Verslag van een schriftelijk overleg over de aanvullende Tegemoetkoming Evenementen (ATE) (Kamerstuk 35420-418)
Noodpakket banen en economie
Verslag van een schriftelijk overleg
Nummer: 2022D08413, datum: 2022-03-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35420-470).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: D.D. van Dijke, adjunct-griffier
Onderdeel van kamerstukdossier 35420 -470 Noodpakket banen en economie.
Onderdeel van zaak 2022Z04112:
- Indiener: M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2022-03-09 17:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-03-22 16:30: Procedurevergadering EZK (digitaal) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2022-05-12 18:00: Coronasteunpakket (Commissiedebat), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2022-05-19 13:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
35 420 Noodpakket banen en economie
Nr. 470 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 8 maart 2022
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over de brief van 1 november 2021 over de aanvullende Tegemoetkoming Evenementen (ATE) (Kamerstuk 35 420, nr. 418).
De vragen en opmerkingen zijn op 3 december 2021 aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat voorgelegd. Bij brief van 4 maart 2022 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie,
Agnes Mulder
Adjunct-griffier van de commissie,
Van Dijke
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige brief en hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.
1
De leden van de VVD-fractie lezen dat het niet mogelijk is om via gemeenten ATE-voorschotten uit te betalen die zijn bedoeld voor evenementen van afgelopen zomer en dat ondernemers pas begin 2022 compensatie zullen gaan ontvangen voor de evenementen die zij hebben georganiseerd in de periode van 10 juli tot en met 24 september. Deze leden betreuren het dat de ondernemers in kwestie een stuk langer moeten wachten op tegemoetkoming, wetende dat zij ook nu al bezig zijn met voorbereidingen voor evenementen voor aankomende zomer en dat zij hiervoor nu al de nodige kosten moeten maken. Dat brengt deze ondernemers in een benarde financiële situatie waar voornoemde leden zich zorgen om maken. De leden van de VVD-fractie willen graag op zoek naar manieren om deze ondernemers perspectief te bieden voor aankomende zomer. Is de Minister bereid om met deze groep ondernemers in gesprek te gaan en te zoeken naar manieren om ze extra ondersteuning en perspectief te bieden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Allereerst wil ik onderschrijven dat het voor ondernemers van groot belang is om zo snel mogelijk het geld uit de regelingen op hun rekening te ontvangen, het zijn moeilijke tijden en veel ondernemers hebben zwaar te lijden onder de economische gevolgen van de coronacrisis.
Het klopt dat er een lange tijd zat tussen de aankondiging (14 juli 2021) en openstelling (28 februari 2022) van de ATE-regeling. Na de aankondiging heeft het kabinet eerst onderzocht of de regeling door gemeentes kon worden uitgevoerd. Toen dit niet mogelijk bleek, is uiteindelijk RVO als uitvoeringsinstantie ingezet, waarna het kabinet samen met RVO heeft uitgezocht welk type evenement er buiten de garantieregeling evenementen (TRSEC) valt. De Aanvullende Tegemoetkoming Evenementen (ATE) is namelijk gericht op organisatoren die geen TRSEC hebben ontvangen. Omdat de ATE staatssteun betreft, moest deze voorafgaand aan enige uitvoering, aan de Europese Commissie ter goedkeuring worden voorgelegd. De Europese Commissie heeft de ATE eind februari 2022 goedgekeurd, waarna de regeling uiteindelijk op 28 februari kon worden opengesteld.
Het kabinet voert geregeld gesprekken met vertegenwoordigers van de evenementenbranche. Op ambtelijk niveau vinden deze gesprekken met vertegenwoordigers wekelijks plaats.
2
De leden van de VVD-fractie lezen tevens dat alleen de centrale organisatoren van evenementen een aanvraag kunnen indienen voor tegemoetkoming en niet de leveranciers, terwijl deze leden nog veel signalen ontvangen van toeleveranciers van evenementen zoals standbouwers en cateraars, waarin zij aangeven dat de huidige garantieregelingen ontoereikend zijn voor hen. Toeleveranciers maken wel de kosten, maar krijgen geen tegemoetkoming op het moment dat zij geen contract hebben met de organisator van een evenement en daarmee staan zij uiteindelijk met lege handen. De leden van de VVD-fractie maken zich zorgen om de financiële positie van toeleveranciers van evenementen en willen graag op zoek naar mogelijkheden om deze groep ondernemers niet tussen wal en schip te laten vallen. Deelt de Minister de mening dat er een oplossing moet worden gezocht voor deze groep ondernemers die ondanks gemaakte kosten niet op vergoeding kunnen rekenen via de huidige regelingen? Zo ja, waar ziet de Minister ruimte en mogelijkheden om deze groep ondernemers uit de knel te helpen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Ik herken het signaal dat toeleveranciers die geen contract afsluiten met de organisatoren van evenementen tussen wal en schip vallen. Graag wil ik het belang van duidelijke overeenkomsten tussen toeleverancier en organisator benadrukken. De ATE-regeling is erop gericht de organisator van een evenement in staat te stellen zijn toeleveranciers te betalen voor zover hij daartoe privaatrechtelijk verplicht is. Daarnaast is de regeling erop gericht de organisator zelf te compenseren voor specifiek gemaakte kosten bij de organisatie van het betreffende evenement.
De organisator blijft de centrale partij, die de toeleveranciers betaalt. Tegen deze achtergrond richt de ATE zich op de evenementenorganisator, die met de subsidie in staat gesteld wordt andere partijen te betalen, zodat hiermee de hele keten van bedrijven wordt bediend, inclusief zelfstandigen en artiesten die waren gecontracteerd door de organisator van het evenement.
Het kabinet spoort organisatoren aan tot het nakomen van hun verplichtingen, en geeft als boodschap aan de toeleveranciers dat zij zelf verantwoordelijk zijn voor het hebben van een afdwingbare overeenkomst.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van onderhavige brief. Ondernemers waarbij direct sprake is van gemaakte kosten die niet terugverdiend kunnen worden vanwege coronamaatregelen moeten daar volgens de leden van de D66-fractie voor gecompenseerd worden. Het is daarom een goede stap dat het kabinet met de ATE-regeling komt voor evenementen die afgelopen zomer niet door mochten gaan en niet in aanmerking komen voor de garantieregeling evenementen (TRSEC). Tegelijkertijd ontvangen de leden van de D66-fractie signalen over zorgen die er ondanks deze aangekondigde regeling leven onder ondernemers. Deze leden hebben daarom nog een aantal kritische vragen over deze regeling.
3
De leden van de D66-fractie lezen in de brief dat verwacht wordt dat circa
600 evenementen in aanmerking komen voor de ATE. Een aanvraag doen wordt pas vanaf begin 2022 mogelijk, ruim vijf maanden of langer na het ingaan van de maatregelen op 10 juli en kan alleen gedaan worden door de organisator van het evenement. Wat doet de Minister om ervoor te zorgen dat organisatoren de
ATE-regeling ook daadwerkelijk weten te vinden? Deelt de Minister de mening van de leden van de D66-fractie dat er een risico ontstaat door de grote tijd tussen evenement en aanvraag? Hoe voorkomt de Minister dat leveranciers niet vergoed worden omdat de organisator geen aanvraag doet?
Antwoord
Ik deel de mening dat er een risico ontstaat door de lange tijd die tussen het evenement en de aanvraag zit. Om ervoor te zorgen dat de boodschap over de openstelling van de ATE de doelgroep van de regelingen bereikt, worden zij (pro-)actief geïnformeerd via de online kanalen van RVO, te weten website, nieuws- en branchebrieven en social media, al dan niet campagnematig. Daarnaast is publicatie over openstelling te vinden op de websites van de rijksoverheid, Kamer van Koophandel en het Ondernemersplein. Ook verzendt de RVO maandelijks een nieuwsbrief aan overheden. Met deze nieuwsbrief bereikt RVO direct provincies, gemeenten en waterschappen met nieuws en informatie over producten en diensten die decentrale overheden kunnen inzetten. Met een bericht over de ATE vragen we aandacht bij de gemeenten voor de openstelling. Daarnaast worden de evenementenbranchevertegenwoordigers aangeschreven en verzocht de informatie te delen met hun achterban. Als er signalen zijn dat ondernemers onvoldoende worden bereikt, zullen ook andere communicatiemiddelen worden ingezet. Deze signalen krijgt het ministerie via het reguliere contact met de evenementenbranche en door cijfers over het bezoek aan de website, de rapportages van de nieuwsbrieven, sociale media en chatfunctie te vergelijken met andere periodes. Advies en oordeel van de branche over het bereik biedt inzichten over waar de communicatie achter blijft. Ook kan er worden gezocht naar manieren om de gemeenten via de VNG te informeren. Zodoende probeer ik alle organisatoren te bereiken die mogelijk aanspraak maken op de ATE. Mochten er leveranciers zijn die zich aangesproken voelen, is het aan hen om de hoofdorganisator hierop te wijzen. De ATE is niet gericht op het direct vergoeden van toeleveranciers, vergoedingen lopen enkel en alleen via de hoofdorganisator.
4
De leden van de D66-fractie lezen dat voor de ATE nu 120 miljoen euro beschikbaar is gesteld. Verdeeld over de verwachte 600 evenementen die daarvoor in aanmerking komen is dit gemiddeld 200.000 euro per evenement. Verwacht de Minister dat dit bedrag genoeg is om aan alle aanvragen die in aanmerking komen te voldoen? Waarop is die verwachting gebaseerd? Wat doet de Minister als dit bedrag toch onvoldoende blijkt?
Antwoord
Uit een eerdere inventarisatie is afgeleid dat de doelgroep voor de ATE-regeling bestaat uit kleine regionale evenementen, middelgrote evenementen en slechts enkele grote evenementen.
Het aantal te verwachten aanvragen en de hoogte van de aanvragen is lastig in te schatten. Voor dit moment zijn de kosten globaal geraamd op € 120 mln. Indien dit budget niet voldoende blijkt te zijn, wordt aan het parlement voorgelegd om het aan te vullen uit de generale middelen.
5
De leden van de D66-fractie lezen dat evenementen die tussen 10 juli en 24 september in aangepaste vorm toch zijn doorgegaan, bijvoorbeeld met een beperkt aantal bezoekers en vaste zitplaatsen, niet in aanmerking zullen komen voor de ATE. Deze aangepaste vormen van evenementen kunnen echter wel degelijk zorgen voor verminderde inkomsten en dus voor niet terugverdiende kosten. Het is begrijpelijk dat het kabinet geen steun wil verlenen aan zeer winstgevende evenementen uit deze periode, maar waarom dit harde onderscheid op basis van het al dan niet doorgaan van een evenement?
Antwoord
Het kabinet heeft de keuze voor compensatie of doorgang van het evenement bij de organisator gelegd. Organisatoren kunnen namelijk zelf het beste bepalen of het rendabel is om een evenement in aangepaste vorm door te laten gaan. In de praktijk is de keuze om een evenement in aangepaste vorm te laten doorgaan vrijwel alleen gemaakt door (kleinere) evenementen die ook onder normale omstandigheden een beperkt aantal bezoekers zouden hebben gehad.
6
Hoe ziet de Minister de prikkel die ontstaat voor ondernemers als het afgelasten van een evenement leidt tot overheidssteun en het laten doorgaan van evenementen in aangepaste vorm niet? Is de Minister met de leden van de D66-fractie eens dat ondernemers die er ondanks de maatregelen het beste van proberen te maken niet de dupe mogen worden van hun eigen ondernemerschap?
Antwoord
Het kabinet heeft de keuze voor compensatie of doorgang van het evenement bij de organisator gelegd. Organisatoren kunnen namelijk zelf het beste bepalen of het rendabel is om een evenement in aangepaste vorm door te laten gaan. In de praktijk is de keuze om een evenement in aangepaste vorm te laten doorgaan vrijwel alleen gemaakt door (kleinere) evenementen die ook onder normale omstandigheden een beperkt aantal bezoekers zouden hebben gehad.
7
Zijn er bij de Minister voorbeelden bekend van evenementen die wel zijn doorgegaan onder de coronamaatregelen tussen 10 juli en 24 september en die door het verminderde aantal bezoekers kosten niet terug hebben kunnen verdienen? Op welke manier worden deze ondernemers tegemoetgekomen?
Antwoord
Dergelijke voorbeelden zijn mij niet bekend.
8
De leden van de D66-fractie lezen voorts in de brief uitsluitend over de periode van 10 juli tot en met 24 september, deze leden maken zich daarom zorgen over de huidige situatie en maatregelen waarin evenementen wederom geen doorgang kunnen vinden. De leden van de D66-fractie bereiken berichten dat de volgende lichting aan afgelaste evenementen op dit moment oploopt. Wat doet de Minister om te voorkomen dat eventuele tegemoetkomingen als gevolg van de huidige maatregelen lang op zich laten wachten zoals dat geldt voor de periode 10 juli tot en met 24 september? Kan de Minister het huidige proces, met name inzake de goedkeuring door de Europese Commissie van de ATE, aanwenden om ook voor de huidige situatie versneld met een oplossing te komen?
Antwoord
Ja, in de Kamerbrief van 16 november 2021 (Kamerstuk 35 420, nr. 420) heeft het kabinet geïnformeerd dat vanwege het nieuwe evenementenverbod de ATE-regeling opnieuw wordt ingezet. In de Kamerbrief van 14 december (Kamerstuk 35 420, nr. 462) heeft het kabinet laten weten de ATE (net als de Garantieregeling evenementen (TRSEC)) te verlengen tot en met het derde kwartaal van 2022.
9
De leden van de D66-fractie lezen in de brief dat er contact is geweest met de evenementensector, maar tegelijkertijd vraagt de Minister in zijn brief deze sector om begrip voor de termijn waarop de ATE tot stand komt. Heeft de Minister dit begrip ook concreet in gesprekken aan (vertegenwoordigers van) de sector gevraagd? Wat is de inschatting van de Minister omtrent de mate van begrip die de sector hiervoor heeft? Wat kan de Minister doen om perspectief en een tijdsinschatting te bieden aan ondernemers die wachten op een tegemoetkoming?
Antwoord
Het kabinet heeft geregeld gesprekken met vertegenwoordigers van de evenementenbranche. Op ambtelijk niveau vindt een wekelijks gesprek plaats met deze vertegenwoordigers. Hoewel hierdoor termijnen niet versneld kunnen worden, krijgt de sector hierdoor inzicht in het proces rond de totstandkoming en de inhoud van de regeling. Voor het bieden van perspectief en een tijdsinschatting zijn de te volgen stappen, voordat het ATE-loket geopend kon worden, op de website van RVO geplaatst. Op deze website zijn de processtappen van de ATE gevisualiseerd in «Het proces van ATE: waar zitten we precies?». Deze pagina geeft inzage in het ATE-proces in aanloop naar de opening van het ATE-loket.
Kort samengevat zag het proces er als volgt uit:
• 14 juli 2021: Het kabinet kondigt de ATE aan.
• 23 november 2021: Het kabinet legt de conceptregeling ATE voor aan de Europese Commissie.
• 1 december 2021: De RVO start de voorbereiding voor de uitvoering van de ATE op.
• Vervolgens: De Europese Commissie toetst de conceptregeling ATE aan de regels voor staatssteun en bevraagt het kabinet op volledigheid. Het kabinet beantwoordt deze vragen, waarop de Europese Commissie een akkoord geeft op de conceptversie van de ATE. Daarna wordt de definitieve regeling eind februari door Brussel goedgekeurd.
• Eind februari 2022: De ATE-regeling wordt eind februari gepubliceerd in de Staatscourant, waarna de RVO het ATE loket op 28 februari kan openen voor aanvragen van ondernemers.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige brief. Zij hebben daarover de volgende vragen en opmerkingen.
10
Het is de leden van de CDA-fractie bekend dat de ATE is verlengd en wordt opengezet tot het einde van 2021. In de Kamerbrief over aanpassingen van het steunpakket in het vierde kwartaal (Kamerstuk 35 420, nr. 420) lezen zij dat de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) de regeling naar verwachting begin 2022 openstelt, omdat de Europese Commissie goedkeuring moet geven. Deelt de Minister de mening dat het moment van openstelling veel te lang op zich laat wachten? Kan de Minister «begin 2022» preciseren en een concrete datum noemen, zodat gemeenten en organisatoren van evenementen duidelijkheid krijgen? Is het mogelijk het proces tot openstelling te versnellen? Waarom wel of niet?
Antwoord
Allereerst onderschrijf ik dat het voor ondernemers van groot belang is om zo snel mogelijk het geld uit de regelingen op hun rekening te ontvangen. Het zijn moeilijke tijden en veel ondernemers hebben zwaar te lijden onder de economische gevolgen van de coronacrisis.
Inmiddels is de regeling goedgekeurd door de Europese Commissie en na publicatie in de Staatscourant op 28 februari opengesteld voor ondernemers.
Omdat de ATE staatssteun betreft, moest deze voorafgaand aan enige uitvoering aan de Europese Commissie ter goedkeuring worden voorgelegd. Dit is een cruciale stap in het proces die het kabinet niet kan versnellen. Voor het bieden van perspectief en een tijdsinschatting heeft RVO de te volgen stappen voordat het ATE-loket geopend kan worden op de website van RVO geplaatst. Zo zijn betrokken ondernemers op de hoogte gehouden.
11
De leden van de CDA-fractie constateren dat de Minister in de onderhavige Kamerbrief schrijft dat niet tegemoetgekomen kan worden aan het verzoek in de motie van het lid Aartsen c.s., om binnen een maand duidelijkheid te geven aan de gemeenten over hoe de ATE eruit komt te zien en hen te wijzen op de mogelijkheid om voorschotten uit te betalen (Kamerstuk 35 420, nr. 381), omdat dit niet past in de gekozen constructie. Kan de Minister uitleggen waarom startende ondernemingen in de nieuwe Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid-5 (NOW-5) (Kamerstuk 35 420, nr. 449) wel een subsidievoorschot kunnen ontvangen, waar dit voor de doelgroep van de ATE niet mogelijk is?
Antwoord
De ATE en de NOW-5 zijn twee verschillende regelingen met een verschillend doel en een andere opzet. Voor de ATE moest goedkeuring gevraagd worden bij de Europese Commissie. Dit hoeft bij de NOW-5 regeling niet. Voor de ATE is deze goedkeuring inmiddels ontvangen en de regeling is op 28 februari opengesteld. Het verschaffen van deze subsidie voorafgaand aan de officiële goedkeuring door Brussel wordt niet toegestaan. Afwijken van deze voorwaarde kan er toe leiden dat de subsidie die al is uitbetaald voor de goedkeuring van de ATE regeling door Brussel moet worden teruggevorderd van de subsidieontvanger. Het uitbetalen van een voorschot is pas toegestaan nadat de aanvraag is ingediend. Echter een officiële aanvraag indienen is pas mogelijk na de opening van de regeling.
Omdat de NOW-5 voor goedkeuring niet langs de Europese Commissie hoeft konden ondernemers binnen deze regeling al eerder een subsidievoorschot ontvangen.
12
De leden van de CDA-fractie lezen in de onderhavige brief dat een voorwaarde voor toegang tot de ATE is dat sprake moet zijn van minimaal € 2.500 gemaakte (subsidiabele) kosten. In de brief staat dat nog zal worden bepaald welke kosten precies subsidiabel zijn. Kan de Minister hier inmiddels duidelijkheid over verschaffen? En kan de Minister aangeven hoe wordt omgegaan met samenloop met andere steunmaatregelen, zoals de NOW, Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) en TRSEC?
Antwoord
De kosten die vergoed worden op grond van deze regeling zijn de projectkosten, en daarmee niet de loonkosten of vaste lasten, die voorafgaand aan de vaststelling van het evenementenverbod daadwerkelijk zijn gemaakt om het geannuleerde evenement te organiseren. Gemaakte kosten voor een evenement vanaf 20 januari 2021 tot en met de datum van het evenementenverbod zijn subsidiabel. Subsidiabele kosten zijn bijvoorbeeld betalingen aan onderaannemers en leveranciers om tribunes op te bouwen, voor technische voorzieningen en voor de inhuur van beveiliging en artiesten.
Indien een evenement aanspraak maakt op de TRSEC kan het geen aanspraak maken op de ATE. Loonkosten worden niet vergoed door de ATE, omdat deze onder vaste kosten worden gerekend. Daarom heeft een NOW-aanvraag geen effect op de hoogte van de ATE-subsidie. De vaste lasten worden niet vergoed door de ATE. Voor een tegemoetkoming voor de vaste lasten kan de ondernemer een aanvraag voor de TVL doen, indien aan de voorwaarden wordt voldaan.
13
De leden van de CDA-fractie zijn voorts benieuwd hoe het proces van aanvraag tot uitbetaling en afrekening van de ATE, inclusief termijnen, eruitziet. Kan de Minister dit schetsen?
Antwoord
De wettelijke termijn van uitbetaling is binnen 8 weken na de ontvangst van een volledige aanvraag. Afhankelijk van de complexiteit van de aanvraag kan RVO uitbetalingen sneller afhandelen en zal het voorschot zo snel mogelijk na de ontvangst van de volledige aanvraag overgemaakt kunnen worden.
14
De leden van de CDA-fractie constateren dat het kabinet de extra kosten voor verlenging van de ATE tot eind 2021 op 5 miljoen euro raamt (Kamerstuk 35 420, nr. 420). Kan de Minister toelichten waarop dit bedrag is gebaseerd en welke analyse hieraan ten grondslag ligt?
Antwoord
De kostenraming van de ATE is globaal van aard, vanwege de onzekerheid ten aanzien van het aantal evenementen dat in aanmerking komt voor de regeling en de omvang van deze evenementen. De verhoging van 5 miljoen euro is gebaseerd op het feit dat de verlenging van de ATE een periode betreft met relatief weinig evenementen. Indien dit budget niet voldoende blijkt te zijn, wordt aan het parlement voorgelegd om het aan te vullen uit de generale middelen.
15
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister tot slot welke (communicatie)middelen het kabinet gaat inzetten om de ATE bij openstelling breed onder de aandacht van de doelgroep te brengen, zodat zoveel mogelijk gedupeerde organisatoren van evenementen worden bereikt.
Antwoord
Om ervoor te zorgen dat de boodschap over de openstelling van de ATE de doelgroep van de regelingen bereikt, worden zij (pro-)actief geïnformeerd via de online kanalen van RVO, te weten website, nieuws- en branchebrieven en social media, al dan niet campagnematig. Daarnaast is publicatie over openstelling te vinden op de websites van de rijksoverheid, Kamer van Koophandel en het Ondernemersplein. Ook verzendt de RVO maandelijks een nieuwsbrief aan overheden. Met deze nieuwsbrief bereikt RVO direct provincies, gemeenten en waterschappen met nieuws en informatie over producten en diensten die decentrale overheden kunnen inzetten. Met een bericht over de ATE vragen we aandacht bij de gemeenten voor de openstelling. Daarnaast worden de evenementenbranchevertegenwoordigers aangeschreven en verzocht de informatie te delen met hun achterban. Als er signalen zijn dat ondernemers onvoldoende worden bereikt, zullen ook andere communicatiemiddelen worden ingezet. Deze signalen krijgt het ministerie via het reguliere contact met de evenementenbranche en door cijfers over het bezoek aan de website, de rapportages van de nieuwsbrieven, sociale media en chatfunctie te vergelijken met andere periodes. Advies en oordeel van de branche over het bereik biedt inzichten over waar de communicatie achter blijft. Ook kan er worden gezocht naar manieren om de gemeenten via de VNG te informeren. Zodoende probeer ik alle organisatoren te bereiken die mogelijk aanspraak maken op de ATE. Mochten er leveranciers zijn die zich aangesproken voelen, is het aan hen om de hoofdorganisator hierop te wijzen. De ATE is niet gericht op het direct vergoeden van toeleveranciers, vergoedingen lopen enkel en alleen via de hoofdorganisator.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige brief. Zij zijn blij gestemd dat organisatoren van evenementen die niet voldoen aan de voorwaarden voor de TRSEC met de ATE tegemoet worden gekomen. Deze leden zijn zich er wel van bewust dat sinds de brief naar de Kamer is gestuurd de beperkingen in verband met de coronapandemie zijn aangescherpt en dat dit gevolgen gaat hebben voor de evenementensector. Deze leden maken zich hier grote zorgen over en hebben daarom nog wat vragen en opmerkingen.
16
De leden van de SP-fractie vragen zich, aangezien er nu een algemene sluitingstijd geldt tussen 17:00 uur en 05:00 uur en dit op zijn minst tot 14 december duurt, af of de ATE wordt verlengd. De ATE heeft nu betrekking op de periode vanaf 10 juli tot en met 24 september.
Antwoord
In de Kamerbrief van 16 november 2021 (Kamerstuk 35 420, nr. 420) heeft het kabinet geïnformeerd dat vanwege het nieuwe evenementenverbod de ATE regeling opnieuw wordt ingezet. En dat de ATE voor 2021 zal worden opengesteld van 10 juli tot en met 31 december 2021. In de Kamerbrief van 14 december 2021 (Kamerstuk 35 420, nr. 462) heeft het kabinet laten weten de ATE te verlengen tot en met het derde kwartaal van 2022.
17
De leden van de SP-fractie constateren dat de ATE naar verwachting van het kabinet pas begin volgende jaar zal worden opengesteld. Deze leden is ter ore gekomen dat de gemiddelde organisator dan al hard bezig is zijn met de voorbereidingen van evenementen in 2022. Daarom vragen zij zich af of de ATE niet al eerder opengesteld kan worden, zodat organisatoren nu al kunnen beginnen met vragen, in plaats van dat zij daar volgend jaar pas aan toe komen. Deze leden vragen zich of in hoeverre organisatoren gebruik gaan maken van een regeling die pas maanden nadat evenementen plaats zouden hebben moeten vinden opengesteld wordt. De Minister geeft aan dat de ATE aan de Europese Commissie ter goedkeuring moet worden voorgelegd, maar deze leden vragen zich af waarom het kabinet niet eerst de regeling openstelt en achteraf toestemming vraagt. Gezien de tijd die het heeft gekost om het Garantiefonds goedgekeurd te krijgen, is dit wellicht een betere en snellere optie. Deze leden willen de Minister eraan herinneren dat de steun voor de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij (KLM) ook pas achteraf is voorgelegd en zijn benieuwd waarom dat in dit geval niet kan. Zij vragen zich af of de Minister zich wel realiseert dat er enige haast bij geboden is, omdat organisatoren nu in zwaar weer verkeren.
Antwoord
Allereerst onderschrijf ik dat het voor ondernemers van groot belang is om zo snel mogelijk het geld uit de regelingen op hun rekening te ontvangen. Het zijn moeilijke tijden en veel ondernemers hebben zwaar te lijden onder de economische gevolgen van de coronacrisis.
Voor de ATE moest goedkeuring gevraagd worden bij de Europese Commissie. Deze goedkeuring is inmiddels ontvangen en de regeling is op 28 februari opengesteld. Het verschaffen van deze subsidie voorafgaand aan de officiële goedkeuring door Brussel wordt niet toegestaan. Afwijken van deze voorwaarde kan er toe leiden dat de subsidie die al is uitbetaald voor de goedkeuring van de ATE regeling door Brussel moet worden teruggevorderd van de subsidieontvanger. Het uitbetalen van een voorschot is pas toegestaan nadat de aanvraag is ingediend. Echter een officiële aanvraag indienen is pas mogelijk na de opening van de regeling.
De NOW, waar de KLM gebruik van heeft gemaakt, valt onder de Nederlandse Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, waar andere voorwaarden voor gelden.
18
De leden van de SP-fractie stellen dat er een heleboel organisatoren alles op alles hebben gezet om evenementen door te laten gaan binnen de geldende coronabeperkingen. Deze organisatoren wisten heel goed dat het evenement wellicht niet rendabel ging zijn, maar hebben toch besloten om het evenement door te laten gaan om bezoekers niet teleur te stellen en uit liefde voor hun vak. In de ATE is hier niets over opgenomen, terwijl zij wel met verliezen kampen. Deze leden vragen zich af of er ruimte in de ATE is voor deze groep organisatoren of dat er op andere wijze tegemoet kan worden gekomen aan deze organisatoren.
De leden van de SP-fractie weten dat er daarnaast organisatoren zijn die alles op alles hebben gezet door hun evenement van zaterdagavond 13 november naar de zaterdagmiddag te verplaatsen in verband met de aangescherpte maatregelen die op 13 november om 18:00 ingingen, bijvoorbeeld Le Guess Who dat van 10 tot 13 november plaats vond. In veel gevallen wisten organisatoren dat er verlies zou worden geleden, maar besloten toch door te gaan als gebaar naar hun bezoekers en artiesten. Volgens de regels en voorwaarden van de ATE komen deze evenementen niet in aanmerking voor de tegemoetkoming, waardoor het voor die organisatoren achteraf financieel beter zou zijn geweest om het evenement helemaal te annuleren. Deze leden vragen zich af op welke manier deze organisatoren tegemoet gekomen kan worden, zodat ze niet gestraft worden voor het doorgaan van het evenement. Ook vragen zij zich af hoe de motie van de leden Kwint en Westerveld (Kamerstuk 35 925 VIII, nr. 112) wordt uitgewerkt, aangezien die expliciet vroeg naar coulance voor evenementen die getroffen zijn in het weekend toen de nieuwe maatregelen ingingen.
Antwoord
De ATE is gericht op evenementen die vanwege het abrupte besluit van de overheid tot een vrijwel onmiddellijk ingaand evenementenverbod geen doorgang konden vinden. Evenementen die in aangepaste vorm doorgang hebben gevonden en daardoor maar tot 75% van hun capaciteit mochten ontvangen kunnen gebruik maken van de suppletieregeling over de periode van 25 september tot en met 12 november 2021. Kort gezegd houdt deze regeling in dat evenementen die vanwege de coronaregels slechts 75% van hun bezoekerscapaciteit konden ontvangen de overige 25% door de overheid krijgen vergoed (compensatieregeling voor organisatoren van culturele evenementen Covid-19 (fondspodiumkunsten.nl).
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie hebben al vaker gewezen op de positie van zelfstandige zonder personeel (zzp’ers) en flexwerkers in de culturele en creatieve sector, alsmede de evenementensector. Uit diverse rapporten blijkt dat eerdere coronasteun onvoldoende bij zzp’ers terecht is gekomen. Van de TRSEC weten de voornoemde leden dat veel organisatoren van evenementen, ondanks dat ze 100 procent van de kosten vergoed konden krijgen, actief stuurden op facturatie en dus ook vergoeding tot 60 procent van de oorspronkelijk met artiesten en andere zzp’ers in de keten overeengekomen bedragen. Dit gebeurde op basis van contracten die werden afgesloten voordat bekend was of er überhaupt een vergoedingsregeling zou komen, indien er onverhoopt sprake zou zijn van sluitingen door beperkende maatregelen door de coronacrisis, en ter hoogte van welk percentage.
19
Ziet de Minister dit probleem ook? Is de Minister het met de voornoemde leden eens dat dit niet in de geest van de regeling is?
Antwoord
Ja, zulke signalen hebben mij ook bereikt. Zowel de ATE als de garantieregeling (TRSEC-19) zijn erop gericht de organisator zelf te compenseren voor specifiek gemaakte kosten bij de organisatie van het betreffende evenement. De regelingen zijn er ook op gericht de organisator van een evenement in staat te stellen zijn toeleveranciers (waaronder artiesten en andere zzp’ers) te betalen voor zover hij daartoe privaatrechtelijk verplicht is. De regelingen zijn expliciet bedoeld om de hele keten mee te nemen.
20
De leden van de GroenLinks-fractie vragen zich af hoe de Minister gaat bevorderen dat artiesten en andere zzp’ers in de keten, die volledig afhankelijk zijn van de organisator omdat zij zelf geen aanvraag kunnen indienen, in de geest van de regeling ook volledig gecompenseerd gaan worden. Is de Minister bereid om in gesprek te gaan met de sector, te weten vertegenwoordigers namens zzp’ers en vertegenwoordigers namens organisatoren, samen met het Platform Arbeidsmarkt Culturele en Creatieve Toekomst (Platform ACCT), om te komen tot een oplossing die tegemoet komt aan de geest van de regeling en de wensen van de sector? Is de Minister bereid toe te zeggen om het voor deze regeling beschikbare bedrag uit te breiden indien zou blijken dat aanvragende organisatoren wegens een ontoereikend budget niet meer voor honorering in aanmerking zouden komen en dit tekort het rechtstreeks gevolg is van het beter compenseren van zzp’ers dan waarop zij op grond van de annuleringsbepaling in hun contract privaatrechtelijk gezien recht zouden hebben gehad?
Antwoord
Het kabinet voert geregeld gesprekken met vertegenwoordigers van de evenementenbranche. Op ambtelijk niveau vinden deze gesprekken met vertegenwoordigers wekelijks plaats.
Zowel de ATE als de garantieregeling (TRSEC-19) zijn erop gericht de organisator zelf te compenseren voor specifiek gemaakte kosten bij de organisatie van het betreffende evenement. De regelingen zijn er ook op gericht de organisator van een evenement in staat te stellen zijn toeleveranciers (waaronder artiesten en andere zzp’ers) te betalen. De regelingen zijn expliciet bedoeld om de hele keten mee te nemen. Organisatoren en toeleveranciers hebben over annulering privaatrechtelijke afspreken gemaakt in hun contract. Als er een betalingsverplichting geldt dan is de organisator verplicht om de leverancier dit bedrag te betalen. Daar is de subsidie ook (mede) voor bedoeld. Als deze verplichting niet wordt nagekomen door de subsidieontvanger dan kan de betreffende schuldeiser deze verplichting afdwingen bij de rechter. Deze werkwijze is bekend bij de sector.
Het aantal te verwachten aanvragen voor de ATE is lastig in te schatten. Voor dit moment zijn de kosten globaal geraamd op € 120 miljoen. Indien dit budget niet voldoende blijkt te zijn, wordt aan het parlement voorgelegd om het aan te vullen uit de generale middelen.
Door de verlengde duur van de crisis is het steeds meer een doel geworden om, behalve instellingen, ook zelfstandigen in de sector aanvullend te ondersteunen (naast de generieke steunmaatregelen die beschikbaar zijn voor zelfstandige ondernemers). De groep zelfstandigen in de evenementensector is zeer groot en divers. Het is dan ook niet zo dat alle zelfstandigen rechtstreeks kunnen worden ondersteund via het cultuurbeleid.
Hierin speelt generiek beleid een rol: de NOW voor werknemers, en voor zelfstandigen, de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo), het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz), en de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL). De toegang voor zzp’ers tot de TVL is beperkt. Om toegang voor zzp’ers te verbeteren is het minimumbedrag voor de regeling verlaagd naar € 1.500 per kwartaal. Helaas komen alsnog veel zzp’ers niet in aanmerking voor de TVL. Dit komt omdat ondernemers een los zakelijk adres nodig hebben voor Tegemoetkoming Vaste lasten. Dit hebben veel zzp’ers niet. Vanwege omvang en snelheid van de regeling is niet mogelijk per ondernemer te checken of vaste lasten privé of zakelijk zijn.
Daarnaast probeert het kabinet om zelfstandigen in de sector aanvullend te ondersteunen. Dit doen we via organisaties die al financiële relaties hadden met deze doelgroep:
• de cultuurfondsen
• het collectief beheer van auteursrechten
• het programma PPO (permanenten professionele ontwikkeling) en
• de cultuurleningen.
Deze geldstromen zijn verder ondersteund en verbreed. Er zijn ook middelen beschikbaar gesteld om opdrachtgevers in de sector te ondersteunen. Zodat ze kunnen blijven produceren, opdrachten kunnen blijven verstrekken en ook essentiële ketenpartners kunnen ondersteunen. Daarnaast zijn er via gemeenten zijn aanvullende middelen beschikbaar gesteld om steun te geven aan de lokale infrastructuur, inclusief zelfstandigen. Het kabinet is daarbij ook in gesprek met het Platform ACCT.
21
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat de regeling pas begin volgend jaar zal worden opgesteld. Het gaat hierbij om kosten die gemaakt zijn in de periode van 10 juli tot en met 24 september. Dat is al een flinke tijd geleden. Waar kunnen organisatoren heen als zij in acute financiële problemen zijn gekomen doordat zij wel kosten hebben gemaakt, maar nog geen tegemoetkoming hebben gekregen? Is het eventueel mogelijk om een tijdelijk voorschot uit te keren? Zijn er signalen bekend dat dit voor financiële problemen heeft gezorgd? Is het op enige manier mogelijk dit soort regelingen sneller uit te voeren, mede met het oog op de nieuwe beperkingen die op dit moment gelden voor de sector en eventuele toekomstige beperkingen? Wanneer kunnen organistoren van verboden evenementen in de huidige periode (november/december) rekenen op hun tegemoetkoming?
Antwoord
Omdat de ATE staatssteun betreft, moet deze voorafgaand aan enige uitvoering aan de Europese Commissie ter goedkeuring worden voorgelegd. De Europese Commissie heeft de regeling eind februari goedgekeurd, waarna deze op
28 februari is opengesteld. De ATE-subsidie wordt verstrekt in verband met gemaakte kosten in de eerder genoemde periode van 10 juli tot en met 31 december 2021.
Nu de regeling is goedgekeurd zal er snel tot uitbetaling over worden gegaan. Een voorschot uitbetalen is pas toegestaan nadat de officiële aanvraag is ingediend. Aanvragers ontvangen binnen 2 weken na de aanvraag een voorschot van 40%, met een maximum van € 100.000. Eerder een financiële tegemoetkoming ontvangen is dus niet mogelijk. Dit zou ongeoorloofde staatssteun zijn.
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie
Het lid van de BBB-fractie heeft met interesse kennisgenomen van de onderhavige brief.
Het lid van de BBB-fractie maakt zich grote zorgen over de evenementenbranche nu deze branche al twee jaar de directe gevolgen van de covidcrisis ondergaan en er geen duidelijke perspectieven en routekaarten voor deze branche beschikbaar zijn. Even gloorde er hoop in september maar inmiddels zijn al hun voorbereidingen richting een nieuw seizoen letterlijk en figuurlijk afgebroken.
22
Het lid van de BBB-fractie onderkent met de branche dat de nieuwste maatregelen niet alleen op de korte maar ook op de langere termijn grote effecten hebben. Het toch al broze vertrouwen van bezoekers, deelnemers, organisatoren, medewerkers en opdrachtgevers heeft immers een nieuwe deuk opgelopen, die tot ver in 2022 en daarna te voelen zal zijn. Eventplatform gaf in zijn brief van 15 november aan dat niet alleen de kaartverkoop voor evenementen tot 4 december maar ook die voor evenementen die gepland staan ver na deze periode van 3 weken volledig tot stilstand is gekomen. In diezelfde brief meldt Eventplatform dat opties en opdrachten voor het eerste kwartaal van 2022 in de (zakelijke) evenementenmarkt nu al worden ingetrokken, dat sponsoren en partners van festivals en andere evenementen zich terugtrekken en dat kennis en ervaring verdwijnt uit de branche. Inmiddels zijn de maatregelen uitgebreid tot 18 december en hangt een verlenging of zelfs verzwaring in de lucht. Het lid van de BBB-fractie vindt dan ook dat alle regelingen, waaronder ook de ATE, doorgetrokken moeten worden tot en met het tweede kwartaal van 2022. De evenementenbranche is namelijk geen winkel of café dat op het moment van opening weer redelijk in bedrijf kan komen. Evenementen vragen commitment van vele partijen en de planningsscope is vaak minimaal een half jaar. Het lid van de BBB-fractie onderkent dat, door het opengooien van evenementen in september, de loonkosten van bedrijven in de branche weer aanzienlijk zijn gestegen en dat ook de huur en andere vaste lasten weer op het niveau zitten van voor de start van de crisis. De regelingen voor overheadkosten zijn echter gestopt en daarom is alle steun nodig. Het lid van de BBB-fractie vraagt daarom concreet om de volgende steunmaatregelen. Is de Minister bereid de TRSEC en de ATE te verlengen tot en met tenminste het tweede kwartaal van 2022? Is de Minister bereid het gesubsidieerde dekkingspercentage van de TRSEC en de ATE te verhogen tot 100 procent? Is de Minister bereid de Suppletieregeling Evenementen in stand te laten zolang er een beperking is op bezoekerscapaciteit? Is de Minister bereid tot instelling van een generieke of desnoods branche-specifieke steunmaatregel die vergelijkbaar is met de NOW, de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo), de Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) en de TVL, in die zin dat zowel loonkosten als andere vaste (huur)lasten worden gedekt? Is de Minister bereid de limieten van de TVL en de Vaste lasten voor onder andere Nachtsluiting (VNL) van 1,8 miljoen euro te verhogen of op te heffen? Is hij tevens bereid een soortgelijke ruimte te bieden na 1 januari 2022? De crisis duurt immers al 20 maanden en voor veel grotere bedrijven zijn de TVL en de VLN door voornoemd maximum volstrekt niet meer dekkend.
Antwoord
Ik deel uw zorgen over de evenementensector. De beperkende maatregelen en het gebrek aan perspectief trekken een zware wissel op ondernemers en werknemers in deze sector.
Daarom is op 14 december 2021 aan de Kamer is gemeld (Kamerstuk 35 420, nr. 462) dat de TRSEC en ATE worden verlengd tot en met het derde kwartaal van 2022. Ook zijn de dekkingspercentages van de TRSEC en de ATE voor 2021 verhoogd tot 100%. De eerste suppletieregeling houdt in dat evenementen die in aangepaste vorm doorgang hebben gevonden en daardoor maar tot 75% van hun capaciteit mochten ontvangen kunnen gebruik maken van de suppletieregeling over de periode van 25 september tot en met 12 november. Kort gezegd houdt deze regeling in dat evenementen die vanwege de coronaregels slechts 75% van hun bezoekerscapaciteit konden ontvangen de overige 25% door de overheid krijgen vergoed (compensatieregeling voor organisatoren van culturele evenementen Covid-19 (fondspodiumkunsten.nl). Momenteel werkt het kabinet aan een tweede en derde suppletieregeling voor podia en producenten voor de periode van eind 2021 tot en met januari 2022. Deze staan in beginsel niet open voor vergunningsplichtige evenementen omdat er in die periode een (de facto) verbod gold waardoor evenementen reeds aanspraak konden maken op de beide regelingen voor evenementen. Daarnaast wordt gewerkt aan een suppletieregeling voor podia voor gebruik vanaf februari 2022.
De kosten die vergoed worden op grond van de ATE-regeling zijn de projectkosten. Voor kosten zoals loonkosten of vaste lasten zijn de genoemde regelingen zoals NWO en TVL toepasbaar. Projecten die voorafgaand aan de vaststelling van het evenementenverbod daadwerkelijk zijn gemaakt om het geannuleerde evenement te organiseren zijn subsidiabel. Subsidiabele kosten zijn bijvoorbeeld betalingen aan onderaannemers en leveranciers om tribunes op te bouwen, voor technische voorzieningen en voor de inhuur van beveiliging en artiesten.
TVL valt onder artikel 3.1 van het Europese tijdelijk staatssteunkader. Op 18 november jl. heeft de Europese Commissie dit plafond verhoogd naar 2,3 miljoen.
23
Het lid van de BBB-fractie hoort graag van de Minister of hij de noodzaak van steun aan de evenementenbranche ook onderkent, of hij ook van mening is dat de schade voor deze branche zeker zes maanden na het opheffen van maatregelen nog door kan werken en of en in welke mate hij de voorgestelde steunmaatregelen tot uitvoering zal brengen en, zo nee, waarom niet?
Antwoord
Ja ik onderken de noodzaak om de evenementenbranche te ondersteunen. Daarom heeft het kabinet besloten om de TRSEC en de ATE te verlengen tot en met het derde kwartaal van 2022. Het kabinet beoogt op deze manier de levensvatbaarheid van de sector, inclusief de achterliggende keten van betrokken bedrijven, voor de nabije toekomst te ondersteunen.