Antwoord op vragen van het lid Eppink over het bericht dat er mogelijk wolven uitgezet zijn in Nederland
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2022D05051, datum: 2022-02-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20212022-1632).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof
Onderdeel van zaak 2022Z01134:
- Gericht aan: H. Staghouwer, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Indiener: D.J. Eppink, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1632
Vragen van het lid Eppink (JA21) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht dat er mogelijk wolven uitgezet zijn in Nederland (ingezonden 25 januari 2022).
Antwoord van Minister Van der Wal-Zeggelink (Natuur en Stikstof) (ontvangen 9 februari 2022).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van dit bericht in De Stentor?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u verklaren hoe wolven in Nederland terecht zijn gekomen?
Antwoord 2
De Factfinding studie2 die vorig jaar is uitgevoerd door Wageningen Environmental Research (Kamerstuk 33 576, nr. 251) geeft aan dat wolvenpopulaties zich de laatste decennia op natuurlijke wijze uitbreiden. Daarbij is een Centraal-Europese populatie ontstaan met een origine in Noordoost-Polen. Deze populatie breidt zich via Duitsland verder uit in westelijke richting, waarbij zich recentelijk ook achtereenvolgens in Denemarken, Nederland en België wolven uit deze populatie hebben gevestigd. Genetisch onderzoek heeft duidelijk gemaakt dat veruit de meeste van de waargenomen wolven in Nederland afkomstig zijn uit de Centraal-Europese populatie. Tot nu toe zijn twee individuen waargenomen die afkomstig waren uit een andere regio, namelijk uit de Alpiene wolvenpopulatie die vanuit Italië, Zwitserland en Frankrijk groeit.
Vraag 3
Bent u van mening dat wolven voor Nederlandse burgers, waaronder dierenbezitters, een probleem of gevaar vormen? Waarom wel of niet?
Antwoord 3
Ik begrijp de zorgen die bij schapenhouders en andere burgers leven. Zo lang wolven mensen zien als een potentiële bedreiging of toppredator, zullen wolven de confrontatie met mensen blijven mijden. Er zijn meldingen van wolven die opvallend gedrag vertonen. In veel gevallen is dat niet gevaarlijk. Het aantal incidenten in onze westerse leefomgeving is blijkens de Factfinding studie gering en het risico om als mens gebeten te worden door een wolf is klein. Voor de periode 2002–2020 is in Europa, waar ruim 15.000 wolven leven, zeven keer een bijtincident met mensen vastgesteld. In Nederland is sinds de terugkeer van de wolf geen melding bekend van een aanval op mensen.
Dit is in lijn met hetgeen uit draagvlakmeting naar voren is gekomen, namelijk dat het maatschappelijk draagvlak voor de hervestiging van de wolf relatief groot is (Kamerstuk 33 576, nr. 219). Tevens meent een groot percentage van de Nederlanders dat wolven geen bedreiging vormen voor mensen.
Voor dieren kan er wel sprake zijn van gevaar. Wolven kunnen leren dat onvoldoende goed beschermd vee, met name schapen, een geschikte voedselbron is. Door het treffen van preventieve maatregelen kan dit gevaar beperkt worden.
Vraag 4
Bent u van mening dat de kans reëel is dat er wolven in Nederland uitgezet zijn? Kunt u uitleggen waarom wel of niet?
Antwoord 4
Ik acht deze kans zeer klein. Er is tot nu geen enkele aanwijzing dat wolven in Nederland uitgezet zijn. Uit de Factfinding studie blijkt bovendien dat de meeste in Nederland waargenomen wolven genetisch tot hun oorspronkelijke roedel zijn te herleiden. Van de wolven waarvoor dat niet mogelijk was, bestaat genetisch geen twijfel dat die dieren uit bestaande populaties in de regio, zoals beschreven in antwoord op vraag 1, afkomstig zijn.
Vraag 5
Is het volgens u legaal of illegaal om als burger hetzij overheidsinstantie wolven uit te zetten in Nederland?
Antwoord 5
Artikel 3.34 eerste lid van de Wet natuurbescherming verbiedt het uitzetten van dieren, dat geldt ook voor wolven.
Vraag 6
Kunt u uiteenzetten wat de straf is voor het illegaal uitzetten van wolven in Nederland als burger of overheidsinstantie?
Antwoord 6
Het uitzetten van een wolf is een overtreding van artikel 3.34 eerste lid van de Wet natuurbescherming. Artikel 1a, aanhef en onder 2° van de Wet op de economische delicten stelt dat overtreding van artikel 3.34, eerste lid, van de Wet natuurbescherming een economisch delict vormt. Artikel 2 van Wet op de economische delicten geeft aan dat het opzettelijk uitzetten van een wolf een misdrijf is. De strafmaat die hierop is gesteld is een gevangenisstraf van maximaal 2 jaar, een taakstraf of een geldboete van de vierde categorie (maximaal 22.500,– euro). Hierbij kunnen tevens bijkomende straffen en maatregelen worden opgelegd. Het is aan de rechter om de hoogte van de straf te bepalen.
Vraag 7
Heeft u enige kennis over de stelling dat het Ministerie van Landbouw, Natuur, en Voedselkwaliteit hetzij een andere overheidsinstantie een ontheffing heeft verleend op het verbod op uitzetten van wolven in Nederland? Zo ja, wanneer en aan welke persoon, personen, instanties of organisaties?
Antwoord 7
Er is geen ontheffing afgegeven voor het uitzetten van wolven in Nederland.
Vraag 8
Kunt u uiteenzetten op welke manier burgers in Nederland zich kunnen beschermen tegen wolven?
Antwoord 8
Zoals ik bij vraag 3 heb aangegeven is het risico om als mens gebeten te worden door een wolf klein. Extra bescherming van mensen is derhalve niet nodig, maar net als bij confrontatie met andere wilde dieren is voorzichtigheid geboden, zoals ook in de studie is opgenomen.
Dierhouders dienen hun dieren, vooral schapen en geiten, wel te beschermen. De beste manier om aanvallen van een wolf op vee te voorkomen is om preventieve maatregelen te nemen. Hierbij kan gedacht worden aan het ’s nachts op stal zetten van vee of het afzetten van een gebied met stroomrasters van voldoende hoogte. Meer informatie hierover is voor veehouders te vinden op de website van BIJ12. Een betere begeleiding en voorlichting van veehouders om de gewenste preventieve maatregelen ook deugdelijk te plaatsen is hierbij van belang. Dit is primair een taak voor de provincies. De provincie kan veehouders ook helpen met het tijdelijk uitlenen van wolfwerende noodrasters op het moment dat een wolf daadwerkelijk in de buurt is.
Vraag 9
Kunt u inschatten wat het behoud van wolven kost voor Nederland? Bijvoorbeeld schade door overlast van wolven en materiële kosten voor bescherming van eigen dieren tegen wolven?
Antwoord 9
De door de provincies uitgekeerde tegemoetkoming in de schade bedroeg in de periode 2015–2021 ongeveer 164.000 euro voor wolvenschade op een totaal van meer 151 miljoen euro aan schade-uitkeringen voor door alle diersoorten veroorzaakte schade. Diverse provincies hebben aan dierhouders subsidie verstrekt, ten behoeve van de aanschaf van preventieve maatregelen, en hebben wolfwerende materialen in bruikleen uitgegeven. De kosten hiervoor bedragen tot nu toe ongeveer 533.000 euro.
De komst van de wolf kent ook opbrengsten, zoals meer toeristische bedrijvigheid in en rond natuurgebieden waar de wolf voorkomt, alsook meer biodiversiteit en een evenwichtiger ecosysteem. De totale kosten en opbrengsten worden niet bijgehouden en zijn derhalve niet nader in te schatten.
Vraag 10
Kunt u elke vraag afzonderlijk beantwoorden en binnen de gebruikelijke beantwoordingstermijn van drie weken?
Antwoord 10
Ja.
De Stentor, 22 januari 2022, «Sinds die ene dag in de Oostvaardersplassen heeft Annemieke een missie: «Ik knok tegen een ideologie»», https://www.destentor.nl/flevoland/sinds-die-ene-dag-in-de-oostvaardersplassen-heeft-annemieke-een-missie-ik-knok-tegen-een-ideologie~aaf143f63/↩︎
De wolf terug in Nederland: Een factfinding study – Research@WUR↩︎