Landenbeleid Egypte
Vreemdelingenbeleid
Brief regering
Nummer: 2022D05561, datum: 2022-02-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-19637-2818).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (VVD)
Onderdeel van kamerstukdossier 19637 -2818 Vreemdelingenbeleid.
Onderdeel van zaak 2022Z02649:
- Indiener: E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-02-17 17:14: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-03-17 14:30: Procedures en brieven (hybride) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-06-30 14:30: Vreemdelingen- en asielbeleid (Commissiedebat), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-07-06 12:00: Vreemdelingen- en asielbeleid (voortzetting tweede termijn) (Commissiedebat), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-09-06 15:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
19 637 Vreemdelingenbeleid
Nr. 2818 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 februari 2022
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft op 8 februari 2022 een algemeen ambtsbericht over Egypte gepubliceerd. Het ambtsbericht beslaat de periode vanaf de machtsovername in juli 2013 tot en met september 2021 en beschrijft de actuele situatie en ontwikkelingen in Egypte. Het ambtsbericht vormt aanleiding om landgebonden asielbeleid te formuleren.
Ik heb besloten om (online) journalisten, mensenrechtenverdedigers, politiek opposanten en activisten, die significante kritiek hebben geuit op de autoriteiten/regeringsbeleid, als risicogroep aan te merken. Uit het ambtsbericht blijkt dat zij te maken kunnen krijgen met arrestatie en detentie.
Daarnaast heb ik besloten om LHBTI als risicogroep aan te merken. Uit het ambtsbericht blijkt dat LHBTI te maken krijgen met sociale marginalisering, stigmatisering, geweld en discriminatie vanuit zowel de samenleving als de overheid. Het ambtsbericht meldt ook dat de autoriteiten niet-heteroseksuele personen actief strafrechtelijk vervolgen.
Personen die behoren tot een risicogroep kunnen met geringe individuele indicaties hun vrees voor vervolging aannemelijk maken. Van leden van de in deze brief genoemde groepen, die een gegronde vrees hebben voor vervolging, wordt niet verlangd dat zij de bescherming van de autoriteiten inroepen, noch wordt er een binnenlands beschermingsalternatief aangenomen. De IND heeft bij de toepassing vanzelfsprekend oog voor vreemdelingen op wie artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag van toepassing is of die een gevaar vormen voor de openbare orde of nationale veiligheid.
Tot slot kan op basis van het ambtsbericht niet worden gesteld dat in Egypte de algemene opvangvoorzieningen voor de opvang van alleenstaande minderjarige vreemdelingen beschikbaar en/of toereikend zijn, en de autoriteiten zorg dragen voor de opvang. Er is onvoldoende toezicht op de aanwezige opvanglocaties voor minderjarigen om de kwaliteit te kunnen bepalen en het is niet duidelijk of de opvang naar lokale maatstaven toereikend is. In individuele gevallen kan uit nader onderzoek blijken dat adequate opvang beschikbaar is en kan worden gerealiseerd.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
E. van der Burg