holendrecht – knooppunt Oudenrijn
– knooppunt Everdingen – knooppunt Deil – knooppunt Empel –
knooppunt Hintham – knooppunt Vught – knooppunt Ekkersweijer –
knooppunt Batadorp – knooppunt De Hogt – knooppunt Leenderheide

	N2	knooppunt Batadorp – knooppunt Leenderheide

	A2	knooppunt Leenderheide – knooppunt Het Vonderen – knooppunt
Kerensheide – knooppunt Kruisdonk – aansluiting Maastricht-Centrum
Noord-aansluiting Maastricht - Centrum Zuid

	N2	aansluiting Maastricht-Centrum Noord – aansluiting
Maastricht-Centrum Zuid

	A2	aansluiting Maastricht-Centrum Zuid – Belgische grens

	A4	knooppunt De Nieuwe Meer – knooppunt Badhoevedorp – knooppunt De
Hoek – knooppunt Burgerveen – aansluiting Zoeterwoude-Rijndijk –
knooppunt Prins Clausplein – knooppunt Ypenburg – knooppunt
Kethelplein – knooppunt Benelux 

	A4/A29	knooppunt Sabina – knooppunt Zoomland

	A4/A58	knooppunt Zoomland – knooppunt Markiezaat

	A4	knooppunt Markiezaat – Belgische grens

	A5	knooppunt De Hoek – knooppunt Raasdorp – knooppunt Coenplein

	A6	knooppunt Muiderberg – knooppunt Almere – knooppunt Emmeloord
– knooppunt Joure

	A7	Zaandam (vanaf kilometer 4,0) – knooppunt Zaandam – aansluiting
Den Oever – knooppunt Zurich – aansluiting IJlst

	A7	aansluiting Sneek-Oost – knooppunt Joure

	A7	knooppunt Joure – knooppunt Heerenveen – aansluiting Drachten
– knooppunt Julianaplein

	A7	aansluiting Westerbroek – knooppunt Zuidbroek – Duitse grens 

	A8	knooppunt Coenplein – knooppunt Zaandam – aansluiting
Zaanstad-Noord

	A9	knooppunt Diemen – knooppunt Holendrecht – knooppunt
Badhoevedorp – knooppunt Raasdorp – knooppunt Rottepolderplein –
knooppunt Velsen – knooppunt Beverwijk – knooppunt Kooimeer

	A10	knooppunt Coenplein – knooppunt Watergraafsmeer – knooppunt
Nieuwe Meer – knooppunt Coenplein

	N11	aansluiting Zoeterwoude-Rijndijk – aansluiting A12 Bodegraven

	A12	’s-Gravenhage (vanaf kilometer 3,3) – knooppunt Prins
Clausplein – knooppunt Gouwe – knooppunt Bodegraven – knooppunt
Oudenrijn – knooppunt Lunetten – knooppunt Maanderbroek –
knooppunt Grijsoord

	A12/A50	knooppunt Grijsoord – knooppunt Waterberg

	A12	knooppunt Waterberg – knooppunt Velperbroek – knooppunt
Oud-Dijk – Duitse grens

	A13	knooppunt Ypenburg – knooppunt Doenkade – knooppunt
Kleinpolderplein tot S113 Rotterdam (spoorovergang)

	A15	aansluiting Oostvoorne (vanaf kilometer 25,1) – aansluiting
Brielle – knooppunt Benelux – knooppunt Vaanplein – knooppunt
Ridderkerk-Noord- knooppunt Ridderkerk-Zuid – aansluiting Papendrecht
– knooppunt Gorinchem – knooppunt Deil – knooppunt Valburg –
knooppunt Ressen - aansluiting Bemmel (N839)

	A16	knooppunt Doenkade – knooppunt Terbregseplein – knooppunt
Ridderkerk-Noord - knooppunt Ridderkerk-Zuid – aansluiting N3 –
knooppunt Klaverpolder

	A16/A59	knooppunt Klaverpolder – knooppunt Zonzeel

	A16	knooppunt Zonzeel – knooppunt Princeville

	A16/A58	knooppunt Princeville – knooppunt Galder

	A16	knooppunt Galder – Belgische grens

	A17/A59	knooppunt Klaverpolder – knooppunt Noordhoek

	A17	knooppunt Noordhoek – knooppunt De Stok

	A18	knooppunt Oud-Dijk – Varsseveld

	A20	Aansluiting Westerlee– knooppunt Kethelplein – knooppunt
Kleinpolderplein – knooppunt Terbregseplein– knooppunt Gouwe 

	A22	knooppunt Velsen – knooppunt Beverwijk 

	A27	knooppunt St.Annabosch – knooppunt Hooipolder – knooppunt
Gorinchem – knooppunt Everdingen – knooppunt Lunetten – knooppunt
Rijnsweerd – knooppunt Eemnes – knooppunt Almere

	A28	Waterlinieweg te Utrecht - knooppunt Rijnsweerd – knooppunt
Hoevelaken – knooppunt Hattemerbroek – knooppunt Lankhorst –
knooppunt Hoogeveen – knooppunt Assen –knooppunt Julianaplein

	A29	knooppunt Vaanplein – knooppunt Hellegatsplein

	A29/A59	knooppunt Hellegatsplein – knooppunt Sabina

	A30	knooppunt Maanderbroek – aansluiting Barneveld

	A32	knooppunt Lankhorst – knooppunt Heerenveen – aansluiting Wirdum

	A35	aansluiting Wierden – aansluiting Almelo-West – knooppunt Azelo

	A35/A1	knooppunt Azelo – knooppunt Buren

	A35	knooppunt Buren – aansluiting Enschede-West – Enschede

	A37	knooppunt Hoogeveen – knooppunt Holsloot – Duitse grens 

	A38	Rotterdamseweg te Ridderkerk – knooppunt Ridderkerk

	A44	knooppunt Burgerveen – Wassenaar

	N44	Wassenaar – N14

	A50	John F. Kennedylaan te Eindhoven (tot Tempellaan) – aansluiting
Ekkersrijt

	A50	knooppunt Ekkersweijer – aansluiting Ekkersrijt – knooppunt
Paalgraven – knooppunt Bankhoef – knooppunt Ewijk – knooppunt
Valburg – knooppunt Grijsoord 

	A50/A12	het wegvak van knooppunt Grijsoord tot knooppunt Waterberg is
aangegeven als A12

	A50	knooppunt Waterberg – knooppunt Beekbergen – knooppunt
Hattemerbroek

	N50	knooppunt Hattemerbroek – aansluiting Ens

	N50/A838	Aansluiting Ens - knooppunt Emmeloord

	A58	knooppunt Batadorp – knooppunt De Baars – knooppunt
St.Annabosch – knooppunt Galder

	A58/A16	het wegvak tussen knooppunt Galder en knooppunt Princeville is
aangegeven als A16

	A58	knooppunt Princeville – knooppunt de Stok – knooppunt Zoomland

	A58/A4	het wegvak tussen knooppunt Zoomland en knooppunt Markiezaat is
aangegeven als A4

	A58	knooppunt Markiezaat – Vlissingen (tot kilometer 171,3)

	A59/A29	het wegvak tussen knooppunt Hellegatsplein en knooppunt Sabina
is aangegeven als A29

	A59	knooppunt Sabina – knooppunt Noordhoek

	A59/A16	Het wegvak tussen knooppunt Klaverpolder en knooppunt Zonzeel
is aangegeven als A16

	A59/A17	Het wegvak tussen knooppunt Noordhoek en knooppunt Klaverpolder
is aangegeven als A17

	A59	knooppunt Zonzeel – knooppunt Hooipolder – knooppunt Empel

	A59/A2	het wegvak tussen knooppunt Empel en knooppunt Hintham is
aangegeven als A2 

	A59	knooppunt Hintham – knooppunt Paalgraven

	A65	knooppunt Vught – Vught

	N65	Knooppunt Vught – aansluiting Berkel-Enschot

	A65	aansluiting Berkel-Enschot – knooppunt De Baars

	A67	Belgische grens – knooppunt De Hogt 

	A67/A2	het wegvak tussen knooppunt De Hogt en knooppunt Leenderheide
dat is aangegeven als A2

	A67	knooppunt Leenderheide – knooppunt Zaarderheiken – Duitse grens


	A73	knooppunt Het Vonderen – knooppunt Tiglia – knooppunt
Zaarderheiken – knooppunt Rijkevoort – knooppunt Neerbosch –
knooppunt Ewijk

	A73	knooppunt Neerbosch – Nijmegen (tot kilometer 108,6)

	A74	Duitse grens– knooppunt Tiglia

	A76	Belgische grens – knooppunt Kerensheide – knooppunt Kunderberg
– Duitse grens 

	A77	knooppunt Rijkevoort – Duitse grens 

	A79	knooppunt Kruisdonk – knooppunt Kunderberg

	A200	aansluiting Halfweg – knooppunt Rottepolderplein – aansluiting
Haarlem-Centrum (tot kilometer 11,8)

	A205	aansluiting Haarlem – knooppunt Rottepolderplein 

	A208	aansluiting Velserbroek (vanaf kilometer 7,3) – knooppunt
IJmuiden 

	A838	Het wegvak van aansluiting Ens – knooppunt Emmeloord is
aangegeven als N50





Provinciale weg	A256	Goes - knooppunt De Poel

	A325	Arnhem Nijmeegseplein - knooppunt Ressen

	A326	Knooppunt Bankhoef – Palkerplein te Wijchen

	A348	Knooppunten Velperbroek – Ellecom

	N201	N212 - A2 aansluiting Vinkeveen

	N201	A2 aansluiting Vinkeveen – A27 aansluiting Hilversum

	N207	A4 aansluiting Burgerveen - A12 aansluiting Gouda (via N452 en
N451)

	N209	N11 aansluiting Hazerswoude - A12 aansluiting Bleiswijk

	N209	A12 aansluiting Bleiswijk - A13 aansluiting Berkel en Rodenrijs

	N212	N201 - A12 aansluiting Harmelen (via N198 en N419)

	N214	A15 aansluiting Papendrecht - A27 aansluiting Noordeloos

	N221	N237 Stichtse Rotonde - A28 aansluiting Maarn

	N225	A50 aansluiting Renkum - N781 Diedenweg te Wageningen

	N230	A2 aansluiting Maarsen - A27 aansluiting Maarssen

	N235	Verzetslaan te Purmerend - N247 Het Schouw

	N237	de Berekuil, Waterlinieweg Utrecht - Stichtse Rotonde (N221)

	N244	N243 knooppunt Hoorn – N246

	N246	A8 aansluiting Zaanstad-Noord (Coentunnelweg) - N244 Westgraftdijk

	N247	N235 Het Schouw - A10 aansluiting Volendam

	N260	A58 aansluiting Gilze - N282

	N263	A16 aansluiting Breda - Belgische Grens

	N268	A4 aansluiting Dinteloord - A17 aansluiting Roosendaal-Noord

	N278	Belgische Grens - Tongerseweg, Prins Bisschopssingel, J.F.
Kennedybrug, J.F. Kennedysingel - A2 aansluiting Maastricht – Zuid

	N279	A50 aansluiting Veghel - A67 aansluiting Asten

	N280	A2 aansluiting Kelpen-Oler - A73 aansluiting Roermond

	N280	A73 aansluiting Roermond - Duitse Grens

	N281	A76 aansluiting Voerendaal - A76 aansluiting Simpelveld

	N282	A27 aansluiting Breda-Noord - N260 

	N285	A59 aansluiting Terheijden - A17 aansluiting Zevenbergen

	N321	A73 aansluiting Cuijk - N324 Grave

	N322	N323 - A50 knooppunt Ewijk

	N323	A15 aansluiting Echteld - N322

	N324	A59 aansluiting Oss-Oost - N321 Grave

	N325	A12 Knooppunt Velperbroek - A325 Nijmeegseplein Arnhem

	N401	A2 aansluiting Breukelen - N212

	N470	A4 aansluiting Delft - A13 aansluiting Delft Zuid

	N640	A58 aansluiting Etten-Leur-West (A58) - A17 aansluiting Oudenbosch
(via N641)

	N641	A17 aansluiting Oudenbosch - N268 Oud Gastel

	N781	A12 aansluiting Wageningen - N225 Ritsma Bosweg te Wageningen 





Gemeentelijke weg	Rotterdam



Parallelroute A15 Rotterdam (I)	Route in beide rijrichtingen van
Aansluiting A15 Havens 5700-6200, Rijnweg tot Moezelweg, Moezelweg van
Rijnweg tot Saarweg, Saarweg, Rotonde Saarweg, Calandbrug, Merseyweg,
Droespolderweg, Botlekweg van Droespolderweg tot Oude Maasweg, Clydeweg
tussen Botlekweg en Botlekweg, Oude Maasweg tussen Botlekweg en Oude
Maaspad, Oude Maaspad, Plaatweg tot aansluiting (toerit) A15 Botlekbrug

	Parallelroute A15 Rotterdam (II)	Route in beide rijrichtingen van
aansluiting (toerit) A15 Botlekbrug, Vondelingenweg van kilometer 3.0
(aansluiting 3225-4000) tot Groene Kruisweg

	Parallelroute A15 Rotterdam (III)	Vondelingenweg tussen kilometer 4,8
en A15 Li 48,9c

Vondelingenweg tussen kilometer 4,8 en A15 Re 48,85b







	Maastricht



Belgische Grens – Aansluiting A2 Maastricht Noord	Route in beide
rijrichtingen van de Belgische grens via de Via Regia tot Nobellaan,
Nobellaan, Fagotstraat, Frans van de Laarplein, Fort Willemweg,
Noorderbrug, Viaductweg tot A2 aansluiting Maastricht – Noord

	Belgische grens - Noorderbrug	Route in beide rijrichtingen van de
Belgische grens via Brusselseweg tot Belvédèrelaan, Belvédèrelaan
tot Noorderbrug





	‘s-Hertogenbosch



‘s-Hertogenbosch, Vlijmenseweg – Randweg	A59 aansluiting
's-Hertogenbosch-West - A65 aansluiting Vught-Centrum





	Utrecht



Utrecht, Waterlinieweg	Rotonde N237 de Berekuil – A12 aansluiting
Houten



 

 

 PAGE    

 PAGE   1