Voorhang Besluit experiment bijzondere nadere vooropleidingseisen opleiding tot leraar basisonderwijs
Werken in het onderwijs
Brief regering
Nummer: 2022D05521, datum: 2022-02-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-27923-438).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Beslisnota's
- Besluit houdende voorschriften voor een experiment met betrekking tot de toetsing aan de bijzondere nadere vooropleidingseisen voor de opleiding tot leraar basisonderwijs, met het oog op verbetering van de toegankelijkheid (Besluit experiment bijzondere nadere vooropleidingseisen opleiding tot leraar basisonderwijs)
Onderdeel van kamerstukdossier 27923 -438 Werken in het onderwijs.
Onderdeel van zaak 2022Z02628:
- Indiener: R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2022-02-17 17:14: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-02-24 10:15: Procedurevergadering (hybride) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2022-03-08 10:00: Versterken toegankelijkheid pabo en voorhang Besluit experiment bijzondere nadere vooropleidingseisen opleiding tot leraar basisonderwijs (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2022-03-31 10:45: Procedurevergadering (hybride) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2022-04-07 15:05: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
27 923 Werken in het onderwijs
Nr. 438 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 februari 2022
Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit houdende voorschriften voor een experiment met betrekking tot de toetsing aan de bijzondere nadere vooropleidingseisen voor de opleiding tot leraar basisonderwijs, met het oog op verbetering van de toegankelijkheid (Besluit experiment bijzondere nadere vooropleidingseisen opleiding tot leraar basisonderwijs)1.
Met het experiment wordt onderzocht of het bieden van meer tijd aan aspirant-studenten om aan de bijzondere nadere vooropleidingseisen te voldoen de toegankelijkheid van de opleidingen tot leraar basisonderwijs kan verbeteren, zonder dat daarbij de kwaliteit van het onderwijs in het gedrang komt. Het experiment wordt met het oog hierop (tussentijds) geëvalueerd2, waarbij aandacht zal worden besteed aan de belasting van studenten en de aan het experiment deelnemende instellingen en de studievoortgang van studenten. Voor de verdere inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de ontwerpnota van toelichting3.
De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure, bedoeld in artikel 1.7a, tweede lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd.
Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Indien meer dan een vierde deel van die termijn binnen een recesperiode van uw Kamer valt, wordt de termijn zodanig verlengd dat drie vierde deel daarvan buiten die recesperiode van uw Kamer valt. In verband met het voorjaarsreces wordt de termijn verlengd tot en met 15 maart 2022.
Er wordt gestreefd naar een zo spoedig mogelijke inwerkingtreding van het besluit (doch uiterlijk op 1 september 2022), zodat het experiment met ingang van 1 september 2022 kan aanvangen en studenten en onderwijsinstellingen voldoende tijd hebben om zich op het experiment voor te bereiden.
Een gelijkluidende brief heb ik heden gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H. Dijkgraaf