Stand van zaken over de algemene veiligheidssituatie in de Engelstalige gebieden in Kameroen
Vreemdelingenbeleid
Brief regering
Nummer: 2022D05546, datum: 2022-02-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-19637-2819).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (VVD)
Onderdeel van kamerstukdossier 19637 -2819 Vreemdelingenbeleid.
Onderdeel van zaak 2022Z02640:
- Indiener: E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-02-17 17:14: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-03-17 14:30: Procedures en brieven (hybride) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-06-30 14:30: Vreemdelingen- en asielbeleid (Commissiedebat), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-07-06 12:00: Vreemdelingen- en asielbeleid (voortzetting tweede termijn) (Commissiedebat), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-09-06 15:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
19 637 Vreemdelingenbeleid
Nr. 2819 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 februari 2022
Naar aanleiding van een individuele zaak heb ik nader onderzoek ingesteld naar de algemene veiligheidssituatie in de Engelstalige gebieden in Kameroen, meer specifiek de provincies North-West en South-West (tezamen bekend als: NWSW). Dit onderzoek heeft plaatsgevonden aan de hand van betrouwbare en gezaghebbende internationale bronnen.1
Zoals uw Kamer bekend is, wordt het landgebonden asielbeleid normaliter gebaseerd op ambtsberichten die worden opgesteld door het Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ). In het onderhavige geval is een individuele zaak echter de aanleiding geweest om de situatie in Kameroen te onderzoeken. In de kabinetsreactie op het ACVZ advies «Wegen en Weten» heeft mijn ambtsvoorganger, hierover het volgende aan uw Kamer medegedeeld:
«Het formuleren van beleidsregels voor een bepaald land van herkomst hoeft (...) niet enkel te zijn voorbehouden aan landen waar een ambtsbericht voor beschikbaar is. Indien de bij de individuele beoordeling betrokken landeninformatie daar aanleiding toe geeft, kan het wel een aanknopingspunt zijn om nader onderzoek te doen om te bezien of een beleidsconsequentie in de rede ligt. Dit komt reeds, weliswaar sporadisch, voor.»2
15c-situatie
In 2016 escaleerden de langdurige politieke en sociale spanningen in NWSW tot een gewelddadig conflict nadat demonstraties tegen het aanstellen van Franstalige leraren en advocaten in Engelstalige scholen en rechtbanken werden geconfronteerd met militaire acties. Dit mondde uit in een gewapend conflict tussen de regering en separatisten en sindsdien zijn deze partijen voortdurend met elkaar in gevecht in NWSW. Bemiddelingspogingen hebben tot op heden weinig invloed gehad.
Uit de geraadpleegde bronnen blijkt dat er in de periode 1 januari 2020 t/m 26 november 2021 653 aanvallen zijn gepleegd in NWSW die gericht waren op burgers. Hierbij zijn 1052 slachtoffers gevallen. Het is niet duidelijk hoeveel hiervan burgerslachtoffers zijn, noch hoeveel van deze slachtoffers dodelijke slachtoffers betreffen. Wel is duidelijk dat er sinds het begin van het conflict in 2016 meer dan 4000 burgers om het leven zijn gekomen én dat in 2020 tienduizenden mensen ontheemd zijn geraakt in aanvulling op de meer dan 711.000 die ontheemd zijn geraakt sinds het begin van het conflict in 2016. Ook zijn er meer dan 66.000 mensen gevlucht naar het naburige Nigeria.
De situatie in NWSW kenmerkt zich door het gebruik van willekeurig geweld en in sommige gevallen zelfs specifiek op burgers gericht geweld door beide partijen aan het conflict. Met name scholen en leraren hebben het hierbij te ontgelden. Het gebruik van improvised explosive devices (IEDs) vergroot de kans op burgerslachtoffers verder. Er is dan ook sprake van een zeer groot aantal burgerslachtoffers en ontheemden. Het conflict beperkt zich weliswaar tot NWSW maar is binnen deze regio’s wijdverbreid. Vanwege het conflict is er in deze regio’s voorts geen sprake van een noemenswaardige veiligheidsstructuur gelet op het feit dat zowel het regeringsleger als de separatisten zich schuldig maken aan voornoemde misstanden. Tenslotte is het zo dat er momenteel geen enkel perspectief lijkt te zijn op een vreedzame resolutie van het conflict.
Om vorengaande redenen heb ik besloten om de provincies North-West en South-West te kwalificeren als gebied waar sprake is van een uitzonderlijke situatie zoals bedoeld onder artikel 15 onder c Kwalificatierichtlijn.
Binnenlands beschermingsalternatief
De meeste Engelstaligen wonen in NWSW maar ongeveer 23% van de bewoners van de Franstalige regio Littoral en 20% van de regio West zijn ook Engelstalig. Hierbij is het van belang om te benadrukken dat dit in de Kameroense context niet zo zeer een linguïstisch onderscheid is maar veel meer cultureel, etnisch en regionaal. Uit de geraadpleegde bronnen blijkt dat er ook in de hoofdstad Yaoundé (de op een na grootste stad) en de grootste stad Douala in bepaalde wijken dominante Engelstalige gemeenschappen zijn waar ook Engelstalig onderwijs beschikbaar is.
Ook in de stad Bafoussam (de hoofdstad van de regio West) zijn Engelstaligen in grote getalen aanwezig. De Engelstaligen in deze steden kunnen rekenen op de sympathie, de hulp en het medeleven van de Franstalige bevolking aldaar alsook op de steun van Franstalige NGOs en kerken.
Om voorgaande redenen heb ik besloten om voor vreemdelingen die afkomstig zijn uit NWSW, die enkel een gegronde vrees hebben vanwege de uitzonderlijke veiligheidssituatie, aan te nemen dat er in ieder geval een binnenlands beschermingsalternatief is voor hen in Yaoundé, Douala en Bafoussam.
Voor vreemdelingen die niet tot deze groep behoren zal op individuele basis bezien worden of er voor hen een binnenlands beschermingsalternatief is.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
E. van der Burg