Antwoord op vragen van het lid Leijten over het bericht 'Weer meer CO2-uitstoot veroorzaakt door biomassa'
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2022D04582, datum: 2022-02-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20212022-1588).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie (D66)
- Mede namens: V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Onderdeel van zaak 2021Z22877:
- Gericht aan: D. Yesilgöz-Zegerius, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
- Indiener: R.M. Leijten, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1588
Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Weer meer CO2-uitstoot veroorzaakt door biomassa» (ingezonden 8 december 2021).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie), mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 7 februari 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1363.
Vraag 1
Deelt u de mening dat het onacceptabel is dat de CO2-uitstoot door biomassa met 16 procent is toegenomen in 2020?1
Antwoord 1
Net als uw Kamer kijkt het kabinet kritisch naar de inzet van en uitstoot door biogrondstoffen. De inzet van duurzame biogrondstoffen is essentieel voor de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie in 2050, mits dit op een verantwoorde wijze gebeurt. Conform het Coalitieakkoord zal het beleid van dit kabinet erop gericht zijn om biogrondstoffen zo hoogwaardig mogelijk in te zetten. Zoals het CBS aangeeft tellen de CO2-emissies door het gebruik van biogrondstoffen voor energietoepassingen niet mee voor de doelen om in 2050 de broeikasgasemissies naar netto-nul terug te brengen, zolang deze biogrondstoffen op duurzame wijze tot stand zijn gekomen. Dit is conform de internationale regels van het UNFCCC. Als de biogrondstoffen op een niet-duurzame wijze worden geproduceerd, wordt de netto CO2-emissie wel opgenomen als verandering in het landgebruik onder de LULUCF-verordening.
Vraag 2
Hoeveel geld is er aan subsidie naar biomassa gegaan dit jaar?
Antwoord 2
Er is in 2021 voor 814 miljoen euro aan projecten uitgekeerd die hernieuwbare energie produceren door inzet van biogrondstoffen. Dit gaat om projecten die in voorgaande jaren een beschikking hebben gekregen in het kader van de SDE+ of haar voorgangers.
Vraag 3
Hoe rijmt u dit met de uitvoering van de motie-Van Esch waardoor het besluit is genomen om geen nieuwe subsidies voor biomassa af te geven (Kamerstuk 30 175, nr. 360)?
Antwoord 3
De motie-Van Esch verzoekt de regering om geen nieuwe subsidies voor houtige biomassa af te geven tot het afbouwpad met de Kamer is gedeeld. Dit afbouwpad is aangekondigd in het duurzaamheidskader biogrondstoffen en heeft uitsluitend betrekking op het gebruik van houtige biogrondstoffen voor laagwaardige toepassingen. In 2021 was de SDE++ daarom niet meer open voor nieuwe subsidiebeschikkingen voor laagwaardige toepassingen. De uitsluiting in 2021 heeft echter alleen betrekking op de afgifte van nieuwe subsidiebeschikkingen. Lopende beschikkingen zijn niet aangepast. Het kabinet bekijkt momenteel hoe de subsidie voor laagwaardige toepassingen zo snel mogelijk kan worden afgebouwd, rekening houdend met kosteneffectiviteit. Verder staat de SDE++-regeling open voor hoogwaardigere toepassingen van biogrondstoffen. Hieronder vallen bijvoorbeeld het gebruik van biogrondstoffen voor duurzame biobrandstoffen voor lucht- en scheepvaart of zwaar wegtransport en het gebruik van biogrondstoffen voor de verduurzaming van hogetemperatuursprocessen in de industrie.
Vraag 4
Hoeveel publiek geld gaat er, ondanks de uitvoering van de motie-Van Esch, nog naar biomassa?
Antwoord 4
Zie voor de uitgaven in 2021 het antwoord op vraag 2. Wat de toekomstige uitgaven aan biogrondstoffen voor laagwaardige energietoepassingen betreft, gaat het op dit moment vooral om beschikkingen die al eerder zijn uitgereikt. De uitgaven aan deze projecten hangen van de energieprijzen, de hoeveelheid duurzame energie die geproduceerd wordt, de looptijd en in sommige gevallen de CO2-prijs.
Vraag 5, 6
Wat zijn de verwachtingen voor de uitstoot van biomassa in 2021?
Hoe staat het met de uitvoering van de motie-Van Raan en Leijten over voortaan de uitstoot door de bijstook van biomassa meten (Kamerstuk 35 668, nr. 27)?
Antwoord 5, 6
Zoals eerder is aangegeven in de Beantwoording voorhang wijziging Besluit activiteiten leefomgeving m.b.t. industriële emissies (kenmerk IENW/BSK-2021/329718), zal het kabinet het Centraal Bureau voor de Statistiek vragen om voortaan jaarlijks de gegevens over de gerealiseerde uitstoot te rapporteren en zal het kabinet het Planbureau voor de Leefomgeving vragen om in de jaarlijkse Klimaat- en Energieverkenning deze emissies voor de toekomst te ramen.
Telegraaf, 2 december 2021, «Weer meer CO2-uitstoot veroorzaakt door biomassa». (https://www.telegraaf.nl/nieuws/1871382494/weer-meer-co2-uitstoot-veroorzaakt-door-biomassa)↩︎