[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Hoofdlijnen beleid Ministerie van Justitie en Veiligheid

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2022

Brief regering

Nummer: 2022D04987, datum: 2022-02-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35925-VI-132).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35925 VI-132 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2022.

Onderdeel van zaak 2022Z02351:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

35 925 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2022

Nr. 132 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN VOOR RECHTSBESCHERMING EN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 februari 2022

Conform het verzoek van de vaste Kamercommissie voor Justitie en Veiligheid en de toezegging van de Minister-President tijdens het debat over de regeringsverklaring op woensdag 19 januari jl. (Handelingen II 2021/22, nr. 39, item 6), delen wij hierbij themagewijs een eerste overzicht en planning van de aanpak van de maatregelen uit het coalitieakkoord (Kamerstuk 35 788, nr. 77). Zoals benoemd in de Startnota van het kabinet volgt voor een belangrijk deel van de maatregelen precieze uitwerking nog in de vorm van concrete bestedingsvoorstellen, die het reguliere begrotingsbesluitvormingsproces volgen en waarover u bij Voorjaarnota nader wordt geïnformeerd.

Sterke Rechtsstaat

De rechtsstaat is essentieel voor vertrouwen in de overheid. Wij staan voor de rechtsstaat en treden op tegen diegenen die deze onder druk zetten. Een rechtsstaat biedt waarborgen voor een vrije, veilige en rechtvaardige samenleving, zowel offline als online. Daarom investeren we in een rechtsstaat die bij de tijd is en burgers het vertrouwen geeft dat (grond)rechten, zoals eigendom en privacy, beschermd worden, conflicten en geschillen effectief worden opgelost, dat criminaliteit en onveiligheid zoveel mogelijk worden voorkomen en bestreden en dat normen worden gehandhaafd. Naast rechtspleging en rechtshandhaving met strafrechtelijke en bestuurlijke instrumenten is ook preventie een wezenlijk onderdeel bij het veiliger maken van Nederland (zie paragraaf «preventie»). Het versterken van de rechtsstaat doen we langs de volgende hoofdlijnen:

• De justitiële keten wordt versterkt door investeringen in de organisaties van Openbaar Ministerie en Rechtspraak. Doel hiervan is de organisaties toekomstbestendig te maken, onder meer in termen van capaciteit, wendbaarheid (ook gelet op nieuwe ontwikkelingen in criminaliteit), kwaliteit van de informatievoorziening, digitalisering en innovatie en verbetering van de ketensamenwerking. Ook wordt rekening gehouden met effecten van de investeringen voor andere ketenorganisaties.

• De toegang tot het recht en tot de rechter wordt versterkt. Belangrijke maatregelen daartoe zijn de verlaging van de griffierechten voor burgers en het midden- en kleinbedrijf (mkb) en versterking van de sociale advocatuur. Verlaging van de griffierechten vergt wetswijziging. De versterking van de sociale advocatuur vergt onvoorwaardelijke verhoging van de tarieven. Een AMvB daartoe hangt reeds voor in beide Kamers. Ook de in 2018 ingezette herziening van het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand wordt voortgezet. Ingezet wordt op beperking van het aantal procedures van de overheid tegen burgers en op het stimuleren en borgen van een maatschappelijk effectieve rechtspraak, laagdrempelige alternatieve geschillenbeslechting en herstelrecht: het gaat erom niet alleen juridische knopen door te hakken, maar te proberen problemen echt op te helpen lossen. In juni 2022 ontvangt de Kamer een voortgangsrapportage.

• De digitalisering van de samenleving vergt niet alleen extra aandacht voor digitale vormen van criminaliteit, maar ook voor digitale investeringen in de ketens én voor passende vormen van rechtsbescherming in een «digitale rechtsstaat». Daarbinnen nopen digitaliseringsvraagstukken, zoals artificiële intelligentie (AI), gezichtsherkenning, deepfakes en immersieve technologie voortdurend tot beoordeling of het wettelijk kader voor de bescherming van persoonsgegevens daarop nog voldoende is toegesneden, de naleving voldoende is en het toezicht afdoende is geborgd.

• De positie van slachtoffers van criminaliteit wordt geborgd. Voor het zomerreces wordt de Kamer over de uitwerking geïnformeerd.

• Samen met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) wordt de uitwerking van constitutionele toetsing ter hand genomen, voor de zomer 2022 ontvangt de Kamer hierover een hoofdlijnennotitie

Mensenhandel: de aanpak van mensenhandel wordt onverkort voortgezet met het Actieplan Samen tegen Mensenhandel, met o.a. aandacht voor het ontwikkelen van digitale instrumenten om daders aan te pakken en slachtoffers te beschermen en het nader in kaart brengen en nemen van maatregelen ten aanzien van kwetsbare groepen jongeren. Op dit moment wordt, samen met het Ministerie van SZW, bezien in welke vorm artikel 273f Sr gemoderniseerd kan worden en welke financiële consequenties dat meebrengt.

• De experimenten met een gesloten coffeeshopketen worden voortgezet en uitgebreid zoals aangekondigd, alle benodigde voorbereidingen daarvoor zijn en worden in gang gezet. In het voorjaar 2022 wordt de Kamer nader geïnformeerd over de stand van zaken.

• De consequenties van de wijzigingen met betrekking tot het wetsvoorstel Regulering Sekswerk worden zowel inhoudelijk als financieel in kaart gebracht. Uw Kamer wordt daarover voor het zomerreces geïnformeerd.

Brede aanpak georganiseerde criminaliteit en ondermijning

Nederland is de afgelopen decennia uitgegroeid tot één van de belangrijkste spelers in de Europese en mondiale illegale drugsindustrie. De georganiseerde drugscriminaliteit maakt misbruik van juist die factoren die Nederland tot een open samenleving en succesvolle economie maken en ondermijnt daarmee onze economie en rechtsstaat. Het kabinet zet in op een meerjarige structurele aanpak waarmee (het ondermijnende effect van) de georganiseerde criminaliteit wordt teruggedrongen middels preventie, repressie en het onderuithalen van het verdienmodel. Hierbij bouwen we voort op de aanpak die binnen het vorige kabinet is ingezet en waarvoor met Prinsjesdag structurele middelen ter beschikking zijn gesteld. Daarbovenop willen we de internationale samenwerking verder verbeteren en verbreden. Voor de zomer wordt een actieprogramma opgesteld met een eigen internationale agenda voor de aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit. Ook wil het kabinet internationale ervaringen benutten voor een verdere versterking en verduurzaming van de aanpak. Daarbij betrekken we lessen uit de bestrijding van de maffia in Italië. We gaan onder andere de omstandigheden in de extra beveiligde inrichting (EBI) en het Italiaanse gevangenisregime vergelijken om te voorkomen dat vanuit gevangenschap netwerken worden aangestuurd. Tot slot is in het regeerakkoord aangegeven dat we inzetten op een steviger aanpak van criminele dienstverleners (facilitators).

Uw Kamer wordt periodiek geïnformeerd met de jaarlijkse voortgangsbrief. In vervolg op de brief van 4 oktober 2021 (Kamerstuk 29 911, nr. 329) (over de Prinsjesdaggelden voor ondermijning) zal uw Kamer voor 1 maart 2022 nader worden geïnformeerd over de structurele operationele capaciteit (extra fte) respectievelijk programmageld die concreet bij de afzonderlijke betrokken organisaties en samenwerkingsverbanden terecht komt. Daarnaast zal in het voorjaar de Kamer, zoals eerder toegezegd, worden geïnformeerd over de voortgang en uitwerking van de voorstellen voor de aanpak van georganiseerde criminaliteit tijdens en berechting en detentie. Voor de zomer volgt een verdere uitwerking van de inzet van Prinsjesdaggelden én een eerste uitwerking van de ambities en gelden uit het coalitieakkoord.

Migratie, nationaliteit en grenstoezicht

De kern van het coalitieakkoord is een rechtvaardig, humaan en effectief asiel- en migratiebeleid. Migratie dient zoveel mogelijk in goede banen te worden geleid en er dient meer grip gekregen te worden op migratie. In het coalitieakkoord is opgenomen dat het migratiebeleid op twee pijlers stoelt: het verbeteren en versterken van legale migratie en parallel het beperken van irreguliere migratie, bestrijden van overlast en misbruik en het bevorderen van terugkeer bij onrechtmatig verblijf. Om hieraan te werken zijn in het coalitieakkoord meerdere maatregelen opgenomen op het terrein van migratie, nationaliteit en grenstoezicht. De komende periode benutten wij om deze maatregelen, die deels al lopen en deels nieuw zijn, verder uit te werken. Naast de maatregelen die primair onder onze verantwoordelijkheid vallen zijn er maatregelen waarop wij nauw zullen gaan samenwerken met andere leden uit het kabinet, hierbij wordt de aansluiting met de relevante departementen gecontinueerd en/of uitgebreid ter uitwerking en uitvoering van de maatregelen.

De maatregelen uit het coalitieakkoord op het gebied van migratie, nationaliteit en grenstoezicht verschillen in aard en omvang. Zo zien deze deels op de uitvoering, bijvoorbeeld door deze stabiel, wendbaar en toekomstbestendiger te maken. Voor andere maatregelen is een beleids- of wetgevingstraject nodig, zoals het wetsvoorstel vaststellingsprocedure staatloosheid. Ook zal een deel binnen de nationale kaders opgepakt kunnen worden terwijl voor een ander deel samenwerking binnen en buiten de Europese Unie nodig en wenselijk zal zijn. In de uitwerking van de maatregelen zal zowel op lokaal, nationaal als internationaal niveau de samenwerking gezocht worden, bijvoorbeeld met medeoverheden en de Europese Unie. De uitwerking kan daarom per maatregel sterk verschillen in aanpak en tijdsduur. Uw Kamer heeft bij de procedurevergadering van de Kamercommissie voor Justitie en Veiligheid van 2 februari 2022 verzocht om inzicht te geven in de opvolging uit het coalitieakkoord omtrent de conclusies van het rapport van de Commissie van Zwol én heeft gevraagd om in te gaan op enkele financiële posten. Over dat laatste kan alvast het volgende gezegd worden.

In het regeerakkoord zijn middelen beschikbaar gesteld voor financiering van de partners in de asielketen zodat deze stabieler en daarmee toekomstbestendiger worden. Er wordt gewerkt aan een samenhangend plan voor de besteding in het kader van stabiliteit, wendbaarheid en sturing. Daar waar zich thans reeds mogelijkheden voordoen die stabiliteit en wendbaarheid vergroten gebeurt dat, bijvoorbeeld door in te zetten op duurzame opvang van asielzoekers en het investeren in structurele flexibiliteit.

De Landelijke Vreemdelingen Voorziening is in 2022 voorzien van een financiële dekking.

Dit geldt ook voor de incidentele uitkering in 2022 van 10 miljoen voor de opvang en begeleiding van ex-amv’s met een verblijfsvergunning. De Nationale ombudsman en Kinderombudsman doen thans gezamenlijk onderzoek naar de overgang naar meerderjarigheid van amv’s met een status, de uitkomsten hiervan worden kabinetsbreed meegenomen in het verder vormgeven van opvang en begeleiding voor deze doelgroep.

Wij zijn voornemens de komende periode alle maatregelen voortvarend op te pakken. Hierbij zullen we oog houden voor de uitvoeringseffecten en de uitwerking van nieuw beleid of wetgeving voor degenen die ermee in aanraking komen. Wij zullen uw Kamer informeren over relevante ontwikkelingen. Specifieke maatregelen kunnen ertoe nopen uw Kamer hier separaat over te informeren, bijvoorbeeld bij wetsvoorstellen en specifieke beleidswijzigingen. Tegelijkertijd willen wij u een zo integraal mogelijk beeld geven, zo ook omtrent het uitvoeren van de maatregel uit het coalitieakkoord betreffende het belang van het kind. Dit geldt tevens voor het uitvoeren van de aanbevelingen van de Commissie van Zwol, die op onderdelen reeds zijn uitgevoerd. In juli 2021 heeft het vorige kabinet u de Staat van Migratie aangeboden.1 In deze jaarlijkse rapportage wordt gestreefd een zo inzichtelijk mogelijk beeld te geven van alle aspecten van migratie en het migratiebeleid. Op die onderdelen waar dit relevant en opportuun is zal hierin een integraal beeld worden gedeeld van de uitwerking van de maatregelen uit het coalitieakkoord. Het kabinet zal u de Staat van Migratie aanbieden en daarmee invulling geven aan de doelstelling van het coalitieakkoord om meer grip te krijgen op migratie middels periodiek inzicht. Het streven is u de Staat van Migratie voor de zomer toe te sturen.

Preventie

Het kabinet heeft de ambitie om met een stevige preventieve inzet passende mogelijkheden te bieden aan kwetsbare groepen in de samenleving als het gaat over hun veiligheid en zorg en die van hun omgeving. Het kabinet zet hierbij drie opgaven centraal, die vragen om commitment van (keten)partners op lokaal, regionaal en landelijk niveau.

Het kabinet wil met een domeinoverstijgende en effectieve gebiedsgerichte aanpak in een nader te bepalen aantal, vooraf te selecteren wijken jeugdcriminaliteit en jonge aanwas in de (georganiseerde ondermijnende) criminaliteit voorkomen; in aanvulling en aansluiting op de huidige preventieve aanpak van jeugdcriminaliteit en georganiseerde en ondermijnende criminaliteit. Deze aanpak bestaat uit situationele, slachtoffer- en dadergerichte maatregelen en versterking van de justitiële functies in de wijk. Tevens wordt voor de uitrol van effectieve interventies flexibel ingezet in andere wijken waar de jeugdcriminaliteit problematiek groot is of waar preventief ingrijpen toename van de problematiek kan voorkomen. Het voorkomen van herhaald daderschap vergt in aanvulling hierop extra inzet binnen detentie.

Politie en GGZ gaan intensiever samenwerken om ervoor te zorgen dat personen met verward of onbegrepen gedrag op tijd de juiste zorg en/of brede ondersteuning wordt geboden. Daarvoor moet de toeleiding naar passende zorg en ondersteuning worden verbeterd. Zo is het belangrijk dat er actief opvolging kan worden gegeven aan signalen en meldingen bij politie en bij het meldpunt voor niet-acute zorgmeldingen. Daartoe wordt de beschikbaarheid van laagdrempelige bemoeizorg op lokaal niveau (zoals wijk-GGD’ers) gestimuleerd. Voor personen met verward gedrag en een hoog veiligheidsrisico wordt de implementatie van de levensloopaanpak ketenveldnorm voortgezet.

Ter voorkoming van recidive wordt toegewerkt naar meer maatwerk in het gevangenisregime waar re-integratie in de samenleving een belangrijk onderdeel van is. Doel is om een persoonsgebonden aanpak tijdens de tenuitvoerlegging van straffen te realiseren zodat de kans op het terugvallen in de criminaliteit zoveel mogelijk wordt gereduceerd. Hierbij wordt onder andere ingezet op het scheppen van goede randvoorwaarden op relevante leefgebieden na detentie. Dit in lijn met de doelen van de wet Straffen en Beschermen (Kamerstuk 35 122). Ter voorkoming van recidive wordt ingezet op het verhogen van de kwaliteit van forensische zorg. Daarvoor maken we eenduidige afspraken met de sector over kwaliteitseisen. Tot slot wordt gekeken naar mogelijkheden om recidive op termijn terug te dringen door het verkennen van een betere en alternatieve invulling van sancties.

Uw Kamer wordt voor het zomerreces nader geïnformeerd over de uitwerking van voorgaande preventie opgaves.

Nationale veiligheid, cybersecurity, vitale belangen, economische veiligheid en bewaken & beveiligen

De groeiende verwevenheid tussen interne en externe veiligheid vereist een integrale aanpak. Momenteel wordt met vele partners gewerkt aan een Rijksbrede Veiligheidsstrategie die eind 2022 gereed zal zijn. Deze strategie schetst de rijksbrede strategische inzet voor het gehele Koninkrijk op het gebied van interne en externe veiligheid en de optimale verbinding tussen die twee. De basis voor deze strategie zal liggen in een rijksbrede risicoanalyse, die alle relevante «safety» en «security» dreigingen in binnen- en buitenland in een totaalbeeld meeneemt.

Het coalitieakkoord toont veel ambitie op het gebied van cybersecurity, bescherming van vitale belangen en processen en economische veiligheid. Tevens wil de coalitie investeren in de operationele slagkracht van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, en het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC). Beide ambities liggen in elkaars verlengde. Samen met mijn collega’s van BZK en Defensie hebben we dan ook afspraken gemaakt over de optimale inzet van de hiervoor beschikbaar gestelde middelen. Wat de meest effectieve maatregelen voor deze middelen op het gebied van cybersecurity, bescherming van vitale belangen en processen en economische veiligheid zijn, vergt nog nadere uitwerking met mijn collega’s en relevante partners. De ambities op cybersecurity zullen neerslaan in de nieuwe Nederlandse Cybersecuritystrategie die medio 2022 wordt verwacht. Het wetsvoorstel over de strafbaarstelling van spionage gaat op korte termijn in consultatie.

Criminaliteitsbestrijders, journalisten, rechters, advocaten, bestuurders en andere hoeders van de rechtsstaat strijden om ons veilig te houden, maar lopen ondertussen zelf risico. Geweld en intimidatie nemen toe. Ten behoeve van een toekomstbestendig stelsel bewaken en beveiligen heeft de Commissie-Bos gesteld dat het aannemelijk is dat het aantal personen en objecten dat langdurig bewaakt en beveiligd moet worden, verder zal toenemen en dat het stelsel zal worden geconfronteerd met een capaciteitsprobleem waar de reeds toegekende versterking maar ten dele in voorziet. In de praktijk zien we dat ook gebeuren. Met het oog op een solide basis onder het stelsel is verdere versterking daarmee helaas noodzakelijk. Uiteraard zullen wij uw Kamer van de voortgang op de hoogte houden.

Politie

Met de inzet van het regeerakkoord wordt de basis bij de politie op orde gebracht, dat is ook nodig vanwege de grote druk op de organisatie en de mensen die daar werken. De politie is aanwezig in de wijk, op het web, en in de wereld. Goed politiewerk moet ondersteund worden door inzet op digitale ontwikkelingen, een gezonde bedrijfsvoering en een goede CAO. De huidige applicaties voor de bedrijfsvoering zijn bijvoorbeeld voor een belangrijk deel aan vervanging toe. Ook wordt het «zorgstelsel politie» verder versterkt en worden diverse maatregelen genomen om de beschikbaarheid van de forensisch geneeskundige expertise te behouden.

Met het versterken van het fundament van de politieorganisatie zetten wij grotendeels in op de onderwerpen die met uw Kamer zijn gedeeld in het position paper politie, het P&M-onderzoek en het rapport Van Ginkel. Hiermee wordt langs de lijnen van het regeerakkoord een belangrijke bijdrage geleverd aan het versterken van de gehele justitiële keten en de ondersteuning van politie in hun belangrijke werk.

In het eerstvolgende Halfjaarbericht politie dat wij aan uw Kamer sturen, zullen wij verder ingaan op mijn beleidsprioriteiten.

De politie zal deze middelen toegekend krijgt zodra ze door JenV op de begroting zijn ontvangen en ze dan direct op de afgesproken onderwerpen kan inzetten.

Radicalisering, terrorisme en extremisme

De afgelopen jaren is er hard gewerkt aan een stevige en brede aanpak van terrorisme in ons land. Het is cruciaal om deze aanpak – die zijn vruchten afwerpt – de komende jaren voort te zetten want alertheid blijft geboden. Er zijn weliswaar geen concrete aanwijzingen dat personen in Nederland een aanslag voorbereiden, maar dit is wel voorstelbaar. Er zijn op dit moment in Nederland personen die radicaliseren of sterk geradicaliseerd zijn en een dreiging kunnen vormen voor de nationale veiligheid. Zoals beschreven in het recente Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN 55) (Kamerstuk 29 754, nr. 620), komt de meest aanzienlijke terroristische dreiging voort uit het jihadistisch gedachtegoed.

Maar we zien ook het risico van rechts-extremisme. Een absolute prioriteit voor de komende periode is het verder in beeld krijgen van aanhangers van online rechts-extremistische en -terroristische netwerken, zodat deze volgens de bestaande en uw Kamer bekende werkwijze kunnen worden opgenomen in de lokale (persoonsgerichte) aanpak.

Ook de ontwikkelingen en dreiging die uitgaan van anti-overheidsextremisme worden door de veiligheidspartners in beeld gebracht en gehouden. In algemene zin geldt dat activisme hoort bij een gezonde democratische samenleving. Extremisme en geweld echter niet. Wij maken ons zorgen over de toenemende polarisatie in de samenleving.

Het kabinet blijft de brede benadering hanteren als het gaat om de aanpak van contraterrorisme en extremisme, gericht op preventie, repressie en curatie. In het voorjaar zullen we uw Kamer een rapportage toezenden over de aanpak van terrorisme (en extremisme) met daarin het integrale beeld van wat er al gebeurt en wat de nieuwe methoden zijn. Eveneens in het voorjaar zal naar verwachting de contraterrorisme- en extremisme- (CTE) strategie 2022–2027 verschijnen. Tot slot verschijnt halfjaarlijks een nieuw Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland.

De NCTV levert een belangrijke bijdrage aan de nationale veiligheid van Nederland. In 2021 zijn bepaalde werkzaamheden op het gebied van coördinatie en analyse op het terrein van terrorismebestrijding en nationale veiligheid opgeschort in verband met de kwetsbaarheid van de juridische grondslag voor het verwerken van persoonsgegevens. In het belang van de nationale veiligheid hecht het kabinet dan ook veel waarde aan de voortgang van het wetsvoorstel verwerking persoonsgegevens coördinatie en analyse terrorismebestrijding en nationale veiligheid zodat de bovengenoemde werkzaamheden zo spoedig mogelijk voortgezet kunnen worden.

Jeugd

De jeugdbescherming zorgt voor kinderen waarvan de ouders voor korte of langere tijd niet in staat zijn voor veiligheid of een veilige ontwikkeling van hun kind te zorgen. Ingrijpen van de overheid is dan noodzakelijk en moet met grote zorgvuldigheid plaatsvinden.

De jeugdbescherming knelt momenteel op veel fronten. Er zijn wachtlijsten, er is veel werkdruk bij professionals, de rechtsbescherming van kinderen en ouders moet beter en er is discussie over de uitvoering van het feitenonderzoek. Om de situatie te verbeteren werken we samen met VWS, de VNG en de uitvoeringsorganisaties in de jeugdbeschermingsketen middels het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming aan structurele verbeteringen. Dit toekomstscenario wordt de komende jaren op diverse plekken in het land in proeftuinen verder uitgewerkt en beproefd. In dit kader zal een adviescommissie medio 2022 adviseren over het versterken van de rechtsbescherming van kinderen en ouders die met jeugdbescherming te maken krijgen. Daarnaast werken we ook aan concrete verbeteringen in de jeugdbescherming die al op kortere termijn effect moeten hebben, zoals het verbeteren van het feitenonderzoek en de aanpak van de arbeidsmarktproblematiek.

Over zowel de voortgang van het toekomstscenario en de regionale proeftuinen, als de concrete verbeteracties op de kortere termijn informeren wij u samen met de Staatssecretaris van VWS via structurele voortgangsbrieven in het voor- en najaar.

Nieuw Wetboek van Strafvordering

Het Wetboek van Strafvordering is een van de pijlers van de rechtstaat; het geeft de overheid de noodzakelijke bevoegdheden om strafrechtelijk op te treden, maar waarborgt ook de grond- en mensenrechten van iedereen die onderwerp is van strafrechtelijk onderzoek of slachtoffer wordt van een strafbaar feit. Het wetboek is daarmee de basis voor macht en tegenmacht in het strafproces («checks and balances») en vormt de juridische infrastructuur van het strafproces.

Om het wetboek ook in de toekomst aan deze doelen te laten beantwoorden – het huidige wetboek dateert uit 1926 – is een gemoderniseerd wetboek noodzakelijk, waarin het strafprocesrecht weer integraal, samenhangend, toegankelijk en toekomstbestendig is geregeld.

Het nieuwe wetboek biedt de noodzakelijke basis voor bestrijding van nieuwe vormen van criminaliteit (ondermijning; digitale criminaliteit), en draagt bij aan verbetering van de rechtsbescherming van burgers die te maken krijgen met het strafrecht – slachtoffers, getuigen en verdachten. Voor hen bevat het nieuwe wetboek een overzichtelijke catalogus van rechten, die op onderdelen verder worden versterkt. Het nieuwe wetboek versterkt de rol van de rechter bij de voorbereiding van de berechting. Dat draagt bij aan een snellere procesvoering. Het nieuwe wetboek houdt rekening met nieuwe technieken – denk daarbij aan opsporingsbevoegdheden in een digitale omgeving – en faciliteert digitale werkprocessen. Het is daardoor randvoorwaardelijk voor een goed functionerende, toekomstbestendige strafrechtketen, waarin ongeveer honderdduizend mensen werkzaam zijn. De noodzaak van een nieuw wetboek wordt breed gedragen in de strafrechtketen.

Na verwerking van het advies van de Raad van State – dat in het voorjaar van 2022 wordt verwacht – zal het nieuwe wetboek aan de Kamers worden aangeboden. Vooruitlopend daarop worden de Kamers geïnformeerd in een voortgangsrapportage.

Gezonde organisatie

Een belangrijk en actueel thema in het coalitieakkoord is de positie van de rijksoverheid, en daarmee JenV, in de samenleving, met de ambitie om het vertrouwen in de rijksoverheid te versterken. Dit kabinet ziet een sterke overheid voor zich die oog heeft voor de menselijke maat, begrijpelijk, bereikbaar en aanspreekbaar is voor inwoners, en op die manier het vertrouwen herstelt. In het verwezenlijken van deze ambities hebben het Ministerie van JenV en alle verschillende JenV taakorganisaties een cruciale rol: om de legitimiteit van het openbaar bestuur en daarmee de rechtstaat te borgen. Onze taakorganisaties staan middenin de maatschappij en bereiken een heel groot deel van de samenleving. In gezamenlijkheid tussen het ministerie en de taakorganisaties zetten wij ons er voor in dat deze organisaties gezond zijn en goed zijn uitgerust – financieel, op ICT-gebied, qua huisvesting, personeel- om hun taken adequaat uit te voeren. Bij de uitwerking van het coalitieakkoord brengen we dan ook enerzijds de basis op orde waar dat nog niet het geval is, anderzijds dient bij elke uitwerking sprake te zijn van een toekomstvaste vormgeving, zodat geen nieuwe achterstanden of tekorten ontstaan. Nieuwe vormen van informatievoorziening dienen bijvoorbeeld toekomstvast te zijn gefinancierd, zodat geen nieuwe legacy ontstaat. Daarnaast wordt ook bij de uitwerking gekeken naar het verbeteren van de dienstverlening, naar het verbeteren van het wetgevings- en beleidsproces en geregeld bezien of de uitwerking nog past bij de bedoeling.

Het programma Werk aan Uitvoering is een overheidsbrede beweging dat – in de vorm van een werkagenda met een breed scala aan acties – inzet op het verbeteren van de relatie tussen overheid en burgers en bedrijven. JenV heeft hierin op een aantal onderwerpen een interdepartementale trekkersrol, zoals bij het verbeteren van de wetgevingskwaliteit, de herziening van het Integraal afwegingskader, de verbetering van het sturingsmodel, de invoering van een invoeringstoets en het gebruiken van inzichten over het doenvermogen van burgers.

JenV heeft hieraan gespiegeld een JenV-brede werkagenda ontwikkeld om de maatregelen die voortkomen uit Werk aan Uitvoering op het JenV terrein te implementeren. Het is een concern brede agenda, waarbij zowel de taakorganisaties, het kerndepartement als de sui generis (politie, rechtspraak en OM) betrokken zijn. Belangrijke elementen in deze agenda zijn het verbeteren van de dienstverlening met oog voor de persoonlijke context van burgers, het verbeteren van de feedbackloop en het op orde brengen van de basis van organisaties, waaronder een versnelling in de digitale agenda. De taakorganisaties gaan daarnaast werken met een stand van de uitvoering, de uitvoeringstoetsen worden verder geprofessionaliseerd en we hebben een continue dialoog tussen departement en de taakorganisaties over de hiervoor genoemde thema’s.

Wij hopen u hiermee te hebben geïnformeerd over het plan van aanpak van de maatregelen uit het regeerakkoord. Vanzelfsprekend zullen wij uw Kamer gedurende de regeerperiode per onderwerp hierover blijven informeren. Ook zullen wij u op de hoogte houden van de voortgang en nadere planning hiervan en ontvangt u op een later moment, de volledige jaarplanning zoals door de Vaste Kamercommissie Justitie en Veiligheid verzocht op 21 januari.

De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius

De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
E. van der Burg


  1. Als bijlage bij Kamerstukken 30 573 en 19 637, nr. 185.↩︎