Amendement van het lid Leijten over het maximeren van de bijdrage die jaarlijks van één gever ontvangen mag worden op 100.000 euro
Wijziging van de Wet financiering politieke partijen in verband met de evaluatie van deze wet (Evaluatiewet Wfpp)
Amendement
Nummer: 2022D05044, datum: 2022-02-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35657-16).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.M. Leijten, Tweede Kamerlid (Ooit SP kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35657 -16 Wijziging van de Wet financiering politieke partijen in verband met de evaluatie van deze wet (Evaluatiewet Wfpp).
Onderdeel van zaak 2022Z02376:
- Indiener: R.M. Leijten, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
35 657 Wijziging van de Wet financiering politieke partijen in verband met de evaluatie van deze wet (Evaluatiewet Wfpp)
Nr. 16 AMENDEMENT VAN HET LID LEIJTEN
Ontvangen 9 februari 2022
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel N, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «wordt een artikel» vervangen door «worden twee artikelen».
2. Na het voorgestelde artikel 23a wordt een artikel toegevoegd, luidende:
Artikel 23b
1. Indien een politieke partij van een gever in een kalenderjaar een geldelijke bijdrage van in totaal meer dan € 100.000 ontvangt, geeft zij het gedeelte dat het bedrag van € 100.000 te boven gaat, terug aan de gever. Indien een politieke partij van een gever in een kalenderjaar een bijdrage in natura van in totaal meer dan € 100.000 ontvangt, dan geeft zij het gedeelte van de tegenwaarde dat het bedrag van € 100.000 te boven gaat terug aan de gever.
2. Indien teruggave aan de gever van het in het eerste lid bedoelde gedeelte niet mogelijk is, maakt de politieke partij dit over op de daartoe aangewezen rekening van Onze Minister dan wel, indien het een bijdrage in natura betreft, vernietigt zij de bijdrage.
II
In artikel I, onderdeel Q, onderdeel 1, wordt « en 23a» vervangen door «, 23a en 23b».
III
In artikel I, onderdeel R, wordt in het voorgestelde artikel 30, eerste lid, na «23a,» ingevoegd «23b,».
IV
In artikel I, onderdeel T, onderdeel 1, wordt «en 23a» vervangen door «, 23a en 23b».
Toelichting
Indiener wil dat financiering van politieke partijen met belastinggeld te verdedigen is met het argument dat partijen mee moeten kunnen doen aan verkiezingen, zonder dat zij afhankelijk zijn of worden van bedrijven of particulieren die met giften politieke invloed en macht kopen. Voor politieke partijen moeten dan wél normen worden gesteld om die onafhankelijkheid en de transparantie te waarborgen en het vertrouwen in de politiek en verkiezingen te vergroten. Met dit amendement wordt voorgesteld een maximumbedrag te stellen aan giften aan politieke partijen en kandidaten. De giften worden gemaximeerd op 100.000 euro per gever, per kalenderjaar. Het ontbreken van enig maximum legitimeert een situatie waarin een politieke partij een substantieel deel van haar inkomen zou verkrijgen van één gever. Dat leidt op zijn minst tot de schijn van belangenverstrengeling. Daarnaast doet het afbreuk aan het beginsel van gelijke kansen. De commissie Veling adviseerde een maximum aan giften te bezien als giften substantieel zouden worden. In het afgelopen jaren hebben verschillende partijen verschillende substantiële bedragen ontvangen, variërend van honderdduizenden euro’s tot giften van meer dan een miljoen euro. Indiener acht het daarom wenselijk de toegestane giften te maximeren.
Leijten