[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Long Covid, het bericht dat het ministerie het OMT-advies over medische mondneusmaskers heeft beïnvloed en de begeleidingscommissie digitale ondersteuning COVID-19

Schriftelijke vragen

Nummer: 2022D06134, datum: 2022-02-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2022Z02925).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2022Z02925:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022 Vragen gesteld door de leden der Kamer

2022Z02925

Vragen van het lid Omtzigt (Omtzigt) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over Long Covid, het bericht dat het ministerie het OMT-advies over medische mondneusmaskers heeft beïnvloed en de begeleidingscommissie digitale ondersteuning COVID-19 (ingezonden 16 februari 2022).

Vraag 1

Herinnert u zich de nog steeds onbeantwoorde Kamervragen van de leden Hijink (SP), Omtzigt (Omtzigt), Van der Plas (BBB) en Pouw-Verweij (JA21) aan de u over de positie van zorgverleners die als gevolg van Long COVID lange tijd thuis zitten (ingezonden 16 december 2021)?

Vraag 2

Kunt u aangeven op welke wijze u invulling geeft aan artikel 5 van de wet op het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM): «Onze Minister geeft aan de directeur-generaal geen aanwijzingen met betrekking tot de methoden, volgens welke de onderzoeken, bedoeld in artikel 3, worden uitgevoerd en de resultaten daarvan worden gerapporteerd»?

Vraag 3

Hoe zijn de richtlijnen in maart en april 2020 om geen persoonlijke beschermingsmiddelen buiten de ziekenhuizen te gebruiken, tot stand gekomen?1

Vraag 4

Klopt het dat zelfs de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) op 25 maart 2020 opriep om mondneusmaskers alleen te gebruiken als het echt nodig was, te weten «Alleen als de zorgverlener zelf of de patiënt/ cliënt klachten heeft als hoesten of niezen, is persoonlijke bescherming nodig. En dan nog alleen bij persoonlijke verzorging of lichamelijk onderzoek. Niet bij contact op 1,5 meter afstand, en niet bij contact dat korter dan zo’n vijf minuten duurt»?2

Vraag 5

Zijn er audio opnames beschikbaar van de Outbreak Management Team (OMT)-vergadering van 14 april 2020? Zo ja, waar zijn die dan opgeslagen? Kunt u ervoor zorgen dat er een woordelijk verslag van beschikbaar komt voor de Kamer?

Vraag 6

Kunt u aangeven hoe de notulen van die vergadering zijn vastgesteld? Ofwel, wie notuleerde de notulen, wie stuurde concept-notulen naar het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en deed het ministerie suggesties voor aanpassingen? Wie heeft die aanpassingen aangebracht en welke leden van het OMT hebben die aanpassingen goed gekeurd? Wie heeft de uiteindelijke notulen vastgesteld?

Vraag 7

Stond de zin «Het uit voorzorg gebruiken van PBM bij patiënten die geen (verdenking op) Covid-19 hebben is niet nodig en gelet op de aanhoudende schaarste van BPM ook niet gewenst» in de originele concept-notulen of is die zin later aan de concept-notulen toegevoegd?

Vraag 8

Indien die zin later is toegevoegd, wie heeft die zin dan toegevoegd? Wanneer is dat gebeurd?

Vraag 9

Kunt u aangeven welke aanpassingen het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wilde in het advies van 25 mei en hoe dat stond kwam?3

Vraag 10

Kunt u aangeven welke concept-OMT-adviezen op welke punten aangepast en/of verduidelijkt zijn naar aanleiding van vragen en/of opmerkingen van het ministerie/de regering/het Bestuurlijk Afstemmingsoverleg (BAO)? Kunt u van die adviezen zowel het concept dat het OMT maakte als de uiteindelijke versie openbaar maken?

Vraag 11

Welke richtlijnen rondom mondneusmaskers en andere persoonlijke beschermingsmiddelen waren tussen 1 maart 2020 en 1 juni 2020 van kracht in de verpleeghuizen, bij de ambulances en in de thuiszorg?

Vraag 12

Had een werkgever in maart en april 2020 de plicht mondneusmaskers en persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) te verschaffen aan medewerkers in verpleeghuizen die vermoedden dat zij met coronapatiënten te maken hadden? Zo ja, op basis waarvan bestond die plicht? En zo nee, waarom was de wet-en regelgeving rondom arbeidsomstandigheden en het voorzorgsprincipe toen niet van toepassing?

Vraag 13

Heeft de Inspectie SZW in de maanden maart, april, mei 2020 gehandeld en gehandhaafd op basis van de vigerende wet-en regelgeving of op basis van de RIVM-richtlijnen, wanneer het ging over persoonlijk beschermingsmateriaal in verpleeghuizen en de thuiszorg?

Vraag 14

Indien de Inspectie SZW in de maanden maart, april, mei 2020 gehandhaafd heeft op een andere basis (bijvoorbeeld de RIVM-richtlijnen), kunt u dan aangeven wie dat besloten heeft en of daar goedkeuring voor is gegeven door een bewindspersoon? Kunt u de besluiten die ten grondslag lagen aan het handhaven op basis van de RIVM-richtlijnen aan de Kamer doen toekomen?

Vraag 15

Vanaf welk moment waren er voldoende mondneusmaskers beschikbaar zodat schaarste geen reden meer kon zijn voor het niet beschikbaar stellen van mondneusmaskers in de verpleeghuizen en de thuiszorg?

Vraag 16

Vanaf welk moment werden mondneusmaskers verspreid in de Duitse verpleeghuizen voor alle medewerkers en vanaf welk moment in de Nederlandse verpleeghuizen voor alle medewerkers?

Vraag 17

Waren minder mensen ziek geworden indien er eerder medische mondneusmaskers beschikbaar gesteld waren voor medewerkers in de verpleeghuizen en de thuiszorg?

Vraag 18

Waren minder mensen overleden indien er eerder medische mondneusmaskers beschikbaar gesteld waren voor medewerkers in de verpleeghuizen en de thuiszorg?

Vraag 19

Heeft de regering (juridisch) advies gekregen over mogelijke aansprakelijkheid door het centraliseren van de persoonlijke beschermingsmiddelen en de daaraan verwante vraagstukken? Zo ja, wanneer en van wie en kunt u dat aan de Kamer doen toekomen?

Vraag 20

Welke verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid heeft de Nederlandse staat voor medewerkers die nu Long COVID hebben en werkten in de thuiszorg, de verpleeghuizen (en ook de ambulancezorg) die geen persoonlijke beschermingsmiddelen kregen terwijl die wel beschikbaar waren en waarvan het gebruik streng werd afgeraden? Wat gaat u voor deze mensen doen?

Vraag 21

Waarom mag de begeleidingscommissie digitale ondersteuning COVID-19 alleen gevraagde adviezen geven en geen ongevraagde adviezen (nadat zij een kritisch advies over 2G geschreven had dat te laat naar de Kamer gestuurd werd)?

Vraag 22

Kunt u alle door de commissie uitgebrachte adviezen openbaar maken?

Vraag 23

Kunt u deze vragen ieder afzonderlijk en binnen drie weken beantwoorden?


  1. RIVM, versie 24 december 2021, «Uitgangspunten PBM bij verzorging, verpleging of medische behandelingen buiten het ziekenhuis» (https://lci.rivm.nl/covid-19/PBMbuitenziekenhuis).↩︎

  2. IGJ, 25 maart 2020, «Mondmaskers in de zorg buiten het ziekenhuis: alleen als het echt nodig is» (https://www.igj.nl/actueel/nieuws/2020/03/25/mondmaskers-in-de-zorg-buiten-het-ziekenhuis-alleen-als-het-echt-nodig-is).↩︎

  3. NOS, 11 februari 2022, «Het aangepaste OMT-advies 25 mei 2020, van mail tot mail» (https://nos.nl/nieuwsuur/collectie/13889/artikel/2416818-het-aangepaste-omt-advies-25-mei-2020-van-mail-tot-mail).↩︎