36003, bijgewerkt t/m nr. 11 (3e NvW, 24 mei 2022)
Wijziging van enkele wetten op het gebied van Justitie en Veiligheid in verband met aanpassingen van overwegend technische aard (Verzamelwet Justitie en Veiligheid 2022)
Bijgewerkte tekst
Nummer: 2022D05595, datum: 2022-04-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2021Z24179:
- Indiener: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Medeindiener: S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-01-18 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-01-20 13:00: Procedures en brieven (hybride) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-02-02 14:30: Procedures en brieven (hybride) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-02-03 14:00: Verzamelwet Justitie en Veiligheid 2022 (36003) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-04-20 14:30: Procedures en brieven (hybride) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-04-21 13:10: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-06-01 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-06-07 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
- 2022-06-14 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
- 2022-06-28 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (đ origineel)
Bijgewerkt t/m nr. 11 (3eNvW, d.d. 24 mei 2022) 36 003 Wijziging van enkele wetten op het gebied van Justitie en Veiligheid in verband met aanpassingen van overwegend technische aard (Verzamelwet Justitie en Veiligheid 2022) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in enkele wetten op het terrein van Justitie en Veiligheid wijzigingen en correcties van wetstechnische of anderszins beperkte aard aan te brengen; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: ARTIKEL I In artikel 8:2, vierde lid, van de Algemene douanewet wordt ârechtbank Haarlemâ vervangen door ârechtbank Noord-Hollandâ. ARTIKEL II In artikel 29c, tweede lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt voor de bestaande tekst een zin ingevoegd, luidende: De mondelinge toelichting door partijen geschiedt bij pleidooi van de door hen aangewezen advocaten. ARTIKEL III De Auteurswet wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 29e wordt âArtikel 196c lid 1 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboekâ vervangen door âArtikel 196c, vierde lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboekâ. B In artikel 44 lid 4 wordt âOnze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap kanâ vervangen door âOp voordracht van onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap kunnenâ en wordt voor âgevenâ ingevoegd âwordenâ. C In artikel 45d, zevende lid, wordt âArtikel 25d en artikel 25eâ vervangen door âDe artikelen 25ca, 25d en 25eâ. ARTIKEL IV Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 19e, elfde en twaalfde lid, komt te luiden: 11. Bij de aangifte kan de ambtenaar van de burgerlijke stand zich doen overleggen een door de arts of de verloskundige die bij het ter wereld komen van het kind tegenwoordig was, opgemaakte verklaring dat het kind uit de als moeder opgegeven persoon is geboren. Is het kind buiten de tegenwoordigheid van een arts of verloskundige ter wereld gekomen, dan kan hij zich een door een zodanige hulpverlener nadien opgemaakte verklaring doen overleggen. 12. Wordt geen gevolg gegeven aan het verzoek van de ambtenaar van de burgerlijke stand om overlegging van een verklaring als bedoeld in het elfde lid of is in de verklaring vermeld dat de identiteit van de moeder uit wie het kind is geboren onbekend is, dan is artikel 19b van toepassing. Aa Artikel 51 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt âzusters, voogden en curatorenâ vervangen door âzusters en curatorenâ. 2. In het tweede lid wordt âbloedverwant, voogd of curatorâ vervangen door âbloedverwant of curatorâ. B In artikel 80c, eerste lid, onderdeel b, wordt âindien de vermiste, die overeenkomstig de bepalingen van de tweede of derde afdeling van de achttiende titel van dit boek vermoedelijk overleden dan wel overleden is verklaardâ vervangen door âindien degene ten aanzien van wie, overeenkomstig de bepalingen van de tweede afdeling van de achttiende titel van dit boek de vermissing is vastgesteld, dan wel overeenkomstig de bepalingen van de derde afdeling van de achttiende titel van dit boek het overlijden is vastgesteldâ. C In artikel 149, onderdeel b, wordt âindien de vermiste, die overeenkomstig de bepalingen van de tweede of derde afdeling van de achttiende titel van dit boek vermoedelijk overleden dan wel overleden is verklaardâ vervangen door âindien degene ten aanzien van wie overeenkomstig de bepalingen van de tweede afdeling van de achttiende titel van dit boek de vermissing is vastgesteld, dan wel overeenkomstig de bepalingen van de derde afdeling van de achttiende titel van dit boek het overlijden is vastgesteldâ. D In artikel 412, derde lid, wordt âverklaring van vermoedelijk overlijdenâ vervangen door âvaststelling van vermissingâ. E Artikel 413 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt âzal verklaren dat er rechtsvermoeden van overlijden van de vermiste bestaatâ vervangen door âde vermissing van de betrokkene zal vaststellenâ. 2. In het derde lid wordt âde verklaring van rechtsvermoeden van overlijdenâ vervangen door âde vaststelling van vermissingâ. F Artikel 414 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het tweede lid wordt âverklaart de rechtbank dat er rechtsvermoeden van overlijden bestaatâ vervangen door âstelt de rechtbank de vermissing van de betrokkene vastâ. 2. Het derde lid komt te luiden: 3. De beschikking, houdende de vaststelling van vermissing van de betrokkene, vermeldt de dag vanaf welke de vermissing is vastgesteld. Als zodanig geldt de dag volgende op die van het laatste bericht waaruit blijkt dat de vermiste in leven was, tenzij er voldoende aanwijzingen zijn dat hij daarna nog enige tijd in leven was. 3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 5. De vaststelling van vermissing heeft de rechtsgevolgen van een overlijden. G In artikel 417, eerste lid, wordt âZodra de beschikking, houdende verklaring dat er rechtsvermoeden van overlijden bestaatâ vervangen door âZodra de beschikking, houdende vaststelling van vermissingâ. H Artikel 418 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het eerste lid komt te luiden: 1. Erfgenamen en legatarissen van degene ten aanzien van wie de vermissing is vastgesteld, zijn verplicht alvorens zij de goederen van de nalatenschap in bezit nemen, ten genoegen van de kantonrechter zekerheid te stellen voor hetgeen zij aan degene wiens vermissing is vastgesteld, mocht deze terugkeren, of aan erfgenamen of legatarissen die een beter recht mochten hebben, moeten afdragen. 2. In het zevende lid wordt âDe rechtbank die de beschikking, houdende verklaring dat er rechtsvermoeden van overlijden bestaat, geeftâ vervangen door âDe rechtbank die de beschikking, houdende vaststelling van vermissing geeftâ. I In artikel 425, tweede lid, wordt âDe vermoedelijk overleden verklaardeâ vervangen door âDegene ten aanzien van wie de vermissing is vastgesteldâ. J In artikel 432a, zevende lid, wordt âAlgemene Verordening Gegevensverwerkingâ vervangen door âAlgemene verordening gegevensverwerkingâ. ARTIKEL V Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 36, vierde lid, wordt âomzetting van de vereniging is een andere rechtsvormâ vervangen door âomzetting van de vereniging in een andere rechtsvormâ. B In de eerste zin van artikel 93, vierde lid, wordt na âcommissarissenâ ingevoegd â, het betalen van kosten die met de oprichting verband houdenâ. C In artikel 142, tweede lid, wordt âDe eerste twee leden van artikel 133â vervangen door âDe eerste drie leden van artikel 133â. D Artikel 187 wordt als volgt gewijzigd: 1. In de laatste zin vervalt â142b,â. 2. In de derde zin wordt na âtoepassing van artikelenâ toegevoegd: â142b,â. E In de derde zin van artikel 187 vervalt â142b,â. F In artikel 346, tweede lid, wordt âartikel 129a of 239aâ vervangen door âartikel 44a, 129a, 239a of 291aâ. G In artikel 454, eerste lid, wordt âgerechtshof te Amsterdamâ vervangen door âgerechtshof Amsterdamâ. ARTIKEL VI In artikel 137, tweede lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek, wordt âDe wederpartijjâ vervangen door âDe wederpartijâ. ARTIKEL VII Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 457, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, wordt âartikel 448 lid 3, tweede volzinâ vervangen door âartikel 448 lid 4, tweede volzinâ. B Na artikel 521a wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 521b Op de betaaldienstverlener rust de bewijslast voor de naleving van de in de artikelen 516 tot en met 519 en 521 neergelegde verplichtingen en de krachtens artikel 4:22, tweede lid, van de Wet op het financieel toezicht geldende regels met betrekking tot de inhoud en verstrekking van de door titel III van de richtlijn vereiste informatie. ARTIKEL VIII Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd: A In de artikelen 529b, tweede lid, en 644, tweede lid, van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek, wordt âsursĂ©anceâ vervangen door âsurseanceâ. B In artikel 1022 wordt âde Rijnregels I.V.Râ vervangen door âde Avarij-Grosse Regels IVRâ. ARTIKEL IX Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 65 wordt âprivaarechtâ vervangen door âprivaatrechtâ. B In artikel 122, eerste lid, wordt ârechtbank te Utrechtâ vervangen door ârechtbank Midden-Nederlandâ. ARTIKEL X Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 89, eerste lid, komt te luiden: 1. Indien op de zitting een schikking is bereikt, wordt een proces-verbaal opgemaakt, dat door de rechter en partijen of hun tot dat doel bijzonder gevolmachtigden wordt ondertekend en waarin de verbintenissen die partijen ten gevolge van die schikking op zich nemen, worden neergelegd. De uitgifte van dit proces-verbaal geschiedt in executoriale vorm. B In artikel 208, eerste lid, wordt âDe artikelen 85, 86, 128, 133 en 134 zijn van toepassingâ vervangen door âDe artikelen 85, 86, 87, achtste lid, 128 en 133 zijn van toepassingâ. C In de artikelen 438a, tweede lid, en 463b wordt âartikel 463, vijfde lidâ vervangen door â463, vijfde lidâ. D In artikel 440, derde lid, wordt na âals bedoeld in artikel 1, sub d, Wegenverkeerswet 1994â ingevoegd âwaarvoor een kenteken is opgegeven als bedoeld in artikel 36 Wegenverkeerswet 1994â. E In artikel 461d vervalt âin tweevoudâ. F In artikel 475, derde lid, wordt âOnze Minister van Veiligheid en Justitieâ vervangen door âOnze Minister van Justitie en Veiligheidâ. G Artikel 475a, zesde lid, komt te luiden: 6. Indien de geĂ«xecuteerde op grond van de basisregistratie personen geen woonadres in Nederland heeft en geen vaste woon- of verblijfplaats buiten Nederland, is een beslag als bedoeld in het vijfde lid slechts geldig voor zover het de helft van de bedragen genoemd in het eerste lid van artikel 475da gedurende een kalendermaand overtreft. Indien de geĂ«xecuteerde buiten Nederland een vaste woon- of verblijfplaats heeft, kan de geĂ«xecuteerde de kantonrechter verzoeken het vijfde lid van toepassing te verklaren. H Aan artikel 556, derde lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: Bij gebreke van betaling binnen de door het college gestelde termijn, kan het college het verschuldigde bedrag van de executant invorderen bij dwangbevel. I In artikel 705, derde lid, vervalt âvan het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvorderingâ. J I n artikel 1046, eerste lid, wordt ârechtbank te Amsterdamâ vervangen door ârechtbank Amsterdamâ. K In artikel 1075, tweede lid, wordt âDe artikelen 985 tot en met 991â vervangen door âDe artikelen 985 tot en met 990â. ARTIKEL XI De Faillissementswet wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 69 wordt âIeder der schuldeisers, de commissie uit hun midden benoemdâ vervangen door âIedere schuldeiser, de schuldeiserscommissieâ. B In artikel 73, eerste lid, wordt âde commissie uit hun middenâ vervangen door âde schuldeiserscommissieâ. C In artikel 98 wordt âcommissie uit de schuldeisersâ vervangen door âschuldeiserscommissieâ. D In artikel 106c, zesde lid, wordt âinâ vervangen door âbijâ. E In artikel 173a, tweede lid, wordt âDe commissie uit de schuldeisersâ vervangen door âDe schuldeiserscommissieâ. ARTIKEL XII De Penitentiaire Beginselenwet wordt als volgt gewijzigd: A Het opschrift âHoofdstuk IVb. Vervoerâ wordt vervangen door âHoofdstuk IVc. Vervoerâ. B De artikelen 18d en 18e in Hoofdstuk IVc (nieuw) worden vernummerd tot de artikelen 18f en 18g. ARTIKEL XIII De Politiewet 2012 wordt als volgt gewijzigd: A Aan artikel 47 wordt een lid toegevoegd, luidende: #. Het bevoegd gezag is verplicht zich als een goed werkgever te gedragen. [5. Het bevoegd gezag is verplicht zich als een goed werkgever te gedragen.] B Artikel 81, derde lid wordt als volgt gewijzigd: 1. De aanhef wordt als volgt gewijzigd: a. De zinsnede âDe artikelen 44a,â wordt vervangen door âDe artikelen 44a, 47, # lid,â. [47, vijfde lid] b. De zinsnede âartikel 4 van de Ambtenarenwet 2017 zijn van overeenkomstige toepassing op de Politieacademie, met dien verstande dat:â wordt vervangen door âde artikelen 4 en 5 van de Ambtenarenwet 2017 zijn van overeenkomstige toepassing op de Politieacademie, voor zover uit de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen niet anders voortvloeit, met dien verstande dat:â. 2. In onderdeel a wordt âartikel 47câ vervangen door âde artikelen 47, # lid, en 47câ. [47, vijfde lid] 3. In onderdeel # wordt âartikel 4 van de Ambtenarenwet 2017â vervangen door âde artikelen 4 en 5 van de Ambtenarenwet 2017â. [onderdeel b] ARTIKEL XIV In artikel 4 van de Registratiewet 1970 wordt âde verklaring van vermoedelijk overlijdenâ vervangen door âde vaststelling van vermissingâ. ARTIKEL XV Artikel 4 van de Successiewet 1956 wordt als volgt gewijzigd: A In het eerste lid wordt âde verklaring van vermoedelijk overlijdenâ vervangen door âde vaststelling van vermissingâ. B In het tweede lid wordt âde verklaringâ vervangen door âde vaststelling van vermissingâ. ARTIKEL XVI De Uitleveringswet wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 31, zevende lid, wordt na â432,â ingevoegd â432a,â. B In artikel 50a wordt na âconfrontatieâ ingevoegd âdan wel voor het aanwezig zijn bij de behandeling ter terechtzitting van een tegen hem gevoerde strafzaakâ. ARTIKEL XVII In artikel 2, tweede lid, van de Uitvoeringswet EG-betekeningsverordening vervalt âen de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaardersâ. ARTIKEL XVIII In artikel 3 van de Uitvoeringswet EG-verordening betreffende Gemeenschapsmodellen wordt âvan die rechtbankâ vervangen door âvan de rechtbank die op grond van artikel 4.6 van het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen) bevoegd isâ. ARTIKEL XIX In artikel 3 van de Uitvoeringswet E.G.-verordening inzake het Gemeenschapsmerk wordt âvan die rechtbankâ vervangen door âvan de rechtbank die op grond van artikel 4.6 van het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen) bevoegd isâ. ARTIKEL XX In artikel 8, eerste lid, van de Uitvoeringswet internationale kinderbescherming wordt âarrondissement âs-Gravenhageâ vervangen door âarrondissement Den Haagâ. ARTIKEL XXI De Uitvoeringswet internationale kinderontvoering wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 9, eerste lid, wordt âarrondissement âs-Gravenhageâ vervangen door âarrondissement Den Haagâ. B In artikel 11, eerste lid, wordt ârechtbank te âs-Gravenhageâ vervangen door ârechtbank Den Haagâ. ARTIKEL XXII Artikel I van de Uitvoeringswet Rotterdam Rules wordt als volgt gewijzigd: A In onderdeel J wordt âingevolge het eerste lid van dit artikelâ vervangen door âingevolge artikel 50 van het Verdragâ. B In onderdeel O wordt âhet toepassingsgebied van het Verdrag valt is geslotenâ vervangen door âhet toepassingsgebied van het Verdrag valtâ. ARTIKEL XXIII De Vreemdelingenwet 2000 wordt als volgt gewijzigd: A In het opschrift van Hoofdstuk 1, Afdeling 2, wordt âAdviescommissie voor Vreemdelingenzakenâ vervangen door âAdviesraad Migratieâ. B Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt âAdviescommissie voor vreemdelingenzakenâ vervangen door âAdviesraad Migratieâ. 2. In het tweede en het vierde tot en met zesde lid, wordt âcommissieâ vervangen door âadviesraadâ. ARTIKEL XXIV In artikel 184 van de Wegenverkeerswet 1994 wordt âonderdeel aâ vervangen door âonderdelen a en bâ. ARTIKEL XXV In artikel 27a van de Wet aansprakelijkheid olietankschepen wordt ârechtbank te Rotterdamâ vervangen door ârechtbank Rotterdamâ. ARTIKEL XXVI De Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 4, tweede lid, vervalt de derde zin. B In artikel 14, eerste lid, wordt â⏠70â vervangen door â⏠110â. C Artikel 23, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd: 1. In de eerste en tweede zin wordt na âOnze Ministerâ ingevoegd âuitstel van betaling ofâ. 2. In de eerste zin vervalt âvan het in totaal verschuldigde bedragâ. 3. De derde zin vervalt. D In artikel 27, derde lid, wordt âacht wekenâ vervangen door âtwee jarenâ. ARTIKEL XXVII In artikel XV, vierde lid, van de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen wordt na âartikel 44 leden 4 en 5, artikel 47 leden 4 en 5,â ingevoegd âartikel 142 lid 4,â. ARTIKEL XXVIII De Wet buitengewoon pensioen 1940-1945 wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 16, vijfde lid, wordt âdat rechtsvermoeden van overlijden bestaatâ vervangen door âdat de vermissing van de betrokkene is vastgesteldâ. B In artikel 30 wordt âhij, te wiens aanzien bij rechterlijk vonnis verklaard is rechtsvermoeden van overlijden te bestaan,â vervangen door âhij, te wiens aanzien bij rechterlijke uitspraak de vermissing is vastgesteldâ. ARTIKEL XXIX De Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 16, vijfde lid, wordt âindien omtrent hem bij rechterlijk vonnis is verklaard, dat rechtsvermoeden van overlijden bestaatâ vervangen door âindien omtrent hem bij rechterlijke uitspraak de vermissing is vastgesteldâ. B In artikel 27 wordt âhij, te wiens aanzien bij rechterlijk vonnis verklaard is rechtsvermoeden van overlijden te bestaan, in leven blijkt te zijnâ vervangen door âhij, te wiens aanzien bij rechterlijke uitspraak de vermissing is vastgesteld, in leven blijkt te zijnâ. ARTIKEL XXX In artikel V, tweede lid, van de Wet elektronische registratie notariĂ«le akten wordt âde verklaring van vermoedelijk overlijdenâ vervangen door âde vaststelling van vermissingâ. ARTIKEL XXXI In de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg wordt na artikel 11f een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 11fa 1. Voor de toepassing van de artikelen 11b, eerste lid, en 11f, eerste lid, wordt Onze Minister voor Rechtsbescherming gelijkgesteld met een organisatie van zorgverzekeraars of Wlz-uitvoerders voor zover het de voordracht van een kwaliteitsstandaard of een meetinstrument voor forensische zorg betreft. 2. Op de voordracht van een kwaliteitsstandaard en een meetinstrument voor forensische zorg zijn de artikelen 11b, tweede lid, onder a, b en d, en derde tot en met vijfde lid, 11c, 11d en 11f, tweede tot en met vierde lid, van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat onder collectieve zorguitgaven worden begrepen de uitgaven voor forensische zorg en onder Onze Minister de Minister voor Rechtsbescherming. ARTIKEL XXXII In artikel 49 van de Wet op de economische delicten wordt âeen bij algemene maatregel van bestuur aangewezen elektronische voorzieningâ vervangen door âeen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen elektronische voorzieningâ. ARTIKEL XXXIII De Wet op de kansspelen wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1a wordt âartikel 1, onder aâ vervangen door âartikel 1, eerste lid, onder aâ. B Artikel 5, zevende lid, wordt als volgt gewijzigd: 1. In onderdeel d wordt â, enâ vervangen door een puntkomma. 2. In onderdeel e wordt na puntkomma ingevoegd: â enâ. C In de artikelen 21, vierde en vijfde lid, en 31a, vijfde lid, wordt âsportprijsvragenâ vervangen door âsportweddenschappenâ. D In artikel 31h, tweede lid, onderdeel b, wordt âVerordening 765/2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93 (PbEU L 21)â vervangen door âVerordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93 (PbEU 2008, L 218)â. E In artikel 31i, derde lid, wordt âgeweigerdâ vervangen door âgeweigerd, geschorst of ingetrokkenâ. F Artikel 31l wordt als volgt gewijzigd: 1. In het tweede lid, onderdeel a, wordt â, enâ vervangen door een puntkomma. 2. In het tweede lid, onderdeel b, wordt â, enâ vervangen door â; enâ . G In artikel 33g, eerste lid, onderdeel d, wordt âadministratieve samenwerkingâ vervangen door âde administratieve samenwerkingâ. H In artikel 34i, achtste lid, wordt âinbeslaggenomen voorwaardenâ vervangen door âinbeslaggenomen voorwerpenâ. I In artikel 34j wordt âde artikelen 5.17, 5.18 en 5.19â vervangen door âde artikelen 5:17, 5:18 en 5:19â. J In artikel 34k, eerste lid, onderdeel b, wordt âraad van bestuurâ vervangen door âde raad van bestuurâ. K In artikel 34n, vijfde lid, eerste zin, wordt âgeautomatiseerde werkâ vervangen door âhet geautomatiseerde werkâ. ARTIKEL XXXIV In artikel 6:10, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht, wordt âGerechtshof te Amsterdamâ vervangen door âgerechtshof Amsterdamâ. ARTIKEL XXXV De Wet op het notarisambt wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 25, negende lid, wordt âaan de opsporingsambtenaar, de officier van justitie of de rechter-commissarisâ vervangen door âaan de opsporingsambtenaar, de officier van justitie, de rechter-commissaris of Onze Minister voor Rechtsbeschermingâ. B Artikel 39 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid vervalt in de tweede zin âen vermeldt de aard en het nummer daarvan in de akteâ en vervalt de laatste zin. 2. In het vijfde lid vervalt âen vierdeâ. ARTIKEL XXXVI In artikel 32 van de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen wordt na â432,â ingevoegd â432a,â. ARTIKEL XXXVII De Wet politiegegevens wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 16, eerste lid, onderdeel c, wordt als volgt gewijzigd: 1. In subonderdeel 3° wordt âde Wet ambtenaren defensie.â vervangen door âde Wet ambtenaren defensie, ofâ. 2. Een subonderdeel wordt toegevoegd, luidende: 4°. het verrichten van een onderzoek naar de betrouwbaarheid als bedoeld in artikel 48q, eerste lid, 48s, tweede lid, of 48x, eerste en tweede lid, van de Politiewet 2012. B Na artikel 23 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 23a 1. Verstrekking van politiegegevens aan de verwerkingsverantwoordelijke als bedoeld in artikel 16, eerste lid, onderdeel c, kan rechtstreeks plaatsvinden. 2. Verstrekking van politiegegevens aan de verwerkingsverantwoordelijke ten behoeve van de uitvoering van de artikelen 91 en 94 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 kan rechtstreeks plaatsvinden. 3. Artikel 23, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing. ARTIKEL XXXVIII In de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme wordt voor artikel 23 een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 22e 1. De toezichthoudende autoriteit, bedoeld in artikel 1d, eerste lid, onderdeel f, is in afwijking van artikel 22, eerste lid, bevoegd gegevens of inlichtingen verkregen bij de vervulling van zijn ingevolge deze wet opgedragen taak ten aanzien van een instelling als bedoeld in artikel 1a, vierde lid, onderdeel n, te verstrekken aan de kansspelautoriteit, voor zover de gegevens of inlichtingen dienstig zijn voor de uitoefening van taken van de kansspelautoriteit op grond van de Wet op de kansspelen. 2. Artikel 22a, tweede tot en met vierde lid, is van overeenkomstige toepassing. ARTIKEL XXXIX In artikel 44, eerste lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 wordt ârechtbank te Rotterdamâ vervangen door ârechtbank Rotterdamâ. ARTIKEL XL De Wet toezicht en geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 24 wordt na âartikel 23â ingevoegd â, tweede lid,â. B De bijlage vervalt. ARTIKEL XLa1 De Wet uitbreiding slachtofferrechten wordt als volgt gewijzigd: A In artikel I wordt na onderdeel R een onderdeel ingevoegd, luidende: Ra In artikel 6:4:2, zevende lid, wordt âmisdrijfâ vervangen door âstrafbaar feitâ. B Artikel II, onderdeel A, vervalt. ARTIKEL XLA Artikel V van de Wet van 6 juli 2004 tot aanpassing van de Auteurswet 1912, de Wet op de naburige rechten en de Databankenwet ter uitvoering van richtlijn nr. 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (PbEG L 167) (Stb. 2004, 336) vervalt. ARTIKEL XLI In artikel 33, tweede lid, van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging geldelijke sancties en beslissingen tot confiscatie wordt âvijfde of zesde lidâ vervangen door âzesde of zevende lidâ. ARTIKEL XLII Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 23, eerste lid, en artikel 77aa, vierde lid, wordt âOnze Minister van Veiligheid en Justitieâ vervangen door âOnze Minister van Justitie en Veiligheidâ. B In artikel 36f, vijfde lid, vervalt de laatste zin. C In artikel 38z, eerste lid, onderdeel c, wordt na âwegensâ ingevoegd âeen terroristisch misdrijf of een misdrijf ter voorbereiding of vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf dan welâ. D In artikel 77a wordt âde artikelen 9, 10, 12 tot en met 31, 36 tot en met 38p, 43a tot en met 44 en 57 tot en met 62â vervangen door âde artikelen 9, eerste tot en met vierde lid, 10, 14a tot en met 22d, 24b, 24c, 27 tot en met 36, 37a tot en met 38p, 43a tot en met 44 en 57 tot en met 62â. E Artikel 77ta wordt vernummerd tot 77t. F Artikel 77wc wordt vernummerd tot 77wb. G In artikel 305 wordt het derde lid vernummerd tot tweede lid. ARTIKEL XLIII Het Wetboek van Strafvordering wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 2 wordt het eerste derde lid vernummerd tot vijfde lid. B In artikel 12, eerste lid, wordt na de tweede zin een zin ingevoegd, luidende: Indien de beslissing is genomen naar aanleiding van het in de uitoefening van zijn functie gebruiken van geweld door een ambtenaar, aan wie bij of krachtens artikel 7, eerste of negende lid, van de Politiewet 2012 of artikel 6, eerste lid, van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten de bevoegdheid geweld te gebruiken is toegekend, is het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bevoegd. C In de artikelen 12, vierde lid, 36a, tweede lid, 36d, tweede lid, 51ac, achtste lid, 163, vierde lid, 257e, vierde lid, 410, eerste lid, 450, vierde lid, eerste zin, 552a, zesde lid, 552ab, tweede lid, en 552b, tweede lid, wordt âbij algemene maatregel van bestuur aangewezen elektronische voorzieningâ telkens vervangen door âbij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen elektronische voorzieningâ. D In artikel 27b, vijfde lid, wordt âde gegevens, bedoeld in het derde lidâ vervangen door âde gegevens, bedoeld in het vierde lidâ en wordt âde databank, bedoeld in het derde lidâ vervangen door âde databank, bedoeld in het vierde lidâ. E In artikel 36m wordt â36e, tweede en vierde lidâ vervangen door â36e, derde en vierde lidâ. F In artikel 51e, eerste lid, wordt â306 tot en met 308 en 318 van het Wetboek van Strafrechtâ vervangen door â306 tot en met 308, 318 en 372 van het Wetboek van Strafrechtâ. G In artikel 67, eerste lid, onderdeel c, wordt âde artikelen 175, tweede lid, onderdeel b, of derde lid in verbinding met het eerste lid, onderdeel b en 176, tweede lid, voor zover dit betreft artikel 7, eerste lid, onderdelen a en c, van de Wegenverkeerswet 1994;â vervangen door âde artikelen 175, eerste lid, 176, eerste lid, en 176, tweede lid, voor zover dit betreft artikel 7, eerste lid, onderdelen a en c, van de Wegenverkeerswet 1994;â. H In artikel 126ma, derde lid, wordt âde officier van justiteâ vervangen door âde officier van justitieâ. I In de artikelen 126u, 126ua en 126zh wordt âartikel 126laâ vervangen door âartikel 138hâ. J In artikel 126zo, derde lid, wordt âArtikelâ vervangen door âDe artikelenâ en wordt â126nf, tweede en derde lidâ vervangen door â126ng, derde en vierde lidâ. K In artikel 126zpa, eerste lid, onderdeel b, wordt âde artikel 126zgâ vervangen door âde artikelen 126zf en 126zgâ. L In artikel 258a, eerste lid onder b wordt â181, eerste en tweede lidâ vervangen door â181, onder 1° en 2°â. M Na artikel 432 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 432a Tijdens het beroep in cassatie worden processtukken ingediend en berichten tussen de Hoge Raad, de procureur-generaal bij de Hoge Raad, het openbaar ministerie, de raadsman van de verdachte en de advocaat van een andere procespartij overgedragen met behulp van een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen elektronische voorziening, tenzij de wet of de Hoge Raad anders bepaalt. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over het gebruik van de elektronische voorziening. N Artikel 437 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het tweede lid vervalt de tweede zin. 2. In het derde lid vervalt de derde zin. O Artikel 447 wordt als volgt gewijzigd: 1. Aan het tweede lid wordt een zin toegevoegd, luidende: Artikel 432a is van overeenkomstige toepassing. 2. In het vijfde lid vervalt de tweede zin. P Artikel 450, vierde lid, vijfde zin, komt te luiden: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over het gebruik van de elektronische voorziening. Q In artikel 457, eerste lid, onderdeel b, wordt na âwegens hetzelfde feit heeft geleidâ ingevoegd âof een beslissing van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens die daarmee kan worden gelijkgesteld,â. R Aan artikel 460 wordt een derde lid toegevoegd, luidende: 3. Artikel 432a is van overeenkomstige toepassing. S Artikel 461, vijfde lid, komt te luiden: 5. De artikelen 432a en 457, tweede lid, zijn van overeenkomstige toepassing. T In artikel 477, eerste lid, wordt âartikel 471, eerste lidâ vervangen door âartikel 471, tweede lidâ. U Artikel 489, derde lid, komt te luiden: 3. Voor het ophouden voor onderzoek kan elke daartoe geschikte plaats worden aangewezen. Ua In artikel 491, tweede lid, wordt âmeer dan tweeĂ«ndertig urenâ vervangen door âmeer dan twintig urenâ en wordt âdie afzonderlijk of gezamenlijk meer belopen dan ⏠200â vervangen door âdie afzonderlijk of gezamenlijk meer belopen dan ⏠115â. V Artikel 495b, derde lid komt te luiden: 3. Artikel 345, zesde lid, en artikel 363, eerste lid, laatste zin, zijn niet van toepassing. W In artikel 552a wordt het tiende lid dat luidt âAcht het gerecht het beklag, bedoeld in het eerste lid, tweede volzin, gegrond, dan kan het het bevel geheel of gedeeltelijk opheffen.â vernummerd tot elfde lid. X In artikel 6:1:18, tweede lid, wordt âwederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personenâ vervangen door âwederom een misdrijf zal begaan waarvoor de rechter een maatregel strekkende tot gedragsbeĂŻnvloeding of vrijheidsbeperking kan opleggenâ. Y In artikel 6:4:2, zevende lid, wordt na âhet slachtoffer of de personen genoemd in artikel 51f, tweede lidâ ingevoegd â, die geen rechtspersoon zijnâ. Z In artikel 6:4:5, derde lid, wordt na de vijfde zin ingevoegd âOnze Minister is bij het onderzoek tegenwoordig en wordt ter zake gehoord.â. AA In artikel 6:6:12, tweede lid, wordt âvan een psychiaterâ vervangen door âvan een psychiater of een psycholoogâ. AAa Aan artikel 6:6:23, tweede lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: Artikel 6:3:1, tweede lid, is van toepassing. AAb Na artikel 6:6:23 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 6:6:23a1 De rechter kan de inhoud van de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid, bedoeld in artikel 38v, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, wijzigen. BB Na artikel 6:6:30 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 6:6:30a 1. Het openbaar ministerie kan een vordering instellen om te worden gemachtigd het dwangmiddel gijzeling jegens de veroordeelde toe te passen indien volledig verhaal overeenkomstig de artikelen 6:4:4, 6:4:5 en 6:4:6 niet mogelijk blijkt bij een aan de jeugdige opgelegde verplichting tot betaling van een geldbedrag aan de staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. 2. Artikel 6:6:25 is van toepassing met dien verstande dat, zolang de veroordeelde de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, de vordering wordt ingesteld bij de kinderrechter die in eerste aanleg heeft kennisgenomen van het strafbaar feit naar aanleiding waarvan een in het eerste lid bedoelde verplichting is opgelegd. CC Artikel 6:6:32 wordt als volgt gewijzigd: 1. Aan het eerste lid worden twee volzinnen toegevoegd, luidende: Niet eerder dan twee maanden en niet later dan Ă©Ă©n maand voor het tijdstip waarop de voorwaardelijke beĂ«indiging eindigt, kan het openbaar ministerie een vordering indienen tot verlenging van de maatregel. Artikel 6:6:11 is van overeenkomstige toepassing. 2. In het derde lid, onderdeel c, wordt âartikel 77ta, eerste lid, onderdeel b, van het Wetboek van Strafrechtâ vervangen door âartikel 77t, eerste lid, onderdeel b, van het Wetboek van Strafrechtâ. 3. In het achtste lid wordt â6:6:15â vervangen door â6:3:15â. DD Aan artikel 6:6:33 wordt een lid toegevoegd, luidende: 6. Artikel 6:6:11, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing. EE In artikel 6:6:35, eerste lid, wordt âartikel 77wc van het Wetboek van Strafrechtâ vervangen door âartikel 77wb van het Wetboek van Strafrechtâ. FF In artikel 6:6:37, derde lid, wordt â6:6:11, zevende lid, tweede volzinâ vervangen door âartikel 6:6:11, vierde lidâ. ARTIKEL XLIV 1. Op zaken waarin voor de inwerkingtreding van de artikelen XVI, onderdeel A, XXXVI, en XLIII, onderdelen M, N en O, van deze wet beroep in cassatie is ingesteld, blijven de artikelen 437 en 447 van het Wetboek van Strafvordering, artikel 31 van de Uitleveringswet en artikel 32 van de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen zoals deze luidden voor inwerkingtreding van de artikelen XVI, onderdeel A, XXXVI en XLIII, onderdelen M, N, en O, van deze wet van toepassing en is artikel 432a van het Wetboek van Strafvordering niet van toepassing. 2. Op zaken waarin voor de inwerkingtreding van artikel XLIII, onderdelen R en S, van deze wet een aanvraag tot herziening als bedoeld in artikel 457, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering dan wel een verzoek tot het instellen van nader onderzoek als bedoeld in artikel 461, eerste lid, van dat wetboek is gedaan, blijven de artikelen 460 en 461 van dat wetboek zoals deze luidden voor inwerkingtreding van artikel XLIII, onderdelen R en S, van deze wet van toepassing. ARTIKEL XLV 1. Deze wet, met uitzondering van artikel V, onderdeel E, treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. 2. Artikel V, onderdeel E, treedt in werking op 1 januari 2030. ARTIKEL XLVA Deze wet wordt aangehaald als: Verzamelwet Justitie en Veiligheid 2022. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven De Minister van Justitie en Veiligheid, De Minister voor Rechtsbescherming, PAGE PAGE 1