Het uitkeren van een schadevergoeding aan de Groesbeekse kopschoppers
Schriftelijke vragen
Nummer: 2022D08359, datum: 2022-03-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2022Z04077).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. van Nispen, Tweede Kamerlid (SP)
Onderdeel van zaak 2022Z04077:
- Gericht aan: D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
- Indiener: M. van Nispen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2022Z04077
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het uitkeren van een schadevergoeding aan de Groesbeekse kopschoppers (ingezonden 4 maart 2022).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat de Groesbeekse kopschoppers een schadevergoeding van het Openbaar Ministerie (OM) ontvingen?1 Herinnert u zich nog eerdere Kamervragen over deze unieke zaak?2
Vraag 2
Kunt u uitleggen waarom het OM schadevergoedingen aan de drie verdachten heeft overgemaakt?
Vraag 3
Waarom meent het OM dat hier sprake is van «onterecht vastzitten» ondanks het feit dat het zich uit de zaak heeft teruggetrokken en dus nooit in hoger beroep is vastgesteld of de verdachten schuldig konden zijn, terwijl de rechtbank de verdachten wel schuldig heeft bevonden?
Vraag 4
Kunt u ten slotte aangeven waarom het OM zich eigenlijk tijdens het hoger beroep heeft teruggetrokken? Wat waren de zogenaamde «zwaarwegende belangen»? Deelt u de mening dat het zeer onbevredigend blijft, voor de samenleving als geheel maar voor het slachtoffer in het bijzonder, dat totaal onduidelijk en geheim blijft wat er nu precies in deze strafzaak is gebeurd?
Gelderlander, Kopschoppers Groesbeek kregen schadevergoeding van justitie, 3 maart 2022, https://www.gelderlander.nl/home/kopschoppers-groesbeek-kregen-schadevergoeding-van-justitie~a1899c23/↩︎
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1316, Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 34 en Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 662↩︎