Antwoord op vragen van de leden Hammelburg en Boulakjar over het Strategisch Vastgoedplan
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2022D08094, datum: 2022-03-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20212022-1935).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.A. van der Maat, staatssecretaris van Defensie
Onderdeel van zaak 2022Z02921:
- Gericht aan: C.A. van der Maat, staatssecretaris van Defensie
- Indiener: A.R. Hammelburg, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: F. Boulakjar, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1935
Vragen van de leden Hammelburg en Boulakjar (beiden D66) aan de Staatssecretaris van Defensie over het Strategisch Vastgoedplan (ingezonden 16 februari 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Van der Maat (Defensie) (ontvangen 1 maart 2022).
Vraag 1
Kunt u uiteenzetten hoeveel van de 9.974 gebouwen van Defensie in urbane gebieden liggen en welke in rurale gebieden?1
Antwoord 1
De objecten van Defensie liggen verspreid over heel Nederland. Defensie hanteert geen definitie over welk vastgoed in ruraal of urbaan gebied ligt. Het merendeel van de kazernes ligt aan de rand van een stad (bijvoorbeeld in Den Helder, Amersfoort of Leeuwarden) of in een landelijke omgeving (bijvoorbeeld Volkel of Havelte). Oefenterreinen en de bijbehorende gebouwen liggen nagenoeg altijd in het landelijk gebied. Enkele kazernes bevinden zich in verstedelijkt gebied, bijvoorbeeld in het hart van een stad of omringd door woonwijken. Het betreft hier vooral kantorenlocaties zoals de Kromhoutkazerne in Utrecht en het Plein-Kalvermarktcomplex in Den Haag, maar soms ook operationele eenheden en opleidingen zoals op de Engelbrecht van Nassaukazerne in Roosendaal en de Johan Willem Frisokazerne in Assen.
Vraag 2
Kunt u daarbij aangeven of en welke gebouwen of terreinen daarvan geschikt zijn voor woningbouw of vergroening van steden?
Antwoord 2
Momenteel wordt verkend hoe Defensie haar vastgoed kan concentreren, verduurzamen en vernieuwen. Locaties die hierdoor vrij zouden komen, komen vaak in aanmerking voor een andere bestemming. Er zijn veel verschillende factoren die bepalen of een gebied geschikt is voor woningbouw of vergroening van steden. Medeoverheden in de regio hebben hier het beste zicht op. Het verkennen van kansen op dit vlak is onderdeel van de verkenning.
Vraag 3
Welke van deze gebouwen of terreinen liggen in grotere steden zoals Amsterdam en Breda, of andere steden in de Randstad, Noord-Brabant of Gelderland?
Antwoord 3
De objecten van Defensie liggen verspreid over heel Nederland. Zoals ook aangegeven bij mijn antwoord op vraag 1 ligt een deel van de locaties in diverse steden binnen en buiten de Randstad (zoals de Kromhoutkazerne in Utrecht en de Engelbrecht van Nassaukazerne in Roosendaal). Er is nog geen besluit genomen over welke gebouwen of terreinen Defensie wil verlaten.
Vraag 4
Kunt u aangeven welke gebouwen vallen onder de 35 tot 40% van het vastgoedportefeuille dat moet worden afgestoten?
Antwoord 4
Zoals ik in mijn begeleidende brief aangeef zal ik in april uw Kamer meenemen in de contouren van de interne verkenning.
Vraag 5
Kunt u deze vragen afzonderlijk en voor aanvang van het commissiedebat Hoofdlijnen Defensie beantwoorden?
Antwoord 5
Ja.
Eindrapport IBO vastgoedbeheer Defensie: Toekomstvast – goedbeheerd, pagina 12. Link: https://www.defensie.nl/downloads/publicaties/2021/04/16/eindrapport-ibo-vastgoedbeheer-defensie.↩︎