[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Instellen van een Commissie Wet wapens en munitie

Wapen- en munitiebezit

Brief regering

Nummer: 2022D06152, datum: 2022-02-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-33033-32).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 33033 -32 Wapen- en munitiebezit.

Onderdeel van zaak 2022Z02947:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

33 033 Wapen- en munitiebezit

Nr. 32 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 februari 2022

Bij brief van 18 december 2020 bent u geïnformeerd over de voortgang van het traject inzake de verdere herziening van de Wet wapens en munitie.1 Middels onderhavige brief informeer ik u over een nieuwe ontwikkeling in dit traject, namelijk het instellen van een Commissie Wet wapens en munitie.

Na voornoemde brief van 18 december 2020 is door uw Kamer op 9 februari 2021 een motie2 aangenomen, van de (voormalige) leden Van Dam (CDA) en Van Nispen (SP), waarin wordt verzocht om een commissie in te stellen en deze commissie een basisplan op te laten stellen voor een nieuwe Wet wapens en munitie. In lijn met de motie heb ik een commissie ingesteld om de mogelijkheden in kaart te brengen voor een nieuwe Wet wapens en munitie. Het Instellingsbesluit Commissie Wet wapens en munitie is op 28 januari 2022 gepubliceerd in de Staatscourant.3 De brief van 18 december 2020 zal door de commissie worden betrokken bij haar werkzaamheden.

Samenstelling Commissie Wet wapens en munitie

Ik ben verheugd dat de heer Chris van Dam bereid is gevonden om deze commissie als voorzitter te gaan leiden. Het is wellicht bijzonder dat de indiener van een motie zorg zal dragen voor de uitvoering van diens eigen motie. Maar nu de heer Van Dam geen Kamerlid meer is, is er niets dat zich tegen deze rol verzet. Bovendien beschikt de heer Van Dam naast kwaliteiten die toebehoren aan een voorzitter ook over inhoudelijke kennis van de Wet wapens en munitie. Tijdens zijn termijn als Kamerlid is zijn aandacht onder meer uitgegaan naar de Wet wapens en munitie en heeft de heer Van Dam goede relaties onderhouden met de verschillende belanghebbende partijen uit het «Wwm-veld». Ook is de heer Van Dam in zijn eerdere functie als officier van justitie betrokken geweest bij de uitvoeringspraktijk van de Wet wapens en munitie. Verder is het voorzitterschap van een commissie de heer Van Dam niet vreemd. Hij was voorzitter van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag. De heer Van Dam beschikt dan ook over de vereiste expertise en heeft de statuur om een eenheid te smeden met de vele (tegengestelde) belangen tussen de betrokken (belangen)organisaties.

Door de heer Van Dam is veel tijd gestoken in het samenstellen van een commissie die draagvlak geniet bij de vele interne én externe partijen. Hiervoor heeft hij diverse bijeenkomsten gehouden en gesprekken gevoerd. De heer Van Dam en ik zijn van mening dat de ingestelde commissie een evenwichtige representatie is van de vele belanghebbende partijen en verschillende redelijke belangen (schietsport, jacht, verzamelaars etc). Bovendien is de samenstelling van de commissie in overeenstemming met de door uw Kamer aangenomen motie. Het is een onafhankelijke commissie waarbij de samenwerking tussen de verschillende belanghebbende partijen voorop staat.

De overheid wordt in de commissie vertegenwoordigd door afvaardigingen van de korpschef van de nationale politie, Justis, Douane, Koninklijke Marechaussee, het Openbaar Ministerie en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Deze partijen vervullen vanuit hun rol belangrijke (uitvoerings- en toezichts)taken in het kader van de Wet wapens en munitie. De overheidsvertegenwoordigers zullen vanuit hun deskundigheid en ervaring verschillende perspectieven te berde brengen in de commissie.

De externe partijen bestaan uit vele verschillende partijen, te veel om allemaal als lid van de commissie te worden aangesteld. De heer Van Dam heeft in samenspraak met al deze partijen acht personen in de commissie opgenomen die de verschillende externe partijen en redelijke belangen zullen vertegenwoordigen. Deze commissieleden zullen gedurende hun werkzaamheden in contact staan met en input ophalen bij hun achterbannen.

Begeleidingscommissie

Het Instellingsbesluit Commissie Wet wapens en munitie voorziet, op verzoek van de heer Van Dam, ook in het instellen van een begeleidingscommissie. De Commissie Wet wapens en munitie kan gedurende haar werkzaamheden wetenschappelijk (juridisch) commentaar van of advies aan de begeleidingscommissie vragen.

Eindrapport en hoe verder?

De Commissie Wet wapens en munitie zal uiterlijk negen maanden na haar instelling een eindrapport opleveren waarin de mogelijkheden in kaart worden gebracht voor een nieuwe Wet wapens en munitie. Dit eindrapport alsmede mijn beleidsreactie hierop zal ik met u delen.

Rest mij via u de heer Van Dam te danken voor de geïnvesteerde tijd en energie teneinde een breed gedragen commissie samen te stellen. Ik wens de leden van de commissie veel wijsheid en succes toe en ik kijk uit naar het eindrapport.

De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius


  1. Kamerstuk 33 033, nr. 29↩︎

  2. Kamerstuk 29 628, nr. 1001↩︎

  3. Stcrt. 2022, nr. 3320↩︎