[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Gevolgen arrest box 3 lopende processen Belastingdienst

Belastingdienst

Brief regering

Nummer: 2022D07977, datum: 2022-03-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31066-983).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 31066 -983 Belastingdienst.

Onderdeel van zaak 2022Z03900:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

31 066 Belastingdienst

35 927 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2022)

Nr. 983 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 februari 2022

In mijn brief van 1 februari en in het Kamerdebat van 2 februari over box 3 heb ik toelichting gegeven over de wijze waarop het kabinet besluitvorming voorbereidt naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad van 24 december 2021 (Handelingen II 2021/22, nr. 45, item 13). Het kabinet heeft besloten om te koersen op uiteindelijke besluitvorming over de gevolgen van het arrest van de Hoge Raad in het voorjaar. Zoals in mijn brief van 1 februari aangegeven heeft deze latere besluitvorming gevolgen voor deadlines in de uitvoering. De lopende processen bij de Belastingdienst, zoals de aangiftecampagne 2021 en voorlopige aanslagen 2022, gaan ondertussen door. Daarmee ontstaan er dilemma’s over hoe er in deze lopende processen wordt omgegaan met het arrest van de Hoge Raad. In de te maken keuzes zal het kabinet het belang van de belastingplichtige vooropstellen en zo veel mogelijk inzetten op heldere communicatie en ondersteuning. Met deze brief informeer ik uw Kamer over de gevolgen voor de aangiftecampagne 2021 en de voorlopige aanslagen 2022, en hoe de Belastingdienst hiermee omgaat.

Aangiftecampagne 2021

Op 1 maart gaat de aangiftecampagne 2021 van start. In het huidige aangifteprogramma 2021 zijn de gevolgen van het arrest van de Hoge Raad van 24 december 2021 niet verwerkt, omdat hierover nog geen politieke besluitvorming heeft plaatsgevonden en daardoor nog geen aanpassingen in de ICT-systemen konden worden doorgevoerd. Hierdoor zien belastingplichtigen met box 3 inkomen in het aangifteprogramma een inkomen en een berekend belastingbedrag dat mogelijk niet juist is. Aanpassing van het aangifteprogramma 2021 is pas mogelijk nadat een keuze is gemaakt ten aanzien van de gevolgen van het arrest van de Hoge Raad.

Ondanks dat er nog geen duidelijkheid is over de heffing in box 3, worden alle burgers gevraagd wel op de gebruikelijke manier hun aangifte over belastingjaar 2021 te doen. Bij het vaststellen van de definitieve aanslag wordt rekening gehouden met het arrest van de Hoge Raad. De Belastingdienst houdt de aangiftes met box 3 apart tot de automatisering is aangepast aan de gevolgen van het arrest en een juiste aanslag kan worden opgelegd. Voor mensen met inkomen uit box 3 vermogen worden de definitieve aanslagen daarom waarschijnlijk later dan de gebruikelijke datum van 1 juli opgelegd. Het te betalen bedrag inkomstenbelasting box 3 zal gelijk of lager zijn dan het bedrag dat nu in de aangiften is berekend. Hierover worden burgers geïnformeerd, via brieven, de website van de Belastingdienst en in de online aangifte 2021.

Bij een aantal belastingplichtigen waarbij door toepassing van het arrest het box 3 inkomen lager zal worden vastgesteld dan in de aangifte is berekend, kan het doen van aangifte met het nog niet aangepaste aangifteprogramma wel consequenties hebben. Dit geldt voor belastingplichtigen met een fiscale partner die achteraf bezien in de aangifte geen optimale verdeling van het gezamenlijke inkomen en box 3 vermogen hebben gekozen. Dit geldt ook voor belastingplichtigen die door toepassing van het arrest een lager niet-aftrekbaar drempelbedrag voor zorgkosten en giften hebben waardoor zij achteraf bezien wel voor aftrek hiervan in aanmerking komen, maar dit niet hebben vermeld in de aangifte. De Belastingdienst onderzoekt hoe de gevolgen voor deze groep zo veel als mogelijk gemitigeerd kunnen worden.

Er is overwogen om de aangiftetermijn te verlengen tot een aangepast aangifteprogramma beschikbaar is, maar dit zal de zorgvuldig geplande aangiftecampagne verstoren en tot verstoring van de productieplanning van de Belastingdienst leiden vanwege de te verwachten latere indiening van aangiften. Van de ca. 12,5 miljoen mensen die over het belastingjaar 2021 aangifte inkomstenbelasting zullen doen, hebben ongeveer 2 miljoen belastingplichtigen inkomen uit box 3. Het is daarom in het belang van alle belastingplichtigen, ook zonder inkomen uit box 3, dat zij zoveel mogelijk tijdig voor 1 mei aangifte kunnen doen, zodat aanslagen tijdig en in de actualiteit kunnen worden vastgesteld. Dit geldt temeer wanneer er een recht bestaat op inkomensafhankelijke regelingen. Het vaststellen van de aanslagen en het daarbij vastgestelde verzamelinkomen heeft gevolgen voor inkomensafhankelijke regelingen, zoals bijvoorbeeld toeslagen. Daarom zal de voorbereide campagne doorgaan, zodat burgers op de reguliere wijze aangifte kunnen doen. Burgers kunnen desgewenst uitstel tot het doen van aangifte aanvragen. Deze mogelijkheid is er voor alle burgers en hiervoor gelden de normale regels. Bij indiening van de aangifte na 1 mei wordt echter wel belastingrente in rekening gebracht als er sprake is van een te betalen aanslag inkomstenbelasting. Met fiscale dienstverleners vindt afstemming plaats over het tijdstip waarop binnen de reguliere uitstelregeling voor adviseurs (Beconregeling) gestart kan worden met het indienen van aangiften waarin box 3 aspecten een rol spelen.

Voorlopige aanslagen 2022

Ook in de voorlopige aanslag 2022 (VA 2022) is nog geen rekening gehouden met de eventuele gevolgen van de uitspraak van de Hoge Raad. Hierdoor kan de te betalen voorlopige aanslag 2022 voor burgers met een box 3 inkomen te hoog zijn. Voor burgers met een terug te ontvangen bedrag kan de teruggaaf hierdoor te laag zijn vastgesteld. De Belastingdienst heeft de voorlopige aanslagen 2022 opgelegd omdat het belangrijk is dat burgers hun voorlopige teruggaaf ontvangen en dat men een te betalen aanslag desgewenst verspreid over het jaar kan betalen. Alle belastingplichtigen kunnen de voorlopige aanslag gewoon betalen. De voorlopige aanslagen 2022 van burgers met inkomen uit box 3 zullen later bij definitieve aanslag worden hersteld en de burger hoeft hier geen actie voor te ondernemen. Door de voorlopige aanslag te betalen worden burgers niet benadeeld en zal het te betalen bedrag bij de aanslag inkomstenbelasting 2022 minder hoog zijn of tot een teruggaaf leiden, aangezien al een deel hiervan bij voorlopige aanslag 2022 is betaald.

Omdat het arrest van de HR echter nog niet verwerkt is in de voorlopige aanslag en dit vragen kan oproepen bij burgers met een inkomen uit box 3 wil de Belastingdienst een invorderingspauze bieden voor de burgers die de voorlopige aanslag 2022 (deels) niet betalen.

De invorderingspauze betekent dat er geen (dwang)invorderingsmaatregelen zoals betalingsherinneringen en aanmaningen worden genomen als de VA 2022 (deels) niet wordt betaald. Tijdens de invorderingspauze wordt bekeken in welke voorlopige aanslagen sprake is van box 3 inkomen. Bij belastingschuldigen die geen inkomen uit box 3 hebben, wordt de invorderingspauze beëindigd; zij ontvangen één brief over de te betalen termijnen. Voor belastingschuldigen mét inkomen uit box 3 blijft de invorderingspauze gelden. Zij ontvangen een brief met informatie over deze invorderingspauze en hoe wordt omgegaan met de invorderingsrente. Dit betekent dat niet betaalde termijnen op de VA 2022 niet worden ingevorderd totdat een definitieve aanslag 2022 (of in bepaalde gevallen een automatische voorlopige aanslag naar aanleiding van de ingediende aangifte 2022) wordt opgelegd waarin de gevolgen van het arrest zijn verwerkt.

De Staatssecretaris van Financiën,
M.L.A. van Rij