Invulling motie van het lid Bisschop c.s. over mogelijkheden onderzoeken om betaling van schade ook tijdens detentie af te dwingen (Kamerstuk 35925-VI-95)
Slachtofferbeleid
Brief regering
Nummer: 2022D05557, datum: 2022-02-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-33552-88).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Onderdeel van kamerstukdossier 33552 -88 Slachtofferbeleid.
Onderdeel van zaak 2022Z02646:
- Indiener: F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-02-17 17:14: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-03-17 14:30: Procedures en brieven (hybride) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-10-05 10:00: Strafrechtelijke onderwerpen (Commissiedebat), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-10-06 14:15: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
33 552 Slachtofferbeleid
29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde
Nr. 88 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 februari 2022
Op 30 november 2021 (Handelingen II 2021/22, nr. 28, item 21) heeft uw Kamer de motie van Kamerlid Bisschop c.s. aangenomen (Kamerstuk 35 925 VI, nr. 95). Hierin wordt overwogen dat meer mensen slachtoffer worden van phishing of andere vormen van internetfraude, en dat daders proberen hun verplichting tot het vergoeden van schade te omzeilen door vervangende hechtenis te ondergaan of onder de radar te blijven. De regering is verzocht de Kamer te informeren over de mogelijkheden om betaling van schadevergoeding, ook tijdens detentie, af te dwingen.
In deze brief ga ik eerst in op het belang van schadevergoeding en vervolgens zet ik de mogelijkheden om betaling daarvan af te dwingen uiteen. Hiermee geef ik invulling aan deze motie.
Belang van schadevergoeding
Een strafbaar feit kan diepe sporen achterlaten bij een slachtoffer. Niet alleen fysiek en emotioneel maar ook financieel. Zo kan bij internetfraude geld door middel van list en bedrog afhandig worden gemaakt en blijft het slachtoffer berooid en gedesillusioneerd achter. Een snelle berechting en passende straf kunnen dan genoegdoening bieden. Als het slachtoffer schade heeft geleden is het hierbij van belang dat die wordt vergoed door de dader. Een schadevergoeding kan daarbij ook een gevoel van erkenning geven en bijdragen aan herstel van geschaad vertrouwen.
Het strafproces is zo ingericht, dat slachtoffers zich kunnen voegen om een vergoeding voor hun geleden schade te vorderen. Deze voeging is laagdrempeliger dan de civiele procedure. Als de strafrechter een schadevergoedingsmaatregel oplegt, dan neemt het CJIB de inning en incasso voor het slachtoffer op zich. Dit neemt slachtoffers veel werk uit handen, kan stress helpen voorkomen en bespaart kosten. Dit is een voorbeeld van hoe de overheid oog heeft voor burgers die zich in een kwetsbare positie bevinden en hen in staat stelt aanspraak te maken op hun rechten. Beide zijn onmisbare elementen van een goede rechtsbescherming.
Mogelijkheden om betaling af te dwingen
Het CJIB heeft diverse mogelijkheden om ervoor te zorgen dat de dader een opgelegde schadevergoedingsmaatregel betaalt. Zo ook als het gaat om internetfraude.
In onderstaand kader zijn de inningsmogelijkheden van de schadevergoedingsmaatregel voor het CJIB opgenomen. Waar nodig en mogelijk past het CJIB maatwerk toe om tot inning te komen.
Het CJIB stuurt een brief naar de veroordeelde. Daarin staat het bedrag van de schadevergoeding dat de rechter heeft bepaald. De veroordeelde krijgt 30 dagen de tijd om te betalen. Het CJIB biedt hierbij de mogelijkheid om een betalingsregeling te treffen. Het CJIB stuurt twee aanmaningen. Indien de veroordeelde niet of niet op tijd betaalt, ontvangt hij een tweede brief en moet hij extra betalen. Het bedrag van de eerste aanmaning is 20 euro hoger dan de boete. Hij krijgt hiervoor weer 30 dagen de tijd. Indien de veroordeelde nog niet betaalt krijgt hij een tweede aanmaning en moet hij nog meer betalen. Het bedrag van de tweede aanmaning is 20% van het (nog openstaande) opgelegde bedrag van de schadevergoedingsmaatregel met een minimum van 40 euro. Hij krijgt wederom 30 dagen de tijd om te betalen en het CJIB biedt ook hierbij de mogelijkheid om een betalingsregeling te treffen. Het CJIB schakelt een gerechtsdeurwaarder in. Indien de veroordeelde na de aanmaning nog niet betaalt kan het CJIB een deurwaarder inschakelen. Deze probeert afspraken met de veroordeelde te maken over de betaling. Als dat niet lukt, mag hij beslag leggen op het salaris, de uitkering, spaargeld of spullen van de veroordeelde. Dit betekent dat de deurwaarder aan de werkgever of het UWV opdracht geeft om een deel van het salaris of de uitkering aan hem over te maken en niet aan de veroordeelde. De deurwaarder mag ook spullen van de veroordeelde verkopen. De opbrengst daarvan wordt gebruikt om de schadevergoeding te betalen. Het CJIB vraagt de officier van justitie om gijzeling. In de beslissing waarbij de schadevergoedingsmaatregel wordt opgelegd beslist de rechter ook hoeveel dagen gijzeling maximaal mogen worden toegepast als de veroordeelde niet (volledig) aan de betalingsverplichting voldoet. Het CJIB hoeft daarom niet naar de rechter, maar kan de officier van justitie toestemming vragen om het dwangmiddel gijzeling in te zetten om betaling af te dwingen. Aan de hand van beschikbare informatie bij het CJIB en/of aan de hand van stukken die de veroordeelde heeft overlegd, beoordeelt het CJIB of de veroordeelde financieel in staat is te voldoen aan de betalingsverplichting. Indien iemand aantoonbaar niet in staat is om het verschuldigde bedrag in een keer of in termijnen te betalen, vindt gijzeling niet plaats. Het CJIB hervat de inning. Ook na een eventuele gijzeling blijft het CJIB tot aan het einde van de tenuitvoerleggingstermijn (art. 76 Sr.) de inning van de schadevergoeding vervolgen. Inkomsten en vermogen van daders worden periodiek getoetst. Als blijkt dat er veranderingen zijn omtrent het vermogen of inkomen van de veroordeelde, hervat het CJIB de inning. Dit kan leiden tot een (nieuwe) betalingsregeling of het opnieuw inzetten van de deurwaarder. |
Overigens werd tot 1 januari 2020 vervangende hechtenis in plaats van gijzeling opgelegd in geval van het niet betalen van de schadevergoedingsmaatregel. Deze vervangende hechtenis verving de verplichting tot betaling van de schadevergoeding niet. Ook niet na het uitzitten. Dit in tegenstelling tot de vervangende hechtenis bij de geldboete, die deze wel vervangt.
Inningsmogelijkheden schadevergoeding tijdens detentie
Als een veroordeelde in detentie zit en een schadevergoedingsmaatregel moet betalen, wordt de inning van de schadevergoedingsmaatregel door het CJIB direct in detentie gestart. De draagkracht van gedetineerden is echter vaak beperkt, omdat zij weinig of geen inkomen hebben. Daarnaast is vaak sprake van schulden. Ook in het geval de veroordeelde in de gevangenis verblijft kan hij met het CJIB een betalingsregeling treffen. Ruim 45% van de gedetineerden doet dit. Afhankelijk van het inkomen en vermogen van de veroordeelde wordt een termijnbedrag bepaald, waarbij het uitgangspunt is dat uiteindelijk het volledige bedrag wordt betaald.
Relevant is hierbij dat op 1 juli 2021 de wet Straffen en beschermen in werking is getreden. Bij de afweging of er sprake kan zijn van een verantwoorde terugkeer in de samenleving worden voortaan uitdrukkelijk de belangen van slachtoffers meegenomen. Indien de veroordeelde een schadevergoeding moet betalen, kijkt het CJIB persoonsgericht welke mogelijkheden er bij de veroordeelde zijn om deze te innen en welke inspanningen de veroordeelde daarvoor al heeft geleverd.
Aantal geïnde schadevergoedingsmaatregelen
Jaarlijks stromen er circa 12.000 schadevergoedingsmaatregelen bij het CJIB in. Ruim 70% van dit totaal wordt binnen drie jaar volledig betaald. In de resterende zaken lopen dan in veel gevallen nog betalingsregelingen, waardoor het percentage volledig betaalde schadevergoedingsmaatregelen uiteindelijk oploopt naar ruim 80% na tien jaar.
Voorschotregeling
Indien de veroordeelde weinig vermogen of een beperkt inkomen heeft (bijvoorbeeld tijdens detentie) kan het lange tijd duren voordat het slachtoffer zijn schade vergoed krijgt. Om te voorkomen dat slachtoffers die een schadevergoeding van een dader te goed hebben hierdoor lang op hun geld moeten wachten is de voorschotregeling ingericht. Deze regeling houdt in dat in geval een dader van een gewelds- of zedenmisdrijf niet binnen acht maanden nadat het vonnis onherroepelijk is geworden zijn schadevergoeding (volledig) heeft betaald, het slachtoffer het gehele nog openstaande bedrag als voorschot ontvangt. Zodoende wordt het slachtoffer volledig schadeloos gesteld.
Slachtoffers van overige misdrijven en overtredingen ontvangen een voorschot tot een maximum van € 5.000. Dit maximum geldt ook voor slachtoffers van internetfraude.
Ruim 90% van de slachtoffers die in aanmerking komt voor een voorschot, krijgt hiermee de volledige schade vergoed. Het CJIB zet de inning van de volledige schadevergoedingsmaatregel ook na bevoorschotting onverminderd door, zodat de dader uiteindelijk toch betaalt voor de toegebrachte schade.
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind