[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Zorgprofessionals met post COVID klachten

Infectieziektenbestrijding

Brief regering

Nummer: 2022D07765, datum: 2022-02-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-25295-1813).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 25295 -1813 Infectieziektenbestrijding.

Onderdeel van zaak 2022Z03781:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

25 295 Infectieziektenbestrijding

35 420 Noodpakket banen en economie

Nr. 1813 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR LANGDURIGE ZORG EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 februari 2022

Nu de COVID-pandemie twee jaar duurt, is er helaas een groep zorgmedewerkers die na een COVID-besmetting aan het begin van de pandemie nog steeds ziek is. Zij hebben langdurige klachten overgehouden aan de COVID-besmetting en zijn nu op het punt dat hun arbeidsovereenkomst beëindigd kan worden en zij een aanvraag kunnen indienen voor een WIA-uitkering. Vanuit verschillende kanten, en ook in uw Kamer1, is naar voren gebracht hoe schrijnend het is dat juist de zorgmedewerkers die in de frontlinie hebben gestaan bij de zorg voor COVID-patiënten, nog steeds klachten hebben na hun COVID-besmetting. In de zorg, waar het behoud van mensen belangrijk is, komt het bovendien extra hard aan als deze mensen verloren raken voor de sector. Het is van groot belang om deze langdurig zieke zorgmedewerkers te behouden voor de zorg en te blijven werken aan hun herstel en re-integratie. Met deze brief informeer ik uw Kamer over de tijdelijke ondersteuning die ik zorgwerkgevers bied om hier een bijdrage aan te leveren.

De beginfase van de pandemie was in vele opzichten zeer uitzonderlijk. Zo is voor het borgen van de zorgcontinuïteit in deze fase een beroep op zorgmedewerkers gedaan om door te blijven werken, ondanks het feit dat nog weinig bekend was over (de verspreiding van) het virus en hoe zorgmedewerkers goed te beschermen. Dit terwijl in de zorg met COVID-patiënten werd gewerkt, waarbij vaak geen 1,5 meter afstand kon worden gehouden. Inherent daaraan is dat in de zorg ook de grootste risico’s zijn gelopen in direct contact met besmette mensen.

Doordat de algehele druk op de zorg in de afgelopen COVID-periode erg hoog was en vanwege de algemene Coronamaatregelen, is het ook aannemelijk dat werkgevers en werknemers minder werk hebben kunnen maken van re-integratie. Daardoor bestaat nu het risico dat werkgevers deze medewerkers kwijtraken, terwijl zij juist hard nodig zijn. Om deze reden en vanwege het zeer uitzonderlijke karakter van de beginfase van de pandemie voor het werken in de zorg, komt het kabinet met een tijdelijke ondersteuning voor zorgwerkgevers, gericht op herstel en re-integratie van hun werknemers die in het begin van de pandemie (maart 2020–december 2020) langdurig ziek zijn geworden. Het kabinet realiseert zich dat veel werkgevers grote uitdagingen hebben ondervonden als gevolg van de pandemie en moeite hebben met het vinden van voldoende personeel. Gegeven de uitzonderlijke combinatie van factoren in de zorgsector in het begin van de pandemie, zoals hierboven beschreven, kiest het kabinet er voor om specifiek en alleen werkgevers in de zorg in deze te ondersteunen voor specifiek deze periode.

Met deze tijdelijke ondersteuning geef ik invulling aan het korte termijn advies van de Taskforce Ondersteuning Optimale Inzet Zorgverleners om werkgevers tijdelijk aanvullend te ondersteunen om zorgmedewerkers met langdurige klachten na een COVID-besmetting te behouden voor de zorg.

In de tussentijd zal ook het onderzoek van het programma COVID-19 en Werk worden afgerond, waaruit nieuwe inzichten en handvatten kunnen volgen ten aanzien van werkhervatting met (langdurige) klachten na een COVID-besmetting. Die inzichten en handvatten komen re-integratie ten goede.

De tijdelijke en uitzonderlijke ondersteuning sluit aan op de bestaande mogelijkheden in het stelsel van ziekte en arbeidsongeschiktheid:

• Werkgever en werknemer maken afspraken over ieders inzet ten behoeve van het herstel en de re-integratie en doen samen een aanvraag bij UWV voor vrijwillige verlenging van de loondoorbetalingsperiode.

• Het Ministerie van VWS biedt werkgevers op aanvraag een gedeeltelijke dekking voor de kosten die gemoeid zijn met het herstel en re-integratie in de vorm van een subsidie. Het betreft hier een bedrag van gemiddeld € 6.600,– per werknemer. Dit is gebaseerd op de gemiddelde loonkosten die gemoeid zijn met de loondoorbetaling in het tweede ziektejaar voor een verpleegkundige of verzorgende, gecorrigeerd voor de deeltijdfactor.

• Voorwaarde hierbij is dat de zorgwerkgever in samenspraak met de zorgmedewerker na het 2e ziektejaar het dienstverband continueert en voorziet in loondoorbetaling van minimaal 6 maanden na het 2e ziektejaar. Het loon ligt in deze periode minimaal op het niveau van het 2e ziektejaar.

• UWV toetst na afloop van de periode van vrijwillige loondoorbetaling de re-integratie inspanningen op de reguliere wijze.

Deze tijdelijke ondersteuning werk ik uit in een subsidieregeling. Ik doe een dringend beroep op werkgevers om vooruitlopend daarop met hun na een doorgemaakte COVID-besmetting langdurig zieke zorgwerknemers in gesprek te gaan over de mogelijkheden die zij zien om hen met behulp van deze tijdelijke ondersteuning te behouden voor de zorg. Dat is de bedoeling van de regeling.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport,
C. Helder


  1. 10-puntenplan D66, Motie van de leden Hijink en Van der Plas (Kamerstuk 25 295, nr. 1754), Taskforce Ondersteuning optimale inzet zorgprofessionals.↩︎