Update SEH-stops Noord-Nederland
Acute zorg
Brief regering
Nummer: 2022D06940, datum: 2022-02-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29247-340).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van kamerstukdossier 29247 -340 Acute zorg.
Onderdeel van zaak 2022Z03318:
- Indiener: E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2022-02-24 11:15: Debat over het bericht dat vier spoedeisende hulpposten in Drenthe en Groningen sluiten wegens personeelstekort (Plenair debat (debat)), TK
- 2022-02-24 14:31: Regeling van Werkzaamheden - Naar aanleiding van de brief van de ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie d.d. 24 februari 2022 stelt de Voorzitter aan de orde de agendering van het debat over de situatie in Oekraïne (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-03-09 14:00: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2022-05-12 19:47: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
29 247 Acute zorg
Nr. 340 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 februari 2022
Op 24 februari aanstaande spreek ik met uw Kamer over SEH-stops in Noord-Nederland. Daarover heeft mijn ambtsvoorganger op 5 oktober 2021 een brief1 gestuurd. Deze brief was op verzoek van uw Kamer opgesteld naar aanleiding van een aantal gelijktijdige SEH-stops in Groningen en Drenthe op de avond van 10 september 2021. Daarover had het Acute Zorg Netwerk Noord-Nederland (AZNN) aangegeven dat er voor de ambulances voldoende uitwijkmogelijkheden waren naar omliggende SEH’s, en dat er geen signalen waren dat de toegankelijkheid van de acute zorg in het gedrang was gekomen. In dat kader is ook van belang dat in Noord-Nederland, net als in alle andere regio’s, is afgesproken dat patiënten in levensbedreigende situaties ook in geval van een SEH-stop altijd terecht kunnen bij de meest geschikte SEH.
De afgelopen periode heeft de regio Noord-Nederland het aantal stops nog intensiever gevolgd. Deze monitoring heeft plaatsgevonden met data over de periode van september 2021 tot en met december 2021. AZNN heeft mij laten weten dat de tijdens de monitoringsperiode verzamelde data laten zien dat de aantallen en tijdsduur van de stops afnemen, en dat de toegankelijkheid van de acute zorg in de regio Noord-Nederland kan worden geborgd.
Sinds de monitoring zijn de afspraken tussen ziekenhuizen en ambulancediensten in de regio Noord-Nederland verder verfijnd. Voor wat betreft gelijktijdige SEH-stops is een proef gaande met de functie van «meldkamerregisseur». Indien nodig helpt deze regisseur de ambulancemedewerkers om zo snel mogelijk een plek te vinden voor de patiënt op een passende SEH. Tot op heden heeft de meldkamerregisseur geen actie hoeven ondernemen; hier was geen aanleiding toe aangezien het aantal SEH-stops is teruggelopen.
Voor wat betreft de piekbelasting van SEH’s zijn in Drenthe, Groningen en Friesland pilots in de maak waarbij huisartsen toegang krijgen tot de spoedcomponent van capaciteitsmonitor LPZ. Achterliggend idee is dat huisarts en ziekenhuis met zicht op de SEH-druk in goed onderling overleg wellicht tot meer spreiding – zowel in uren op de dag als lokaal/regionaal – van SEH-instroom zouden kunnen komen. Deze pilots starten deze maand. Er wordt gebruik gemaakt van een uniforme set samenwerkingsafspraken voor Noord-Nederland.
De Capaciteitsmonitor Landelijk Platform Zorgcoördinatie (LPZ) wordt in het Noorden al sinds 2018 gebruikt. Een voordeel van het LPZ is dat het inzicht biedt in waar een presentatiestop is en ook waar een presentatiestop dreigt, zodat bijvoorbeeld ambulancediensten daarop kunnen anticiperen en naar een ander ziekenhuis kunnen rijden.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers
Kamerstuk 29 247, nr. 337.↩︎