Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda European Space Summit van 16 februari 2022
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2022D05338, datum: 2022-02-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2022D05338).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: D.D. van Dijke, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2022Z02347:
- Indiener: M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2022-02-10 12:00: Raad voor Concurrentievermogen / Ruimtevaart d.d. 16 februari 2022 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2022-02-15 16:30: Procedurevergadering EZK (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2022-02-22 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2022D05338 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat voorgelegd over de Geannoteerde agenda van 9 februari 2022 voor de European Space Summit van 16 februari 2022.
De fungerend voorzitter van de commissie,
Agnes Mulder
De adjunct-griffier van de commissie,
Van Dijke
Inhoudsopgave | blz. | |
I | Vragen en opmerkingen vanuit de fracties | 2 |
II | Antwoord / Reactie van de Minister | 4 |
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie zijn verheugd dat de Europese Commissie twee ambitieuze ruimtevaartprogramma’s zal lanceren om het economisch en innovatief potentieel van de sector te maximaliseren. De leden van de VVD-fractie zijn tevens verheugd over de inzet van het kabinet om het groeiende en innovatieve ruimtevaartecosysteem te versterken. Kan aangegeven worden op welke wijze Nederland maximaal gaat profiteren van de uitrol van deze programma’s?
De leden van de VVD-fractie achten het positief dat met het Secure Connectivity Initiative wordt getracht de technologische en industriële afhankelijkheden van niet-Europese aanbieders te beperken. De leden lezen dat de Minister verwacht dat ook Nederlandse publieke en private partijen gebruik zullen gaan maken van de Europese satelliet-infrastructuur voor veilige, snelle communicatie en dataverkeer. In hoeverre is er in de Nederlandse ruimtevaartsector en -industrie sprake van strategische afhankelijkheden van niet-Europese aanbieders? Om welke diensten en (half)producten gaat het en om welke landen?
De leden van de VVD-fractie zijn content met het feit dat Nederland het European Space Research and Technology Centre (ESTEC) huisvest, het onderzoeks-, ontwikkelings- en testcentrum van het Europese Ruimtevaartagentschap. Is de Minister het met de leden van de VVD-fractie eens dat hier voor Nederland als gastheer van de ESTEC een aanjagersrol is weggelegd bij het realiseren van de veilige satellietverbindingen voor datacommunicatie alsook bij het aanjagen van technologische en industriële ontwikkelingen? Zo ja, op welke wijze is de Minister voornemens deze aanjagersrol vorm te geven? Zo nee, waarom niet?
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de agenda van de ministeriële bijeenkomst van het European Space Agency (ESA) en in het bijzonder van de rollen van accelerators en inspirators. Deze leden zijn verheugd dat de Europese Unie zich hier inzet om het Europees investeringsniveau in de ruimtevaart te verhogen. Om hier ook voor Nederland meer invulling aan te kunnen geven zijn deze leden benieuwd welke rol de Minister hier weggelegd ziet voor Nederland. Ziet zij Nederland als een accelerator of een inspirator? Kunt zij haar keuze toelichten? Kan de Minister aangeven wat de inzet van het kabinet tijdens de ministeriële bijeenkomst zal zijn voor wat betreft het binnenhalen van Europese ruimtevaartprojecten de komende drie jaar?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie vragen of de Secure Connectivity Initiative (SCI) ook kansen en mogelijkheden biedt voor klimaatwetenschap.
De leden van de D66-fractie lezen dat het kabinet zal inbrengen dat, bij de verdere uitwerking van SCI, aandacht wordt gevraagd voor eerlijke concurrentie, handhaving van het staatssteunkader, een Europese markt voor veilige en snelle communicatie en eerlijke, open en transparante aanbestedingsprocedures op alle niveaus. Deze leden vragen het kabinet om per punt toe te lichten wat precies het aandachtspunt is waarnaar wordt gevraagd en wat de mogelijke risico’s zijn. De leden van de D66-fractie lezen dat het kabinet positief staat tegenover de verdere uitwerking van accelerators en inspirators. Deze leden vragen wat het kabinet concreet in gedachten heeft; op welke wijze kan Nederland bijdragen? Kunnen hier voorbeelden van worden gegeven? Deze leden vragen tevens waar de verwachting op is gebaseerd dat meer Europese investeringen zullen plaatsvinden wanneer dit programma verder wordt ontwikkeld.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het onderhavige stuk. Zij hebben daarover de volgende vragen en opmerkingen.
De leden van de CDA-fractie lezen over de initiatieven SCI en Space Traffic Management (STM). Zij zien uit naar de uitwerking hiervan, in het bijzonder van het SCI dat veilige breedband-communicatie-infrastructuur voor perifere gebieden in Europa mogelijk moet maken en technologische en industriële afhankelijkheden van niet-Europese aanbieders beperken.
De leden van de CDA-fractie zijn voorts benieuwd of de Minister vindt dat ruimtevaart een Important Project of Common European Interest (IPCEI) zou moeten worden en of er, naar het voorbeeld van de Europese Chips Act, bijvoorbeeld ook een Europese Space Act zou moeten komen in het kader van Gateway to Europe, onder andere vanwege het strategische belang van toegang tot de ruimte.
De leden van de CDA-fractie lezen, met betrekking tot de op 16 februari aanstaande in Toulouse plaats te vinden European Space Summit, het volgende in het ESA-persbericht: «Leaders attending the space summit are due to discuss the EU strategy for secure connectivity and the EU strategy for space traffic management. They will also exchange views on ESA’s three «accelerators» identified by Josef Aschbacher, who has collaborated with a high-level advisory group to raise Europe’s space ambitions to the next level.» Hieruit maken de leden op dat gesproken zal worden over de noodzaak om tot een stevige «next level» Europese ruimtevaartambitie te komen. Hoe staat het kabinet hierin, vragen de leden de Minister. Welke ambitieuze stappen denkt het kabinet te gaan zetten, bijvoorbeeld in relatie tot de genoemde accelerators Space for a Green Future, Rapid and Resilient Crisis Response en Protection of Space Assets? Hoe kan Nederland hieraan bijdragen? Heeft Nederland met de huidige middelen voldoende mogelijkheden om de kansen die er voor de kennis- en industriesector liggen optimaal te benutten?
De leden van de CDA-fractie constateren dat de Minister verder in de geannoteerde agenda schrijft dat de ESA verwacht dat deze accelerators en inspirators op de langere termijn kunnen leiden tot een hoger Europees investeringsniveau in de ruimtevaart, waarmee een vergroting van de achterstand van Europa op de Verenigde Staten en wellicht andere ruimtevaartmachten kan worden voorkomen. De leden zijn benieuwd hoe de Minister hier tegenaan kijkt.
De leden van de CDA-fractie lezen dat het kabinet positief staat tegenover de verdere uitwerking van de accelerators en inspirators en wil bijdragen aan het bevorderen van het gebruik van satellietdata en ruimtevaarttechnologie. Kan de Minister aangeven aan welke van deze initiatieven Nederland dan wil deelnemen en op welke wijze(n)?
De leden van de CDA-fractie wijzen op het coalitieakkoord «Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst», waarin staat dat we de basis van onze kennisinstellingen en innovatieve ecosystemen versterken, zoals het ruimtevaartcluster bij ESTEC, en ze stimuleren om in de regio en internationaal samen te werken. Uit de hoofdlijnenbrief die de Minister op 7 februari 2022 met de Kamer heeft gedeeld (Kamerstuk 35 925 XIII, nr. 87) blijkt niet hoe die versterking gaat plaatsvinden. Welke ideeën heeft de Minister hierover?